CE1991_i 4p . Een neutronenster 19 □ Die energie kan worden berekend uit het verschil van massa van voor en na de reactie. Massa 4 protonen: 4 x 1,6726 x 10-27 kg Massa 2 elektronen: 2 x 9.1095 x 10-31 kg Massa helium atoom (inclusief 2 elektronen) : 4,0026u = 4,0026 x 1,66 x 10 -27 kg mc 2 (4 x1,6726 x1027 2 x9,1095 x1031 4,0026 x1,66 x10 27 ) x(3 x108 ) 2 4,10 x1012 J 25,6MeV 3p 20 □ De bindingsenergie per nucleon (voor een bepaalde kern) is de energie die per nucleon moet worden toegevoegd om alle nucleonen in de betreffende kern vrij te maken. Dat is dan ook de energie die vrijkomt (per nucleon) wanneer losse nucleonen de betreffende kern vormen. Als de bindingsenergie per nucleon voor een helium kern kleiner is dan voor een koolstofkern, dan moet er bij de fusie van 3 heliumkernen tot koolstof energie vrijkomen. 3p 21 □ De waargenomen golflengte voor de n=3 naar de n=2 overgang is 654 nm Volgens BINAS is het energieverschil tussen die twee niveaus: 12,0888 eV – 10,2002 eV= =1,8886 eV Daarbij hoort een golflengte van hc 6,626 x1034 x3,00 x108 656nm U 1,8886 x1,60 x1019 De waargenomen golflengte is kleiner dan de werkelijk uitgezonden golflengte (oftewel de waargenomen frequentie is groter dan de uitgezonden frequentie), dat betekent dat de nevel naar ons toe beweegt. 3p 22 □ Dichtheid is massa/volume = 3p 4p 23 □ 24 Fgravitatie G mobject mster R2 1, 2 x1030 1,3x1017 kg / m3 3 3 (4 / 3) x( ) x(13x10 ) 6,672 x10 11 1x1, 2 x1030 3,64 x107 N 3,6 x107 N 3 2 (13x10 ) De gravitatie levert de centripetale kracht die nodig is om objecten op de ster te houden. Als de objecten er net op kunnen blijven, dan is de gravitatiekracht precies gelijk aan de centripetale kracht, dus: Fgravitatie mv 2 m 2 R m.(2 f ) 2 .R m.(2 / T ) 2 .R R m.4 2 R 1x 4 2 x13 x103 T 0,12 s Fgravitatie 3, 6 x107 Opmerking: op het internet vond ik de pulsar 1937+214 maar die heeft een omwentelingstijd van 1,56 ms in plaats van 0,12s. Wel schijnt er nog een derde neutronenster in Vulpecula te zijn. Maar toch even kritisch narekenen dus. Overigens, de eerste neutronenster of pulsar is in 1967 ontdekt in hetzelfde sterrenbeeld Vulpecula door Jocelyn Bell en Anthony Hewit. Dat is de 1919+21 met een omwentelingstijd van 1,34s. Vanwege zo’n geregeld signaal werd er ook aan extra-terrestial intelligentie gedacht. Men publiceerde de ontdekking nadat men een acceptabele fysische oorzaak voor het signaal had bedacht.