Naam: STARRT REFLECTIEVERSLAG Klas: Opleiding: Schooljaar: Kirsty van Groesen OAO 3A Coach: Hester van Dongen Lesweek: 1 Periode: 10 Onderwijsassistent 2010/2011 OV-nummer: 76652 = Feedback van Eva Dekker, oao3a, 90668 1. Situatie: Niels was verdrietig en wilde niet praten met niemand. Niels en ik zaten aan tafel, het was 18.00 uur en we hadden net avondeten op. Ik was de tafel aan het afruimen en Niels zat zijn huiswerk te maken. Ik zag geen aanleiding tot zijn verdriet, er was niets voorgevallen tussen ons of tijdens dat hij thuis was. 2. Taak: Ik ga stoppen met afruimen en vanaf nu met Niels praten over zijn verdriet en vragen aan Niels of hij kan uitleggen waardoor dit is ontstaan en waarom hij zich zo verdrietig voelt. Mijn taak is om hem te leren over zijn gevoelens te praten, dit vind hij erg moeilijk namelijk. Je zegt hierin duidelijk wat je doel is. 3. Actie: Ik ben meteen gestopt met het afruimen van de tafel en tegenover Niels gaan zitten en gevraagd wat er aan de hand is. Hij keek me niet aan en verstopte zich in zijn trui, hij wilde ook niet vertellen wat er precies aan de hand was. Ik ben naast hem gaan zitten om hem een vertrouwt gevoel te geven. Ik troostte hem eventjes, maar bleef doorvragen wat er aan de hand was. Hij wilde het absoluut niet zeggen, maar bleef erg verdrietig. Ik heb toen gevraagd of ik anders zijn mama moest opbellen? Dit hoefde niet. Maar ik wist niet goed meer wat ik moest doen om hem te helpen. Ik zei dat ik wel zijn mama zou opbellen. Hij liep naar boven naar zijn kamer en ging op bed liggen. Ik ben naar hem toegegaan maar moest meteen weg. Ik heb toen gezegd dat hij naar beneden mocht komen als hij wilde praten. Ik liet de keuze bij hem, werd verder ook niet boos. Ik ben toen beneden verder gaan opruimen en ineens stond hij beneden. Heb je mama gebeld vroeg hij. Ik vertelde hem dat ik mama maar niet heb gebeld, omdat hij dit niet wilde daarstraks. Uiteindelijk vertelde ik nogmaals tegen hem dat ik altijd naar hem wil luisteren als er iets is of dat hij altijd met mij mag praten. Ik zal dat ook nooit verder vertellen, hij mag me altijd in vertrouwen nemen. Uiteindelijk begon hij langzamerhand alles te vertellen wat er aan de hand was. Hij vertelde over een conflict op school en dat hij moeite heeft met de scheiding van zijn ouders. Vervolgens vertelde hij over een psychische stoornis. Hij versprak zich namelijk en ik legde de link al vrij snel, doordat zijn moeder hier weleens over verteld had. Maar Niels wist niet dat ik dat wist van hem. Dus ik begon hem wat vragen te stellen over die psychische stoornis. Je hebt hierin duidelijk laten zien dat je begrip had over zijn gevoel en zijn probleem. Je liet duidelijk aan hem merken dat hij je kan vertrouwen. Waarschijnlijk wist je al over de scheiding. Misschien had je in het vervolg zelf beginnen met iets te vertellen over dat jij je ook wel eens verdrietig voelt en dat je het dan fijn vind als je daar met iemand even over kan praten die niets met de scheiding te maken heeft. Zo merkt de leerling dat het helemaal niet raar is om verdrietig te zijn met dit probleem. 4. Resultaat: Hij heeft veel verteld die avond en was uiteindelijk opgelucht dat hij toch gepraat heeft. Hij heeft precies verteld wat hem dwars zat. Het heeft wel even geduurd voordat hij alles wilde vertellen. Ik heb er goed aan gedaan om hem even alleen te laten boven en aan hem de keuze te laten of hij wilde komen praten of niet. Hij heeft wel erg veel aan mij verteld. Vooral van die psychische stoornis ben ik geschrokken. Ik wist niet dat het zo erg was. 5 Reflectie: Ik wilde dat Niels ging leren praten, dit is uiteindelijk gelukt want hij heeft veel verteld aan mij en later nog aan zijn moeder. Hij vind het heel moeilijk om te praten, dit merkte ik wel. Hij heeft een uur volgehouden dat hij niet wilde praten. Ik wist niet meer hoe ik moest handelen toen Niels echt niet wilde praten en probeerde van alles: zijn moeder bellen, aan hem de keuze laten, positief praten over ‘’praten’’. Toen Niels uiteindelijk alles verteld had wat hem dwars zat, ben ik wel erg geschrokken van zijn psychische ROC Tilburg/SOK/OAS/08-11/KD2008/93500/werkprocessen bij KT 1,2,3 08-12-09 cj stoornis en heb hier dan ook gelijk informatie over opgezocht. Ik ben nog steeds aan het zoeken of het klopt wat hij precies heeft en wat hij verteld. Maar ook hoe ik hier het beste mee om kan gaan. Vertel in het vervolg ook hoe jij reageerde toen hij je dit allemaal vertelde. En hoe het kwam dat hij aan jou zoveel wilde vertellen. 6 Transfer F, K, A, B, D, U, V, Vertel hier wat je de volgende keer anders zou willen doen. Waar je in wil verbeteren en wat je leerpunten zijn zodat je daaran kunt gaan werken. ROC Tilburg/SOK/OAS/08-11/KD2008/93500/werkprocessen bij KT 1,2,3 08-12-09 cj