1 en §2 - 3gaatleren

Scheikunde H3
Reactiesnelheid en energie-effect
paragraaf 1
• Bij een chemische reactie:
- Ontstaan er stoffen
- Verdwijnen er stoffen
2 belangrijke zaken zijn:
-tijd
-energie
Energie-effecten
• Endotherme reacties : (endo=in)
-er is altijd energie nodig:
Stroom
Warmte
Licht
• Meestal niet spontaan (wordt koud)
VB: elektrolyse, thermolyse of fotolyse
warmte
licht
Reactie
stroom
Energie-effecten
• Exotherme reactie :
-komt energie vrij
Stroom
Licht
Warmte
• Verloopt spontaan (wordt warm)
VB: Rotje die ontploft
Reactie
Reactiesnelheid
• Het contactoppervlak vergroten: hoe groter hoe sneller reactie
• De temperatuur verhogen: hoe hoger hoe sneller de reactie
• De concentratie verhogen: hoe hoger hoe sneller de reactie
• Een katalysator toevoegen: stof, versnelt reactie wel Gebruikt en niet
VERbruikt
Reacties en moleculen
paragraaf 2
• Formules:
-aantal atomen en soort atoom per molecuul
-toestand aanduiding erachter zetten
VB:
1 molecuul water
water: H20 (l)
2 atomen
waterstof
1 atoom zuurstof
vloeibaar
Toestand
aanduiding
Vast
Vloeibaar
Gas
Oplossing in water
(s)solid
(l)liquid
(g)gas
(aq) aqua
Formules maken
• Niet – ontleedbare stoffen:
- 1 atoomsoort
VB:
De gas helium He (g)
de vloeistof kwik Hg (l)
Enz.
• 7 uitzonderingen :
Waterstof H2
ZuurstofO2
StikstofN2
Fluor  F2
BroomBr2
JoodI2
ChloorCl2
Formules en namen
• Als je twee NIET-metaalsoorten hebt kan je die als volgt opschrijven:
………….element
VB: een molecuul
CO2 wordt
koolstofdioxide
Reactieschema
• Tot nu toe heb je dit geleerd:
• Je ziet dus als methaan wordt verbrand krijg je koolstofdioxide en water.
• Je moet er dus voor zorgen dat er evenveel atomen voor de pijl als na de
pijl zijn.
reactieschema
Reactieschema in
woorden:
Reactieschema
in symbolen:
Deze 2 noem je de
coëfficiënt geeft aan
hoeveel er van die soort
moleculen er zijn.
Reactievergelijking:
Wat is handig om te leren??
• Leer:
- Het blad der elementen.
- Zowel de molecuulformules in je boek als op het blad.
- Het blad van: de reactievergelijking oplossen.
• Maak:
- Oefeningen van het blad en in je boek.