De positie van BiSL Men onderscheidt in de ICT drie vormen van beheer (beheerdomeinen): Technisch Beheer (ITIL) Technisch beheer richt zich op het in standhouden, beheren en onderhouden van de ITinfrastructuur en heeft ITIL als standaard. De IT-infrastructuur is de basis waarop applicaties kunnen draaien en bestaat uit het netwerk, de computers en operating systems en overige randapparatuur. Applicatiebeheer (ASL) Onder dit beheer wordt verstaan het in standhouden van de bedrijfsapplicaties en gegevensverzamelingen van de organisatie. Applicatiebeheer houdt zich bezig met de creatie, beheer en wijzigen van applicaties naar aanleiding van geconstateerde fouten of veranderende technische of functionele eisen. ASL is hiervoor de standaard. ASL is nieuwer dan en deels geïnspireerd op ITIL. In 2009 is een nieuwe versie van dit model geïntroduceerd. ASL 2. Functioneel beheer (BISL) Functioneel beheer houdt zich bezig met het beheren van de informatievoorziening in een organisatie. De bedrijfsapplicaties worden gebruikt door de gebruikersorganisatie en moeten eventueel aan veranderende eisen worden aangepast. Het beschrijven van deze wijzigingen, het (laten) doorvoeren van de voorgestelde wijzigingen en het controleren van de wijzigingen behoort tot het takenpakket van Functioneel Beheer. Functioneel Beheer heeft als standaard BiSL. Het BiSL raamwerk Het BiSL raamwerk beschrijft de processen op uitvoerend (operationeel), sturend (tactisch) en richtinggevend (strategisch) niveau. De processen zijn verdeeld over zeven clusters. BiSL wordt ondersteund door een aantal "best practices", waarmee men invulling geeft aan functioneel beheer en informatiemanagement binnen een organisatie. Het raamwerk wordt door vele Nederlandse organisaties gebruikt en toegepast en sluit aan op de raamwerken ASL(2) en ITIL. Uitvoerende Processen Deze processen richten zich op het dagelijks gebruik van de informatievoorziening (hierna IV genoemd). Deze operationele processen worden in de praktijk vaak uitgevoerd door medewerkers die functioneel beheerder of kerngebruiker worden genoemd. 1. Gebruiksbeheer Het procescluster gebruiksbeheer beschrijft de processen die er voor zorgen dat er een continue en optimale ondersteuning plaatsvindt bij het dagelijks gebruik van de IV door de eindgebruikers. Voor het gebruik van de IV in een organisatie zijn drie onderwerpen van belang: de gebruikers, de technische ICT middelen en de inhoud van het informatiesysteem. Binnen het cluster gebruiksbeheer leiden deze onderwerpen tot drie te onderscheiden processen: Gebruikersondersteuning Beheer bedrijfsinformatie Operationele ICT aansturing 1.1 Gebruikersondersteuning Gebruikersondersteuning is het proces dat zich richt op het gebruik en functioneren van de informatievoorziening in de dagelijkse praktijk. In essentie gaat het hierbij om het inrichten van het aanspreekpunt voor de gebruikers en de communicatie met de gebruikers. De doelstelling van dit proces is dan ook het zorgdragen dat de betreffende gebruikers optimaal kunnen werken met de bestaande informatievoorziening. 1.2 Beheer bedrijfsinformatie Het proces beheer bedrijfsinformatie is verantwoordelijk voor een correcte opzet en inhoud van de gegevens in de IV. Het begrip IV is hierbij breed. IV houdt zich niet alleen bezig met de gegevens en de gegevenskwaliteit in de informatiesystemen, maar ook met de gegevens in de niet geautomatiseerde onderdelen. 