Naam : ............................................................ Opgave : Nr. : ........ Model voor de proef van Young met repen plexiglas 1) Theoretische achtergrond a) Zoals bij golven op een wateroppervlak (m.b.v. de rimpeltank) kunnen we ook interferentie aantonen bij licht: RIMPELTANK: De voorwaarde van 2 coherente trillingsbronnen wordt voldaan door 2 puntvormige trillers b en b' in fase te laten trillen. Op het wateroppervlak krijgen we versterking op die stroken waar de golven van b en b' in fase toekomen en krijgen we uitdoving op die stroken waar de golven in tegenfase toekomen. LICHT: Om bij licht 2 coherente trillingsbronnen te verkrijgen laten we een sterke monochromatische lichtbundel invallen op een smalle spleet s. Op kleine afstand daarachter plaatsen we dan een ondoorschijnend plaatje met op zeer korte tussenafstand twee evenwijdige uiterst fijne spleten s1 en s2. Vermits licht als dusdanig niet zichtbaar is plaatsen we een scherm. Waarneming: We zien een centrale heldere streep, evenwijdige met s1 en s2, symmetrisch omgeven door afwisselend donkere en heldere strepen. Deze noemen we de interferentiefranjes. Illustratie (demonstratieproef): Om de interferentiestrepen zichtbaar te maken op een scherm moeten we beschikken over een krachtige monochromatische lichtbron (bv. LASER). We kunnen dit echter ook zien door het virtuele beeld te bekijken van een gloeilamp achter een smalle spleet door een microscoopglaasje waarop we op gedroogde zwarte inkt 2 fijne en evenwijdige krasjes hebben gemaakt met 2 scheermesjes. b) Plaatsen van versterking en uitdoving Daar |s1o| = |s2o| zullen de golven die in o aankomen steeds in faze aankomen en elkaar dus versterken. Dit verklaart de centrale heldere streep. Daar |co| >> |s1s2| kunnen we de lichtstralen uit s1 en s2 als evenwijdig beschouwen. De positie van een punt p op het scherm stellen we voor door y . In dat punt p is het verschil in afstand tussen de golven afkomstig van s1 en s2 gegeven door | s2 p | - | s1 p | = | s2 v |. We krijgen nu versterking indien | s2 v | = n . ( n N0 ) We krijgen uitdoving indien | s2 v | = 2n 1 2 (nN) We stellen nu | s1 s2 | voor door a. In de rechthoekige driehoek s1s2v geldt nu dat sin = s2v a Hieruit volgt nu dat we VERSTERKING krijgen voor deze richtingen n waarbij sin (*) a en uitdoving indien sin 2n 1 2a Opmerkingen: c) 1) Die strepen van versterking en uitdoving zijn niet scherp begrensd, maar lopen geleidelijk aan in elkaar over. 2) De plaatsen ( ) waar versterking optreedt zijn afhankelijk van de golflengte (behalve bij n = 0 sin = 0). Dit betekent dat (indien a voldoende klein is) we, op het centrale franje na, de verschillende kleuren zien waaruit wit licht is samengesteld. Bepaling van de golflengte figuur tg = ...... = ............... ( * ) sin = ........ = …………………. 2) Doel van de proef M.b.v. repen plexiglas waarop een identiek golfpatroon is getekend, bootsen we de twee lichtstralen na, die afkomstig zijn van het 2 - spleten strookje van Young. We bepalen hierbij de hoeken waaronder zich constructieve interferentie voordoet. Daaruit bepalen we dan de golflengte van het "licht" waarmee we werken. 3) Benodigdheden Grote houten plank, 2 repen plexiglas met identiek golfpatroon, papiertape, 2 spijkers, meetlat, T - lat. 4) Werkwijze en metingen M.b.v. een plank, 2 spijkers, 2 stukken papierkleefband, 2 repen plexiglas met identiek golfpatroon en een meetlat kunnen we de plaatsen waar versterking optreedt bepalen. Bepaling van de golflengte: a sin n met bgtg y l Neem a = 6,0 cm , 8,0 cm en 10,0 cm l = 45,0 cm en 55,0 cm n = rangnr. van de maxima Vergelijk met de "echte" golflengte: meet de afstand voor 20 golflengten en deel door 20. Meet telkens zowel links als rechts. a ( cm ) l ( cm ) n 6,0 45,0 1 55,0 1 45,0 1 8,0 y ( cm ) (°) 2 10,0 5) 55,0 1 45,0 1 55,0 2 45,0 1 55,0 2 Besluit Bepaal de golflengte door het gemiddelde te berekenen: = .............. Vergelijk dit nu met de "echte" golflengte: = ............... = ................... Deze bepaal je via de lengte van bv. 20 golflengten op de plexiglazen repen. ( cm )