verder groeien

advertisement
‘VERDER GROEIEN’
Kaderplan strategische koers 2015-2019
Stichting Katholiek Onderwijs Echt Maasbracht, e.o.
Gebaseerd op de vier beleidsthema’s:
1. Leren leren
2. Samen
3. Om ons heen
4. Onze horizon
Conceptversie: 20 januari 2015
Inhoud
Woord vooraf (College van Bestuur)
1.
2.
3.
4.
5.
Een strategisch beleidsplan
Onze missie, visie en kernwaarden
Kwaliteitsmeting en -borging
Wijze van uitwerking van de vier beleidsthema’s
De uitwerking van de vier thema’s
2
Woord vooraf
Voor u ligt het strategisch beleidsplan van de Stichting Katholiek Onderwijs Echt-Maasbracht
e.o. (SKOEM e.o.) voor de jaren 2015 tot en met 2019. Met dit plan willen wij inzicht geven in
de missie, visie, doelen en strategie van onze organisatie. Het laat zien hoe wij de organisatie
willen door ontwikkelen op alle relevante terreinen. Dit doen wij op basis van vier
beleidsthema’s op grond waarvan invulling wordt gegeven aan de organisatiedoelen die aan
het einde van de planperiode door alle scholen bereikt moeten worden. Elk jaar worden aan
de hand van jaarplannen de doelen geoperationaliseerd nadat een analyse heeft
plaatsgevonden van de opbrengsten tot op dat moment.
Wij vinden het van belang dat iedereen die bij ons werkt en bij ons betrokken is de strategie
kent. Het plan is dan ook bestemd voor zowel Raad van Toezicht, College van Bestuur,
medewerkers en ouders als voor de (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad/-raden.
Het strategisch beleidsplan geeft ook externe partijen, zoals gemeente(n) een beeld waarvoor
wij staan en hoe wij ons de komende jaren verder willen ontwikkelen. Daarbij vormen onze
leerlingen het hart van onze organisatie en zijn ze het bronpunt en brandpunt van onze
strategische koers.
Dit plan heeft als titel ‘Verder groeien’ meegekregen. De titel is mede geïnspireerd op het kind
in ontwikkeling. Een leerling is immers meer dan alleen z’n (school)prestaties. Het is onze
wens om met de juiste aandacht en zorg iedere leerling tot bloei te laten komen en vervolgens
verder te laten groeien.
Met voorliggend plan speelt SKOEM in op de ontwikkelingen van deze tijd. Het onderwijs is
immers voortdurend in beweging. Het beleid vereist afstemming op de vele veranderingen en
toekomstgericht werken. Daarbij luidt ons motto:
“Trots op wat we tot nu toe bereikt hebben en vol ambitie naar de toekomst”
Wim Winkens
Voorzitter College van Bestuur SKOEM
februari 2015
3
1. Een strategisch beleidsplan
Vanuit de maatschappelijke rol die de Raad van Toezicht vervult zijn drie doelen meegegeven
aan het College van Bestuur. Deze drie doelen zijn leidend voor de organisatie SKOEM e.o.
en haar scholen. Deze drie doelen zijn:
1. De scholen van SKOEM e.o. bieden, naast het behalen van goede resultaten, ook ruime
aandacht aan het ontwikkelen van creatieve, sociale en emotionele competenties van hun
leerlingen
2. Iedere leerling gaat met plezier naar school en geniet van zijn/haar successen. Aan het
einde van groep 8 bezit iedere leerling voldoende kennis en vaardigheden om de
uitdagingen van het voortgezet onderwijs en de toekomst aan te gaan
3. Vanuit onze normen en waarden leren wij onze leerlingen respect en begrip te hebben
voor elkaar en voor mensen uit andere culturen en opvattingen om hen heen
Deze drie doelen worden voor de komende planperiode 2015 - 2019 geconcretiseerd in de
volgende vier beleidsthema’s:
Thema 1: Leren leren
Goed onderwijs leidt tot beter leren; dat staat buiten kijf. En beter leren leidt tot hogere
resultaten. Bij SKOEM e.o. zien wij resultaten wel in een breder perspectief. Er staan hier vier
kernwaarden centraal: competentie (‘ik kan het’), relatie (‘met elkaar’), autonomie (‘eigen
keuzes kunnen maken’) en groei’ (steeds verder’). Deze vier basisbehoeften vormen de basis
voor een goed, pedagogisch klimaat. Een klimaat waarin iedereen zich veilig voelt,
verantwoordelijkheid krijgt en neemt en gelooft in eigen kracht.
