ATOOMFYSICA I GEOMETRISCHE OPTICA II GOLFOPTICA III REALITEIT ATOMEN IV ATOMEN EN STRALING V QUANTUM-EFFECTEN VI SOMMEN EXTRA VIII MET LASERKOELING STILGEZETTE ATOMEN NOBELPRIJS 1997 I GEOMETRISCHE OPTICA 1 Newtons prisma 2 Breking 3 Oog als camera spectra in huis en in de natuur Newtons prisma Grensvlak: overgang van ene naar andere stof (lucht-glas of lucht-water) Breking: bij grensvlak verandert licht van richting Verklaring met snelheidsverschil (speelgoedautootjes) kleurschifting bij prisma nblauw = 1,53 > nrood = 1,51) BLAUW breekt sterker dan ROOD wit licht is een mengsel van alle kleuren van de regenboog Blauwe trui weerkaatst bauw Absorbeert alle andere kleuren rekenen met Snellius http://www.walterfendt.de/ph14nl/refraction_nl.htm GETEKENDE HOEKEN ZIJN TE GROOT! i2 = 9,5/1 , want: 180 – 62,5/1 – 38 = 80,5/9 90 – 80,5/9 = 9,5/1 Linkerwand: sin 45 sin 45 2 1,5 31 sin r 0 , 46 r 8 sin r 1,5 31 Achterwand: sin 45 1 sin r sin 9, 51 * 1,5 31 0,25 3 0 r 14, 7 3 3 sin r 1,5 1 27, 5 27, 9 tekenen aan regendruppel Voorkant linksboven: Breking lw i = 45 dus r = 32 Achterwand: gedeeltelijke reflectie i= r = 33 Onderkant: Breking w l i =35 dus r = 50 Hoek tussen invallende en Uitgaande straal is 41o! Kijk ook eens op de WEBsite van Kees Floor! htttp://www.keesfloor.nl/artikelen/diversen/regenboog/rbnt.htm verklaring regen-& dauwboog regenbogen in soorten en maten HOOFDBOOG 1e BIJBOOG Lichtsnelheid Romer 1776 Omlooptijd Io 1d 18u 27.6m Vanuit A voorspelde verschijning Io in B systematisch 11 minuten te vroeg. Analyse van Ole Romer 1676: Afstand Aarde-Zon kost 11 min. Bereken de lichtsnelheid c als de afstand Aarde-Zon 1 AE = 150.000.000 km. Lichtsnelheid c r 150.000.000(km) 225 x103 (km / s) t 11x60( s) blijkt 25% te laag omdat de gemeten tijd 11 ipv 8 minuten was. Links naar RØmer en meten Lichtsnelheid http://nl.wikipedia.org/wiki/Ole_R%C3%B8mer http://nl.wikipedia.org/wiki/Meten_van_de_lichtsnelheid Lichtsnelheid Fizeau Vanuit lamp L valt licht via lens L op ‘n halfdoorlatende spiegel. Het licht reist vervolgens 8,633 km heen en weer om opnieuw op de halfdoorlatende spiegel te vallen. Fizeau ontdekte dat het licht niet zichtbaar was bij een toerental van 12,6 toeren per s. Bereken de lichtsnelheid c. Analyse Fizeau Tijdens de reis van het licht over 2x8,633 km is het tandwiel precies een half gat opgeschoven zodat de teruggaande straal het tandwiel niet meer passeert. Reistijd: Snelheid: treis 1 1 1 1 5 0, 0794 5, 51x10 ( s ) 2 720 12, 6 1440 s 2 x8,633x103 (m) 8 c 3 , 13 x 10 (m / s) 5 t 5,51x10 ( s) Website over Fizeau: http://nl.wikipedia.org/wiki/Hippolyte_Fizeau wet van snellius c sini n12 1 sinr c2 snelheidsverschil bij grensvlakken: i speelgoedauto!! b A´ A B´ B LUCHT Snel medium GLAS Traag Medium sin i ov / sch (AA'B ) AA'/ A'B AA' c 1t c1 n1 sin b ov / sch (BB 'Á ') BB '/ A'B BB ' c 2t c 2 2 kleuren biologisch: oog als camera Staafjes Kegeltjes Horizontale