Vierde Voortgangsrapportage Jaar 2014 inzake de openbare

advertisement
Vierde Voortgangsrapportage Jaar 2014
inzake de openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba
in Caribisch Nederland
Rijksdienst Caribisch Nederland
G.P. Isabella
Rijksvertegenwoordiger
Kaya Internashonal z/n
Kralendijk, Bonaire
Caribisch Nederland
E: [email protected]
T: +599 715 8304
Mei 2015
2
Inleiding
Voor u ligt de vierde voortgangsrapportage van de Rijksvertegenwoordiger voor de
openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze rapportage gaat in op de
ontwikkelingen die vanuit de betrokken Ministeries in 2014 op de drie eilanden hebben
plaatsgevonden.
Het merendeel van deze rapportage is opgesteld door betrokken liaisons, de adviseur
van de Rijksvertegenwoordiger, andere betrokkenen en de nieuw aangetreden
Rijksvertegenwoordiger (per 1 september 2014). Er is in deze opzet gekozen om
hetzelfde format te hanteren zoals u dat in de afgelopen jaren gewend bent geweest.
Ook aan de fysieke afstand tussen Den Haag in Europees Nederland en de drie eilanden
in het Caribisch gebied is niets veranderd. En dat geldt gelukkig ook voor de inzet van
vele harde werkers bij de openbare lichamen en de Ministeries door wiens noeste arbeid
wederom stappen vooruit zijn gezet.
Zijn we al klaar? Nee zeker niet. Dat blijkt ook uit het feit dat 2014 in het teken stond
van veranderingen bij RCN Centraal en (het bureau van) de Rijksvertegenwoordiger. Het
Ministerie van BZK had al eerder besloten tot een doorlichting van de rijkscoördinatie in
Caribisch Nederland en op 21 maart 2014 heeft de Minister van BZK de volgende
documenten naar de Tweede Kamer gestuurd:
•
ISB-rapport, opgesteld door de Inspectie Signalering Begeleiding (ISB) van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken;
•
Rijkscoördinatie Caribisch Nederland, verzorgd door de Commissie kleine
evaluatie Caribisch Nederland die de opdracht had om "de rijkscoördinatie in een
meer staatkundig en bestuurlijk perspectief" te bezien;
•
Kabinetsreactie op beide rapporten.
Uit deze drie documenten kwam naar voren dat het gewenst was een andere invulling te
geven aan de functie van de Rijksvertegenwoordiger evenals de ondersteuning daarvan
en de shared service organisatie RCN. Samengevat kwamen de aanbevelingen neer op:
1. De Rijksvertegenwoordiger krijgt zijn mandaat van het kabinet op basis van het
meerjarig beleidsprogramma;
2. Naast zijn wettelijke taken heeft de Rijksvertegenwoordiger ook een bestuurlijke,
verbindende functie (liaison) tussen Den Haag en de (bestuurscolleges van de)
openbare lichamen;
3. Doorvoeren van scheiding tussen beleid en uitvoering;
4. Uitvoering van het meerjarenprogramma is aan de departementale
uitvoeringsinstanties overzee. Deze vallen onder de directe verantwoordelijkheid
van de desbetreffende Minister;
5. Naar analogie van de permanente vertegenwoordigers (PV’s) bevordert de
Rijksvertegenwoordiger door verbindend leiderschap de samenwerking tussen de
3
liaisons, houdt overzicht, agendeert departements-overstijgende vraagstukken en
bewaakt consistentie in het optreden van de liaisons;
6. De Rijksvertegenwoordiger zal door de departementen worden gehoord
voorafgaand aan benoemingen van hun liaisons op de eilanden;
7. De Rijksvertegenwoordiger wordt verantwoordelijk voor het Shared Service
Center RCN Centraal;
8. De ondersteuning van de Rijksvertegenwoordiger geschiedt vanuit RCN-Centraal
alsmede de liaisons van de departementen. Een aparte organisatie voor c.q.
bureau van de Rijksvertegenwoordiger is niet meer nodig;
9. Reeds in het kader van de afgesproken taakstelling zal RCN Centraal efficiencymaatregelen doorvoeren, waarbij ook de ondersteuning van de
Rijksvertegenwoordiger wordt betrokken.
De aanbevelingen in beide rapporten hebben direct bijgedragen aan het verbeteren en
optimaliseren van de uitvoering van de rijkstaken en vormen een opmaat naar de “grote
evaluatie” van de staatkundige structuur die in 2015 zal plaatsvinden. Het kabinet heeft
de aanbevelingen van de commissie Van Gastel/Thunnissen/Johnson overgenomen.
Al met al een groot aantal wijzigingen die in het najaar 2014 in werking zijn getreden.
De eerste maanden (september t/m december 2014) hebben voor de
Rijksvertegenwoordiger en de directeur/secretaris (beide aangetreden op 1 september
2014) in het teken gestaan van kennismaken. De nieuwe Rijksvertegenwoordiger is zo
snel mogelijk op alle drie de eilanden gesprekken gaan voeren met de gezaghebbers,
gedeputeerden, maatschappelijke organisaties, belangenverenigingen, stakeholders,
pers en bewoners. Ook de medewerkers van RCN die werkzaam zijn op Saba en Sint
Eustatius hebben kennis gemaakt met de nieuwe Rijksvertegenwoordiger.
Bewust is gekozen om in de maand september een week per eiland te verblijven om zo
een beter beeld en inzicht te krijgen van wat er leeft en wat de bewoners van de
eilanden zelf belangrijk vinden. Er is zoveel kennis op de eilanden, die benut kan
worden.
Daarnaast heeft de Rijksvertegenwoordiger verzocht deel te kunnen nemen aan de
nieuw ingestelde CN-tafel in Den Haag om zo rechtstreeks input te krijgen en te kunnen
geven vanuit het eilandelijk perspectief.
De maanden oktober en november 2014 hebben vooral in teken gestaan van de
voorbereidende gesprekken voor het MeerjarenProgramma ten behoeve van de CN-week
in 2015 in samenspraak met de drie eilanden, ambtelijke overleggen, afstemming met
Den Haag, kennismakingsgesprekken met leden van het Kabinet en bezoeken aan
Ministeries gedurende de bezoeken aan Nederland en het leren kennen van Bonaire,
Saba en Sint Eustatius. Tijdens de drie de belangrijkste feestdagen van de eilanden –
Dia di Boneiru, Statiaday en Sabaday is de Rijksvertegenwoordiger bij de feestelijkheden
aanwezig geweest.
Ook in 2014 hebben de drie eilanden regelmatig delegaties mogen ontvangen die
werden begeleid door de Rijksvertegenwoordiger en zijn team.
4
Hoofdstuk 2 Belangrijke ontwikkelingen & activiteiten in 2014
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de belangrijkste activiteiten die in 2014 hebben
plaatsgevonden en onderwerpen die specifiek ingaan op het werkterrein van de
Rijksvertegenwoordiger.
RCN Centraal en de Rijksvertegenwoordiger
Op 1 september is met de komst van de nieuwe Rijksvertegenwoordiger en de directeur
RCN-Centraal/secretaris a.i. gestart met een nieuwe opzet van de organisatie waarmee
de Rijksvertegenwoordiger integraal verantwoordelijk is voor de gehele aanpak van het
rijk in Caribisch Nederland, inclusief de shared service organisatie RCN. Door het
combineren van de twee taken van de directeur RCN-Centraal en secretaris
Rijksvertegenwoordiger krijgt de rijksorganisatie van Caribisch Nederland de vorm van
een gangbaar bestuurlijk model in Nederland. Denk bijvoorbeeld aan een gemeente en
een provincie die worden geleid door een bestuurder die wordt bij gestaan door een
gemeentesecretaris respectievelijk provinciesecretaris.
Beide functionarissen zijn aangesloten bij de CN-tafel in Den Haag zodat betere synergie
tussen de departementen en de eilanden kan worden bewerkstelligd.