Ideale voorwaarden om tot leren te komen.
Thema 2: Samen
Bij SKOEM e.o. leert iedereen van en met elkaar. Dit geldt zowel voor onze leerlingen als voor
onze medewerkers. Leerlingen zijn sociaal-emotioneel met elkaar verbonden in een complexe,
dynamische omgeving. Zij werken graag samen, kunnen en mogen samen naar oplossingen
zoeken. Wij delen onze verantwoordelijkheid met ouders. Ouders zijn onze partners. Wij
werken ook graag samen met onze omgeving en met verschillende pedagogische partners.
Onze medewerkers nemen initiatief en zijn nieuwsgierig. Ze krijgen en benutten ruimte om te
onderzoeken en zich samen te blijven ontwikkelen en te professionaliseren.
Thema 3: Om ons heen
Onze scholen staan midden in de samenleving; een samenleving die voortdurend verandert.
Deze veranderingen dwingen ons om constant na te denken over verbeteringen en
veranderingen in ons onderwijs en binnen onze organisatie. Wij kijken daarbij als
ondernemers ook verder om ons heen. Het aanbod van ons onderwijs en de (positieve)
ervaringen van onze leerlingen zijn uitgangspunt. Ook de methodes waarmee wij werken en
de inrichting van onze gebouwen sluiten zoveel mogelijk aan bij de ontwikkelings- en
leerbehoeften van onze leerlingen en hun omgeving. Een omgeving waar wij trots op zijn met
een identiteit die bij ons past!
4
Thema 4: Onze horizon
Ook de komende jaren krijgen onze scholen en onze organisatie te maken met nieuwe
ontwikkelingen en uitdagingen. Het omgaan en de inzet van social media worden steeds
belangrijker in het leerstofaanbod van onze leerlingen en de communicatie met onze
omgeving. De terugloop van onze leerlingenaantallen, en daarmee onze inkomsten, zal ook
de komende jaren invloed hebben op onze financiën, de huisvesting en wellicht het
bestaansrecht van individuele scholen. Samenwerking met collega-besturen en met lokale en
regionale instanties op het gebied van opvang, sport en welzijn zal, waar mogelijk, worden
uitgebouwd en geïntensiveerd. Onze medewerkers blijven formeel en informeel van en met
elkaar leren; zowel binnen als buiten SKOEM e.o. Maar wat de toekomst ons zal brengen; de
ontwikkeling en het welbevinden van onze leerlingen zullen altijd centraal blijven staan.
Het is aan alle medewerkers om concrete invulling en betekenis te geven aan de
bovenstaande beleidsthema’s met de daarbij behorende doelstellingen. Een en ander vindt
zijn vertaalslag in het school-specifieke meerjarenplan. Deze wordt jaarlijks op schoolniveau
geanalyseerd, geactualiseerd en uitgewerkt in diverse jaarplannen. Op stichtingsniveau wordt
de realisatie van voornoemde twee keer per jaar gevolgd middels de door de school
aangereikte rapportages en de verschillende kwaliteitsmeters op stichtingsniveau.
5
2. Onze missie en visie en kernwaarden
a. Missie
Op iedere school van onze stichting staan betrokkenheid en welbevinden hoog in het vaandel.
