Betrouwbaarheid urineonderzoek in huisartsenpraktijk

‘Best practice’
Test
Specificiteit
Sensitiviteit
Dipslide
0,90
0,73
Nitriettest
0,88
0,53
Urinesediment
0,81
0,47
Leukotest
0,36
0,87
Helderheid stappen diagnostiek bij
vermoeden UWI
Transparantie diagnose bij
mictieklachten
• Positieve dipslide  UWI
• Negatieve dipslide  diagnose UWI
verworpen, bij aanhouden klachten  soa?
• Mictieklachten zonder aanwijsbare oorzaak
 overactieve blaas?
Minder urineonderzoek,
minder werk
Bij gezonde, niet zwangere, volwassen vrouwen kan
urineonderzoek achterwegen blijven bij:
• Een eerder aangetoonde UWI (dipslide, kweek) én
• Sterk vermoeden op UWI:
−
−
−
−
Pijn bij plassen op de voorgrond én
Geen vaginale irritatie of toename fluor én
Geen verhoogd soa-risico én
Klachtduur < 7 dagen
Besparing kosten door afname
urinekweken
• Dipslide in plaats van urinekweek
• Dipslide opsturen voor
resistentiebepaling
– Bij patiënten met tekenen weefselinvasie
of behorend tot risicogroep
– Na falen van 2 antibioticakuren
Bescherming kwetsbare groepen
Controle na urineweginfectie niet nodig
(mits klachten over)
• Verergering of geen verbetering 
nitriettest
− als pos: kweek + res
− als neg: dipslide (+ mog. kweek + res)
‘Kweken’ in huisartsenpraktijk,
toegevoegde waarde
• De dipslide heeft een groene (CLED-agar) en
een rode kant (MacConkey-agar)
• Groene kant: gramnegatieve en grampositieve bacteriën
• Rode kant: gramnegatieve bacteriën
Dipslide en contaminatie
Gebruik groene kant voor beoordeling
dipslide
• Tel de koloniën
• Koloniën met verschillende vorm en grootte
 contaminatie