De liaisons en diensthoofden zijn blijven werken onder de verantwoordelijk van hun
eigen departement, maar wel onder algehele aansturing door de Rijksvertegenwoordiger
in het Caribisch gebied die daarmee juist zijn verbindende rol intern vorm geeft zodat de
rijksoverheid met één mond en gezicht naar buiten treedt.
Tegelijk is de aangekondigde taakstelling van RCN Centraal middels
efficiencymaatregelen doorgevoerd waarbij ook de ondersteuning van de
Rijksvertegenwoordiger direct is betrokken.
CN week
De CN-week vond in Den Haag plaats van 16 tot en met 20 juni. Tijdens deze week
hebben vertegenwoordigers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba verschillende
gesprekken gevoerd met Minister Plasterk en andere bewindspersonen of
vertegenwoordigers van Ministeries evenals leden van de Tweede Kamer. De CN-week
markeerde de start van twee belangrijke trajecten, te weten de evaluatie van de
uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van Caribisch Nederland en de
meerjarenplannen (zie hierover meer onder het kopje van het verantwoordelijke
Ministerie van BZK).
Meerjarenprogramma
De Rijksoverheid en eilandsbesturen waren tijdens de CN-week 2014 eensgezind in de
ambitie om te komen tot een eerste versie van een gezamenlijk beleidsplan voor
Caribisch Nederland voor de komende jaren. Doel hiervan is te komen tot een
transparant en integraal beleid op de eilanden waar de departementen en
eilandoverheden samen aan kunnen werken. Dit meerjarenprogramma zal op die manier
zorgen voor de ‘stip op de horizon’, één van de belangrijkste aanbevelingen van de
hiervoor genoemde Commissie Van Gastel naar aanleiding van het onderzoek naar de
Rijkscoördinatie in Caribisch Nederland.
5
Het concept meerjarenprogramma bestaat uit drie hoofdpijlers: armoedebestrijding,
economische ontwikkeling en kinderrechten. Het Ministerie van BZK zet daarnaast in op
een programma Versterking van Eilandelijk Bestuur, omdat gebleken is dat de
eilandelijke overheden niet afdoende geëquipeerd zijn om alle kansen en bedreigingen
het hoofd te bieden en omdat de uitvoeringscapaciteit aandacht behoeft. De eilanden
hebben de periode na de CN-week - eind van het jaar benut om te reageren op de eerste
conceptversie en door eigen Ontwikkelplannen per eiland op te stellen.
Het doel is om tijdens de CN-week in 2015 definitieve afspraken te maken over het
meerjarenplan.
Referendum Statia
De eilandsraad van Sint Eustatius heeft besloten een raadgevend referendum te houden
over de constitutionele status. Op 17 december heeft dit referendum plaatsgevonden
waarbij de inwoners gevraagd werd hun voorkeur uit vier opties aan te geven:
Optie 1 : I am in favor of
Optie 2 : I am in favor of
Optie 3 : I am in favor of
Dutch Kingdom
Optie 4 : I am in favor of
Sint Eustatius to stay a Public Entity
Sint Eustatius becoming an Independent Country
Sint Eustatius becoming an Autonomous Territory within the
Sint Eustatius becoming an Integrated Part of the Netherlands
De kiezers hebben als volgt gestemd:
Optie
Optie
Optie
Optie
1
2
3
4
:
:
:
:
Openbaar Lichaam 374
Onafhankelijkheid 5
Autonoom Land 747
Integratie 14
Door middel van een referendumverordening was bepaald dat een opkomst van 60%
vereist was om het referendum geldig te verklaren. De opkomst bleek uiteindelijk 45%
te zijn geweest waarmee het referendum niet geldig is. Het is aan de Eilandsraad om
mogelijke vervolgstappen te bepalen.
Referendum Bonaire
Ook op Bonaire weerklonk de roep voor een referendum over constitutionele status van
het eiland. Hiertoe heeft de eilandsraad een adviescommissie ingesteld die haar advies
heeft uitbracht aan de eilandsraad. Na een recordvergadering op 1 oktober 2014 heeft
de zittende coalitie besloten tegen de motie te stemmen waarin werd voorgesteld om op
10 december 2014 een referendum te organiseren over de staatkundige verhoudingen
met Nederland. Sinds 10 november wordt er gedemonstreerd voor het bestuurskantoor
van Bonaire door een actiegroep, Nos Kier Boneiru Bek (NKBB). Zij hebben aangegeven
pas weg te gaan totdat er een referendum wordt georganiseerd en in ieder geval te
blijven demonstreren tot de verkiezingen van 18 maart 2015. Sfeer was soms verhard
door behoorlijke stellingname (richting bevolking, Nederlanders en toeristen) en door
borden met leuzen die op het hek van het gebouw van het Bestuurscollege zijn
opgehangen en deels op het gebouw van de Eilandsraad.
6
Personeelstoezicht
Het afgelopen jaar zijn 152 personeelsbesluiten aan de Rijksvertegenwoordiger ter
goedkeuring voorgelegd mede op basis van de eerder opgestelde beleidsregel die in
gemeenschappelijkheid is opgesteld.
De ervaring heeft inmiddels laten zien dat er naast de aan de Rijksvertegenwoordiger
voorgelegde besluiten, ook op basis van overeenkomsten en projectaanstellingen
personeel wordt aangesteld. Een belangrijk aandachtspunt voor de evaluatie in verband
met het ontbreken van een toetsing en de mogelijke financiële consequenties van dit
traject.
RCN-Centraal
RCN Centraal als Shared Services Organisatie (SSO) heeft in meerdere opzichten een
druk en bewogen jaar achter de rug. Er is extra inzet gepleegd in de ondersteuning van
het Korps Politie CN (KPCN) en het Zorgverzekeringskantoor op het gebied van
communicatie en er is met succes een RCN brede training interculturele communicatie
uitgevoerd.
De ICT infrastructuur was - om te kunnen voldoen aan de toenemende eisen en wensen
van de klanten - toe aan een grote en complexe migratie. Deze migratie is zonder grote
problemen uitgevoerd. Vraag blijft of de huidige infrastructuur voldoende robuust is en
voldoende toegeruste infrastructuur biedt voor de komende jaren.
De renovaties aan het Douane gebouw Bonaire en het RCN hoofdgebouw op Bonaire zijn
na lang wachten, gestart.
In samenwerking met de Kamer van Koophandel is de aanbesteding schoonmaak tot een
goed einde gebracht. Deze aanbesteding had tot doel met name kleine, lokale
schoonmaakbedrijven een kans te geven op contracten bij RCN.
In juni is de ICT Helpdesk voor Rijksambtenaren in Nederland van start gegaan. 4 FTE’s
leveren helpdesk diensten voor ambtenaren in Nederland die in de avonduren problemen
hebben met hun ICT werkplek. Dit in samenwerking met OCW, SGB, Jong Bonaire,
Leerplicht en SSC-ICT.
Veel aandacht is uitgegaan naar het verbeteren van het beheer van processen en het
standaardiseren van processen. Dit met name in het personele, facilitaire en financiële
domein. Er zijn 4 projecten opgestart om er voor te zorgen dat systemen zoveel als
mogelijk handmatig werk overbodig maken en die het mogelijk maken om op elk
moment inzicht te hebben in de relevante management informatie.
Ten behoeve van KPCN, Justitiële Inrichting CN, Brandweer, Belastingdienst CN en
Jeugdzorg&Gezinsvoogdij is op verzoek van de diensten een nieuw roosterplanning
systeem opgeleverd (RostarCas). Dit systeem biedt de diensten de mogelijkheid om
gezamenlijk de roosterdiensten in te plannen.
De RCN medewerkers stonden ook het afgelopen jaar weer klaar om op te treden bij
calamiteiten en (stroom)storingen. Dit om er voor te zorgen dat alles zo snel als
mogelijk voor de klanten wordt opgelost.
