Natuurkunde Marc Bremer [email protected] Opbouw werkcollege Veel niveauverschil Vind je de werkgroepen (te) makkelijk: mogelijkheid om vooraf vragen na te kijken (op vertoon van je werk) Inhoud werkcollege • Lastige opgaven behandelen • Vragen stellen • Zelf opgaven afmaken Als je dit vak moeilijk vind … voorbereiden vragen Dus: Of je maakt de vraag Of je schrijft op wat je niet begrijpt Bronnen • Natuurwetenschappen (H.E. Fokke) • Artikel syllabus: Handboek voor medische en cosmetische ontharing Op blackboard: • Bijgewerkte studiehandleiding • Volledige artikel • Sheets hoorcolleges Tentamen • • • • • Multiple choice 40 vragen 26 vragen goed is een voldoende Alle leerdoelen Alle werkgroepopgaven Wat willen we meten ? lengte impuls thermische geleiding magnetische flux oppervlak kracht temperatuur capaciteit inhoud moment tijd permittiviteit massa druk frequentie zelfinductie dichtheid oppervlaktespanning golfgetal viscositeit hoeveelheid stof vermogen spanning permeabiliteit molair volume energie elektrische lading concentratie arbeid stroom lichtsterkte radioactiviteit snelheid warmte weerstand etc… versnelling warmtecapaciteit magnetische veldsterkte Dit noemen we grootheden Hoe willen we dit meten ? in m in kg m / s in W / m K (= kg m / s3 K) in Wb (= kg m2 / s2 A) in m2 in N (= kg m / s2) in K in F (= A2 s4 / kg m2) in m3 in Nm (= kg m2 / s2) in s in F / m (= A2 s4 / kg m3) in kg in Pa (= kg / m s2) in Hz (= 1 / s) in H (= kg m2 / s2 A2) in kg / m3 in N / m (= kg / s2) in 1 / m in Pa s (= kg / m s) in mol in W (= kg m2 / s3) in V (= kg m2 / s3 A) in H / m (= kg m / s2 A2) in m3 / mol in J (= kg m2 / s2) in C (= A / s) in cd in kg / m3 in J (= kg m2 / s2) in A in Bq (= 1 / s) in m / s in J (= kg m2 / s2) in Ω (= kg m2 / s3 A2) etc… in m / s2 in J / K (= kg m2 / s2 K) in A / m Dit noemen we eenheden Mensen zijn subjectief Is het warm in de kamer ? Hoe lang is een meter ? Hoe pijnlijk is het trekken van een kies ? Grondeenheden 7 afspraken die voor iedereen gelden: 1. Hoelang is een meter (m) ? 2. Hoeveel weegt een kilo (kg) ? 3. Hoelang duurt een seconde (s) ? 4. Hoeveel temperatuurstijging is een graad (K) ? 5. Hoeveel stroom is een ampere (A) ? 6. Hoeveel deeltjes is een mol (mol)? 7. Hoeveel licht is een candela (cd)? Dit zijn de 7 grondeenheden. Alle andere eenheden zijn afgeleide eenheden. Voorvoegsels omrekenen : 10 mega : 10 X 10 : 10 X 10 : 10 kilo X 10 : 10 X 10 : 10 X 10 : 10 X 10 : 10 deci X 10 : 10 centi X 10 : 10 milli X 10 : 10 X 10 : 10 X 10 micro X 10 -------- Voorbeelden Bij epileren wordt een maximale stroomsterkte van 5 mA aanbevolen. 5mA = ? A 1. We gaan 3 stappen omhoog 2. Dus tot 3 keer toe : 10 3. 1 :10 :10 :10 = 0.005 A De frequentie van apparatuur waarmee diathermie wordt uitgevoerd ligt rond de 3 MHz. 3 MHz = ? Hz 1. We gaan 6 stappen omlaag 2. Dus tot 6 keer toe x 10 3. 3 x10 x10 x10 x10 x10 x10 = 3000000 Hz Hoeveel stoffen ? 10 100 1000 10000 1000000 en nog veel meer … Fasetoestanden Vast smelten stollen vervluchtigen rijpen condenseren Vloeibaar Gasvormig verdampen Hoeveel bouwstenen ? We hakken een stof in stukjes … Kleiner en kleiner en kleiner en …. Wat houden we over ????? Atomen Atomen: zijn de kleinste bouwstenen van alle stoffen die we kennen Er zijn 110 verschillende atomen Structuur atoom elektronen kern Indeling atomen 1. Metalen 2. Niet-metalen Samenvoegen atomen Atomen klitten aan elkaar en vormen kleine of grotere ‘klompjes’: 1. Metalen: Metaal (vinden we terug in apparatuur) 2. Niet-metalen: Molecuul (vinden we terug in de huid) 3. Mix metalen en niet-metalen: Zout (vinden we terug opgelost in lichaamsvloeistoffen) Energie, arbeid, vermogen Symbool Eenheid Energie E J Arbeid W J Vermogen P W Energie Energie = de mogelijkheid om iets te doen Veel verschillende soorten energie, bijv. : 1. Bewegingsenergie 2. Elektrische energie 3. Chemische energie 4. Veerenergie 5. Warmte (een hamer) (stopcontact) (hout) (flipperkast) (zon) Arbeid = overgedragen energie Vermogen Vermogen = De hoeveelheid energie die per seconde verbruikt wordt 1. Koelkast 2. Magnetron 3. Diathermie apparatuur 70 W 600 W 400 W Warmte en temperatuur Warmte = vorm van energie Temperatuur = maat voor de hoeveelheid beweging van moleculen Verband warmte en temperatuur 1. Als ik warmte (en dus energie) toevoer (bijvoorbeeld: ik zet de kachel aan) 2. Dan stijgt de temperatuur (omdat de moleculen in de lucht meer bewegen) Eenheden temperatuur Normaal: graden celsius Hoe koud kan het worden ? Absolute nulpunt: alle moleculen staan stil In de natuurkunde: Kelvin 0 Kelvin bij absolute nulpunt Animatie fasen http://www.agtijmensen.nl/Applets%20sim ulaties/Molekulen%20in%20de%20verschil lende%20fasen.xls