De samenleving verandert. Het is een kans voor het sociaal werk

advertisement
De samenleving verandert.
Het is een kans voor het
sociaal werk om te laten zien
wat het waard is. Maar dan
moet die kans wel worden
benut. Het is belangrijk
om niet alleen binnen
het sociaal werk de verbindingen te versterken, maar
ook die met andere beroepsgroepen, in het bijzonder
de gezondheidszorg.1
LEZING
H
et zal geen enkele sociaal werker zijn ontgaan dat
zich in Nederland belangrijke maatschappelijke
veranderingen voltrekken die grote consequenties hebben voor het werk. Termen als ‘decentralisaties’, ‘transities’, ‘transformatie’, ‘kanteling’
en ‘participatie’ roepen bij iedereen beelden,
verhalen of ervaringen op.
Gemeenten zijn druk in de weer met de inrichting van het sociale
domein. Organisaties vertalen de veranderingen naar hun beleid.
Professionals zoeken hun weg in de veranderde context. Hogescholen en universiteiten bezinnen zich op de betekenis van de
veranderingen voor de opleidingen sociaal werk.
In de gezondheidszorg is dat niet anders. Begin dit jaar verscheen
in Nederland het rapport over een nieuwe beroepenstructuur in
de zorg.2 Hierin staat een nieuw gezondheidsconcept centraal:
het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te
voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen
van het leven.3
Zorgprofessionals gaan zich richten op het herstellen of bevorderen van het functioneren van mensen. Ze betrekken daarbij
lichaamsfuncties, mentale functies en beleving, de spirituele
dimensie, kwaliteit van leven, sociaal-maatschappelijk participeren en het dagelijks functioneren.
TEKST Lisbeth Verharen
FOTO Petja Buitendijk Fotografie
Welzijn en
gezondheid
moeten
samenwerken
44
Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken WINTER 2015 nummer 4
Generalistisch werken en uitgaan van mogelijkheden van mensen.
Het had een taakomschrijving van sociaal werk kunnen zijn.
Deze herwaardering voor welzijn werkt in de praktijk ook, gezien
de sociale wijkteams waarin sociaal werkers en wijkverpleegkundigen naast elkaar werken.
Nieuwe benaderingen
Veel vragen komen onnodig bij de gezondheidszorg terecht. ‘Deze
hebben meer te maken met problemen op het werk, school, in de
relatie, het sociaal netwerk of de woonomgeving (…) Veel van wat
nu in de gezondheidszorg wordt geboden, kan je overhevelen naar
het sociale domein, het eigen netwerk of de buurt.’4 Gezondheid en
welzijn zijn meer met elkaar te verbinden.
De nieuwe benaderingen in de zorg krijgen labels als ‘positieve
gezondheid’, patient-centered care, family-centered care en
patient-empowerment. Uitgangspunt is de persoon in relatie tot
zijn sociale context. Aansluiten op de voorkeuren en wensen van
de persoon; dat kan een medische behandeling zijn, of begeleiding bij het leren omgaan met de beperkingen van een fysieke
aandoening.
Begeleiden bij zelfmanagement, noemen ze dat in de zorg. Cliënten en patiënten worden hierdoor meer dan een aandoening.
Daar liggen kansen voor het sociaal werk. In het nieuwe gezondheidsconcept gaat het voor een belangrijk deel om voor sociaal
werkers vertrouwde begrippen: participatie, kwaliteit van leven,
de spirituele dimensie en het dagelijkse leven.
Verbindingen
Toch schuilt er voor het sociaal werk ook een risico in deze ontwikkelingen. Zorgverleners ontwikkelen zich in een richting waarin
sociaal werkers expert zijn – gevaar voor terreinverlies.
Zoals de praktische hulpverlening in veel ziekenhuizen is overgenomen door transfer-verpleegkundigen of sociaal-psychiatrisch
verpleegkundigen de plaats innamen van sociaal werkers in de
geestelijke gezondheidszorg, leveren ergotherapeuten nu een fraai
staaltje sociaal werk.
