Georganiseerd door de sectie “Onderwijs en opleidingen” van de Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging 30ste Vlaamse Chemie Olympiade 2012-2013 1s t e ron de 14 n ovem ber 2012 De Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen komen tot stand dankzij: De Vlaamse Overheid en meer bepaald het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie en de actieve steun van: de Vlaamse universiteiten: UAntwerpen, VUB, UGent, UHasselt, KU Leuven, KU Leuven Kulak de Vereniging van Leraars Wetenschappen VeLeWe de vakverenigingen VOB, KVCV en BNV het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en onze sponsors: VCO 2013 Selectie eerste ronde 1 Nu ttige gegevens: universele gasconstante: R = 8,314 J K-1 mol-1 Avogadroconstante: N A = 6,022 x 10 23 mol-1 normomstandigheden: t = 0 °C molair volume van een ideaal gas onder normomstandigheden: 22,41 L.mol-1 p = 1013 hPa zuur-base-indicator - fenolftaleïne: zuur en neutraal midden: kleurloos basisch midden: paars - lakmoes: zuur midden: rood basisch midden: blauw Oplosbaarheidstabel Verbindingen Goed oplosbaar Verbi ndingen met Na1+ a l le Verbi ndingen met K1+ a l le Slecht oplosbaar Zouten van: Ammoni um (NH 41+) a l le Ni tra ten (NO31-) a l le Bromi den (Br1-) a l le, behalve Ag1+, (Hg1+, Pb 2+: ma ti g) Chl ori den (Cl 1-) a l le, behalve Ag1+, (Hg1+, Pb 2+) Jodi den (I1-) a l le, behalve Ag1+, (Hg1+, Hg2+ en Pb 2+) Sul faten (SO42-) a l le, behalve Ba 2+, (Pb 2+, Ca 2+: ma tig) Sul fiden (S2-) Na 1+, K1+, NH 41+, Mg2+,Ba 2+, Ca 2+ a l le a ndere Fos faten (PO43-) Na 1+, K1+, NH 41+ a l le a ndere Ca rbonaten (CO32-) Na 1+, K1+, NH 41+ a l le a ndere Hydroxi den (OH 1-) Groep I A , beperkter voor groep IIA a ndere groepen VCO 2013 Selectie eerste ronde 2 Be Mg Ca Sc Ti V Cr 51,9961 Mn 54,9380 EN S Fe 55,845 Co 58,9332 Ni 58,6934 Cu 63,546 Symbool Elektronegatieve waarde Zn 65,409 C 12,0107 N 14,0067 O 15,9994 F 18,9984 Ne Si P S Cl Ar Ga Ge As Se Br Kr 13 1,5 14 1,8 15 2,1 16 2,5 17 3,0 18 69,723 72,64 74,9216 78,96 79,904 83,798 Al 5 2,0 6 2,5 7 3,0 8 3,5 9 4,0 10 26,9815 28,0855 30,9738 32,065 35,453 39,948 B 10,811 2 20,1797 He 4,0026 Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe Ba La 0,7 88 Fr 0,9 89 Ra 1,1 Ac Pr Ce Nd Pm 90 1,3 91 Th 1,5 92 Pa 1,7 93 U Sm Eu Gd Tb Dy Cm 97 Bk 98 Cf 64 1,1 65 1,2 66 [247] [247] [251] 1,3 96 Am 1,3 95 Pu 62 1,2 63 [244] [243] 1,3 94 Np 58 1,1 59 1,1 60 1,2 61 232,038 231,036 238,029 [237] Er Tm Yb Lu 99 Es 100 Fm 101 Md 102 No 103 Lr 67 1,2 68 1,2 69 1,2 70 1,1 71 1,2 [252] [257] [258] [259] [262] Ho Rn 174,967 2,2 86 At 173,04 2,0 85 Po 168,934 1,9 84 Bi 167,259 1,8 83 Pb 164,930 1,8 82 Tl 162,500 1,9 81 Hg 158,925 2,4 80 Au 157,25 2,2 79 Pt 151,964 2,2 78 Ir 150,36 2,2 77 Os [145] 1,9 76 Re 144,242 1,7 75 W 140,908 1,5 74 Ta 140,116 1,3 73 Hf © Vlaamse Chemie Olympiade 87 55 0,7 56 0,9 57 1,1 72 [223] [226] [227] Cs 37 0,8 38 1,0 39 1,3 40 1,4 41 1,6 42 1,8 43 1,9 44 2,2 45 2,2 46 2,2 47 1,9 48 1,7 49 1,7 50 1,8 51 1,9 52 2,1 53 2,5 54 132,905 137,327 138,905 178,49 180,948 183,84 186,207 190,23 192,217 195,084 196,967 200,59 204,383 207,2 208,980 [208,982] [209,987] [222,018] Rb 19 0,8 20 