celllen Bipolaire cellen Amacriene cellen Ganglion cellen Invallend licht GOLFOPTICA 1 LICHT ALS GOLF * buiging * interferentie 2 TRALIE 3 EM-SPECTRUM golven: buiging en interferentie I BUIGING vlakke golven worden cirkelgolven ze gaan na hindernis alle kanten op (Huygens’ principe, voorwaarde λ ≈ d) II INTERFERENTIE golven kunnen elkaar uitdoven LICHT + LICHT DUISTERNIS GELUID + GELUID STILTE golven kunnen elkaar versterken LICHT + LICHT MEER LICHT GELUID+GELUID HERRIE tralie: golflengte en kleur TRALIE opening d ~ golflengte licht λ PRINCIPE 1 BUIGING golven gaan alle kanten op, PRINCIPE 2 INTERFERENTIE Versterking in sommige richtingen grotere golven λ, grotere hoeken BEELD 1e orde 0e orde 1e orde theorie tralie MEETKUNDE xk tan L NATUURKUNDE d sin k. KLEINE HOEKEN 5 sin tan xk dxk d k L kL licht als golfverschijnsel Natuurkunde licht is elektromagnetische golf elke kleur eigen golflengte Infra-rood Zichtbaar Licht rood 650 nm blauw 400 nm Ultra Violet DOOR SPEKTRUM LOEREN: CONTINU SPEKTRUM Kijk door de spectroscoop (tralie) achtereenvolgens naar een gewone lamp en naar buiten. Omschrijf telkens welk soort spectrum je ziet. tralie berekeningen VB I VAN GOLFLENGTE NAAR VLEKKENAFSTAND Rood LASERlicht van 650 nm valt op ‘n tralie dat 100 lijnen per mm heeft. Het tralie staat op 120 cm van de muur. Bereken de afstand tussen de vlekken op de muur. Eerst de tralieconstante d=1/100e mm=1,0x10-5(m) dan vlekkenafstand x dx k kL 6,5 x10 7 (m) x1x1,2(m) xk x1 7,8 x10 2 (m) 7,8(cm) 5 kL d 1,0 x10 (m) VB II VAN VLEKKENAFSTAND NAAR GOLFLENGTE Op de muur zijn lichtvlekken zichtbaar die door een tralie met 600 lijnen per mm zijn gevallen, de muur staat op 75 cm van het tralie en de vlekkenafstand is 20 cm. Bepaal de kleur van het licht. Eerst hoek uit x en L: tan d 1 / 600000(m) 1,667 x10 6 (m) x 20 0,2667 14,9 o sin 0,258 L 75 dan golflengte uit tralieformule d sin k 1,667 x10 6 x0,258 4,30 x10 7 (m) 430(nm) Het licht is dus blauw. REALITEIT ATOMEN 1 Probleemstelling 2 Ontdekking elektron 3 Proef van Millikan 4 Brownse beweging 5 Afloop REALITEIT VAN ATOMEN Bezwaren tegen Atomen rond 1900 1 Geen verbinding tussen chemische en fysische atomen 2 Bepalingen Nav stemden niet overeen 3 Spectroscopie suggereert dat atomen substructuur hebben 4 Geen enkele directe experimentele evidentie 5 Atoomtheorie is speculatief Ideaal beschrijvende natuurkunde (Duhem, Mach, Ostwald) Probleemstelling Rond 1890 Bestaan atomen wel? Zijn het wel echte dingen? 20 jaar experimentele natuurkunde Traditie 1 Kathodestralen Traditie 2 Wolken experimenten Traditie 3 Brownse Beweging metingen e/m, e en Nav convergeren heel sterk Probleemstelling Rond 1910 Hoe zitten atomen in elkaar: plumpudding of centrale kern? Traditie 1 kathodestralen (1880) Lichteffecten in vacuumbuis onder hoogspanning (2 kV), Stralen komen uit de kathode (maltezer kruis) Ontdekking elektron (1900) Elektrisch veld E en magnetisch veld