Platform milieuhandhaving grote gemeenten Voorzitter: [email protected] Telefoon: 043 - 350 43 92 Secretariaat: [email protected] Telefoon: 073 – 656 75 58 Aan: Ministerie van VROM DG Milieubeheer Directie Strategie en Beleid t.a.v. de heer J. Enter Postbus 30945 2500 GX DEN HAAG Cc.: diverse belanghebbenden1 Onderwerp: functiescheiding handhaving en vergunningverlening Geachte heer Enter, Het platform milieuhandhaving grote gemeenten wordt gevormd door milieu-managers van ruim dertig Nederlandse gemeenten met meer dan 50.000 inwoners2, dat in 2003 is opgericht, met als doel: Netwerkontwikkeling Uitwisseling van informatie en beleid Gezamenlijk uitvoeren van specifieke verbeterprojecten. Serieuze gesprekspartner zijn voor o.a. het ministerie van VROM Als platform vinden wij het belangrijk om vanuit onze ambtelijke praktijk aan de discussie over kwaliteitsverbetering van de milieuhandhaving bij te dragen. Uitgangspunt is ook voor ons dat de VNG in beginsel namens de gemeenten een standpunt inneemt, zoals ook gebeurde in het najaar van 2002 tijdens de inhoudelijke uitwerking van de criteria. Het platform wil hierin een ondersteunende en aanvullende rol vervullen, maar zal in sommige gevallen als spreekbuis van afdelingsmanagers van grote gemeenten een eigen standpunt bepalen. 1 Een afschrift van deze brief is per e-mail ter informatie gestuurd aan Wout Klein en Marieke van Megen van uw ministerie, het landelijk overleg van IPO regisseurs, het (A)LOM, Wim van den Brink als voorzitter van het Landelijk Overleg Regionale Milieudiensten, Joke Goedhart als voorzitter van de ambtelijk werkgroep milieu van de VNG, Joost Verburg van de VNG en alle platformgemeenten. 2 Almere, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Delft, Den Helder, Deventer, Doetinchem, Ede, Emmen, Enschede, Groningen, Haarlemmermeer, Hengelo, Heerlen, Hilversum, Lelystad, Maastricht, Nijmegen, Oss, SittardGeleen, Smallingerland, Terneuzen, Utrecht, Zaanstad, Zwolle, milieudienst IJmond, milieudienst Regio Alkmaar, Regio IJssel-Vecht, Regionaal Milieubedrijf (voor Brabant N-O), Steekraad Oost Groningen. 317551503 1 Uw ministerie lijkt in te zetten op scheiding van vergunningverlening en handhaving op minimaal persoonsniveau. Dit houdt in dat een handhaver geen vergunningverlening in zijn takenpakket mag hebben en een vergunningverlener (dus) geen handhaving. Met deze brief onderbouwen we de mening van de meerderheid van de in het platform deelnemende gemeenten dat meerdere oplossingen mogelijk zijn om te voldoen aan de uiteindelijke kwaliteitsdoelstelling, namelijk het voorkomen van belangenverstrengeling. Tijdens de totstandkoming van de criteria is niet altijd gekeken naar de organisatorische kant, bijvoorbeeld hoe gemeentelijke organisaties hun beperkte capaciteit efficiënt kunnen inzetten en hoe de kwaliteit van producten kan worden gewaarborgd. Het gaat ons niet zozeer om een definitieve keuze voor één optimale regeling. Elke regeling kent haar voor- en nadelen. We zien dat de grote gemeenten en samenwerkingsverbanden in Nederland hierin ook verschillende keuzes hebben gemaakt, zoals geografische scheiding of scheiding op dossierniveau (zie toelichting in bijlage). Het gaat er om in het gezamenlijk streven naar kwaliteitsverbetering de argumenten voor en tegen niet uit het oog te verliezen. De voordelen van een combinatiefunctie vergunningverlening en handhaving dreigen in de huidige discussie te worden onderschat. En als oplossing van mogelijke nadelen van een combinatiefunctie wordt te veel gefocust op functiescheiding. Ten slotte heeft ook functiescheiding zijn nadelen. Op basis van bovenstaande geven wij u in overweging om bij gemeenten die een dergelijke afwijking van de uitgangspunten in de kwaliteitscriteria motiveren en waarbij borging van het gewenste kwaliteitsniveau aantoonbaar is, deze oplossing als toereikend te accepteren. Ik ga ervan uit dat u daarover snel en helder naar belanghebbenden communiceert. Aarzelt u niet om voor nadere toelichting contact met mij op te nemen. Met vriendelijke groet, Namens het Platform milieuhandhaving grote gemeenten, Roel Nelissen, voorzitter Bijlage: Onderbouwing scheiding vergunningverlening en handhaving op dossierniveau 317551503 2 Bijlage In deze bijlage wordt een onderbouwing gegeven van de keuze voor scheiding op dossierniveau (niet handhaven bij inrichtingen waarvoor dezelfde persoon de vergunning heeft geschreven) voldoende is om de beoogde doelen van de kwaliteitscriteria voor handhaving te behalen. We zouden de mogelijkheid van combinatiefuncties graag laten bestaan, om een aantal duidelijke voordelen daarvan te behouden. Hieronder gaan we eerst in op de voordelen van functies waarin vergunningverlening en handhaving beide opgenomen zijn. Vervolgens gaan we in op de argumenten vanuit de kwaliteitscriteria die leiden tot uw wens handhaving en vergunningverlening op personeelsniveau te scheiden. Bij elk van die argumenten geven we aan hoe het beoogde doel ook door scheiding op dossierniveau behaald kan worden. Voordelen van combinatiefuncties vergunningverlening en handhaving Toezichthouders die ook vergunningverlening in hun takenpakket hebben, hebben de volgende substantiële voordelen voor de organisatie: 1. De kwaliteit van beide taken is hoger. De personen in kwestie maken beter handhaafbare vergunningen en zijn beter in staat vergunningvoorschriften juist te interpreteren en daarover pragmatische afspraken te maken. Naleving is geen doel op zich, milieuresultaat op basis van ALARA wel. 2. De uitvoering van beide taken gebeurt efficiënter. Onderlinge toetsing, ondersteuning en overleg tussen collega’s zijn eenvoudig en rechtstreeks. Centrale aansturing, begeleiding en kwaliteitsbewaking maken afstemming en standaardisering eenvoudiger. 