7
Als onderdeel van BZK moet ook RCN-Centraal voldoen aan de eisen van de BIR. De
opdrachtgevers hebben akkoord gegeven op een omvangrijk pakket maatregelen. Deze
zijn in het programma Informatie Beveiliging uitgevoerd. In 2014 zijn de geplande
activiteiten uitgevoerd. Eind 2014 heeft de ADR op verzoek van RCN-Centraal een
onderzoek naar de stand van zaken gedaan. De aanbevelingen die hieruit zijn
voortgevloeid worden in 2015 en 2016 uitgevoerd.
Sectoroverleg
Het sectoroverleg heeft in 2014 onderwerpen besproken zoals de primaire en secundaire
arbeidsvoorwaarden, invoering van medezeggenschap, integriteit, roosterdiensten en de
evaluatie van Organisatie- en Formatierapporten. 2014 stond echter vooral in het teken
van de CAO onderhandelingen voor 2013/2014. Na een lang onderhandelingstraject is in
augustus 2014 een akkoord met de bonden bereikt. De implementatie van de CAO is
gefaseerd uitgevoerd.
Integriteit
RCN heeft de afgelopen twee jaar hard gewerkt aan de implementatie van het Rijksbrede
integriteitsbeleid in de lokale context van Caribisch Nederland. Een belangrijk onderdeel
daarvan is de in december 2014 vastgestelde gedragscode Goed Werk! waarin is
opgenomen wat er op het gebied van integriteit van medewerkers en in het bijzonder
van leidinggevenden wordt verwacht. Ondersteunend daaraan zijn diverse trainingen
voor medewerkers en leidinggevenden gehouden. Met ingang van 1 januari 2014 is de
Regeling Vertrouwenspersonen integriteit en Klachtencommissie ongewenste
omgangsvormen Rijksambtenaren BES in werking getreden. Op basis van deze regeling
zijn met ingang van 1 januari 2014 zes vertrouwenspersonen benoemd, is een
meldprocedure voor (vermoedens van) integriteitschendingen vastgesteld en is er een
meldpunt integriteit opgericht. Het meldpunt bewaakt de zorgvuldige afhandeling van
mogelijke integriteitschendingen en houdt een centrale registratie bij. Hiermee is een
basis gelegd voor het duurzaam verankeren van integer gedrag en gewenste
omgangsvormen in de organisatie.
Medezeggenschap
Bij RCN is bij verschillende diensten/units gestart met een pilot van participatieraden op
basis van de conceptregeling “Participatieraden RCN” . Uit de pilot blijkt dat - gegeven
de lokale omstandigheden, o.a. het ontbreken van een wettelijk kader - hiermee een
eerste stap in de goede richting is gezet om de participatie van medewerkers vorm te
geven.
8
Hoofdstuk 3 Toelichting op hoofdlijnen per departement
Hieronder volgt een toelichting van de verschillende activiteiten die per departement
zijn uitgevoerd. De teksten zijn door de departementen zelf aangeleverd.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Begin 2014 heeft het Ministerie van BZK veel aandacht besteed (zie inleiding) aan de
activiteiten rondom de rijkscoördinatie in Caribisch Nederland waar eerder in deze
rapportage over is bericht. Veel activiteiten van het Ministerie kwamen samen in de CNweek, waar onder andere met de openbare lichamen voor het eerst is gesproken over
een meerjarenprogramma voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Afgesproken was dat de
maanden na de CN-week een meerjarenprogramma met de eilanden zou worden
uitgewerkt dat door het Rijk en de eilandbesturen zou moeten kunnen worden gedragen.
Daarnaast is er afgesproken dat er een onderzoek zal komen naar de toereikendheid van
de vrije uitkering, onder andere omdat een actualisatie nodig was van het
referentiekader onderzoek van 2012 aan de situatie in 2014. Het bureau Ideeversa heeft
daartoe een opdracht verstrekt gekregen.
Tijdens de CN-week zijn tussen het Ministerie van BZK, namens het kabinet, en de drie
openbaar lichamen ook afspraken gemaakt over de evaluatie van de uitwerking van de
nieuwe staatkundige structuur van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Een onafhankelijke
evaluatiecommissie, onder voorzitterschap van mevrouw Spies, is ingesteld en heeft in
november een eerste bezoek gebracht aan de drie eilanden. De evaluatie zal betrekking
hebben op de wijze waarop invulling is gegeven aan de afspraken die ter voorbereiding
van 10-10-10 zijn gemaakt. Een debat over een eventuele wijziging van de staatkundige
verhoudingen is geen onderdeel van de evaluatie zelf. Het doel van de evaluatie is om
door middel van een terugblik vast te stellen wat er is bereikt. Hoe hebben de
wetgeving, de afspraken en de procedures gefunctioneerd? De evaluatieopdracht omvat
de drie door de Raad van State geschetste evaluatiecomplexen. Deze zijn onderling sterk
met elkaar verbonden maar dienen wel te worden onderscheiden: (1) de werking van de
wetgeving; (2) de werking van de nieuwe bestuurlijke structuur en (3) de gevolgen van
de overgang naar de nieuwe staatkundige situatie voor de bevolking van de eilanden. De
onafhankelijke evaluatiecommissie zal in oktober 2015 haar evaluatierapport opleveren
aan de opdrachtgevers.
Het Ministerie van BZK heeft tijdens de CN-week voor economische ontwikkeling totaal
1,4 mln euro (cumulatief voor 2015 en 2016) ter beschikking gesteld voor de drie
openbare lichamen. Ook neemt BZK de overheadkosten van de PUM Netherlands senior
experts (Programma Uitzending Managers) voor haar rekening, zodat zij kunnen worden
ingezet voor ondernemers en overheden op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Verder is er
in de CN-week een verkennende bespreking geweest over de versterking van de
ambtelijke organisatie ten dienste van het bestuur van de eilanden. Het Rijk en de
openbare lichamen hebben oplossingsrichtingen besproken die de bestuurskracht van de
eilanden kunnen vergroten.
Daarnaast heeft DG Wonen en Rijksdienst op verzoek van Bonaire een traject ingezet om
de geldende regelgeving op het terrein van de woningmarkt te moderniseren. Hieruit
komt onder andere een wijziging van de Wet huurcommissieregeling BES (wijziging in
taken en verantwoordelijkheden huurcommissie) voort, evenals een wijziging van het
Burgerlijk wetboek BES (onder meer het mogelijk maken van tijdelijke verhuur voor
9
bepaalde doelgroepen). Bij het opstellen van de eilandelijke verordeningen verleent het
DG Wonen en Bouwen technische ondersteuning. Wanneer de conceptwetgeving gereed
is, wordt deze ter consultatie voorgelegd aan de drie openbare lichamen.
Het bouwbesluit BES is na consultatie met de drie eilanden op 15 december 2014
gepubliceerd in het Staatsblad. Het voornemen is tevens een vorm van de Nationale
Hypotheekgarantie te introduceren in Caribisch Nederland. De streefdatum van invoering
op 1 januari 2015 is niet gehaald.
De samenwerking tussen de Nederlandse Woningcorporatie ‘Woonlinie’ en Sint Eustatius
is aan het eind van 2014 stopgezet. Afgesproken was dat met financiering vanuit Wonen
en Rijksdienst en in samenwerking met de corporatie Woonlinie de woningen van de
Statia Housing Foundation zouden worden opgeknapt. Begin december heeft het huidige
bestuurscollege echter aangegeven zich niet aan de door haarzelf ondertekende
afspraken ten aanzien van de noodzakelijke reorganisatie van de lokale woonstichting te
willen houden en is de samenwerking opnieuw “on hold” gezet. Een actie die de Minister
voor Wonen en Rijksdienst zeer betreurt, omdat met deze samenwerking een belangrijke
basis voor het realiseren van duurzame volkshuisvesting voor de inwoners van Sint
Eustatius gelegd had kunnen worden. De samenwerking tussen de Own Your Own Home
Foundation op Saba en ‘Woonlinie’ verloopt uitstekend, net als de samenwerking
tussen Fundashon Kas Bonairiano op Bonaire en ‘Thuis’.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst heeft wederom voor zowel 2014 als 2015 twee
honderdduizend euro beschikbaar gesteld voor sociaal economische ontwikkeling van de
drie eilanden. Deze middelen zijn toegevoegd aan het budget integrale middelen om zo
een bijdrage te leveren aan een integrale aanpak ter verbetering van de werking van de
arbeidsmarkt, het vergroten van de werkgelegenheid, kinderopvang, het tegengaan van
armoede en schulden, onderwijs, integrale wijkaanpak, zorg, sport en jeugdbeleid.
