W.H. Dekker, 2017, Gezin wordt onmisbaar zorgnetwerk als gevolg

advertisement
6
forum
maandag 22 mei 2017
Reformatorisch Dagblad
Gezin wordt onmisbaar
zorgnetwerk als gevolg van
regeringsbeleid
Bij een terugtredende
overheid worden familiebanden belangrijker. Sociaal werkers moeten zich
daarom meer toeleggen
op gezinnen en gezinsondersteuning, stelt Wim
Dekker.
De Nederlandse verzorgingsstaat is de afgelopen vjftien jaar
ingrjpend gereorganiseerd. Een
groot deel van het welzjnswerk is
gedecentraliseerd naar de lokale
overheid. De nieuwe verzorgingsstaat is geschoeid op een nieuwe
zorgideologie.
Van de oude verzorgingsstaat
wordt in regeringsnota’s gesteld
dat die burgers aanzette tot
consumptief gedrag. Zj maakten
gebruik van publieke (zorg)voorzieningen, terwjl zj in bepaalde
gevallen prima in staat waren om,
eventueel met hulp van een netwerk, voor zichzelf te zorgen.
De huidige zorgideologie gaat
uit van zelfredzaamheid. Alleen
indien nodig kunnen burgers een
beroep doen op professionals. Die
nemen de zorg in eerste instantie
niet over, maar stellen burgers
en hun informele netwerken zo
snel mogeljk weer in staat om
op eigen kracht verder te gaan.
Alleen in het uiterste geval neemt
de professional de zorg op zich, en
dan nog bj voorkeur tjdeljk.
Informeel netwerk
Wanneer je inzoomt op die verantwoordeljkheid van de informele
netwerken en van de burger, valt
direct de parallel op met de fel
bekritiseerde betekenis die de socioloog Parsons in de jaren vjftig
aan het gezin toekende. Volgens
Parsons had het kerngezin in een
geïndustrialiseerde samenleving
twee functies: de socialisatie van
kinderen en de stabilisatie van volwassenen. Kinderen moeten in het
gezin voorbereid worden op hun
toekomstige maatschappeljke verantwoordeljkheid. Volwassenen
moeten thuis opladen en ontspannen, gezien hun stressvolle taak in
de samenleving.
Dezelfde betekenis wordt nu
binnen het sociaal werk toegekend aan netwerken. Alleen het
woordgebruik is anders. Socialisatie en stabilisatie worden sociaal
kapitaal genoemd. Gegeven de
populariteit van netwerken is het
alsof het belang van socialisatie
en stabilisatie voor het individu
wordt herontdekt.
Licht of hecht
Wanneer er gesproken wordt van
informele netwerken, worden
daarmee ook gezinnen en families
bedoeld. Dit betekent nog niet dat
het nieuwe beleid getypeerd kan
worden als ”refamilization” (herwaardering van het gezin).
Op dit punt zjn er in het sociaal
werk twee ljnen te onderscheiden. Aan de ene kant wordt er
gepleit voor het ondersteunen
en faciliteren van vooral lichte
netwerken. Hechte netwerken,
zoals gezinnen, zouden hebben
afgedaan en niet meer passen bj
het moderne individu.
Kenmerkend voor deze netwerkbenadering is het accent op de
autonomie van het individu. Dat
zoekt binnen die netwerken zelf
naar een manier van omgaan met
elkaar die bj hem past. Netwer-
ken doen er goed aan zich aan te
passen. Een traditioneel instituut
zoals het gezin, met een van oudsher sterke binding, transformeert
in een netwerk met een lichter
karakter.
Voor het sociaal werk betekent
dit dat er geen vaste patronen
zjn waarop individu en netwerk
elkaar kunnen aanspreken als het
gaat om de zorg voor elkaar. Ook
wanneer het om een familie- of
gezinsnetwerk gaat. Ook daarin
moeten burgers op autonome
wjze uitzoeken hoe zj elkaar
kunnen ondersteunen.
In de andere redeneerljn binnen
het sociaal werk wordt het gezin
veel meer opgevat als een hecht
netwerk. In het gezin is bj voorbaat een zorgethiek aanwezig, van
waaruit socialisatie en stabilisatie
gestalte krjgen. Natuurljk heeft
het gezin ook veranderingen
doorgemaakt, maar het is een
zorginstituut gebleven. De meeste
informele zorg wordt dan ook binnen familienetwerken verleend.
pad met een visie op het gezin die
niet eensluidend is. Wat heeft de
voorrang: de autonomie of de verbondenheid? Waar spreken sociaal
werkers het gezin op aan?
Op het gebied van de ouderkindverhouding heerst overigens
meer duideljkheid dan op andere
terreinen. Ouders worden gemakkeljk verantwoordeljk gehouden
voor de zorg voor hun kinderen.
Moeljker ligt dit al bj de verantwoordeljkheid van partners in
de zorg voor elkaar en de zorg
van volwassen kinderen voor hun
ouders. Die verantwoordeljkheid
wordt verondersteld, maar er
is geen duideljk beeld van. Dat
maakt het voor sociaal werkers
niet eenvoudiger. Om gestalte te
kunnen geven aan hun morele
verantwoordeljkheid voor het
ondersteunen van (gezins- en
familie)netwerken, hebben ze
een beter uitgewerkte visie op die
netwerken nodig. Werk aan de
winkel dus voor opleidingen voor
sociaal werker.
Onduidelijkheid
Sociaal werkers moeten dus op
Systeembenadering
Het beleid mag dan niet expliciet
gericht zjn op refamilization,
een zich terugtrekkende overheid
heeft in de praktjk mogeljk wel
als gevolg dat het gezin belangrjker wordt. Toen Zweden bezuinigde op de thuiszorg, vulden
kinderen en overige familieleden
het daardoor ontstane gat op,
met name in de lagere sociale
klasse. Welvarende ouderen kochten op de markt zelf aanvullende
zorg in.
Als terugvallen op familiebanden noodzakeljk wordt, als gevolg
van een terugtredende overheid,
en de lagere sociale klasse hierop
aangewezen is, is het des te zorgeljker dat de gezinsstructuren
juist in die klasse minder hecht
worden. Meer aandacht voor
gezinnen en gezinsondersteuning
is dan wenseljk.
Voor het ondersteunen van een
netwerk is de zogenoemde systeembenadering zeer bruikbaar.
Daarin staat een individu niet op
zichzelf maar is hj één met zjn
omgeving. Deze benadering heeft
in het Nederlandse sociaal werk
ten onrechte een matige reputatie
en zou te therapeutisch zjn. Sociaal werkers doen er echter goed
aan zich link te bekwamen in het
werken met systemen. Per slot
van rekening ontdekken wj nu
weer dat een mens een relationeel
wezen is.
„Omdat mensen die zorg nodig hebben steeds vaker aangewezen zijn op hun familie, moeten sociaal werkers meer inzetten op gezinnen en gezinsondersteuning.” beeld iStock
De auteur is associate lector informele
netwerken en laatmoderniteit aan de
Christelijke Hogeschool Ede. Dit artikel
is een bewerking van een hoofdstuk uit
het binnenkort te presenteren boek ”Het
gezin in Vlaanderen 2.0. Over het eigene
van gezinnen en gezinsbeleid” (Garant,
Antwerpen).
Download