Hoofdstuk 3 Paragraaf 2

advertisement
Reacties en Moleculen
 Reactie = proces waarbij 1 of meer beginstoffen
veranderen in 1 of meer eindproducten
 Moleculen worden afgebroken tot atomen, en op een
andere manier aan elkaar gezet tot nieuwe moleculen
 http://www.youtube.com/watch?v=vSAmuwnwc3k
Van reactieschema 
reactievergelijking
 Reactieschema = beschrijving van een reactie in
woorden
 Reactievergelijking = beschrijving van een reactie in
symbolen
Molecuulformules
Afkorting dmv de symbolen. Korte manier om namen
van stoffen op te schrijven.
1. Zoek de symbolen van de elementen op.
2. Zoek de bijbehorende telwoorden op (mono, di ,tri
enz)
3. Zet éérst de symbolen en dan pas de getallen neer!
Molecuulformules
 Bijvoorbeeld:
 Waterstofbromide

HBr
 Natriumchloride

NaCl
 Zilverdibromide

AgBr2
 Difosforpentaoxide

P2 O 5
Coëfficienten
 Coëfficient = getal vóór de molecuulformule, dat
aangeeft hoeveel moleculen er aanwezig zijn.
 Bv: 4H2O  4 moleculen water.
 Er zijn dus:
 4 x 1 = 4 zuurstofatomen
 4 x 2 = 8 waterstofatomen
Reactievergelijkingen
 Reactievergelijking = beschrijving van een reactie in
symbolen
Schrijf het reactieschema op.
2. Zet de woorden om in formule’s.
1.
Bv: De ontleding van water in waterstof en zuurstof
1. Water  waterstof + zuurstof
2. H2O  H2 + O2
Kloppend maken
 Aantal atomen van een soort links van de pijl = aantal
atomen van een soort rechts van de pijl.
 Bv: H2O  H2 + O2
 +
 Er zijn nu voor de pijl:
 1 zuurstof atoom, 2 waterstofatomen
 En na de pijl:
 2 zuurstofatomen en 2 waterstofatomen.
Kloppend maken
 Om een reactie kloppend te maken, mag je álléén de
coëfficienten veranderen. Dus niet de indexcijfers!!
 H2O  H2 + O2
 2 H2O  2 H2 + O2
 Er zijn nu voor de pijl:
 2x2=4 waterstofatomen en 2x1= 2 zuurstofatomen
 En na de pijl:
 2x2=4 waterstofatomen en 1x1= 2 zuurstofatomen
Kloppend maken
 1. … Fe + … S … FeS
 2. … H2 + … Cl2 … HCl
 3. … Mg + … O2 … MgO
 4. … O2 + … H2 … H2O
 5. … HgO … Hg + … O2
Download