1.3 Operationele ICT-aansturing Het proces operationele ICT aansturing richt zich op het geven van opdrachten aan de ICTdienstverlener en op de bewaking van werking van de ICT en van de ICT dienstverlener teneinde de informatievoorzieningsprocessen in de gebruikersorganisatie mogelijk te maken. Vanuit functioneel beheer vormt dit proces het eenduidig aanstuurpunt van de ICT leveranciers op operationeel niveau. Onderwerpen, aspecten en activiteiten Onderwerpen van sturing: opdrachten, producten en diensten Aspecten van sturing: beschikbaarheid, capaciteit en continuïteit Activiteiten van sturing: plannen, verstrekken en bewaken 2. Functionaliteitenbeheer Organisaties opereren in een voortdurend veranderende omgeving. Het procescluster functionaliteitenbeheer kent als doelstelling het initiëren van en het zorgdragen voor de uitwerking en verandering van de gewenste wijzigingen aan de IV. Dit procescluster is daarmee verantwoordelijk voor de aansluiting van de IV op het bedrijfsproces. Veranderingen in de IV heeft betrekking op een tweetal onderwerpen: geautomatiseerde IV niet-geautomatiseerde IV (maakt deel uit van de totale IV en is van kritisch belang voor de correcte werking van de IV) 2.1 Specificeren De doelstelling van het proces specificeren is het vertalen van door wijzigingenbeheer aangegeven gewenste veranderingen in functionaliteit naar inhoudelijke en niet inhoudelijke oplossingsrichtingen en het vastleggen hiervan ten behoeve van de geautomatiseerde IV. Dit maakt eenduidige acceptatie van eventuele dienstverlening door ICT leveranciers mogelijk. 2.2 Vormgeven niet-geautomatiseerde IV Er zijn vanuit ICT perspectief aanvullende processen, procedures, werkinstructies en handleidingen nodig voor de gebruikers en de organisatie. Daarom is binnen functionaliteitenbeheer een proces nodig dat de organisatorische inpassing realiseert. Het proces vormgeven niet-geautomatiseerde IV is gericht op het vervaardigen en onderhouden van relevante documentatie voor het gebruik en het functioneel beheer van het informatiesysteem (denk aan procedures, werkinstructies, handleidingen en dergelijke) Deze organisatorische kant heeft een nauwe afhankelijkheid van het geautomatiseerde systeem. 2.3 Voorbereiden transitie Het proces voorbereiden transitie draagt zorg voor een probleemloze ingebruikname van de nieuwe of gewijzigde functionaliteit door het invullen van alle benodigde randvoorwaarden, zodanig dat de uiteindelijk gewenste verandering hierna probleemloos geëffectueerd kan worden. 2.4 Toetsen en testen De doelstelling van het proces toetsen en testen is het zorgdragen dat de gewenste verandering op een vlekkeloze wijze in de organisatie wordt doorgevoerd en dat de gebruikte instrumenten,, hulpmiddelen en andere ondersteuningsvormen correct werken.. 3. Verbindende processen uitvoerend 3.1 Wijzigingenbeheer Het proces wijzigingenbeheer heeft als doel te komen tot de juiste besluiten over het aanbrengen van wijzigingen of vernieuwingen in de IV. Hiertoe omvat wijzigingenbeheer een mechanisme voor het inventariseren, evalueren, prioriteren en ten uitvoer brengen van wijzigingen in de IV. 3.2 Transitie Het proces transitie is gericht op daadwerkelijke effectuering voor de eindgebruikers van de verandering die tot dan toe is voorbereid binnen de processen van functionaliteitenbeheer en de achterliggende activiteiten van de ICT leverancier. Transitie vormt het regiemechanisme op het in gebruik nemen van aangebrachte wijzigingen of vernieuwingen. Tijdens de transitiefase vindt de daadwerkelijke ingebruikname plaats. Sturende processen Bij sturing op de informatievoorziening binnen een organisatie zijn er vier parameters waarop deze sturing plaatsvind. De parameters van sturing: Managen van tijd en capaciteit (wie en wanneer) Managen van kosten (hoeveel) Managen van inhoud en functionaliteit (wat) Managen van de dienstverleningsafspraken (hoe en wanneer) Anders dan bij applicatie- en technisch beheer hebben de sturende processen binnen functioneel beheer de neiging om een middenweg te zoeken tussen de volgende vier domeinen: 1. Bedrijfsproces; basis waaruit de veranderingsbehoefte of gewenste