Discrepantie tussen de feitenlijke Nolanfase en de theoretische

advertisement
Discrepantie tussen de feitelijke Nolanfase en de theoretische.
Als een bedrijf zich waant in een
Nolanfase waar het zich feitelijk
niet in bevindt kunnen er
vreemde fenomenen opdoemen.
Een beoogd effect wordt niet
bereikt terwijl men zeker is dat
men een juiste methode heeft
gekozen om iets te bereiken. Het
lijk dan wel magie waarom iets niet lijkt te gaan werken, terwijl je
methode beproefd is. Het onderkennen van de Nolanfases lijkt nogal
retro, maar is m.i. nog steeds heel bruikbaar.
Het bepalen van de Nolanfase kan bruikbaar zijn als een organisatie
instrumenten implementeert om hun informatiehuishouding op orde te
brengen en te houden; dit gebeurt vanaf fase 2. Met instrumenten
bedoel ik bepaalde frameworks (werkafspraken, standaard processen en
documenten).
De Nolanfasering op een rij:
Introductie; automatisering puur gericht op kostenbesparing en
personeel is systeemspecialist
Verspreiding; gericht op doeltreffend gegevens verwerken en is
groeiende
Beheersing; onderhoudsproblemen met weinig samenhang. Er is
behoefte aan een informatieplanning.
Integratie; er is behoefte aan gegevens delen en event driven
uitwisseling tussen de diversiteit aan systemen.
Gegevensoriëntatie; Er wordt gefocust op het scheiden van generieke
en specifieke gegevens. Er wordt gestreefd naar het scheiden van kennis
van processen.
Volwassenheid; Informatiemanagement is een directiefunctie,
informatieplan is afgestemd op de ondernemingsstrategie.
Verantwoordelijkheid voor systemen zijn decentraal geregeld.
Vandaag de dag zullen de fases 1 en 2 bij grotere organisaties niet meer
voorkomen. Vanaf fase 3 beginnen organisaties te worstelen met hun
systeemhuishouding.
We hebben hiervoor de volgende frameworks: BiSL, ASL en ITIL:

BiSL voor het inrichten van functionaliteitenbeheer;

ASL voor het inrichten van applicatiebeheer (systeemgericht);

ITIL voor het inrichten van het beheer van de infrastructuur
(operatingsystemen en hardware)
Vaak zien we dat zonder een onderzoek te doen naar de fase waarin we
werkelijk verkeren men deze frameworks loslaten op de organisatie.
Men leunt achterover en denkt alles onder controle te hebben. Immers,
we hebben de frameworks toch geïmplementeerd?
Frameworks zijn mooi, maar is de organisatie er rijp voor om alle
onderdelen tegelijk te implementeren? En wat houdt dat implementeren
dan in? Kan dit wel zonder rekening te houden met de werkelijke fase
waarin de organisatie zich werkelijk begeeft?
Nolan heeft nog lang niet zijn waarde verloren, hoewel we er misschien
met de voortschrijdende techniek op een aangepaste wijze naar de
methode moeten kijken. De strekking is: weet waar je in ontwikkeling
van het systeemlandschap staat en pas daar adequate onderdelen van
de frameworks op aan.
Als je bijvoorbeeld besluit life cycle management te implementeren, doe
je dat niet door een document de organisatie in te sturen met de
beschrijving van het proces life cycle management.
Start met een plan, creëer draagvlak hiervoor, beleg
verantwoordelijkheden en benoem functies die voor de uitvoering
moeten zorgen. Weet waar je staat en weet waar je naar toe wilt.
Stel: je bevindt je in de fase beheersing (je streeft samenhang na en gaat
systemen koppelen). Het is dan zinloos om de fase Gegevensoriëntatie in
te gaan met alle onderdelen van de bekende frameworks. Je weet
immers niet hoe je bijvoorbeeld de gegevens moet categoriseren zonder
de integratiefase.
Je kunt dit vergelijken met een navigatiesysteem op reis te gaan in een
gebied dat nog niet in kaart is gebracht. Je vertrouwt op je navigatie,
maar op basis van wat?
Weet waar je staat
Weet wat je wilt
Kies een route
Accepteer dat je er niet in één keer
bent
Download