B zo regelen dat stralen rechtdoor gaan. Lanceren: Eel Ekin dus qV 12 mv2 en niet afbuigen q v2 dus m 2V Fel Fmagn qE qvB v Combineren: E B q E2 m 2VB 2 Lading per kg 2000 x zo groot als H+-ion of 2000 x zo grote lading of 2000 x zo klein deeltje (subatomair?) e Convergentie -metingen m Traditie 2 wolkenexperimenten Thomson wolken laten uitzakken om lading per druppel te meten Millikan 1896 – 1913 20 jaar experimenteren APPLET1 MILLIKAN http://physics.wku.edu/~womble/phys260/millikan.html APPLET2 MILLIKAN http://www.dnatube.com/video/2801/Millikan-Oil-Drop-Experiment Proef van Millikan VALLENDE DRUPPEL constante snelheid (wrijving) Fw Fz Fw HANGENDE DRUPPEL krachtenevenwicht Fel mg 6rv 43 r 3 6rv Fz 9v r 2 LADING IS GEQUANTISEERD Fz Fz F el qV mg qE d qV 4 3 3 r d 4 dr 3 q ne 3V Q = n.e 1,6 of 3,2 of 4,8x10-19 (C) convergentie e-metingen MILLIKAN’s Notebook http://caltechln.library.caltech.edu/8/2/Millikan_2A_b&w.pdf Traditie 3 Brownse beweging APPLET BROWNSE BEWEGING http://www.phy.ntnu.edu.tw/ntnujava/index.php?topic=24 Verplaatsingsformule Einstein x 2 RT 1 t N av 3r en Perrin sloeg aan het tellen convergentie Nav-metingen Thomson vs Rutherford: atoombouw 1911 exp. Marsden (student) α’s door folie schieten kleine terugstoot Hoe zit het atoom in elkaar: Plumpudding of centrale kern? Centrale positieve kern Rutherfords model klopt STRALING EN ATOMEN 1 Rekenen met Planck E = h.f 2 Foto-elektrisch effect 3 LASER SOMMEN I: 6, 9, 11, 13; II: 19 t/m 22; III: 33 t/m 36 rekenen aan licht met c=λf licht is elektromagnetische golf elke kleur eigen golflengte en frequentie Infra-rood Opdracht 1 650 nm f=3,0x108/6,5x10-7=0,462x1015 (Hz) 400 nm f=3,0x108/4,0x10-7=0,750x1015 (Hz) Zichtbaar Licht Ultra Violet OPZOEKEN EN REKENEN Bepaal de frequentie van een radiogolf van 192 m 3,0 x108 (m / s) c f dus f 1,56 x106 ( Hz ) 192(m) c Bepaal de frequentie van een röntgenstraal van 3,2 x10-15(m) 3,0 x108 (m / s) 23 c f dus f 0 , 94 x 10 ( Hz ) 15 3,2 x10 (m) c continue en diskrete spektra zonlicht CONTINU TL-buis (osram) CONTINU Beeldscherm LAPTOP DISCREET Spiritus brander DISCREET DOOR SPECTROSCOOP LOEREN: DISKREET SPEKTRUM Kijk door de spectroscoop achtereenvolgens naar een TL-buis, een monitor en een LED. Omschrijf telkens welk soort spectrum je ziet. absorptie en emissie Absorptie en emissie spectra zijn vaak spiegelbeeldig, want ze komen voort uit het zelfde energie-schema ABSORPTIE = OPNEMEN Uit wit licht worden sommige fotonen gefilterd om atomen aan te slaan EMISSIE = UITZENDEN Lamp zendt discreet spectrum uit aangeslagen elektronen vallen terug H2 wit licht spectrum met gaten H2-lamp discreet spectrum emissie van licht: E=hf quasi-echt plaatje van emissie EMISSIE (1) bij elke schil heeft eigen energieniveau (2) terugval elektron naar lagere energieniveau betekent uitzenden van foton met frequentie en golflengte die uit E=h.f volgen Wat is de golflengte van de 1e Balmerlijn? Eerst