Op de voorgrond staat dat de mensen goed geholpen worden.
Maar het is wel zonde als daarbij niet geprofiteerd wordt van de
expertise van het sociaal werk.
De opdracht voor het sociaal werk luidt dan ook: aansluiten bij de
ontwikkelingen in de zorg en proactief en effectief de verbinding
leggen met de gezondheidszorg.
Voor professionals is verbindingen leggen misschien wel een
van de grootste uitdagingen in de huidige tijd. Met burgers en
cliënten, met informele netwerken, andere professionals en
beroepsgroepen.5
Gezond
met
sociaal
werk
Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken WINTER 2015 nummer 4 45
LEZING
Het prachtige boek Together van de Amerikaanse arbeidssocioloog
Richard Sennett biedt een waaier aan inzichten over het aangaan
van verbindingen.6
Eén daarvan is dat competitie en samenwerken dicht bij elkaar
liggen. Het gaat om de balans. Hierna verken ik beide kanten van
die balans tussen sociaal werk en gezondheid.
nodig bij professionals, sociaalwerkorganisaties en opleidingen.
Maar in het bewust zijn van je eigen kennis en kunde ontstaat wel
de competitie met anderen. Het risico bestaat dat deze competitie
ontaardt in diskwalificerend vergelijken of in de ander als tegenstander zien. Dan is samenwerking ver te zoeken.13
Wederkerigheid
Parels
Diverse thema’s waarmee sociaal werkers zich profileren, zijn ook
door de zorg omarmd – integraal kijken, denken en handelen,
mensen begeleiden bij de uitdagingen die zij op hun pad tegenkomen, gerichtheid op empowerment.
Maar er zijn ook verschillen, waarbij de pareltjes van sociaal werk
komen bovendrijven. Sociaal werkers zijn kenners van het alledaagse leven van mensen, van hun psychosociaal functioneren en
de verwevenheid van het materiële en het immateriële.
Sociaal werkers schuwen de complexiteit niet. Het is een soort
innerlijk weten dat het gaat om de interactie tussen delen, partijen
en gebieden.7
Er is een groot verschil tussen professionals die met de checklist
van domeinen in de hand zeggen dat je naar de samenhang moet
kijken, en professionals die dat vanzelf doen. Laatstgenoemden
hebben dat perspectief geïnternaliseerd.8 Iets waarop het sociaal
werk best trots mag zijn.
Sociaal werkers zijn ook zeer bedreven in het begeleiden van
mensen. Ook de zorg beweegt nu in die richting: van een gerichtheid op behandelen naar begeleiden.
Sociaal werkers begeleiden mensen. Dat komt voor mij tot
uitdrukking in de manier waarop sociaal werkers zich verhouden tot de doelgroep: een subject-subjectrelatie, een basis van
gelijkwaardigheid.9
Het is een kunst om goed in contact met mensen te komen en
te blijven. Het vraagt de nodige kennis, vaardigheden en een
passende attitude om vanuit dat contact mensen te begeleiden
bij de dingen die er voor hen echt toe doen. Dat is het hart van het
sociaal werk.
Empowerment is een andere goede bekende in het sociaal werk.
Het kijken naar mogelijkheden van mensen en hoe zij die kunnen
vergroten en versterken.
Ook in de zorg staat dit meer en meer centraal. Shared decisionmaking, patient-empowerment – onder deze noemers vinden we
die gerichtheid in de zorg terug. Wel heb ik de indruk dat er in de
gezondheidszorg vaak sprake is van een nogal individuele insteek
of een individuele bias.10
Dat brengt mij bij een volgend pareltje van het sociaal werk,
de multilevel-benadering. Sociaal werkers zijn bedreven in het
signaleren.
Ze duiden omgevings- en maatschappelijke factoren die het functioneren van mensen bevorderen of belemmeren.11
In de nieuwe definitie van gezondheid staat letterlijk dat mensen
zich moeten aanpassen aan en regie moeten voeren op de uitdagingen die zij in het leven tegenkomen. Maar daar zitten grenzen
aan. Dat weten sociaal werkers als geen ander.
