INKOMEN Adviseer over EIGENRISICODRAGERSCHAP ZW In dit eerste artikel van de reeks ‘Inkomen - op weg naar 2017’ staat de mogelijkheid centraal om nog per 1 juli 2015 eigenrisicodrager voor de Ziektewet (ZW) te worden. Het is belangrijk dat de adviseur inkomen – voor zover dat al niet is gebeurd – zijn zakelijke relaties nu gaat informeren. Een bedrijf dienst zijn keuze namelijk vóór 1 april 2015 bij de Belastingdienst door te geven.’ M et ingang van 1 januari 2014 betalen middelgrote en grote werkgevers zelf voor de eigen flexwerknemers die instromen in de ZW. De wet BeZaVa (Beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters) heeft geregeld dat bij de beschikking Werkhervattingkas er twee premies bij zijn gekomen, bovenop de sinds 2007 bestaande WGA-vast premie voor WGA-instroom vanuit vaste dienstbetrekkingen. Werkgevers betalen sinds 2014 ook een WGA-flex en ZW-flex voor de werknemers die instromen vanuit flexibele dienstbetrekkingen. Flexmedewerkers zijn onder anderen. de werknemers die ziek uit dienst gaan binnen de proeftijd of na einde van het tijdelijke contract en werknemers die binnen 28 dagen na uitdiensttreding ziek worden en nog vallen onder de nawerking ZW. De flexgroep betreft ook de fictieve dienstbetrekkingen (onder andere stagiaires en BBL-werknemers). Belastingdienst Werkgever moet verzuimbeleid opstellen 26 InF inan ce.nl Een bedrijf dat per 1 juli 2015 eigenrisicodrager voor de ZW wil worden, dient dit voor 1 april 2015 bij de Belastingdienst door te geven met het formulier ‘Aanvraag of beëindiging Loonheffingen Eigenrisicodragerschap voor de ZW’. De Belastingdienst wil daarbij ook een ‘bedrijfsartsverklaring’ waaruit blijkt dat deze (ex-)flexwerknemer toegang heeft tot een OP WEG NAAR 2017 gecertificeerde bedrijfsarts. De onderneming moet er verder rekening mee houden dat het eigenrisicodragerschap valt onder het adviesrecht van de Ondernemingsraad. Een garantieverklaring, zoals bij de regeling WGA ter borging van de uitkeringslasten bij een eventueel faillissement, is voor het eigenrisicodragerschap ZW níet nodig. Staartlasten Bij goedkeuring door de Belastingdienst geldt het eigenrisicodragerschap vanaf 1 juli 2015 voor de werknemers die ziek worden op of na 1 juli 2015. Zijn er voor die datum al werknemers ziek of lopen er al ZW-uitkeringen? Die blijven als zogenaamde staartlasten achter bij het UWV. De werkgever is daar dus niet zelf financieel verantwoordelijk voor (= art. 63b lid 1 ZW). De Werkhervattingskas kent een gedifferentieerde ZW-flexpremie die niet van toepassing is als het bedrijf eigenrisicodrager is. De gedifferentieerde premie bestaat uit een rekenpremie met een opslag als het bedrijf het slechter doet dan het landelijke gemiddelde of een korting indien het bedrijf het beter doet. Bij het UWV geldt dat de uitkeringen middels het T-2 principe doorbelast wordt. Voor de premie van 2015 wordt er gekeken naar de uitkeringslast uit 2013. De minimum ZW-flex premie bedraagt in 2015 0,08% en de maximale premie 1,4%. Bij een loonsom van 5 miljoen euro is dat dus minimaal 4.000 en maximaal 70.000 euro. Stel dat een bedrijf op basis van de uitkeringslasten uit 2013 momenteel een hoge premie betaalt (oftewel een opslag op rekenpremie heeft) en dat ook in 2016 een hoge premie te verwachten is op basis van de uitkeringen uit 2014, dan is het zeer aantrekkelijk om eigenrisicodrager ZW te worden. Dit risico van het zelf betalen van de uitkeringslasten en de re-integratieverplichtingen kan desgewenst weer verzekerd worden bij een private verzekeraar. Grotere bedrijven (> 10.000.000 euro loonsom) willen veelal het risico niet privaat verzekeren omdat ze ook geen borgstelling nodig hebben. Ze zullen dan eerder kiezen om de re-integratiedienstverlening en eventueel de ‘verloning’ uit te besteden Sectorale premie Kleine bedrijven, tot 314.000 euro loonsom (= 10 maal gemiddelde loonsom), hebben bij de premie Werkhervattingskas niet te maken met deze schommelingen tussen minimum- en maximumpremie op basis van hun eigen schadelast. Zij betalen bij het UWV een sectorale premie, waarbij de korting of opslag op een rekenpremie gebaseerd is op de totale instroom van de branche. De verwachting is dat deze kleine bedrijven niet kiezen om eigenrisicodrager ZW te worden. Dit ligt anders bij middelgrote werkgevers. Zij betalen een gewogen gemiddelde van sectorpremie en de individuele berekende premie. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de individuele toerekening. De grens middelgroot ligt voor 2015 tussen 314.000 en 3.140.000 euro (kijkend naar de premieplichtige loonsom van 2013). Grote werkgevers hebben een premieplichtig loon boven de 3.140.000 euro. Vrijdag 20 februari 2015 kwam minister Asscher met het nieuws dat de samenvoeging van de huidige WGAvast- en WGAflexregelingen tot één WGA-regeling met een jaar wordt uitgesteld tot 1 januari 2017. Goed nadenken Een werkgever die eigenrisicodrager ZW wil worden, dient goed na te denken over de uitvoering van de uitbetaling en de arbo- en reintegratieverplichtingen. Zo moet er onder andere een aparte ‘ziek uit dienst’ administratie bijgehouden worden en het recht en de hoogte moeten vastgesteld worden. Een werkgever moet zelf uitvoering geven aan de ZW, maar het is een semi-eigenrisicodragerschap en alles dient door het UWV getoetst te worden (het UWV geeft de beschikkingen af). Een werkgever dient een verzuim- en reintegratiebeleid op te stellen, inclusief sanctiebeleid, en uitvoeren voor de ZW-gerechtigden. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat bij wijzigingen in hoogte en/of duur van de uitkering er een beschikking zal moeten worden aangevraagd bij het UWV. Een werkgever dient het proces in te richten inzake bezwaar en beroep op beschikkingen bij het UWV. Het is mogelijk om deze zaken uit te besteden aan externe uitvoerders. De externe uitvoerders keren ook veelal de ziekengelduitkeringen aan de werknemer uit en brengen dit weer in rekening bij de klant. Bedrijven die de btw niet kunnen verrekenen, zoals onderwijsorganisaties, zorginstellingen en ziekenhuizen, kunnen beter zelf de ziekengelduitkeringen rechtstreeks uitbetalen, want de private uitvoerder ZW moet namelijk btw heffen die het btw-vrije bedrijf niet verrekenen kan. Multinationals De multinationals zijn in 2014 vrijwel allemaal al eigenrisicodrager ZW geworden. De uitvoering hebben ze veelal bij private uitvoerders ZW neergelegd. Ongeveer 1,5% van alle werkgevers zijn eigenrisicodrager ZW. Zij vertegenwoordigen wel 24% van de loonsom in Nederland (is inclusief de uitzendwerkgevers die eigenrisicodrager zijn). Kortom veel werknemers hebben al te maken met een private uitvoering van de ZW. De minimum gedifferentieerde premie ZW-flex bedroeg in 2014 0,14%. Alleen daarvoor konden grote ondernemingen het risico al zelf dragen. En bij een gemiddeld risico betaalden bedrijven gewoon de rekenpremie van 0,34%. Bij 100 miljoen euro dus 340.000 euro. De werkelijke uitkeringsschade en re-integratiekosten in dit voorbeeld waren begroot op circa 70.000 euro, oftewel de keuze is dan snel gemaakt. Het grote voordeel is namelijk ook dat je als eigenrisicodrager veel beter grip hebt op de zieke ex-werknemer. Stel dat een bedrijf (nog) geen eigen-risicodrager is, dan wordt er vaak wel een postcontractueel re-integratiebeding met exwerknemers aangegaan. Het beding regelt dat de werknemer die ziek uit dienst gaat of zich binnen vier weken na einde dienstverband ziek meldt onder de re-integratiebegeleiding van de werkgever blijft. Hieraan kan dan een boetebeding worden gekoppeld indien de werknemer dat weigert om te doen. Bij weigering heeft de werkgever de mogelijkheid om naar de kantonrechter te gaan. De rechter zal zo’n dergelijk beding nog toetsen op houdbaarheid. Echter, het financiële belang van de werkgever is zo groot en de inspanningsverplichting van de werknemer in verhouding gering, dat dit beding zeker kans van slagen heeft. No-riskpolis Auteur Marjol Nikkels-Agema, directeur CS Opleidingen BV Al valt iemand op de eerste werkdag bij het bedrijf uit, de rekening voor maximaal twaalf jaar arbeidsongeschiktheid kan worden toegerekend (twee jaar verzuim en tien jaar WGA). Het is een misvatting om te denken dat een werkgever tijdens de proeftijd geen risico loopt. Er is alleen geen risico wanneer de no-riskpolis van toepassing is. Help daarom uw klant om na twee maanden dienstverband te vragen of de werknemer structureel functioneel beperkt is of een arbeidsgehandicaptenstatus heeft. Hier gaan we bij andere artikelen in de serie ‘Inkomen - op weg naar 2017’ nader op in. In F i n an ce.n l 2 7