Naast cognitieve ontwikkeling is er ruime aandacht voor sociaal-emotionele en creatieve
ontwikkeling. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen hun talenten optimaal kunnen
ontdekken en ontwikkelen. Op onze scholen geven wij eigentijds onderwijs, passend bij wat de
leerlingen van nu vragen. Dat gebeurt op cognitief, sociaal, creatief of sportief gebied. Wij
nodigen ouders nadrukkelijk uit om mee te denken en samen met ons de ontwikkeling van hun
kinderen te volgen.
Uitgangspunt voor SKOEM e.o. is dat kinderen met plezier naar de basisschool gaan zodat ze
de beste start voor later maken. Hier hebben leerlingen, leerkrachten en ouders elkaar bij
nodig. Op onze scholen werken deskundige leerkrachten en leidinggevenden, die aansluiten
bij de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Veiligheid, respect en het delen van
succeservaringen staan hierbij voorop. Ons motto hierbij is: “Krachtig onderwijs met een hoge
gemeenschappelijke betrokkenheid”
Alle leerlingen, ongeacht hun godsdienst, levensovertuiging of cultuur zijn welkom op onze
scholen. Wij accepteren daarbij verschillen, zolang onze normen en waarden gerespecteerd
worden. SKOEM e.o. werkt vanuit wederzijds respect, oprechte nieuwsgierigheid, openheid en
veiligheid. Iedereen voelt zich eigenaar en verantwoordelijk voor het onderwijs dat we
aanbieden en staat daar ook voor. De leerling is daarbij verantwoordelijk voor zijn/haar eigen
leerproces.
Vanuit het besef dat maatschappelijke ontwikkelingen invloed hebben op ons onderwijs toont
de stichting zich ambitieus en toekomstgericht. Om succesvol te zijn en te blijven richt zij haar
focus op:
 Het vergroten van het beleidsvoerend vermogen van haar scholen en het vergroten van de
autonomie om schoolontwikkeling verder vorm te kunnen geven
 Het realiseren van een kansrijke leeromgeving die een brede ontwikkeling voor al haar
leerlingen mogelijk maakt
 De versterking van de posie van de stichting en haar scholen binnen de regio
 Een effectieve samenwerking met al haar partners, zowel intern als extern en de directe
schoolomgeving
b. Visie
Onze scholen staan midden in de samenleving; een samenleving die voortdurend verandert.
Aspecten als terugloop van leerlingen, schaalvergroting, bezuinigingen en nieuwe wet- en
regelgeving dwingen ons tot een constant nadenken over veranderingen binnen onze
organisatie. Deze veranderingen vragen voortdurend om optimaal in te spelen op de
ontwikkeling- en leerbehoeften van onze leerlingen. Daarbij sluit het aanbod van ons
onderwijs, de methodes waarmee wij werken en de inrichting van onze gebouwen zoveel
mogelijk aan bij hun belevingswereld. Dit betekent dat enerzijds rekening gehouden wordt met
meervoudige intelligenties en verschillende leerstijlen van onze leerlingen. Anderzijds met het
ontdekken van (eigen) talenten, het behalen van succeservaringen en het ontwikkelen van
algemene vaardigheden.
6
Er worden binnen SKOEM e.o. dan ook continu voorwaarden geschapen om een hoge
kwaliteit van onderwijs te behouden, en waar nodig verder uit te bouwen.
Ontwikkelingen vragen ook om veranderingsbekwaamheid van personeel en van de zijde van
de werkgever facilitering en maatwerk. Veranderingen komen vooral tot stand op basis van
passie van elke medewerker en (intensieve) samenwerking. Daarom verdienen onze
medewerkers het de ruimte te krijgen om zich voortdurend verder te professionaliseren en te
ontwikkelen. Iedere medewerker is hier zelf verantwoordelijk voor; SKOEM e.o. initieert en
faciliteert, waar nodig.
Goed onderwijs is de beste reclame. Uitgangspunt hierbij is een goed pedagogisch klimaat,
effectieve instructie en goed klassenmanagement. Het onderwijs op onze scholen moet
daarbij modern en eigentijds zijn en blijven aansluiten bij de veranderende leerbehoeftes van
onze leerlingen en de samenleving daar omheen. Communicatie- en informatiebronnen
worden voortdurend afgestemd op de behoeftes van onze leerlingen en onze omgeving.