Er zijn omstandigheden waarin regie voeren op het eigen leven
lastig is. Dat vraagt niet altijd om veranderingen van de persoon,
maar vaak ook van de omgeving en de samenleving.
Sociaal werkers zijn gewend niet alleen op het niveau van het individu te interveniëren, maar ook op dat van de samenleving.12
In de competitie met de zorg kan het sociaal werk zich dus profileren met dit soort pareltjes. Hiervoor is wel meer zelfbewustzijn
46
Effectief verbinden, betekent met anderen samenwerken aan
belangrijke waarden.
Samenwerking kan verschillende vormen aannemen. Sennett
schetst in zijn boek vijf vormen: altruïstisch, waarbij één partij
zichzelf opoffert, win-win, waarbij beide partijen profiteren,
gedifferentieerd, waarbij beide partijen zich bewust worden van
hun verschillen, zero-sum, waarbij een van de partijen wint en de
ander verliest, en de winner takes all, waarbij één partij de ander
definitief uitschakelt.
In de samenwerking tussen het sociaal werk en de gezondheidszorg zie ik naast vormen van win-win ook veel zero-sum.14
De balans tussen competitie en samenwerking is volgens Sennett
het sterkst in het midden van het spectrum, bij win-win en gedifferentieerd. In die verbindingen is sprake van wederkerigheid.
Voor die balans zijn onderhandelingsvaardigheden nodig, uitwisselingen tussen partijen. Sennett onderscheidt twee types: de
dialectische en de dialogische uitwisseling.
De dialectische uitwisseling is erop gericht snel tot een overeenkomst te komen. Partijen zoeken naar het gemeenschappelijke.
Verschillen gaat men uit de weg.
Het dialogische gesprek is gericht op uitwisseling, zonder vooraf
vast te leggen wat het resultaat moet zijn. Het vraagt goed luisteren, het oppikken van concrete details om zo de conversatie verder
te helpen en nieuwsgierigheid naar de ander. In de dialoog groeit
het bewustzijn van de eigen visie en vergroot het begrip voor
elkaar.
Sennett laat zien dat de huidige samenleving beter is in het organiseren van dialectische uitwisseling. We zien dat ook in het sociaal
werk.
Vaak hoor je zeggen dat samenwerking lastig is omdat mensen van
verschillende werksoorten niet dezelfde taal spreken. Ik zie dat als
een teken van een dialectische benadering. Een verschil als een
sta-in-de-weg.
In een dialoog kijk je niet op van een andere taal, maar ben je
juist nieuwsgierig naar wat de ander met die taal probeert uit te
drukken.
Marie Kamphuis
Ik wijs naar het werk van Marie Kamphuis. ‘Je moet leren in het
maatschappelijk werk je eigen burgerlijke beoordeling terug te
zetten en je moet je afvragen wat anderen drijft.’15
Uit ervaring met cliënten weten sociaal werkers dat het neerzetten van de eigen argumenten in plaats van het verdiepen in het
perspectief van de ander, de dialoog niet verder helpt.
Goed luisteren naar wat mensen zeggen en vooral naar wat ze
bedoelen. Dat doe je met empathie, informaliteit en minimale
assertiviteit.
Die expertise kunnen sociaal werkers goed gebruiken in de relatie met professionals uit de gezondheidszorg. Een dialogische
communicatie om te verkennen wat de ander weet. Nieuwsgierig
en met respect voor de ander. Vergelijken met de eigen kennis en
kunde. Niet om te diskwalificeren, maar om het willen weten en
begrijpen.
Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken VOORJAAR 2016 nummer 1
Sociaal werkers realiseren zich steeds meer dat het belangrijk is
om te kijken wie bij een situatie betrokken is en wat zij bijdragen of
willen bijdragen.16
Die aandacht voor de omgeving is op alle niveaus nodig, ook bij
ontwikkelingen en vernieuwingen in het werk. Bij sociale innovaties zoals zorgcoöperaties zie je dat goed tot uitdrukking komen.