Het Rijksvastgoedbedrijf is medio 2014 ontstaan uit de fusie tussen de
Rijksgebouwendienst (Rgd), de Dienst Vastgoed Defensie (DVD), het
Rijksvastgoedontwikkelingsbedrijf (RVOB) en de directie Bouw van het Ministerie van
BZK. Voor Caribisch Nederland betekent dit dat de aansturing van het team dat zich
bezig houdt met de ontwikkeling en realisatie van bouwprojecten geschiedt onder
verantwoordelijkheid van de directeur Vastgoedbeheer (VB) met een Hoofd Cluster Carib
die gevestigd is op Curaçao.
In 2014 bestond het team uit 6 personen werkzaam in Caribisch Nederland en de
bemensing is in 2014 en doorlopend naar 2015 op de fusie aangepast. Er is in dit jaar
meer aandacht gegeven aan het beheer & onderhoud van de panden in samenwerking
met de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) en de fusiepartner op Curaçao.
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft in het afgelopen jaar 2014 gewerkt aan projecten in
opdracht van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OCW), het
Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) en in opdracht van de overige Ministeries.
Begin 2014 is de studie Centrale huisvesting Openbaar Lichaam Bonaire en RCN
afgerond en besproken. Hierover zal naar verwachting pas na de verkiezingen in 2015
verdere besluitvorming plaatsvinden. In 2014 zijn het politiebureau op Bonaire, het
politiebureau op Saba, de renovatie van de gezaghebberswoning, een logeerhuis voor
Centrum Jeugd en Gezin en de haalbaarheidsstudie voor de realisatie van een
geweldmiddelen centrum opgeleverd. Ook is de 1e fase van het onderhoud aan het APNA
10
gebouw afgerond. Er is een start gemaakt met de nieuwbouw van de brandweerkazerne
op Bonaire en eind 2014 is het contract getekend voor de nieuwe justitiële inrichting op
Bonaire. Er is nieuwe huisvesting gevonden voor het Zorgverzekeringskantoor dat medio
2015 zal kunnen worden betrokken.
Op Bonaire is in 2014 de renovatie van de San Bernardoschool afgerond. De bouw van
de Brede school Papa Cornes en van de Watapanaschool is aanbesteed en de bouw
daarvan start begin 2015. Ten aanzien van de scholengemeenschap Bonaire (SGB) zijn
definitieve afspraken gemaakt over het Programma van Eisen, de planning, de fasering
en de situering van de diverse schoolgebouwen op het terrein. Van een drietal andere
scholen (Reina Beatrix, Liseo Boneriano, San Luis Bertran) is de voorbereiding gestart.
Op Sint Eustatius is de renovatie1e fase van de Bethel Methodistschool afgerond en is
gewerkt aan de renovatie van de Golden Rockschool. Overige schoolprojecten zijn in
voorbereiding. Naar verwachting zal het totale OCW-project, medio 2019 zijn afgerond.
Op Saba is veel aandacht geschonken aan grondoverdracht van een aantal particulieren
naar het Openbaar Lichaam, dit ten behoeve van schooluitbreiding. Verder is de
aanbesteding gestart van de renovatie van het P.L. Granger Auditorium.
Ministerie van Defensie
In 2013 heeft het merendeel van de rijksambtenaren tewerkgesteld bij de KMar de
opleiding “Medewerker Grensbewaking / Algemeen Opsporingsambtenaar Caribisch
Nederland” gevolgd. Daardoor kon met ingang van 1 januari 2014 dan ook daadwerkelijk
over worden gegaan naar één afdeling “grenspolitie BES”. De KMar heeft zich het
afgelopen jaar vooral gericht op het verder ontwikkelen en verbeteren van het
grenstoezicht, de opsporing van grens gerelateerde criminaliteit en op de uitvoering van
de KMar-politietaken op Saba en Sint Eustatius. Speerpunten van het jaar 2014 waren:
het doorontwikkelen van Informatie Gestuurd Optreden en het doorontwikkelen van de
Maritieme grensbewaking. Voor wat betreft de maritieme grensbewaking werd vooral
voor Bonaire de samenwerking versterkt met de Kustwacht Curaçao. Hetzelfde geldt
voor Saba en Sint Eustatius waar de samenwerking met de Kustwacht Sint Maarten is
verstevigd. Verder is in 2014 vooral geïnvesteerd in het verbeteren van de procedures
en het trainen van het personeel voor de Calamiteiten - Crisis en Rampenbestrijding op
Bonaire International Airport.
Ministerie van Economische Zaken
In Caribisch Nederland is het Ministerie van Economische Zaken vertegenwoordigd met
een hoofd, een senior beleidsmedewerker, belast met natuur-aangelegenheden, en een
beleidsmedewerker, die de focus heeft op de onderwerpen landbouw en visserij.
Ook in 2014 ging veel aandacht uit naar de energievoorziening. In de eerste plaats de
elektriciteitsvoorziening. Op Bonaire was, na de turbulente voorafgaande jaren, de
aandacht gericht op consolidatie van een goede samenwerking tussen Contour Global als
nieuwe producent en WEB als leverancier. De tariefsteun van EZ aan WEB (Water-en
Energiebedrijf Bonaire) is gecontinueerd en de discussie over inzet van zonne-energie is
gestart. Naast elektriciteit had op Bonaire ook de brandstofvoorziening de aandacht van
EZ: er werd een rapport opgesteld en door de Energie Gezant van EZ persoonlijk
aangeboden aan de gedeputeerde EZ.
Op Sint Eustatius en Saba is de ontvlechting van GEBE Sint Maarten in twee nieuwe
11
elektriciteitsmaatschappijen op beide eilanden, respectievelijk onder de naam STUCO en
SEC, aangepakt. Met forse ondersteuning van EZ, in advies en met subsidie, kunnen
deze maatschappijen op termijn break even draaien, inclusief een fors aandeel duurzame
energie, waarschijnlijk zonPV.
De concept-Wet Elektriciteit & Drinkwater CN leverde voor wat betreft het
elektriciteitsgedeelte de nodige discussie op. Op telecom-gebied heeft EZ sinds 10-10-10
een terughoudende positie ingenomen. De ontwikkelingen in 2014 rond zeekabels en de
beperkte slagkracht van de telecommaatschappijen op vooral Sint Eustatius en Saba
heeft tot het besef geleid dat meer beleidsaandacht gewenst is.
De in 2013 door de Minister EZ aan Flamingo Communications verleende post-concessie
voor CN heeft in 2014 na wat aanloopproblemen tot een redelijke kwaliteit van
postbezorging geleid, behalve op Sint Eustatius waar het Bestuurscollege weigerde om
Flamingo Communications een vestigingsvergunning te verlenen.
Forse ondersteuning van EZ heeft er toe geleid dat in 2014 op Bonaire een stevig
fundament is gelegd onder een vernieuwde Kamer van Koophandel. Ook de KvK SabaSint Eustatius is redelijk op orde. Over een aanpassing van de KvK-wet BES om deze
meer toe te snijden op de realiteit, is overleg gaande.
Het niet goed functioneren van stimuleringsregelingen voor het bedrijfsleven in CN heeft
EZ er in 2014 toe geleid om ook andere sporen te exploreren. Dit zal in 2015 tot
resultaat moeten leiden. Op toerisme gebied zijn wat kleinere subsidies verleend, maar
het wachten is op de strategische plannen van met name de BC’s van Bonaire en Sint
Eustatius.
De Visserij Commissie BES is van start gegaan. EZ-CN voert het secretariaat, samen met
EZ-Den Haag.