Snelheid, openheid, transparantie en laagdrempeligheid zijn hierbij uitgangspunt. Binnen
SKOEM e.o. worden voortdurend doelen gesteld, zowel naar onze leerlingen als naar ons
onderwijs. Deze doelen en de behaalde opbrengsten worden geëvalueerd en waar nodig
bijgesteld.
Bij de verdere vertaling en concretisering van onze visie gaan wij uit van vier kernwaarden:
competentie, relatie, autonomie en groei. Deze kernwaarden geven verdere betekenis aan
onze visie, dragen wij uit naar onze omgeving en gebruiken wij voor onze profilering.
Op schoolniveau worden deze kernwaarden verder vertaald in leerkracht- en
leerlingvaardigheden en gelinkt aan de verschillende onderwijsconcepten op de SKOEMscholen.
c. Kernwaarden
1. Competentie: “ik kan het”
Vaardig, reflectie, kundig, kennis, ontwikkelbaar, flexibel, nieuwsgierig
2. Relatie: “met elkaar”
Respect, communicatie, compassie, begrip, veiligheid
3. Autonomie: “eigen keuzes kunnen maken”
Zelfsturing, reflectie, ruimte, verantwoordelijk, inspiratie, eigenaarschap
4. Groei: “steeds verder”
Ontwikkeling, kennis, organisatie, profilering, sociaal kapitaal, kwaliteit
7
3. Kwaliteitsmeting en –borging
In de strategische planperiode maken we op alle scholen van SKOEM e.o. gebruik van vijf
kwaliteitsmeters om de voortgang op de vier thema’s te meten:
1. DUO tevredenheidsonderzoek ouders
2. School- ondersteuningsprofielen, inclusief bestuursrapportage
3. Resultaten Netwerkleren
4. Inspectierapporten, inclusief jaarlijks bestuursgesprek
5. Het bestuursdocument: Analyse en verbeteren (de acties)
Daarnaast doorloopt iedere school haar eigen, vierjarige beleidscyclus, waarbij de
beleidsplannen op schoolniveau gerelateerd zijn aan het strategisch beleid van SKOEM e.o.
Monitoring gebeurt in deze cyclus als volgt:
1. een bezoek en rapportage van de inspectie
2. een audit door de voorzitter van het College van Bestuur
3. collegiale visitatie/audit door de Peergroup
4. een externe audit
De gegevensverzameling van iedere school rondom het kwaliteitsinstrument ‘Analyse en
Verbeteren’ en de daaruit voorvloeiende gesprekken in het kader van de kwaliteitsbevordering
bestaat uit de volgende jaarcyclus:
 het jaarlijkse ambitiegesprek van het College van Bestuur met de clusterdirecteur (in
september)
 het jaarlijkse ambitiegesprek van de clusterdirecteur met de locatiedirecteur (in september)
 het jaarlijkse resultaatgesprek van het College van Bestuur met de clusterdirecteur (in juni)
 het jaarlijkse resultaatgesprek van de clusterdirecteur met de locatiedirecteur (in juni)
De Voorzitter van het College van Bestuur legt inzake vernoemde twee keer per jaar
verantwoording af aan de Raad van Toezicht.
8
4. Wijze van uitwerking van de vier beleidsthema’s
De uitwerking van de vier beleidsthema’s geschiedt aan de hand van onderstaande driedeling:
A. Het omgevingsbeeld
De kernvraag is hier: Hoe staat het op dit moment met de ontwikkeling van en voortgang op
de vier beleidsthema’s binnen SKOEM e.o. en haar scholen? De antwoorden op deze vraag
worden door de uitkomsten van de diverse kwaliteitsmeters en de daarbij horende criteria
gegeven. Zij geven een beeld van de onderdelen die op dat moment sterk scoren en welke
nog onvoldoende. Dit vormt de basis voor de nadere uitwerking van de strategische doelen.