3. Ze zijn flexibel inzetbaar. De continuïteit van vergunningverlening en handhaving is beter gewaarborgd, waardoor de continue schommelingen in de behoefte aan capaciteit voor zowel vergunningverlening als handhaving beter opgevangen kunnen worden. De organisatie is ook beter in staat om ziekte- en zwangerschapsverlof op te vangen. Dit argument telt zwaarder nu vergunningverlening steeds meer is teruggedrongen door AMVB´s. Het is dus de vraag is of er in sommige gevallen nog een hele dagtaak is voor vergunningverlening . Een kwetsbare éénmans-functie is dan mogelijk. Argumenten vanuit de kwaliteitscriteria Hieronder vatten we argumenten voor functiescheiding op personeelsniveau samen en geven we (cursief) aan hoe de beoogde doelen ook door functiescheiding op dossierniveau behaald worden. 1. Volgens de toelichting op criterium 1.4 volgt de wens tot scheiding van vergunningverlenende en handhavende activiteiten uit de EU-minimumcriteria voor milieu-inspecties (II.4.b). De bedoelde passage gaat over het voorkómen van belangenverstrengeling bij rechtspersonen (“persoonlijk belang bij de uitkomst van de door hem uitgevoerde inspecties”) waaraan door een lidstaat toezichthoudende taken zijn gedelegeerd. Hoe daar de huidige discussie uit is voortgekomen, is ons niet duidelijk. 317551503 3 2. Handhaven is een vak. Handhaver en vergunningverlener kijken door een andere bril naar het bedrijf of de normadressaat. Om goed te kunnen handhaven is specifieke kennis nodig van normering, toepassing van dwangmiddelen, bemonsteren en testen van situaties en van eventuele strafrechtelijke handhavings-procedures. Naleving is geen doel op zich. Het gaat om de kwaliteit van de leefomgeving. Dan betekent kwalitatief goed handhaven dat de handhaver niet blind regels controleert, maar vooral naar het beoogde rendement kijkt en in voorkomend geval juist weloverwogen naar bijstelling van de regel grijpt. De bekleder van een combinatiefunctie zal dat beter kunnen dan een specialistische handhaver. Zo specifiek is de kennis van normering etcetera nu ook weer niet. Een vergunningverlener dient daar ook kennis van te hebben. Het grootste deel van de kennis voor vergunningverleners en handhavers (de juridische en technischinhoudelijke kennis) is voor beide functies gelijk. Waar het vooral om gaat, is of de betreffende medewerker de gedragsvaardigheden voor beide deeltaken beheerst en kan onderscheiden. 3. Bij overtredingen zal de bekleder van een combinatiefunctie zich eerder afvragen of de norm wel de juiste was voor dit bedrijf. Hij zal er eerder voor kiezen om over te gaan tot aanpassing/actualisering van de vergunning, dan de norm te handhaven. Dit argument gaat na het professionaliseringstraject niet meer op. Deze situaties zullen zich niet meer voordoen, indien een structurele handhaafbaarheidstoets is doorgevoerd. Zie criterium 2.5 afstemming met vergunningverlening. Als actualisatie alsnog nodig blijkt, zal dit toch door een collega moeten gebeuren aangezien vergunningverlening en handhaving bij één inrichting nooit door dezelfde medewerker uitgevoerd kan worden. 4. Een medewerker kan zijn tijd maar eenmaal besteden. Een medewerker in een combinatiefunctie zal geneigd zijn om veel tijd te besteden aan vergunningverlening, ondermeer omdat daarvoor wettelijke termijnen gelden. Dit is een kwestie van goede bedrijfsvoering en juiste struring. Een goede planning en controle (ook onderdeel van de kwaliteitscriteria) voorkomen dit. 5. In het kader van vergunningverlening vindt vaak veelvuldig overleg en samenwerking plaats tussen overheid en ondernemers, waardoor een zekere betrekking kan ontstaan tussen de betrokken ambtenaar en het bedrijf. Wanneer na verloop van tijd overtredingen van de vergunning worden geconstateerd waartegen moet worden opgetreden door de ambtenaar die tevens het overleg over de vergunning heeft gevoerd, kan zich een loyaliteitsconflict voordoen, zowel bij de ambtenaar als bij de ondernemer. Een voortvarende en geloofwaardige handhaving is meer gebaat bij een onafhankelijk en onpartijdig proces. Daarvoor is de strikte scheiding op dossierniveau een prima oplossing. Overigens heeft integriteit binnen gemeenten tegenwoordig voldoende aandacht om dergelijke loyaliteitsconflicten te voorkomen, dan wel op te lossen. 6. Vergunningverlener en handhaver moeten twee verschillende personen zijn, want als tijdens controles blijkt dat de vergunning onvolkomenheden heeft, moet de handhaver zich vrij voelen om zijn baas te adviseren de vergunning te veranderen, strikter te maken, de handhaafbaarheid te verbeteren. Dat gaat makkelijker wanneer hij die beschikking niet zelf een paar weken daarvoor heeft opgesteld. Scheiding op dossierniveau lost ook dit potentiële probleem op. 317551503 4