PowerPoint 09 2 Apparaten aansluiten op het elektrische net Apparaten aansluiten op het elektrische net Vermogen: P = U*I P in Watt U in Volt I in Ampère Praktijk: o Apparaten zullen een spanning vragen van 230 V effectieve waarde o Stroom kan nooit groter worden dan de waarde die met de ZEKERINGEN in de stroomkring haalbaar zijn. Anders gaat die zekering onderbreken Max aansluitbaar vermogen - Check welke zekering id kring zit Zijn er nog andere verbruikers aangesloten? Bij een kring, afgezekerd met 16 A Pmax = 230.16 = 3680 Watt Bij een kring, afgezekerd met 20 A Pmax = 230.20 = 4600 Watt Conclusie: op een gewoon stopcontact kan men niet zo veel vermogen aansluiten. Opgelet: Sommige verbruikers trekken bij het inschakelen een inschakelstroompiek die vele malen hoger is dan de stroom in normale werking. Er bestaan zekeringen die uitvallen bij een overstroom. Zekeringsautomaten kunnen verslijten en daardoor bij kleinere stromen al afschakelen. Praktisch: - Al de vermogen van de verbruikers optellen en nakijken of het totale verieste vermogen wel effectief op een stopcontact mag worden aangesloten Indien niet: zoeken naar een andere stroomkring met eigen aparte zekeringen Gebruik dikke draden! te dunne draden en stekkers met slechte contacten en/of losse verbindingen kunnen warm/heet worden bij stroomdoorgang Dus: o o o Gebruik de juiste draden Gebruik de juiste connectoren Controleer of je connectoren, kabels en aansluitdozen in goede staat zijn Anders: o o Brandgevaar Kortsluitingsrisico 1 PowerPoint 09 2 Apparaten aansluiten op het elektrische net o Bloot liggende geleiders kunnen tot elektrocutie leiden Welke beveiligingen zijn nodig ? - Zekeringen per kring Aardingsdraad Verliesstroomschakelaar Zekeringen - Smeltzekeringen Automaten Letten op: o Verschillende afslagwaarden voor de max stroom o Verschillende tijdskarakteristieken: hoe snel schakelen ze uit o Zekeringen reageren op korstondige piekstromen en op langdurende overbelastingen op een andere manier Aarding - Derde geleider in het snoer: aarde Hier zijn ook wetten/normen voor!(vb alle toestellen die meer dan 6A nodig hebben, zullen ALTIJD geaard moeten zijn) Let op : bv een microfoon kan met vochtige lippen aangeraakt worden en kan van metaal zijn (dus geleidend) >>> VEILIGHEID!!! Verliesstroomschakelaar - Detecteert of er een lekstroom wegloopt naar aarde of niet (kan gevaarlijk zijn!) o Loopt de lekstroom misschien naar aarde door het lichaam van een persoon die een spanningsvoerend punt aanraakt? GEVAAR ELEKTROCUTIE! o De lekstroom doet misschien langs zijn pad opwarmingen ontstaan. GEVAAR BRAND! Praktisch Verschillende afslagwaardes: 300mA (standaard), 30mA (vochtige ruimte) Hoe sluiten we grotere vermogens aan op het net? - Vermogen in stopcontact is dikwijls te klein driefasige aansluiting nodig! Verschillende versies: o Driefasig net 3 x 400 Volt in ster o Driefasig net 3 x 230 Volt in driehoek Driefasig net - I.p.v. één sinusoïdale spanning via twee geleiders aan te bieden, gaan we 3 sinussen aanbieden Daarvoor zijn er dus al zeker meer dan twee geleiders nodig! 2 PowerPoint 09 2 Apparaten aansluiten op het elektrische net - ELK VAN DEZE DRIE SINUSSEN ZIT OVER 120 GRADEN IN FASE VERSCHOVEN t.o.v. de andere 3 x 230V in driehoek: Hierbij zijn dus drie geleiders nodig: de drie LIJNDRADEN + nog een extra aardingsdraad we hebben dus een stekker nodig die 4 pinnen heeft. Door elk v/d geleiders loopt de stroom die door 1 fase getrokken wordt + de stroom die een tweede fase trekt. Die beide stroomcomponenten zijn dus bij belasting met lampen per def t.o.v. elkaar over 120 graden in fase verschoven. - De vectorsom van beide stroomcomponenten is de totale stroom door die geleider Door de onderlinge faseverschuiving over 1/3 van een periode, zal elke fase slechts een klein deel van die maximale stroom kunnen gebruiken: nl √(3) 3 x 320V in driehoek: max aansluitbaar vermogen Per fase: vermogen = fasestroom * fasespanning 3 keer dat aantal Watt (omdat er drie fasen zijn) Vb: Courant voorkomend: zekeringen van 16A, 32A, 63A. Dus: 16A : Pmax = 6374 Watt, of dus ongeveer 6,3 kW. 3 x 400 in ster We leggen nu 3 keer een sinusspanning aan van 400 V effectieve waarde. Hiervoor gebruiken we weer de drie LIJNDRADEN. We voorzien nu echter ook in een extra geleider: de NULGELEIDER (‚neutre‘) Ook blijft natuurlijk de AARDINGsdraad noodzakelijk aanwezig 3 PowerPoint 09 2 Apparaten aansluiten op het elektrische net In totaal zijn er nu dus 5 geleiders/aansluitpunten in gebruik Verwar de nulgeleider (‚neutre‘) niet met de aarde! Als we er van uit gaan dat de nulgeleider op een potetiaal van nul volt zit, kan men het verband berekenen tussen de lijnspanningen U1, U2 en U3 enerzijds en de fasespanningen u1, u2 en u3 die men dan telkens afleest tussen een lijdraad en de nulgeleider. De 400 V lijnspanning is uiteraard zo gekozen, omdat dan de fasespanning op 230 V uitkomt Men kan dus telkens tussen een lijndraad en de nulgeleider de gewone verbruikers aansluiten. Zij krijgen dan 230 V. 3 x 400 V in ster: maximaal aansluitbaar vermogen De stroom door de lijndraden wordt weer beperkt door de geplaatste zekeringen Maar nu kan dus wél elke fase die volledige stroom Imax voeren! Zo komen we tot een max vermogen voor elke fase door te berekenen: 230 V x Imax 4 PowerPoint 09 2 Apparaten aansluiten op het elektrische net Vb: met zekeringen van 16A: 3.230.16 = 11 040 W, dus ongeveer 11 kW Aansluitingen CEE normen CEE connectoren voor 16A, 32A, 63A of 125A Formaat verschilt fysisch, zodat ze niet onderling in elkaar passen Norm is in feite: ROOD = 3 x 400 V BLAUW = 3 x 230 volt Maar dikwijls is in de praktijk een RODE connector geplaatst, ook als men slechts 3 x 230 v heeft ; men laat dan de pin voor de nulgeleider onaangesloten Opmerking: Het is nuttig om vermogensverdeelkasten te hebben die op beide systemen kunnen omgeschakeld worden. (omdat je zelf niet kann kiezen of je 3 x 230V of 3 x 400 V in ster wilt hebben en je de aansluiting moet gebruiken die er is). 5 PowerPoint 09 2 Apparaten aansluiten op het elektrische net 6