Op alle 3 de eilanden loopt het visserijmonitoringonderzoek door. Verder is er een
voortraject opgezet om de bestrijdingsmiddelenwetgeving te moderniseren. De EZ-unit
RCN bood ondersteuning aan potentiële agro ondernemers in CN. Op Bonaire is het
Plattelands Ontwikkeling Plan van start gegaan. Dit plan, dat via een bottom-up proces is
ontstaan, geeft een impuls aan landbouw, veeteelt, toerisme, recreatie en
ondernemerschap op het platteland van Bonaire.
Saba is door EZ ondersteund met het opnieuw indienen van het landbouwplan binnen de
natuurgeld-projecten en er is op Saba begonnen met de aanpak van loslopende
geitenproblematiek.
Op Sint Eustatius is begonnen met een project om de loslopende koeien van de straat te
halen.
Op natuurgebied werd dit jaar gestart met uitvoering van de eerste natuurgeldprojecten.
Zeven projecten werden goedgekeurd, waaronder op alle drie de eilanden aanpak van
loslopende dieren. Aandacht werd besteed aan het koraalrif: een strategische
milieubeoordeling van het Bonaire Marine Park werd gestart; koraalriffen rond Saba en
Sint Eustatius werden gedetailleerd in kaart gebracht, inclusief hun economische
waarde; en regionaal werden afspraken gemaakt over monitoring van de koraalriffen.
12
De maritieme parken van Saba en Sint Eustatius werden erkend door het SPAW Protocol
(Specially Protected Areas and Wildlife) waarmee nu alle natuurparken met een formele
status van Nationaal Park erkend zijn door SPAW. Beheer van Nationaal Park de
Sababank werd voortgezet, onder andere door instelling van een gesloten visseizoen
voor een cruciaal paai-aggregatiegebied van de “Red Hind” zeebaars. De economische
valuatie studie van de natuur van Saba en Sint Eustatius werd afgerond en
gepresenteerd op de eilanden, mede als opzet naar eilandelijke natuurplannen. Tenslotte
werd onderzoek uitgevoerd voor betere bescherming van haaien en walvissen, ter
evaluatie van koraalrestauratiemethoden en werd de biodiversiteits-database voor
Caribisch Nederland verder uitgebreid.
Ministerie van Financiën
In 2014 hebben de toezichthouders op de financiële markten, De Nederlandsche Bank
en de Autoriteit Financiële Markten hun reguliere werkzaamheden uitgevoerd. DNB is
belast met toezicht op de integriteit van de financiële transacties en heeft daartoe audits
uitgevoerd bij banken en verzekeringsmaatschappijen. Aangezien de hoofdkantoren van
die instellingen zijn gevestigd op Curaçao en voor een enkele instelling op Sint Maarten,
zijn enkele audits uitgevoerd in samenwerking met de Centrale Bank van Curaçao en
Sint Maarten. De AFM heeft in goed overleg met koepelorganisaties enkele aanpassingen
in de wet en regelgeving m.b.t. de verzekeringen ingevoerd. Uiteraard is daar rekening
gehouden met de kleinschaligheid van de uitvoerende bedrijven, veelal één mans
agentschappen.
Een aanpalend aandachtsgebied is het toezicht op de financiële bewegingen bij
grensoverschrijdend personenverkeer. Ondersteund door experts van de Nederlandse
Douane zijn de processen rond de Melding Ongebruikelijke Transacties verbeterd en
aangescherpt. Medewerkers van de Douane zijn getraind in het afhandelen van de
procedures en reizigers worden beter geïnformeerd over hun plichten.
Conform de in 2009 en 2010 gemaakte afspraken tussen de toenmalige Staatssecretaris
van Financiën en de lokale bestuurders is er in 2014 voldoende gelegenheid geweest om
zowel het belastingstelsel als het functioneren van de Belastingdienst/Douane
gezamenlijk te evalueren. In voorgaande jaren zijn redelijk veel aanpassingen ingevoerd
in het belastingstelsel, met name in de tarifering. In 2014 zijn geen wijzigingen
aangebracht. Er blijkt nog steeds grote behoefte bij belastingplichtigen aan informatie
over met name de Algemene Bestedingsbelasting zowel de toepassing in het lokale
handelsverkeer als bij de toepassing bij invoer.
In 2014 is er geen vooruitgang geboekt in het oplossen van het vraagstuk van de
dubbele belasting in het goederenverkeer tussen Sint Maarten en Saba en Sint Eustatius.
Hoewel de financiële aspecten voor zowel het heffende land als voor de consument
gering zijn, blijft het moeizaam om de respectievelijke wet- en regelgeving aan te
passen. Tussen Curaçao en Bonaire is een convenant van kracht waarbij goederen uit
Curaçao via doorvoer faciliteiten slechts éénmalig worden belast, namelijk in het land –
Bonaire – waar de goederen geconsumeerd worden. Helaas blijft de voorlichting van de
middenstand, waaronder de supermarkten, over de hoge prijzen niet correct. Geen
concurrentie heeft de prijzen van levensmiddelen omhoog gestuwd en niet de
belastingdruk.
13
Uit onderzoeken naar de “klanttevredenheid” over het functioneren van de
Belastingdienst/Douane is gebleken dat na jaren van gewenning er positieve ervaringen
worden gedeeld. Een kennismakingsbezoek van de Secretarissen Generaal van Financiën
en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft nog meer inzicht bij betrokkenen
opgeleverd. Een kleine aantekening daarbij: Financiën maakt zich meer zorgen over de
koopkracht en kosten van levensonderhoud van de burgers, dan over de klachten van
het bedrijfsleven over het investeringsklimaat dat gehinderd zou worden door de nieuwe
belastingwetgeving. Eén ding is duidelijk: in het nieuwe belastingregime passen geen tax
holidays.
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Voor het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is een liaison in Caribisch Nederland
actief. De liaison is verantwoordelijk voor de onderlinge afstemming met de eilanden en
functioneert als verbinding tussen de directies van I&M in Den Haag, de
eilandorganisaties, heeft een ‘oog en oor functie’ voor het departement en legt
verantwoording af aan de Inspecteur-Generaal Infrastructuur, Leefomgeving en
Transport (IG ILenT), die namens de bestuursraad portefeuillehouder is voor Caribisch
Nederland. Vanuit I&M is de scheepvaartinspectie met 4 mensen actief op de eilanden.
Zij voeren de controles uit op de scheepvaart die de eilanden aandoet.
I&M heeft in 2014 voorbereidingen getroffen voor het ontwikkelen van een specifiek op
I&M toegespitst uitvoeringsplan voor Caribisch Nederland. Dit zal een uitwerking zijn van
het MJP dat in 2015 gereed zal zijn. Investeringen vanuit I&M voor het bereiken van een
duurzame economische groei zullen in hun samenhang worden bekeken en hierin
meegenomen.
In 2014 is er een onderzoek uitgevoerd naar de drinkwaterproblematiek op Saba en zijn
oplossingsrichtingen geformuleerd. De aanleiding van dit onderzoek is het op orde
brengen van de drinkwatervoorziening op Saba voor zowel de hoeveelheid drinkwater als
de kwaliteit daarvan. Op basis van het onderzoek is met Saba afgesproken maatregelen
uit te voeren om de drinkwatervoorziening op orde te brengen. Het betreft de
verbetering van de drinkwaterkwaliteit met behulp van waterfilters en het vergroten van
de drinkwaterkwantiteit door de bouw van extra opslagcapaciteit. Eind 2016 zijn alle
maatregelen uitgevoerd. In samenwerking met EZ is wetgeving opgesteld voor de
elektriciteit- en drinkwatervoorziening in Caribisch Nederland. Deze wet stelt nadere
eisen aan de organisatie, de drinkwaterkwaliteit en biedt de grondslag voor subsidiering
van de drinkwatervoorziening.