Daar werken ondernemers en mensen uit de zorg, welzijn en techniek samen. Zij spreken niet dezelfde taal, hebben ieder een eigen
cultuur en een andere expertise. Maar zij vinden bottom-up de
opening naar elkaar.
In de praktijk zie ik dat sociaal werkers en zorgprofessionals
elkaar makkelijker vinden als zij het perspectief van de doelgroep
centraal stellen.
Gezamenlijkheid
Niet alleen de doelgroep is gebaat bij effectieve verbindingen
tussen sociaal werk en gezondheidszorg. Ook het sociaal werk zelf
heeft te winnen. In de samenwerking kun je jezelf versterken.17
In het contact met andere beroepsgroepen leer je duidelijk te
maken waar je zelf voor staat, als professional en als beroepsgroep. De kansen om samen op te trekken en van elkaar te leren,
liggen er en worden ook wel benut.
Bijvoorbeeld door een sociaal wijkteam dat besluit om de wijkverpleegkundige en de sociaal werker samen op pad te laten gaan
bij multiprobleemsituaties waarin medische aspecten spelen. Of
door de pedagogisch medewerkers, intensivisten en verpleegkundigen die zich in een landelijke werkgroep samen sterk maken
voor het verbeteren van de opvang en begeleiding van kinderen
die een dierbare op de intensive care bezoeken.18
Maar er blijven ook veel kansen liggen. Bijvoorbeeld in een stad
waar de jeugdgezondheidszorg alle medewerkers traint in sociaalnetwerkversterking, terwijl in diezelfde stad ook alle sociaal
werkers hierin opgeleid worden.
Het gezamenlijk aanbieden van deze training zou een uitgelezen
kans zijn om elkaar te ontmoeten, beter te gaan begrijpen en van
elkaar te leren.
Ook in het onderwijs kom je dat tegen. Opleidingen gezondheidszorg en sociaal werk zijn bezig met curriculumherzieningen,
veelal los van elkaar. Ook daar liggen kansen om samen op te
trekken. In de ontwikkeling van het onderwijs, maar ook in de
uitvoering.
Zorg ervoor dat studenten gezondheid en sociaal werk elkaar
gedurende hun opleiding tegenkomen en ontdekken wat ze
gemeenschappelijk hebben en waarin ze verschillen. Leer hun
omgaan met de balans tussen competitie en samenwerken.
Fundamenten
Samenwerken met andere beroepsgroepen vraagt om terugvallen
op de fundamenten van het sociaal werk, de verworvenheden.
We hebben geen nieuwe sociaal werkers nodig. Wel zelfbewuste
professionals die zich kunnen verhouden tot de veranderingen
in de samenleving en zo hun repertoire kunnen uitbreiden of
verbeteren.19
Overeenkomsten tussen gezondheidszorg en sociaal werk zijn er
altijd geweest en nemen misschien wel toe. Daar moet je elkaar
niet om bestrijden, maar in vinden en van elkaar leren.
Daarnaast is het belangrijk je te blijven onderscheiden, te weten
waarin je elkaar kunt aanvullen zodat competitie en samenwerking in balans blijven.
Het sociaal werk in Nederland bundelt de krachten in het
huis van de beroepsvereniging BPSW. Samenwerken is
daarmee nog niet vanzelfsprekend. Je kunt samen in een huis
wonen, waarbij ieder zich terugtrekt in zijn kamer. Isolatie als
vijand van samenwerking.20
Maar de beroepsvereniging zegt bij monde van directeur Lies
Schilder dat ze een gastvrij gemeenschappelijk huis is met kamers
voor verschillende beroepsgroepen én gedeelde ruimtes en
flexplekken.
Het is voor het sociaal werk essentieel naar buiten te blijven kijken
en in ieder geval aansluiting te zoeken bij de ontwikkelingen in de
gezondheidszorg. Als gezondheid gaat over het functioneren van
mensen in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen
van het leven, dan kan gezondheid niet zonder sociaal werk.
Maar het is aan het sociaal werk om de boot niet te missen. Daar is
een sterke beroepsvereniging voor nodig.