energie foton in eV E32 E3 E2 1,51 (3,40) 1,89(eV ) dan energie foton in Joule E32 1,89 x1,6021x10 19 3,03x10 19 ( J ) en tot slot golflengte uit Planks wet hc E 6,63 x10 34 x3,0 x10 8 656(nm) 3,03 x10 19 E hf energie plaatje van emissie hc absorptie van licht: E=hf ABSORPTIE (1) Elk foton heeft eigen energie volgens E=hf (2) Opname foton betekent sprong naar hoger energieniveau elektron (hogere schil) Kijk naar het schema van het H-atoom hiernaast. Welke overgang hoort er bij absorptie van een foton met golflengte 656 nm? Eerst energie foton uit Plancks wet 6,63x1034 x3,0 x108 19 E hf 3 , 03 x 10 (J ) 9 656 x10 omrekenen naar eV 3,03x1019 19 E 3,03x10 ( J ) 1,89(eV ) 19 1,6021x10 hc Pielen levert op de overgang 2 3, want E23 E3 E 2 3,40 1,51 1,89(eV ) relatie van Planck E=hf Max Planck 1900 analyse Zwarte Straler () Afleiding goede formule uit E=hf h=6,63x10-34 (Js) betekenis E=hf onduidelijk Einstein 1905 Analyse foto-elektrisch effect: (1) Licht bestaat uit fotonen (2) Massaloze kogels met snelheid c (3) Stralingsenergie E=hf foto-elektrisch effect: Einstein Sedert 1860 bekend: Negatief geladen elektroscoop verliest lading door bestraling met licht als maar λ < λgrens Theoretische analyses uit EM mislukten 1905 Analyse van Einstein Botsing van foton met elektron: 1 foton maakt 1 elektron vrij, Plancks vergelijking geeft Ef E-omzetting VOOR Ef Wuit + Ekin,e h.f = Wuit + ½mv2 Einstein had geen idee hoe deze vergelijking getest zou kunnen worden, dat deed Millikan. NA foto-elektrisch effect: Millikan Millikan liet licht op verschillende materialen vallen, en keek met deze schakeling hoeveel stroom er ging lopen. (1) Door tegenspanning te geven kon hij de kinetische energie van de vrij gemaakte elektronen meten (Urem laagste spanning waarbij I=0). (2) De maximale stroom hangt alleen af van de hoeveelheid licht die er op het lichtgevoelige materiaal valt: meer licht, betekent hogere I. (3) Hogere f (of lagere λ) betekent dat vrij gemaakte elektronen meer kinetische energie krijgen en dat Urem dus groter is. A V I (mA) VEEL LICHT WEINIG LICHT U (V) Urem foto-elektrisch effect:school (4) Uit de vergelijking van Einstein Ef Wuit + Ekin,e h.f = Wuit + eUrem volgt in eV U rem Urem (V) hf Wuit hf Wuit* e e e f (Hz) Millikan meette met bovenstaande opstelling voor diverse materialen Urem bij verschillende kleuren, jij gaat die proef zelf doen (bonus 1). Meet bij verschillende frequenties f (kleurplaatjes!) de remspanning en maak een grafiek van f tegen Urem. Hopelijk is je grafiek lineair. Vraag jezelf als voorbereiding het volgende af: Hoe kun je Wuit in de grafiek aflezen? Hoe kun je h uit de grafiek bepalen? Hoe kun je de meetfout in h schatten? LASER Light Amplifiction by Stimulated Emission of Radiation • • • • • • •• Atomen kunnen fotonen Atoom dit foton vervalt stimuleeert spontaan atoom naabsorberen 10 2e-6foton sec uit te zenden e e •• Kieskeurig: ze absorberen