De afvalwaterzuivering (RWZI) is in 2014 opgeleverd en zuivert sindsdien het afvalwater
van een groeiend aantal huishoudens, instellingen en bedrijven op Bonaire. De huidige
wetgeving voor het bekostigen van de afvalwaterketen wordt verbreed, zodat het
Openbaar Lichaam Bonaire de zorgplicht voor het zuiveren van afvalwater kan uitvoeren.
Hiervoor wordt de zorgplicht verruimd, waarmee ook bedrijfsafvalwater onder de
zorgplicht valt. Hiermee wordt de weg vrijgemaakt voor behandeling van afvalwater op
Bonaire en wordt een bijdrage geleverd aan de bescherming van het koraalrif van
Bonaire. Ook wordt een bijdrage geleverd aan de landbouw door de levering van
(goedkoper) irrigatiewater.
Ten aanzien van de luchthavens zijn in 2014 de voorbereidingen gestart voor de
uitvoering van de masterplannen van de luchthavens. Er zijn ontwerpen gemaakt en
contractdocumenten voor de aanbesteding door Rijkswaterstaat. De gunning heeft eind
14
van het jaar plaatsgevonden. Naast de voorbereidingsfase voor de renovatie van de
luchthavens is de kwaliteit van de luchtverkeersdienstverlening verbeterd. Specifieke
resultaten zijn het opleiden van verkeersleidingpersoneel, een nieuwe tarievenstructuur,
het verbeteren van operationele procedures en het ontwikkelen van
veiligheidsmanagementsystemen voor de betrokken luchtverkeersleidingdienst. De
veiligheid van de start- en landingsbanen werd verbeterd. Daarvoor zijn onder meer
twee veegzuigmachines ten behoeve van het schoonhouden van de start- en
landingsbanen door I&M aangeschaft bij Defensie.
In overleg met de betrokkenen in Caribisch Nederland zijn nadere plannen gemaakt om
het afvalbeheer op de eilanden te verbeteren. Dit resulteerde eind 2014 in het op de
eilanden Saba en Sint Eustatius in ontvangst nemen van onder andere containers voor
bij de woningen, verbrandingsovens, scheidingslijnen en voertuigen voor de
afvalinzameling. In 2015 worden de geleverde materialen geïnstalleerd en in gebruik
genomen en volgt het materiaal voor Bonaire. De verbeteringen in het afvalbeheer
leiden tot het voorkomen van het storten van afval, door het gescheiden aan
huis inzamelen van dry-recyclables en non-recyclables. De non-recyclables worden
verbrand. De dry-recylables worden nagescheiden op nieuw ingerichte milieustraten,
zodat het afval gerecycled kan worden en weer ingezet kan worden als grondstof voor
nieuwe producten. Voor wat betreft de recycling van afvalstromen, wat een
producentenverantwoordelijkheid is, wordt in overleg met de producenten gekeken naar
de rol die zij kunnen spelen in de educatie, communicatie en zo mogelijk door het geven
van een tegemoetkoming in de kosten voor de afvoer en recycling van het gescheiden
afval.
Het beleid voor bedrijfsgebonden milieutaken op de eilanden wordt vanaf november
2013 ontwikkeld en uitgevoerd. Er is een ontwerp AMvB (Inrichtingen en
activiteitenbesluit (hierna: IAB) aan het bestuur van Bonaire voorgelegd waarin keuzes
worden gemaakt over de mate waarin lokale bedrijven duurzaam kunnen ondernemen.
Er is gekozen voor een tweejarig implementatietraject waarin stakeholders, het
bedrijfsleven, lokale overheid en I&M gezamenlijk afspraken maken over de
uitvoerbaarheid en de invoering van het IAB.
Gedurende 2014 is een juridisch assessment uitgevoerd op de praktische werkbaarheid
van de concept milieuregels en zijn er trainingen gegeven aan lokaal personeel.
Daarnaast is gewerkt aan capaciteitsopbouw van het ambtelijk apparaat door, onder
voorwaarden, twee formatieplaatsen ter beschikking te stellen voor milieutaken,
kennisborging in samenwerking met onder andere TNO te organiseren en IT oplossingen
voor de directie Toezicht en Handhaving te onderzoeken. Voor olieterminal Bonaire
(BOPEC) en brandstofopslag Curoil zijn na een traject van twee jaar milieuvergunningen
afgegeven met meerjarige investeringsverplichtingen voor de betrokken bedrijven op het
terrein van veiligheid en milieu. Alle lopende juridische procedures zijn door de
rechtbank ongegrond verklaard. Voor NuStar op Sint Eustatius loopt nog een procedure
tegen de in 2013 afgegeven milieuvergunning. Hiermee zijn alle grote bedrijven in
Caribisch Nederland van een vergunning voorzien en is één van de prioriteiten die bij de
totstandkoming uit de Wet VROM Bes als urgent is benoemd verwezenlijkt. Betrokken
bedrijven zullen met de inwerkingtreding van het "Besluit grote inrichtingen
milieubeheer" (BGIM) in 2015 onder de bevoegdheid van de Minister komen te vallen.
15
De maritieme incidentenorganisatie heeft in 2014 het plan voor de operationele
afhandeling van een olieverontreiniging in samenwerking met de eilanden opgesteld. Het
plan sluit aan op het in 2013 door de Minister van I&M vastgestelde tactisch-strategische
plan. Op alle eilanden staan nu twee containers oliebestrijdingsmaterieel in de vorm van
zogeheten ‘current busters’ alsmede materiaal om olie van de stranden te ruimen.
Gestart is met de voorbereidingen van de aankoop van schermen om het Lac Bonaire
tegen de indringing van olie te kunnen beschermen. Om scheepscapaciteit te kunnen
contracteren welke bij een olieramp kan worden ingezet is een internationale
marktconsultatie gehouden, waarbij de daadwerkelijke aanbesteding is voorzien voor
begin 2015. In samenwerking met het Ministerie van Defensie is een AIS-ontvanger op
Saba geplaatst waarmee door het Ministerie van Economische Zaken invulling kan
worden gegeven aan de handhaving van het vaarverbod op de Saba-bank. De data van
de AIS-ontvanger worden daarnaast door de Kustwacht voor het Caribisch Gebied en
Rijkswaterstaat gebruikt om een beeld te vormen van de intensiviteit van het
scheepvaartverkeer. Belangrijk bij crisismanagement is het doorlopend opleiden, trainen
en oefenen. In 2014 hebben twee bestuurlijke trainingen plaatsgevonden met als
deelnemers de gezaghebbers, de eilandsecretarissen en andere medewerkers van het
openbaar lichaam en vier operationele trainingen met als deelnemers het
havenpersoneel, de lokale brandweer, de olieterminals en de natuurorganisaties.
De reguliere maritieme aangelegenheden in CN lopen langs drie hoofdlijnen:
1. De verdere professionalisering en upgrading van het havenbeheer ten einde de
veilige vlotte vaart van en naar de eilanden te borgen en waar mogelijk het
verdienvermogen te verbeteren.
2. Het wegwerken van achterstanden en achterstallig onderhoud in de maritieme
infrastructuur om veiligheidsrisico's in te dammen.
3. Het, in relatie van onder 1 en 2 genoemde, verkennen naar de wijze waarop de
maritieme aangelegenheden kunnen worden ingevuld.
Hiertoe is begin 2014 met elk eiland apart een intentieverklaring
overeengekomen. De uitwerking heeft voor de bovenwinden plaats gehad door de
detachering van een maritiem expert voor een half jaar. Voor Bonaire zijn twee
verkenningsonderzoeken uitgevoerd die gedetailleerd helderheid bieden over het
toekomstig traject voortvloeiend uit de intentieverklaring.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Caribisch Nederland (RCN-unit Sociale Zaken) is
verantwoordelijk voor de uitvoering van de aan haar opgedragen wetten en regelingen.
Het gaat hierbij om wetten en regelingen omtrent de sociale verzekeringen, uitkeringen,
tewerkstellingsvergunningen (TWV’s), arbeidsinspectie en arbeidszaken.