1,0 21 1,3 22 1,5 23 1,6 24 1,6 25 1,5 26 1,8 27 1,8 28 1,8 29 1,9 30 1,6 31 1,6 32 1,8 33 2,0 34 2,4 35 2,8 36 85,4678 87,62 88,9059 91,224 92,9064 95,94 [97,9072] 101,07 102,906 106,42 107,868 112,411 114,818 118,710 121,76 127,60 126,904 131,293 K 50,9415 Z Atoomnummer 47,867 A Relatieve atoommassa 11 0,9 12 1,2 39,0983 40,078 44,9559 Na 3 1,0 4 1,5 22,9898 24,3050 Li 1 2,1 6,941 9,0122 H 1,0079 Periodiek Systeem der Elementen 1 De cirkel bij vloeibaar water toont een vergroot model van een klein gedeelte van dat vloeibaar water, aanwezig in het gesloten vat. Hoe ziet het vergroot model eruit als het water verdampt is? A B C D Model A Model B Model C Model D 2 Lees aandachtig onderstaand krantenknipsel. Bijtende soda verontreinigt drinkwater van 100.000 Chinezen Door een chemisch ongeval is het drinkwater van 100.000 mensen in de Noord-Chinese stad Hancheng verontreinigd. Bij een auto-ongeval was een tankwagen, geladen met 25 ton bijtende soda, beginnen lekken. Deze chemische stof kwam terecht in een reservoir dat de stad Hancheng voorziet van drinkwater. Om de verontreiniging op te ruimen brachten de veiligheidsdiensten 10 ton zoutzuur aan en bouwden ze een tijdelijke dam om te voorkomen dat de vervuiling zich verder zou verspreiden. De lokale overheid opende een tijdelijke drinkwaterbron voor de stedelingen. Aan welk reactietype beantwoordt de gekozen oplossing voor het beschreven drinkwaterprobleem? A Neerslagreactie B Redoxreactie C Neutralisatiereactie D Gasontwikkelingsreactie 3 Vanadium (V) heeft verschillende oxidatiegetallen. Beschouw de volgende 4 ionen die vanadium bevatten: (a) VO2 + , (b) VO2+, (c) VOH+ en (d) V(OH)2 +. In deze ionen heeft O overal hetzelfde oxidatiegetal. Wanneer je de verschillende ionen klasseert volgens stijgend oxidatiegetal van vanadium dan krijg je de volgende volgorde: A c, d, b, a B a, b, d, c C c, b, a, d D d, b, c, a VCO 2013 Selectie eerste ronde 3 4 Gegeven de volgende redoxreactie: 2 KMnO4 + 2 KI → 2 K2 MnO4 + I2 Welke uitspraak is fout? A MnO4 - is de oxidator B Mn in K2 MnO4 heeft een oxidatiegetal van +VI C Het oxidatiegetal van I in deze reactie wordt verminderd D Het oxidatiegetal van K verandert niet in deze reactie 5 De nuclidemassa van 40 K bedraagt 39,9640 u terwijl de relatieve atoommassa van kalium gelijk is aan 39,0983 u. Daaruit kan je met zekerheid besluiten dat: A 40 K in de natuur niet voorkomt B er in de natuur verschillende kaliumisotopen voorkomen C in het natuurlijk isotopenmengsel van K ook 39 K voorkomt D het natuurlijk isotopenmengsel van K enkel uit 39 K en 40 K bestaat 6 Bij welk ion is het aantal elektronen verschillend van het aantal neutronen? A B C D 18 O2H34 2S 14 3N 3 7 Het bariumion in bariumperoxide (BaO2 ) verschilt van een bariumatoom omdat dit eerste: A B C D de neiging heeft om elektronen af te geven 2 protonen meer in zijn kern heeft 4 elektronen minder heeft 2 elektronen minder heeft 8 Welke van de volgende beweringen in verband met atoombouw is fout? A B C D Het aantal neutronen in een Kr-atoom bedraagt 84 Een atoom van het element met 16 protonen bezit 2 ongepaarde elektronen Elk Cu-atoom bezit 29 protonen Een Li-atoom bezit