alleen bepaalde kleuren Fotonen 2 foton naar is exacte willekeurige kopie 1 richting foton wit licht wit licht aangeslagen atoom atoom Wetenschap Techniek Telecommunicatie Gezondheidszorg Defensie Recreatie reflecterende spiegels • neem geschikte atomen (He-Ne) • plaats ze tussen gekromde spiegels • sla alle atomen aan • 1e vervallen atoom zendt foton uit • dit foton stimuleert andere atomen • reflectie levert lawine van fotonen • die deels door spiegel heen lekken • Licht is monochromatisch (1 λ) • Licht is coherent (exact in fase) Vele typen LASERs • CONTINUE LASER - LASER pointer - Cd-speler • GEPULSTE LASER - 1 femtosec = 10-15 sec - camera beweging elektronen in atomen • EXTREME GOLFLENGTEN - infrarood - Röntgen • EXTREME PULSENERGIEEN - 1 PW = 10+12 W - genoeg om fusiereactie op te starten SOM 1 . . He-Ne-LASER LASER Een laser is een apparaat waarin een evenwijdige, monochromatische lichtbundel wordt gemaakt. De bundel is dankzij gestimuleerde emissie ook nog coherent. A Beschrijf wat men onder gestimuleerde emissie verstaat. Passerend foton maakt foton vrij uit een aangeslagen atoom, beide fotonen hebben exact dezelfde energie, fase & richting In een bepaald type laser bevindt zich neongas. Een aantal energieniveaus van neon zijn hiernaast gegeven. In de laserbuis worden Neatomen voortdurend in de aangeslagen toestand 20,6 eV gebracht. Van daaruit vallen ze terug onder uitzending van licht met een golflengte van 633 nm. B Bereken bij welke overgang vanuit het niveau 20,6 eV in een Neatoom dit licht wordt uitgezonden. 6,626 10 34 2,998 108 E hf 3,138 10 19 J 9 633 10 hc E 3,138 x1019 E 1,89(eV ) 19 e 1,6021x10 * Het zou dus kunnen gaan om de overgang van 20,6 naar 18,6 eV . . SOM 2 FOTOCEL Een fotocel wordt opgenomen in de hiernaast getekende schakeling. A De kathode is voorzien van natrium als lichtgevoelig materiaal. Het is de bedoeling is om er licht op te laten vallen en de remspanning te meten bij het gebruikte licht. Daarvoor moeten in de schakeling nog een volt- en ampèremeter worden opgenomen. V A Teken in de figuur de V- en A-meter op een geschikte plaats. Het licht dat op de fotocel valt, veroorzaakt een stroom. B Beredeneer in welke richting het schuifcontact S verschoven moet worden om de remspanning te meten. kathode moet positief worden (e aantrekken) S moet naar plus schuiven, naar P dus Het glas van de gebruikte fotocel laat en geen ultraviolette en geen infrarode straling door. Het te onderzoeken licht komt van een waterstoflamp. Zie BINAS tabel 21 voor de uitgezonden golflengtes. C Leid af welke golflengte van het waterstofspectrum voldoende energie hebben om elektronen vrij te maken zodat de remspanning bepaald kan worden, zoals in vraag B bedoeld. Zichtbaar licht tussen 380 en 650 nm H-lijnen: 656, 486, 434, 410, 397 nm 397 hoogste energie meest geschikt Wolfraam is geschikt om zowel zichtbaar licht als om röntgenstraling te produceren. D