Dat houdt in dat de RCN-unit Sociale Zaken alle aanvragen voor AOV, AWW,
Onderstand, Ziekengeld, Ongevallengeld, Cessantia, TWV’s, ontslagvergunningen
behandelt en beoordeelt. Daarnaast is RCN-unit Sociale Zaken verantwoordelijk voor
bemiddeling bij arbeidsgeschillen en voor de arbeidsinspectietaken.
RCN-unit Sociale Zaken heeft vestigingen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Op Sint
Eustatius en Saba gaat het om kleine vestigingen met meer de nadruk op de loketfunctie
16
en beoordeling en waarbij de laatste stappen (besluit en uitbetaling) van de
verschillende werkprocessen op Bonaire plaatsvinden.
Tevens is de unit nauw betrokken bij de uitvoering van de integrale aanpak-projecten
vanuit het departement. Met het budget integrale aanpak zijn en worden projecten
uitgevoerd op het gebied van onder meer integrale wijkaanpak, job coaching,
kinderopvang en maatschappelijk werk. In 2014 is vanuit SZW € 860.000 aan dit budget
bijgedragen. Deze middelen worden volgens de Donner-sleutel verdeeld. Toekenning
vindt plaats op basis van door de eilanden in te dienen plannen.
Jaarlijks in november wordt de indexatie van het wettelijk minimumloon (WML) en de
uitkeringen voor het daaropvolgende jaar bepaald. De afspraak is dat er bij de jaarlijkse
indexering tevens tot verdere verhoging van het wettelijk minimumloon en de
uitkeringen wordt besloten indien statistische data over de economische ontwikkeling
daartoe aanleiding geven. Deze informatie zit niet in het regulier werkprogramma van
het CBS. Het Ministerie van SZW heeft daarom in 2013 een contract gesloten met het
CBS voor aanvullend statistisch onderzoek, waarbij in dit verband het onderzoek naar
Inkomens en inkomensverdeling (zogeheten inkomensstatistiek) de voornaamste is. De
statistieken moesten vanaf het begin worden opgebouwd, waardoor de eerste definitieve
publicatie pas na de zomer van 2015 zal plaatsvinden. Daarmee kunnen de uitkomsten
worden betrokken bij de besluitvorming over de ontwikkeling van de niveaus per
1 januari 2016. Per 1 januari 2015 zijn de niveaus ook aangepast, maar deze aanpassing
is enkel op de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer gebaseerd.
Op basis van verkregen signalen van de Openbare Lichamen over onderbenutting van
met name de bijzondere onderstand, is besloten om extra aandacht te besteden aan het
voorlichten hierover. Er is overleg gepleegd met de stakeholders op de verschillende
eilanden en is er gebruik gemaakt van de media en flyers. Het heeft geresulteerd in een
aanzienlijke stijging in het aantal toekenningen voor bijzondere bijstand. In 2013 waren
er 74 toekenningen en in 2014 waren het er 221. Een groot gedeelte van deze
toekenningen is in het kader van de schoolbenodigdheden geweest, waarbij bovendien
nauw is samengewerkt met met name de Openbare Lichamen van Saba en Sint
Eustatius.
Ook op het gebied van de TWV’s en de arbeidsinspectie is in 2014 verder vorm gegeven
aan de samenwerking met de diverse Openbare Lichamen. Zowel het Ministerie als de
Openbare Lichamen zijn zich ervan bewust dat deze samenwerking ook in 2015 verder
aandacht behoeft.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een afdeling binnen de
Rijksdienst Caribisch Nederland, gevestigd op Bonaire en Sint Eustatius, met
voornamelijk lokale medewerkers. Het is een mix van beleidsmedewerkers en
uitvoerende medewerkers, die de scholen ondersteunen bij het uitvoeren van de
onderwijsagenda en leerlingen en ouders ondersteunen bij aanvraag c.q. aflossing van
de studiefinanciering. Daarnaast vormen ze de schakel tussen de scholen in Caribisch
Nederland en het Ministerie in Den Haag.
In maart 2014 heeft de Inspectie van het Onderwijs een themarapportage
'Onderwijsverbetering in Caribisch Nederland. Het onderwijs op Bonaire, Sint Eustatius
en Saba, 3 jaar na 10 oktober 2010' (Kamerstukken II, 2013–2014, 31 568, nr. 137)
17
uitgebracht. Op grond van die rapportage blijkt dat in het primair onderwijs goede
stappen zijn gezet. In 2014 heeft de eerste basisschool de basiskwaliteit behaald, het
betreft de Golden Rock School op Sint Eustatius. Dit is een eerste mooie stap. Voor een
aantal scholen in het primair onderwijs moet basiskwaliteit in 2016 bereikbaar zijn. Voor
de scholen in het voortgezet onderwijs is het beeld meer gedifferentieerd en
kwetsbaarder. De Inspectie van het Onderwijs heeft in het bijzonder aandacht gevraagd
voor de zorgproblematiek op de eilanden die extra inzet vergt. De staatssecretaris van
OCW heeft in zijn beleidsreactie aangegeven vast te houden aan de geformuleerde
ambitie om de basiskwaliteit in 2016 te realiseren of zo spoedig mogelijk daarna. Dit is
in het belang van de leerlingen die recht hebben op goed onderwijs. Om dit te kunnen
realiseren en de scholen zo goed mogelijk te ondersteunen, heeft het Ministerie van
OCW onder andere extra inzet gepleegd in de leerlingenzorg en het versterken van de
bestuurskracht.
Verder stond 2014 voor een groot deel in het teken van taalontwikkeling. De
staatssecretaris heeft in zijn brief van 8 oktober 2014 (Kamerstukken II, 2014–2015, 31
568, nr. 145) de Tweede Kamer geïnformeerd over het wijzigen van de instructietaal op
Sint Eustatius van het Nederlands naar het Engels. De voorbereidingen voor deze
transitie zijn momenteel in volle gang. Zo is onlangs de University of St. Martin
gecontracteerd om alle leerkrachten bij te scholen in het Engels. De Stichting
Leerplanontwikkeling (SLO) ondersteunt de scholen bij de ontwikkeling van het
Engelstalige curriculum. De Nederlandse Taalunie helpt bij de ontwikkeling van materiaal
voor het onderwijzen van Nederlands als vreemde taal. Daarbij wordt nauw
samengewerkt met Saba, waar de schooltaal al Engels is, en wisselen de betrokken
partijen ook ervaringen uit met Sint Maarten.
Op 18 december 2014 heeft de staatssecretaris de Tweede Kamer het advies van de
Nederlandse Taalunie over Nederlands als Vreemde Taal aangeboden (Kamerstukken II,
2014–2015, 31 568, nr. 147). De Taalunie adviseert dat de leerlingen op Bonaire
vroeger en intensiever les krijgen in het Nederlands en dat er ook wordt ingezet op het
behoud en de versterking van het Papiaments. Het advies biedt een gedegen basis voor
de aanpak van de problemen die samenhangen met de positie van het Nederlands in en
rond het onderwijs. De staatssecretaris zal in overleg met het Openbaar Lichaam Bonaire
en de schoolbesturen de instelling van twee expertgroepen ondersteunen, één voor het
Nederlands en één voor het Papiaments. De expertgroepen zullen de gevolgen van dit
advies in kaart brengen en de actiepunten vastleggen in een plan van aanpak. Het plan
van aanpak zal voor de zomer zijn afgerond.
In 2014 is een platform opgericht voor studeren in de regio waaraan de zes (ei)landen
die tot het Koninkrijk der Nederlanden behoren meedoen. De doelstelling van het
platform is om zicht te krijgen op met name mbo vervolgopleidingen in de regio. Het
eerste wapenfeit is dan ook een database waarin de leerlingen op de eilanden kunnen
zien welke mbo-/hbo-opleidingen en universiteiten er in de regio zijn en waarvoor zij
studiefinanciering ontvangen.
Tot slot is in het kader van de huisvesting de renovatie van de Kolegio San Bernardo
opgeleverd.