evenveel elektronen in de buitenste bezette schil als een Na-atoom 9 In de volgende verbinding komen uitsluitend covalente bindingen (atoombindingen) voor: A B C D HNO3 NH4 Cl NaHSO4 Fe2 (SO4 )3 10 Volgende verbinding vormt in contact met water een zure oplossing: A B C D Na2 O K2 CO3 NaHCO3 CO2 VCO 2013 Selectie eerste ronde 4 11 In welke stof zijn bij kamertemperatuur en normale luchtdruk de intermoleculaire krachten het grootst? A waterstofchloride B water C ammoniak D methaan 12 De kans op het ontstaan van een heterogeen mengsel is het grootst bij het toevoegen van: A white spirit aan tetrachloormethaan B white spirit aan water C dijood aan white spirit D ethanol aan water 13 Bij welke formule is de naam correct weergegeven? A B C D HCO3 MnO2 Fe(OH)2 NH4 + = = = = carbonaat-ion mangaandioxide ijzerhydroxide ammoniak-ion 14 Een zilveren muntstuk heeft een massa van 3,07 gram. Men laat het volledig reageren met een oplossing van salpeterzuur: er ontstaat een oplossing van ondermeer zilvernitraat. Door toevoeging van voldoende natriumchloride slaat al het zilver neer als zilverchloride. De massa van het neerslag bedraagt 3,72 gram. Hoeveel m% zilver bevat het muntstuk? A 69,6 % B 82,5 % C 91, 2 % D 97,8 % 15 Van volgende stof bevat één liter bij 25 °C en 101325 Pa het grootst aantal moleculen: A CH4 B HCl C H2 O D C5 H12 16 Welke volumes geven na samenvoegen de grootste hoeveelheid Fe(OH)3 -neerslag? A 20 mL Fe2 (SO4 )3 c = 0,10 mol/L en 120 mL NaOH c = 0,10 mol/L B 35 mL Fe2 (SO4 )3 c = 0,10 mol/L en 105 mL NaOH c = 0,10 mol/L C 70 mL Fe2 (SO4 )3 c = 0,10 mol/L en 70 mL NaOH c = 0,10 mol/L D 105 mL Fe2 (SO4 )3 c = 0,10 mol/L en 35 mL NaOH c = 0,10 mol/L VCO 2013 Selectie eerste ronde 5 17 Jef en Stien laten allebei zoutzuur reageren met een overmaat magnesium. Jef voert de proef uit op een iets andere manier dan Stien. In beide gevallen wordt de gevormde hoeveelheid diwaterstof gemeten in functie van de tijd. Het resultaat van beide proeven is weergegeven in onderstaande diagram. Uit het diagram volgt dat Stien de proef kan hebben uitgevoerd: A bij een lagere temperatuur B met een lagere concentratie zoutzuur C met minder magnesium D met minder mL zoutzuur 18 Zure hosties, ook wel ouwels of vliegende schotels genoemd zijn snoepjes bestaande uit twee gekleurde ‘hosties’ met daartussen een mengsel dat, wanneer het in contact komt met het speeksel in de mond, voor een sprankelend, verfrissend en zuur effect zorgt. Ingrediënten Suiker Maïszetmeel Wijnsteenzuur Natriumwaterstofcarbonaat Kleurstoffen voor levensmiddelen E104, E110, E124, E132 Welke bewering is in dit verband juist? A De reactie is endotherm en de reactieproducten zijn energierijker dan de reagentia B De reactie is exotherm en de reactieproducten zijn energierijker dan de reagentia C De reactie is endotherm en de reactieproducten zijn energiearmer dan de reagentia D De reactie is exotherm en de reactieproducten zijn energiearmer dan de reagentia 19 Op de foto zie je een deel van een riooldeksel. Daarop staan een aantal verschillende geometrische figuren afgebeeld die overeenstemmen met de vereenvoudigde structuurformules van alkanen. Welk vertakt