verbeteringen voortkomen 2. ICT-dienstverleners; hier worden kosten gemaakt en investeringen gedaan 3. Beleid; door visie een uitgestippelde route naar de toekomst van de IV 4. Eigen functioneel-beheerorganisatie; alle onderdelen in de organisatie binnen het domein van functioneel beheer. De sturingscyclus bij alle sturende processen binnen BiSL Plannen Controleren Evalueren 4.1 Planning & Control Het proces planning & control heeft als doel het plannen, bewaken en bijsturen van de activiteiten van de organisatie die te maken hebben met het verzorgen van de IV. Met als resultaat het inzetten van IV in de organisatie, op tijd en met optimale inzet van capaciteit. 4.2 Financieel management Het proces financieel management heeft tot doel het maken, onderhouden en bewaken van een kosteneffectieve IV en kostenefficiënte inzet van ICT middelen voor ondersteuning en uitvoering van de bedrijfsprocessen. Bij een investeringsbeslissing wordt naast de kosten ook naar de baten gekeken. 4.3 Behoeftemanagement Uitgangspunt voor behoeftemanagement zijn de behoeften vanuit het bedrijfsproces aan ondersteuning door middel van IV. Deze behoeften vertalen zich naar kwaliteit van de IV en kwaliteit van de ICT leverancier. Het proces behoeftemanagement heeft als doel het zorgdragen dat de bedrijfsprocessen van een organisatie ondersteund of ingevuld worden door een goede IV. Daarnaast is behoeftemanagement ervoor verantwoordelijk dat bestaande en nieuwe behoeften binnen het bedrijfsproces worden onderkend en dat hierover besluitvorming plaatsvindt. 4.4 Contractmanagement Bij contractmanagement staan de afspraken centraal die gelden voor de diensten die door de ICT leverancier worden geleverd. Het proces contractmanagement is verantwoordelijk voor het maken van goede afspraken over de geautomatiseerde IV en de dienstverlening door de ICT leverancier, alsmede het bewaken en verbeteren ervan. Binnen dit proces wordt ook de rol van formeel opdrachtgever voor de ICT leverancier ingevuld. Daarmee vormt contractmanagement de interface op sturend niveau met de ICT leverancier Richtinggevende processen 5. Opstellen Informatiestrategie De bestaande IV bestaat voor 80% over vijf jaar ook nog. Dit vraagt om een benadering van het informatiebeleid waarbij vanuit de huidige situatie naar de toekomst wordt gekeken. Het maken van het inhoudelijke informatiebeleid vindt plaats op twee niveaus. Er is sprake van een corporate IV en onderliggende IV binnen in formatiedomeinen. Het procescluster opstellen informatiestrategie richt zich op de toekomst van de IV binnen de organisatie. Regelmatig wordt onderzocht of de huidige IV nog aansluit op de bedrijfsprocessen. Te onderzoeken onderwerpen De omgeving van de organisatie De Gebruikers en het bedrijfsproces Technologie 5.1 Bepalen ketenontwikkelingen Het doel van proces bepalen ketenontwikkelingen is het in kaart brengen van de ontwikkelingen op het terrein van informatisering over organisaties heen en het vertalen van deze ontwikkelingen naar gevolgen voor de inhoud van de IV voor de eigen organisatie, zodat op langere termijn de bedrijfsprocessen aansluiten op de omgeving en worden ondersteund door een effectieve, efficiënte en met ketenpartners afgestemde IV. Tot de partners in de keten horen alleen andere gebruikersorganisaties. De businessconsumenten relaties zijn ook van belang, maar hiervoor zijn de marketing- of verkoopprocessen binnen de organisatie verantwoordelijk. 