Leg uit hoe Bohr zich een wolfraamatoom voorstelt en leg met die tekening uit hoe zichtbaar licht en hoe röntgenstraling kan ontstaan (B104 configuaratie 74W). Zichtbaar licht lage E buitenste schil aanslaan en terugvallen Rontgenstraling elektron uit schil 1 weg door botsing elektron uit schil 4 valt terug QUANTUMEFFECTEN 1 Complementariteit 2 Bohr atoom 3 Heisenbergs onzekerheid 4 Mr Tomkins DEELTJES VERSUS GOLVEN FILOSOFISCHE IDEEËN ACHTER NATUURKUNDIGE THEORIEËN * Van welk materiaal is de wereld gemaakt ? * Wat zijn de wisselwerkingen (‘krachten’)? DEELTJESOPVATTING • losse massa’s m die met snelheid v bewegen, • waartussen krachten heersen, • die (al dan niet) elastisch botsen. GOLFOPVATTING • onderling verbonden materiaal vormt medium, • waarin golven λ met snelheid v bewegen. • snelheid hangt af van medium eigenschappen • buiging, interferentie en resonantie NIEUWE ONTDEKKING: DEELTJES OF GOLVEN? NIEUWE STRALING: GOLF OF DEELTJE? 1870 EM-straling golven 1896 X-stralen golven 1901 Radiostraling golven 1910 Radioactiviteit 1905 Fotoelektrisch effect: licht deeltje 1923 Davidson en Germer golven α β γ β deeltjes deeltjes golven LICHT ALS GOLF EN ALS DEELTJE 1830 Thomas Young Dubbel spleet experiment Licht: buiging & interferentie Licht is een golf 1905 Einstein Foto-elektrisch effect Interpretatie als botsing van fotonen 1920 Millikan Exp verificatie met tegenspanning Licht is een deeltje d.sin α = k . λ VOOR NA Ef Wuit + Ekin,e h.f = Wuit + eUrem ATOMEN ALS GOLVEN Eelek Ekin dus e.U 12 mv 2 e 2d sin Elektronenbundel op rooster schieten kristalrooster als tralie golflengte λelektron meten relatie van de Broglie testen h mv ZIE EXTRA VIII: SOM VI MATERIEGOLVEN COMPLEMENTARITEIT Atomen, licht en straling verschijnen soms als deeltje en soms ook als golf! Rol van de waarnemer belangrijk: Waarnemer beïnvloedt de meting In tralie exp’n kunnen alleen golven verschijnen In afbuigingsexperimenten alleen deeltjes complementariteitsfilosofie Je ziet als waarnemer wat je in je experiment aan de natuur vraagt: tralie: is het een golf? Ja met die en die λ! Afbuiging: is het een deeltje? Ja met die en die m en v! Voor een volledige beschrijving moet je beide beelden combineren (Yin en Yang: wapen ) BOHR ATOOM H-atoom in deeltjes beeld Positieve kern trekt aan negatief elektron H-atoom in golfbeeld enige discrete elektronen-schillen om kern Elektronen-schillen als resonantietoestanden K-schil n=1 O=1.λ L-schil n=2 O=2.λ M-schil n=3 O=3.λ Straling Fotonen zorgen voor verandering van schil (emissie of absorptie van licht): fotonen nemen energie elektronen mee (E = h.f) PO BOHR ATOOM Atomen zijn enerzijds deeltjes, anderzijds golven. Deeltjes trekken elkaar elektrisch aan, Fmpz Felec mv 2 e2 f 2 r r (1) Elektronen hebben een de Broglie golflengte h mv (2) die n keer op de omtrek van de elektronbaan past (resonantie, staande golven) nh 2r O n 2r mv (3) Als je uit (1) en (3) de snelheid v elimineert, niet waarneembaar, dan kun je de schilstralen berekenen 2 2 r ( n) n h 4 2 fme2 De totale energie van de elektronen is Etot Ekin Eelec Ga na dat Etot (4) e2 mv f r 1 2 2 fe 2 2 2 f 2 me 4 1 13,6(eV) . 