Milieu, klimaat en ruimtelijke dynamiek Inleiding door Ton Dietz 4 november 2008 Milieu, duurzame bestaansverwerving en toegang tot hulpbronnen De Aarde als bestaansbasis van de mens • Totale oppervlakte van de Aarde: 51 miljard hectare • Daarvan is 70% water/ijs en 30% land • Van het landoppervlak (zonder Antarctica) wordt nu 18% gebruikt voor akkerbouw. • Daarvan is 10% geïrrigeerd en 26% staat onder permanente gewassen • Niet meer dan 2% wordt gebruikt voor menselijke fysieke infrastructuur (steden, wegen). • 27% van het huidige wereldlandareaal wordt als ‘bos’ geklassificeerd • 53% is ‘woeste grond’ en veeteeltgebied (van nomadisch tot intensief). • 12% van het wereldlandareaal heeft nu een ‘beschermde status’ als ‘natuurgebied’. Geografische land milieus als basis voor bestaansverwerving door mensen • Indeling van de geograaf John Cole: ‘vriendelijke landschappen’ • tropische en subtropische natte bossen, • de tropische droge savannes, • de mediterrane landschappen, • de loof- en naaldbosgebieden van de gematigde breedten en • de tropische en gematigde graslanden. ‘onvriendelijke landschappen’ • berglandschappen • de hete en koude woestijnen (aride gebieden) • en de toendra landschappen Het is nergens volkomen onmogelijk om te leven, maar de moeite die je moet doen om te overleven verschilt enorm Cole’s poging tot geografische klassificatie van werelddelen • variabele 1: welvaart: deze variabele meet het Bruto Regionaal Product van een gebied, gedeeld door de bevolking van dat gebied, in 1990 (het gaat om het ‘reële’ BRP, dus met koopkrachtcorrectie!) • variabele 2: natuurlijke hulpbronnen per hoofd van de bevolking Cole’s variabelen voor het meten van de rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen Variabele 1 is een samengestelde, berekende variabele op basis van vijf deelvariabelen: • landareaal • produktief land (berekend met de formule: 1x areaal akkerland + 0,2x areaal bos + 0,1x areaal weideland) • zoetwatervooraad (berekend door de gemiddelde jaarlijkse regenval van een gebied te vermenigvuldigen met de gebiedsgrootte) • fossiele brandstof (berekend door de bekende bewezen reserves van olie, gas en steenkool bij elkaar op te tellen in olie-equivalenten) • mineralenrijkdom: bewezen reserves van 16 economisch belangrijke mineralen (berekend met de formule: 5x ijzer + 4x bauxiet en koper + 2x lood, zink, fosfaat, kaliumzout en diamant + 1x tin, zilver, goud, chroom, mangaan, nikkel, wolfram en zwavel). Voor elke wereldregio wordt elke deelvariabele dan uitgedrukt in een percentage van het wereldtotaal in 1990 en vervolgens ongewogen gemiddeld. Het eindresultaat van die klassificatiepoging I • Rijke natuur + rijke economie: wereldgemiddelde = 1 - Oceanie Rusland and Centraal Azie - USA + Canada 10.4 3.2 2.6 1.4 2.7 4.5 1.9 1.7 1.4 1.0 0.8 0.3 • Rijke natuur + arme economie: - - Latijns Amerika + Cariben Noord Afrika en Midden Oosten Sub-Sahara Afrika Het eindresultaat van die klassificatiepoging II • Arme natuur + Rijke economie wereldgemiddelde = 1 • West Europa • Centraal Europa • Japan + Zuid Korea 0.7 0.6 0.2 2.8 1.1 2.6 • Arme natuur + arme economie • Zuidoost Azie • China • Zuid Azie 0.6 0.3 0.2 0.5 0.6 0.2 Hulpbronnen leiden