18
Ministerie van Veiligheid en Justitie
In algemene zin zijn in 2014 verdere stappen gezet in het beter organisatorisch,
formatief en kwalitatief op orde brengen van de verschillende VenJ-onderdelen. Zo is bij
het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN) in 2014 veel geïnvesteerd in opleiding en
training van medewerkers en zijn nieuwe aspiranten aangetrokken. Ook is de
‘vernieuwbouw’ van het hoofdbureau van politie in 2014 afgerond waardoor het KPCN op
Bonaire niet langer ‘versnipperd’ is over meerdere kantoren.
Ook bij de Voogdijraad is in 2014 veel aandacht geweest voor opleiding en
professionalisering, onder meer door inzet van opleiders van de Raad voor de
Kinderbescherming vanuit Europees Nederland.
Over de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN) is in 2014 door zowel de Raad
voor de Rechtshandhaving als de Commission on the Prevention of Torture van de Raad
van Europa (CPT) positief gerapporteerd (rapport CPT wordt naar verwachting in mei
2015 openbaar). De ruimtelijke mogelijkheden voor verdere ontplooiing op de huidige
locatie in het centrum van Kralendijk zijn echter beperkt en daarom wordt in 2015
gestart met de bouw van een nieuwe gevangenis buiten de stad.
De Raad voor de Rechtshandhaving heeft in 2014 ook een rapport uitgebracht over het
functioneren van de Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN), waarin is
geconcludeerd dat de reclassering met een hoge mate van bevlogenheid, creativiteit en
betrokkenheid de reclasseringstaken uitvoert.
Saba en Sint Eustatius hebben het enkele jaren zonder notariële voorziening moeten
stellen. In 2014 heeft VenJ een overeenkomst gesloten met enkele notarissen van Sint
Maarten die per januari 2015 zullen voorzien in de notariële dienstverlening op Saba en
Sint Eustatius door op regelmatige basis (op beide eilanden twee keer per maand)
aanwezig te zijn. De notarissen maken op Saba en Sint Eustatius gebruik van
kantoorruimte van RCN om cliënten te spreken.
In april 2014 is de Commissie toezicht bescherming persoonsgegevens BES van start
gegaan.
Bij het Openbaar Ministerie is in 2014 een nieuwe procureur-generaal van Curaçao, van
Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba benoemd. Ook is een nieuwe
Hoofdofficier Caribisch Nederland aangesteld.
OM en politie hebben in 2014 fors ingezet op het onderzoek in de dubbele moordzaak
‘Country Garden’. De behandeling van de zaak heeft in 2015 inmiddels tot twee
veroordelingen (tot lange gevangenisstraffen) geleid.
Voor de justitieketen als geheel is in 2014 het besef sterker geworden dat voor verdere
verbetering op het gebied van de justitievoorzieningen, samenwerking tussen de
verschillende ketenpartners, zowel binnen Caribisch Nederland als tussen Caribisch en
Europees Nederland, cruciaal is, zeker tegen de achtergrond van de kleinschaligheid van
het VenJ-werk op Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
19
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Op het terrein van VWS is de afgelopen jaren met succes verder gewerkt aan het
verbeteren van het niveau van de zorg en jeugdzorg. Uit het laatste belevingsonderzoek
onder de inwoners van Caribisch Nederland blijkt dat zij dit ook in toenemende mate zo
ervaren.
Er is per 1 januari 2011 één zorgregeling voor iedereen in Caribisch Nederland, die door
het onder VWS vallende Zorgverzekeringskantoor wordt uitgevoerd. Iedereen die legaal op
Bonaire, Sint Eustatius en Saba woont en/of werkt, ongeacht ziektebeeld en leeftijd, is
verzekerd voor ziektekosten en zorgkosten. De aanspraken in deze regeling komen op
hoofdlijnen overeen met de aanspraken die in de Zorgverzekeringswet, inclusief een deel
van de aanvullende verzekeringen en de langdurige zorg conform de voormalige AWBZaanspraken zijn opgenomen. Het gaat om circa 24.000 verzekerden in 2014. In 2014 is
er voor de zorg en jeugdzorg samen ruim € 96,5 mln. uitgegeven ten laste van de VWS
begroting.
Het jaar 2014 heeft vanuit het perspectief van de zorg vooral in het teken gestaan van
het advies van de Werkgroep Zorg Caribisch Nederland. In september 2013 is de
werkgroep ingesteld om voor de lange(re) termijn een advies op te stellen over de
toekomst van de zorg in Caribisch Nederland. In de Werkgroep waren het ZVK,VWS,
zorgaanbieders en de besturen van de drie openbare lichamen vertegenwoordigd.
Opdracht voor de werkgroep was om concreet te maken hoe, binnen de budgettaire
kaders en binnen de wettelijke kaders, de opbouw van de zorginfrastructuur de komende
jaren verder vorm zou moeten krijgen. De werkgroep heeft in mei 2014 zijn advies
afgerond. Het advies van de werkgroep is volledig overgenomen door de Minister van
VWS. Op basis van de aanbevelingen wordt de verdere verbetering van het zorgaanbod
door alle betrokken partijen ter hand genomen in de komende jaren. Het gaat hierbij om
het realiseren van een goed functionerend, duurzaam stelsel van zorg, dat voor alle
rechthebbenden in gelijke mate toegankelijk is rekening houdend met zowel de culturele,
geografische en andere verschillen tussen het Europese en het Caribische deel van
Nederland als de verschillen tussen de drie eilanden. De gezamenlijke activiteiten voor
2014-2020 zijn: opstellen van een gezamenlijk communicatieplan, plan opstellen om de
leemtes in de langdurige zorg (inclusief WMO) op te vullen, dat plan uitvoeren,
versterken eerstelijns zorg en het verbeteren van de logistiek rond de medische
uitzendingen. Het is daarbij om het financieel beheersbaar te houden essentieel dat de in
het advies voorgestelde efficiencymaatregelen, zoals het beter organiseren van de
medische uitzendingen, worden gerealiseerd.
Op Bonaire is in 2014 begonnen met de bouw van een Psychiatrische Afdeling Algemeen
Ziekenhuis (PAAZ) met faciliteit voor verslavingszorg. Aan de verslavingszorg is in 2014
op alle drie de eilanden een flinke impuls gegeven door de Stichting Psychiatrie en
Verslavingszorg CN, waarmee het ZVK een contract heeft gesloten. In dit kader wordt
thans ook gewerkt aan het opzetten van forensische ketenzorg.
Om de bestuurscolleges van de drie eilanden te ondersteunen bij het uitvoeren van de
publieke gezondheidszorg en de toepasselijke wetgeving heeft de GGD Den Haag de
eilandbesturen geadviseerd. Ten behoeve van de uitvoering van de taken op het terrein
van de publieke gezondheidszorg, bedoeld in de Wet publieke gezondheid, is voor de
openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor de periode 2014 tot 2020 een
meerjarige bijzondere uitkering vastgesteld door VWS.
20
Met betrekking tot de jeugdzorg zijn in 2014 zowel in de werkprocessen als in de
kwaliteit van de hulpverlening verdere verbeteringen doorgevoerd. VWS verstrekte in
2014 daarenboven aan een zestal instellingen die zich met jeugdzorg en naschoolse
opvang bezighouden subsidies.
Kinderrechten is een van de drie prioritaire thema’s die tijdens de CN-week zijn
benoemd voor de BES-eilanden. Er is een ambtelijke taskforce ingericht om de
onderwerpen kinderrechten en huiselijk geweld op de BES verder te brengen. Het is de
bedoeling dat begin 2015 de voornemens van de taskforce verder concreet vorm krijgen.
Hierbij zullen ook de opvattingen van Unicef betrokken worden.
Ook heeft VWS zijn bijdragen geleverd aan de pogingen om de sociaal economische
situatie op de eilanden te verbeteren. Via de jeugdzorg, CN-tafel ( buurtsport coaches)
maar ook door, ondanks de fors stijgende zorgkosten, de premies niet te verhogen of op
andere wijze een bijdrage te vragen van de inwoners van Caribisch Nederland aan de
stijgende zorgkosten.
21
Download