alkaan komt er NIET op voor? A 2,3,4-trimethylpentaan B 2,4-dimethylpentaan C 2,2-dimethylbutaan D 2,3-dimethylbutaan VCO 2013 Selectie eerste ronde 6 20 De juiste systematische naam voor onderstaande molecule is: H3C CH2 H3C CH2 CH CH CH3 H2C CH3 A B C D 2,3-diethylpentaan 3,4-diethylpentaan 3-methyl-4-ethylhexaan 3-ethyl-4-methylhexaan 21 Lees aandachtig onderstaand knipsel. Poetsende vrouw vat vuur In het Duitse Mannheim heeft een 29-jarige vrouw zichzelf donderdag tijdens het kuisen per ongeluk in brand gestoken. De vrouw was bezig haar badkuip te poetsen met wasbenzine. Ze had echter ook een brandende kaars geplaatst op de rand van de kuip. Er ontstond vervolgens een steekvlam. De vrouw kon het vuur zelf nog gedeeltelijk blussen, maar diende daarna afgevoerd te worden naar het ziekenhuis met zware brandwonden aan haar hoofd en armen. Het gebruikte product is geschikt als poetsmiddel omdat het: A een goede ontkalker is door zijn zure eigenschappen B een goede ontvetter is omdat het een mengsel is van apolaire stoffen C een goede ontvetter is omdat het een mengsel is van polaire stoffen D een aangename geur heeft 22 Kalkaanslag op terrastegels kan verwijderd worden door gebruik te maken van een sterk verdunde waterstofsulfaatoplossing. Welk gas wordt hierbij gevormd? A SO2 B O2 C H2 S D CO2 23 Bij welke reactie ontstaat, nadat het reactieproduct is opgelost in water, een roodpaarse of fuchsia kleur met fenolftaleïne? A N2 + 3 H2 2 NH3 B 2 K + Br2 2 KBr C I2 + Cl2 2 ICl D N2 + 2 O2 2 NO2 VCO 2013 Selectie eerste ronde 7 24 In 1934 maakte het Franse echtpaar Joliot-Curie voor het eerst op een kunstmatige manier een radioactief nuclide door aluminium-27 te beschieten met α-deeltjes, dat zijn heliumkernen die kunnen worden voorgesteld als 42 He . Het α-deeltje voegt zich samen met de aluminiumkern, waarna de nieuwgevormde kern een neutron uitstuurt. Welk nieuw nuclide werd uiteindelijk gevormd? A 31 Al B 30 Si C 30 P D 31 P 25 Van de voorraadbokalen bakpoeder, maïzena, keukenzout, bloemsuiker in de keukenkast zijn de etiketten losgekomen zodat onduidelijk is welke stof zich in welke bokaal bevindt. Dankzij je kennis van de chemie kan jij deze stoffen identificeren. Jij voegt aan een kleine hoeveelheid van elk van deze stoffen isobètadine (bevat dijood), huishoudazijn en gedestilleerd water toe en doet volgende vaststellingen. Onbekende isobètadine huishoudazijn Product 1 bruine kleur helder mengsel Product 2 bruine kleur gasontwikkeling Product 3 bruine kleur helder mengsel Product 4 kleurt donkerviolet troebel mengsel gedestilleerd water heldere oplossing, geleidt elektrische stroom heldere oplossing, geleidt elektrische stroom heldere oplossing, geleidt elektrische stroom troebele oplossing, geleidt elektrische stroom wel de wel de niet de niet de Welke van de volgende conclusies is correct? A Product 1 en product 3 zijn beide anorganische stoffen B Product 2 en product 4 zijn beide organische stoffen C Het experiment met isobètadine is overbodig om de producten met zekerheid te identificeren D Het experiment met isobètadine is nodig om de producten met zekerheid te identificeren VCO 2013 Selectie eerste ronde 8