tot welvaart? Volgens de gegevens van Cole (voor 1990) is daarvan geen sprake. Door de natuur (per capita) rijk gezegende wereldregio’s kunnen zowel (zeer) welvarend zijn als (straat) arm. En andersom: door de natuur karig gezegende wereldregio’s (per capita) kunnen zowel (straat) arm zijn als (zeer) rijk. Hoe komt Cole aan zijn conclusie? • Landareaal/bevolking Wereldgemiddelde = 1 Oceanie: 12.8 West Europa: 0.4 Rusland/C. Azie: 3.2 Centraal Europa: 0.4 USA/Canada: 2.8 China: 0.4 Latijns Am.: 1.8 Zuidoost Azie: 0.4 SS Afrika: 1.8 Zuid Azie: 0.2 N Afr/ZW Azie: 1.5 Japan/ZK: 0.1 Productief land • Productief land/bevolking Wereldgemiddelde = 1 Oceanie: 9.0 NAfr/ZWAz: Rusland/C. Azie: 3.1 Zuidoost Azie: USA/Canada: 2.7 West Europa: Latijns Am.: 1.7 Zuid Azie: SS Afrika: 1.3 China: Centraal Europa: 1.0 Japan/ZK: 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.2 Zoet Water • Zoet water/bevolking Wereldgemiddelde = 1 Oceanie: 4.0 West Europa: Latijns Am.: 3.3 China: USA/Canada: 2.3 Japan/ZK: Rusland/C. Azie: 2.0 Zuid Azie: SS Afrika: 1.5 Centr. Europa: Zuidoost Azie: 1.2 NAfr/ZWAz: 0.7 0.4 0.4 0.3 0.3 0.2 Fossiele brandstoffen Wereldgemiddelde = 1 Oceanie 6.2 W. Eur. NAfr/ZWAz 5.4 L.Am. Rusl/C. Az. 4.4 C. Eur. USA/Can 2.2 SSAfrica Zuidoost Azie China Zuid Azie Japan/ZKor 0.9 0.7 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0 Minerale hulpbronnen Wereldgemiddelde = 1 Oceanie 20.2 C. Eur USA/Can 3.4 N Afr/ZWAz Rusl/CAz 3.3 W. Eur SSAfr 1.8 ZO Az Lat Am 1.8 China Zuid Azie Japan/ZKor 0.9 0.8 0.7 0.1 0.2 0.1 0.1 Hoe zit het met de dynamiek? Bevolking als basis variabele: verdere verschuiving naar vooral SSAfr en Zuid Azie Land: stabiel Productief land: tamelijk stabiel Water: stabiel Fossiele brandstofreserves: dynamiek Mineralen: enige dynamiek Maar vooral dynamiek in de welvaart en de welvaartsverdeling over de wereldregio’s Cole’s Rijke Wereldregio’s in 1990 en 2005 Wereldgemiddelde = 1 Usa/Canada 4.5 4.3 West Europa 2.8 3.2 Oceanie 2.6 2.4 Japan/ZKorea 2.6 3.0 Rusland/C Azie 1.4 0.8 C. Europa 1.1 1.7 Cole’s Arme regio’s in 1990 Situatie in Latijns Amerika N Afrika/ZW Azie China Zuidoost Azie SS Afrika Zuid Azie 1990 2005 Wereldgemiddelde = 1 1.0 1.0 0.8 0.7 0.6 0.7 0.5 0.5 0.3 0.2 0.2 0.3 Voorzichtige hypothese Het lijkt er op dat wereldregio’s die gezegend zijn met een relatief rijke natuur per capita economisch de laatste vijftien jaar economisch minder hard gegroeid zijn dan de regio’s met een relatief karige natuur per capita. Dat geldt zowel voor de relatief rijke regio’s in 1990 als voor de relatief arme regio’s in 1990. Dit zou steun verlenen aan de theorie van de ‘resource curse’: gebieden die relatief rijk gezegend zijn met natuurlijke hulpbronnen zijn in de recente wereldeconomie relatief minder succesvol geweest dan de gebieden met een karige natuur. De politicoloog Homer Dixon stelt dat schaarste aan natuurlijke hulpbronnen leidt tot conflict/oorlog, maar ook dat het leidt tot ‘ingenuity’ = creativiteit De econoom Paul Collier toont aan dat gebieden met een relatief rijke natuur (veel natuurlijke hulpbronnen) de laatste decennia een grotere kans hadden in een oorlogssituatie te belanden (en daar vaak verarmd uit tevoorschijn komen).