Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden LES 2 DE ROMEINEN * = Hallo in het Latijn (de taal JE LEERT 1500 jaar geleden Ave! (je zegt: Avee)* Eerst is Griekenland een heel groot en sterk rijk. Maar dat blijft niet zo. Het wordt steeds zwakker. In 58 voor Christus worden de Romeinen de baas in Griekenland. Zij voeren met veel landen oorlog en winnen vaak. Zo wordt hun rijk steeds groter. Mijn familie moet als slaaf mee naar Rome, de hoofdstad van hun rijk. van de Romeinen). • hoe het Romeinse leger werkt; • dat wegen belangrijk zijn voor de Romeinen; • hoe Romeinen wonen. Zo groot is het Romeinse Rijk. BEGRIPPEN • het legioen • de voetsoldaat • de heerweg • de mijlpaal • de villa • het mozaïek 58 voor Christus 0 100 De Romeinen veroveren Griekenland. Het Romeinse Rijk Het Romeinse leger Dit is het Romeinse Rijk. De Romeinen komen uit Italië. De hoofdstad is Rome. Herken je Griekenland? Dat is ook deel van het Romeinse Rijk. Het Romeinse leger is heel sterk. Het bestaat uit grote groepen soldaten. Zo’n groep noem je een legioen. Elk legioen bestaat uit duizenden soldaten. Maak opdracht 1 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 1 In onze tijd noemen we een groep voetbalsupporters ook een legioen. Waarom? Het Nederlandse voetballegioen. 28 Les 2 • De Romeinen JE LE E RT hoe het Romeinse leger werkt. B EG RIPPE N legioen • voetsoldaat De Romeinse soldaten De Romeinse soldaat is soldaat van beroep. Hij blijft twintig jaar of langer in het leger. Hij is een voetsoldaat. Dat betekent dat hij te voet strijdt. Elke dag oefent de soldaat met dezelfde groep. Door al dat oefenen wint het Romeinse leger veel oorlogen. De belangrijkste wapens van een Romeinse voetsoldaat zijn een speer, een zwaard en een schild. Ook draagt hij een harnas van ijzer. Op zijn sandalen moet hij vaak heel ver lopen. Een Romeinse voetsoldaat. Schildpad Romeinen houden hun schild soms ook boven hun hoofd en gaan heel dicht bij elkaar staan. Dit noemen ze een testudo (schildpad). De vijand kan zo’n Romeinse schildpad bijna niet verslaan. opdracht 2 1. helm 2. schild 3. speer 4. sandaal 5. harnas 6. zwaard Wat draagt deze voetsoldaat? Zet de woorden op de goede plaats bij de foto. Maak opdracht 2 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg De opstelling van Romeinse soldaten. 29 Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden Reizen door het rijk 1500 jaar geleden Een mijlpaal. Het Romeinse Rijk is groot. Toch moeten legioenen snel lange afstanden af kunnen leggen. En kooplieden moeten hun spullen makkelijk kunnen vervoeren. Soms doen ze dit met schepen. Maar meestal reizen ze over de weg. Een Romeinse weg noem je een heerweg. De Romeinen zijn goede wegenbouwers. Een mijlpaal Een heerweg. Langs de heerwegen staan mijlpalen. Daarop kun je lezen hoeveel mijl je nog moet lopen naar een bepaalde plaats. Een mijl is ongeveer 1500 meter. Maak opdracht 3 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 3 30 ‘Alle wegen leiden naar Rome’ is een spreekwoord dat wij nu nog gebruiken. Weet jij wat het betekent? Les 2 • De Romeinen JE LE E RT dat wegen belangrijk zijn voor de Romeinen. B EG RIPPE N heerweg • mijlpaal 4 1 3 2 Zo wordt een heerweg opgebouwd. Een rechte weg De Romeinen kunnen goed meten. Ze maken rechte wegen. Ook zorgen ze dat de wegen heel stevig zijn. Daarom graven ze eerst een kuil waar de weg zal komen. Langs de randen van de kuil leggen ze eerst een rand van stenen. 2 Onderin de kuil leggen ze een laag losse stenen. 3 Daar boven komt een laag met een soort cement. 4 Bovenop komen platte, grote stenen. De wegen van de Romeinen zijn zo sterk, dat ze er nu op sommige plekken nog liggen. opdracht 4 Een Romeinse heerweg nu. Maak opdracht 4 Hoe maken de Romeinen hun wegen? Wat deden ze eerst? Zet met cijfers de foto’s in de goede volgorde. geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg 1 31 Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden Dit is een villa. Hier wonen de rijke Romeinen. Villa’s staan vaak buiten de stad. Vaak zijn het grote boerderijen. Het woonhuis van een villa is groot en mooi. Er zijn veel kamers, zoals een woonkamer en een badkamer. Ik woon met mijn familie in een veel kleiner huis in de stad. Het is een soort flat. Er wonen heel veel mensen dicht op elkaar. Het is erg gehorig en het ruikt ook niet altijd even lekker. 1500 jaar geleden K J I B A C De Romeinen hebben al vloerverwarming en verwarmde zwembaden. Maak opdracht 5 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 5 Wat gebeurt er in welke kamer? Zet de letters van de kamers bij de juiste zin. 1. Spullen die bewaard worden, liggen hier. 5. Bij de voordeur is een fontein. 2. Zo kun je naar de tuin. 6. Het bezoek zit in de mooiste kamer. 3. Wie wil er zwemmen? 7. In de middelste kamer breng je een offer aan de goden. 4. Eten doe je liggend. 8. Moet je plassen? Dan moet je hier zijn. 32 Les 2 • De Romeinen JE LE E RT hoe Romeinen wonen. De Romeinen houden van gezelschap. Ze gaan met z’n allen naar de wc. B EG RIPPE N villa • mozaïek J L H G F E D De vloeren en muren van de mooiste kamers zijn versierd met mozaïek. Mozaïek is een versiering die gemaakt wordt van kleine stukjes steen in verschillende kleuren. Vaak zijn het tekeningen van goden, schelpen of dieren. C opdracht 6 Romeinen gebruiken andere cijfers dan wij. Gebruik de Romeinse cijfers om het mozaïek te maken. geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Maak opdracht 6 33