2r h2 n2 n2 (5) (6) PO BOHR ATOOM 13,6(eV) Etot (n) n2 Etot (1) 13,6(eV) -13,60 (eV) 12 Etot (2) 13,6(eV) -3,40 (eV) 2 2 Etot (3) 13,6(eV) -1,51 (eV) 32 Etot (4) 13,6(eV) -0,85 (eV) 2 4 Reken na dat de golflengtes van de Balmer serie kloppen met het spectrum. ONZEKERHEIDSRELATIES 1 Het is onmogelijk tegelijkertijd plaats s en impuls p van een deeltje te kennen, er zijn altijd onzekerheden ∆s en ∆p, waarvoor geldt: s.p h 2 Het is onmogelijk tegelijkertijd energie E en de tijd t waarop het deeltje die energie heeft te kennen, er zijn altijd onzekerheden ∆E en ∆t, waarvoor geldt: E.t h Mr thomkins plaatje (kogel) Balletjes niet, maar elektronen krijgen wel zetjes van fotonen die er toe doen! QUANTUM MECHANICA Begrip golffunctie Ψ Ψ2 is de kansdichtheid: de kans deeltjes ergens aan te treffen deeltje m, v opgesloten tussen 2 wanden elastische botsingen kans TUNNELEFFECT er is een kans het deeltje buiten AB aan te treffen Α-EMISSIE Binnen atoomkern bewegen neutronen en protonen vrij, soms lekken 2 protonen en 2 neutronen als 1 α-deeltje naar buiten RARE QUANTUM EFFECTEN Thomkins biljart 1 en 2 kwantumtijgers dieren ipv elektronen in golffuncties levert rare dingen: * uitsmeren, * meerdere buiken, * tunnel-effecten SOMMEN MAKEN EXTRA VIII I ZICHT 1 Eerst de energie van 1 foton 6,63x10 34 ( Js) x3,00 x10 8 (m / s) E h. f 4,0 x10 19 ( J ) 9 500 x10 (m) h.c dan de totale invallende energie Etot NxE1 100 x 4,0 x10 19 ( J ) 4,0 x10 17 ( J ) Het invallende vermogen is E 4,0 x10 17 ( J ) P 2,0 x10 16 (W ) t 0,2( s) en de laagst zichtbare intensiteit P 2,0 x10 16 (W ) I 0,8 x10 7 (W / m 2 ) 9 2 A 2,5 x10 (m ) II FOTO-ELEKTRISCH EFFECT 2 Er is onvoldoende stralingsenergie om de elektronen kinetische energie te geven: hc E f Wu E kin dus Wu grens hc 6,63 x10 34 x3,0 x10 8 9 277 x 10 (m) 277(nm) 19 Wu 4,49 x1,60 x10 Licht met grotere λ heeft te weinig energie om elektronen vrij te maken. 3 Uit de fotonen energie hc 6,63x10 34.3,0 x108 Ef 4,97(eV ) 19 7 e 1,60 x10 .2,5 x10 4 Geef zo veel tegenspanning dat er net geen stroom loopt. volgt de kinetische energie van vrijkomende elektronen A E f Wu E kin dus 4,97 4,45 E kin E kin 0,52(eV ) 5 De kinetische energie levert de elektronensnelheid Ekin 2 Ekin 2.0,52.1,6 x1019 5 mv v 4 , 3 x 10 (m / s) 31 me 9,1x10 1 2 2 V III DE LASER 6 Eerst de uitgezonden stralingsenergie Eel E f Q dus Pf .Pel 0,0365.20 0,73(W ) dan de energie per foton uit Planks wet hc 6,63x10 34.3,0 x108 19 Ef 3 , 74 x 10 (J ) 7 5,32 x10 en tot slot het aantal fotonen per seconde nf P 0,73(W ) 1,95x1018 (1 / s) 19 t E f 3,74 x10 ( J ) 7 Rode LASER golflengte groter energie fotonen kleiner meer fotonen nodig 8 Groene LASER fotonen met precies 1 golflengte groen filter piek rondom die ene golflengte IV AANSLAAN VAN EEN ATOOM 9 Golflengte uit relatie van Planck en de definitie van eV: E f hf hc hc 6,63 x10 34.3,0 x108 * Ef 116 x10 9 (m) 116(nm) 19 e e e eE f 1,60 x10 .10,65 10 Vanuit niveau 4 kan er op 4 + 3 + 2 + 1 = 10 manieren naar 0 worden teruggevallen. 