Herhaling Energie berekeningen Rendement Het gedeelte (in procenten) van de totale energie dat nuttig gebruikt wordt Voorbeeld 1: Een gloeilamp heeft een rendement van 40%. Bereken hoeveel procent er in warmte wordt omgezet. Totale energie Nuttige energie Elektriciteit licht 100 % 40 % + Niet nuttige energie warmte 60 % Voorbeeld 2: Een boormachine heeft een verlies van 20 % aan warmte. Bereken het rendement. Totale energie Elektriciteit 100 % Nuttige energie beweging 80 % + Niet nuttige energie warmte 20 % Voorbeeld 3: Een spaarlamp met een vermogen van 40 W staat 5 W af aan warmte. Bereken zijn rendement. Totale energie Elektriciteit 40 W + Nuttige energie Niet nuttige energie licht warmte 35 W 5W Dus nuttig wordt 35 W van de 40 W gebruikt dit is 0,875 87,5 % Voorbeeld 4: Een aggregaat levert een elektrisch vermogen van 2000 W en heeft een rendement van 80%. Bereken welk vermogen er verloren gaat. Bereken hoeveel het totale vermogen is. Totale energie Brandstof 2500 W ………. 100 % Nuttige energie elektriciteit 2000 W 80 % + Niet nuttige energie warmte 500 ………W 20 % Herhaling berekeningen Energie = vermogen x tijd in Dan eenheid energie Dan eenheid energie in Ws = Joule kWh in W s kW h Voorbeeld 5: Een lamp van 150 W brandt gedurende 1,5 h (uur) Bereken de hoeveelheid energie die het lampje verbruikt in a] Joule b] kWh Energie = vermogen x tijd in 810000Ws = Joule 0,225kWh in in 150W 1,5 x 60 x 60 s 0,15kW 1,5h