Lisbeth Verharen is lector Jeugd, Gezin & Samenleving bij Avans
Hogeschool en associate lector Acute Intensieve Zorg bij de Hogeschool
van Arnhem en Nijmegen.
Dit is een ingekorte versie van de tekst op sociaal.net/analyse-xl/
gezond-sociaal-werk/
Noten
1 Lisbeth Verharen sprak de Marie Kamphuis Lezing 2015 uit tijdens het
jaarcongres van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk
op 19 november 2015.
2 Kaljouw, M. & K. van Vliet, Naar nieuwe zorg en zorgberoepen. De contouren.
Diemen: Zorginstituut Nederland, 2015
3 Huber, M. e.a., How should we define health? British Medical Journey, 343,
d4163, 2011
4 Kaljouw, M. & K. van Vliet, Naar nieuwe zorg en zorgberoepen. De contouren, p.
34. Diemen: Zorginstituut Nederland, 2015
5 Ewijk, H. van, Omgaan met sociale complexiteit. Professionals in het sociale
domein, p. 151. Amsterdam: SWP, 2014
6 Sennett, R., Together. The rituals, pleasures & politics of cooperation. London:
Allen Lane, 2012
7 Ewijk, H. van, Omgaan met sociale complexiteit. Professionals in het sociale
domein. Amsterdam: SWP, 2014; Hooghiemstra, E. & L. Verharen, De kracht
van het alledaagse. ’s-Hertogenbosch: Avans Hogeschool, 2013; Scholte,
M. & A. Sprinkhuizen, Passende professionaliteit. Sprinkhuizen, A. &
M. Scholte, De sociale kwestie hervat. De Wmo en sociaal werk in transitie.
Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2012; Trappenburg, M., Accepteer dat
sommige mensen afhankelijk blijven. Utrecht: Movisie, 2015, https://
www.movisie.nl/artikel/accepteer-sommige-mensen-afhankelijk-blijven (geraadpleegd 06-11-2015)
8 Laan, G. van der, Maatschappelijk werk als ambacht. Inbedding en belichaming.
Amsterdam: SWP, 2006
9 Laan, G. van der, Legitimatieproblemen in het maatschappelijk werk. Utrecht:
SWP, 1990; Riet, N. & H. Wouters, Helpen = Leren. Emanciperende hulpverlening als methode van het maatschappelijk werk. Assen: Van Gorcum, 1997
10Regenmortel, T. van, Lexicon van empowerment - Marie Kamphuis Lezing 2011.
Utrecht: Marie Kamphuis Stichting, 2011
11 Scholte, M. & A. Sprinkhuizen, Passende professionaliteit. Sprinkhuizen,
A. & M. Scholte, De sociale kwestie hervat. De Wmo en sociaal werk in transitie.
Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2012
12 Verharen, L. & A. Nicolasen, Maatschappelijk werk in de breedte. Reflectie op
interventiekeuzen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2011
13 Sennett, R., Together. The rituals, pleasures & politics of cooperation, p. 169.
London: Allen Lane, 2012
14 Swart, F., Effectief overleggen. Gespreksprotocol getoetst in een zorgadviesteam. Maatwerk, 2, p. 27-29, 2014
15 Batenburg-Resoort, E. van, Grande dame van het social casework. Marie Kamphuis 1907-2004. Amsterdam: SWP, 2013
16 Kamphuis, E., Van individueel probleem naar sociale kwestie. Maatwerk,
4, p. 22-24, 2014
17 Pullen- Sansfaçon, A. & D. Ward, Making Interprofessional Working
Work: Introducing a Groupwork Perspective. British Journal of Social Work,
44, p. 1284-1300, 2014
18 Zie www.fcic.nl
19 Hooghiemstra, E. & L. Verharen, De kracht van het alledaagse. ’s-Hertogenbosch: Avans Hogeschool, 2013
20Sennett, R., Together. The rituals, pleasures & politics of cooperation, p. 166.
London: Allen Lane, 2012
Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken VOORJAAR 2016 nummer 1 47
Download