11 De energieën tussen 400 en 800 nm in eV: hc 6,63x1034.3,0 x108 * E bl 3,10(eV ) 19 9 e 1,60 x10 .4,00 x10 hc 6,63x1034.3,0 x108 * E ro 1,55(eV ) 19 9 e 1,60 x10 .8,00 x10 12 Alleen de overgangen 42 (2,13 eV) en 21 (2,84 eV) zijn zichtbaar. V REKENEN AAN H-ATOMEN 13 Eerst de tralieconstante d 1 / 8.000(cm) 1 / 800.000(m) 1,25x106 (m) dan de hoeken uit de golflengte dsin k sin k d sin rood 6,56 x10 7 o 0 , 528 31 , 1 rood 12,5 x10 7 4,10 x10 7 sin blauw 0,328 blauw 19,1o 7 12,5 x10 De hoek tussen beide lijnen is dus 12o. 14 Eerst de afstanden x voor rood en blauw uit x=L.tan α en dan de breedte van het spectrum. x rood 75x tan 31,1 45,2(cm) x blauw 75x tan 19,1 26,0(cm) x 45,1 26,0 18,9(cm) 15 Foton-energieën uit de relatie van Planck: E f hf hc 6,63x1034.3,00 x108 19 Eblauw 4 , 85 x 10 ( J ) 3,03(eV ) 7 4,10 x10 34 6,63x10 .3,00 x108 19 E rood 3 , 03 x 10 ( J ) 1,89(eV ) 7 6,56 x10 V REKENEN AAN H-ATOMEN 16 Eerst het verschil in energie tussen de twee niveaus 13,6(eV ) 1 1 E ( n) E 13 , 6 ( 2 ) 0,306(eV ) 2 2 n 4 5 dan de golflengte uit de relatie van Planck E hc hc 6,63x1034.3,0 x108 7 E * 40 , 6 x 10 (m) 19 e e eE 1,6 x10 .0,306 17 Dat kan niet: de energie moet precies gelijk zijn anders wordt E-behoud geschonden (waar moet die extra energie heen?). * 18 Je moet de ionisatie-energie in de relatie van Planck invullen: E hc hc 6,63x1034.3,0 x108 7 E * 0 , 913 x 10 (m) 19 e e eE 1,6 x10 .13,6 * 19 Die 20 eV wordt de kinetische energie van een elektron, dus: E kin 2 Ekin 2.20.1,6021x1019 mv v 2,7 x106 (m / s) 31 m 9,09 x10 1 2 2 VI MATERIEGOLVEN 20 Bij tralies is het weglengteverschil d.sinα omdat de invallende bundel loodrecht komt aanzetten, dat is hier gezien de symmetrie van de situatie 2d.sinα. 21 Hoek α = 90-52/2=64o, dus: e 2d sin 2.9,0 x10 11. sin 64 1,62 x10 10 (m) 22 Eerst de snelheid uit de kinetische energie van de elektronen (versneld over 56 V hebben deze 56 eV aan energie): 2Ekin 2.56.1,6021x1019 6 E kin mv v 4 , 52 x 10 (m / s) m 9,09 x1031 dan de golflengte uit de relatie van de Broglie, 1 2 2 h 6,63x1034 9 0 , 16 x 10 (m) 31 6 mv 9,09 x10 .4,52 x10 VII ERYTHEEM 23 Fotonen-energie uit de relatie van Planck 6,63x1034.3,00 x108 19 E uv 7 , 37 x 10 ( J ) 4,60(eV ) 7 2,70 x10 hc 23 Totale energie op 1 cm2 volgt uit het aantal deeltjes en de energie van 1 deeltje: E tot N .Euv 1,5 x1015.7,37 x10 19 1,11x10 3 ( J ) 24 Het vermogen dat instraalt op 1 cm2 is 10.000 keer zo klein als op 1 m 2: Pin 7(mW / m 2 ) 7 x10 7 (W / cm 2 ) dus de maximale tijd wordt hooguit een half uur voor grootse Roy: E E 1,11x103 ( J ) P t 1,6 x103 ( s) 7 t Pin 7 x10 ( J / s) EINDE