5.2 Bepalen bedrijfsprocesontwikkelingen Het doel van het proces bepalen bedrijfsprocesontwikkelingen is het in kaart brengen van de ontwikkelingen op langere termijn binnen de organisatie en de bedrijfsprocessen, zodat over langere termijn de bedrijfsprocessen op een efficiënte, afgestemde en evenwichtige wijze ondersteund worden door IV. 5.3 Bepalen technologieontwikkelingen Binnen het proces bepalen technologieontwikkelingen wordt gekeken welke technische ontwikkelingen zich voordoen die interessant kunnen zijn voor de organisatie. Het gaat om de toepasbaarheid van technologische mogelijkheden binnen de IV in relatie tot het bedrijfsproces. (vanuit bedrijfsperspectief, het meer over de toepasbaarheid) 5.4 Informatie lifecycle management Bedrijfsprocessen zijn in hoge mate stabiel en als gevolg daarvan ook de behoefte aan IV binnen het bedrijfsproces.. Dit heeft tot gevolg dat IV in de basis redelijk stabiel is. (onderzoek toont aan dat 80% van de huidige IV over 5 jaar nog steeds bestaat) De doelstelling van het proces Informatie lifecycle management is het maken van een strategie voor de iIV, het vertalen naar acties en investeringen en zorgdragen voor de effectuering. De hoofdlijnen van de toekomstige functionaliteit van de IV worden vastgesteld. (met focus op informatiedomeinen) 5.5 Informatie portfolio management Het tweede proces waaruit informatiebeleid voortkomt is Informatie portfolio management. Dit proces draagt zorg voor een vanuit bedrijfsbrede optiek optimale inzet van middelen en opzet van de IV en het afstemmen van de verschillende plannen ten aanzien van de toekomstige ontwikkelingen van de IV. Op basis hiervan worden de bedrijfsbrede en bedrijfsbreed gedragen beslissingen genomen over uit te voeren veranderingen 6. Opstellen IV-organisatiestrategie 6.1 Leveranciersmanagement Leveranciersmanagement heeft als doel te bepalen welke partijen (leveranciers) het meest geschikt zijn om de voor de IV benodigde kennis en middelen in te brengen en te bepalen welke rol en verantwoordelijkheden deze ICT-leveranciers moeten hebben. 6.2 Relatiemanagement gebruikersorganisatie Doelstelling van het proces relatiemanagement gebruikersorganisatie is het vormgeven en bewaken van de consistentie, samenhang, en communicatie tussen de IV en de gebruikersfunctie. De relatie tussen IV-organisatie (functioneel beheer) en gebruikersorganisatie staat daarmee centraal. 6.3 Ketenpartners-management Ketenpartners-management maakt het mogelijk dat tussen verschillende organisaties informatie uitwisseling plaatsvindt. 6.4 Strategie inrichting IV-functie Het centrale proces binnen het cluster Opstellen IV-organisatiestrategie is het proces Strategie inrichting IV-functie. Het doel van dit proces is het definiëren van de gewenste inrichting van de IV-functie: organisatievormen, verantwoordelijkheden, uitvoering en samenwerking tussen de verschillende betrokken organisatieonderdelen. Dit proces geeft handvatten voor de inrichting, samenwerking en consistentie voor het functioneel beheerdomein. Resultaten Beleid voor de IV-organisatie Een beschrijving op hoofdlijnen van de structuur Vastlegging van generieke afspraken en vertaling naar richtlijnen voor de verschillende doelgroepen 7. Verbindende processen – richtinggevend niveau Dit procescluster houdt zich bezig met integrale afstemming tussen inhoud en inrichting. Onderwerpen bij de afstemming Wie is verantwoordelijk voor welke domeinen Wie maakt welk beleid en wie is daarbij betrokken Hoe zorgen we ervoor dat al deze beleidsaspecten worden uitgewisseld en afgestemd 7.1 Informatiecoördinatie Het proces informatie coördinatie bewaakt en begeleidt de samenhang tussen al de verschillende plannen voor de IV: Portfolioplannen op corporate niveau De verschillende plannen van functioneel beheerders voor hun informatiesystemen Plannen voor de inrichting van de IV-organisatie Informatie coördinatie draagt zorg voor een optimale afstemming van beleid conform de afgesproken organisatorische kaders. Informatie coördinatie zorgt ervoor dat de rollen, de onderlinge processen en de resultaten daarvan afgestemd en gecoördineerd worden.