B. Gedroomde positie
Om aan het einde van de planperiode (in 2019) een duidelijk beeld te krijgen van de plaats en
de positie van de organisatie SKOEM e.o. wordt de focus per thema gericht op vragen als:
 Waar staat de organisatie in 2019?
 Wat willen we dan bereikt hebben?
 Wie hebben we daarbij nodig?
C. Succesformule
Een succesformule geeft antwoord op de vraag: ‘Hoe bereiken we onze gedroomde positie?’
Hier zijn onderwerpen en richtinggevers geformuleerd die iedere school verder uitwerkt en
vertaalt in haar eigen (strategische) ontwikkel- en jaarplannen. Daarbij wordt geen
onderwijskundig beleid gevoerd dat in strijd is met, of afbreuk doet aan, de genoemde doelen
van SKOEM e.o..
9
5. De uitwerking van de vier thema’s
Thema 1: ‘leren leren’
A. Het omgevingsbeeld
 94% van de ouders geeft aan dat de leerprestaties van hun kind/eren gemiddeld/goed zijn
 Over het algemeen is 86% van de ouders tevreden over de ontwikkeling van hun
zoon/dochter op school
 86% van de ouders is over het algemeen tevreden over de wijze waarop de school het
onderwijs verzorgt en geeft aan dat hun zoon/dochter goed les krijgt
 86% van de ouders heeft de indruk dat op school gevarieerd wordt lesgegeven
 81% is over het algemeen tevreden over de aandacht van de school voor de sociaalemotionele ontwikkeling van hun kind
 De school besteedt volgens 79% van de ouders voldoende aandacht aan het behalen van
goede leerprestaties van hun zoon/dochter
 75% van de ouders vindt dat hun zoon/dochter op school voldoende ruimte krijgt om zich
te ontwikkelen
 58% van de ouders heeft de indruk dat leerlingen die goed kunnen leren voldoende
worden uitgedaagd door de school
 53% van de ouders geeft aan dat de school voldoende aandacht heeft voor de (diverse)
talenten van leerlingen
 Woordenschat: de helft van de groepen 3 en 4 van SKOEM scoort onder de SKOEMnorm. Bij de groepen 5 en 6 scoren zes van de zeven scholen boven de norm
 Rekenen: Alle groepen 4 scoren boven de ondergrens van de inspectie. Een enkele school
scoort onder deze grens in de groepen 5, 6 en 7
 Tussenresultaten: Van de scholen scoorden in het schooljaar 2013-2014 vijf hoger dan de
gestelde ondergrens van de inspectie
 Eindresultaten: twee van de zeven scholen scoorden in het schooljaar 2013-2014 onder de
inspectie- ondergrens
 Er is op de SKOEM- scholen veel expertise aanwezig op het gebied van ‘leren leren’

Conclusies:
Over het algemeen is een groot deel van de ouders van de leerlingen van SKOEM tevreden
over de ontwikkeling en leervorderingen van hun kind. Driekwart van de ouders geeft aan dat
hun kind voldoende ruimte krijgt om zich te ontwikkelen. 94% van de ouders vindt dat de
leerprestaties gemiddeld tot goed zijn. Er zou volgens de ouders, naast aandacht voor
cognitie, nog wel meer ruimte gegeven mogen worden aan talentontwikkeling en aandacht/
aanbod voor leerlingen die meer aankunnen. De inzet van moderne ICT- middelen wordt door
ouders herkend en gewaardeerd. De tussen- en eindresultaten scoren op vijf van de zeven
scholen boven de ondergrens van de inspectie. Op het gebied van woordenschat scoort in de
onderbouw (de groepen 3,4) de helft van de leerlingen onder de SKOEM- grens. Deze
achterstand wordt grotendeels ingelopen in de bovenbouw. Op het gebied van rekenen zijn de
resultaten vanaf de onderbouw (steekproef in groep 4) op alle scholen van voldoende
kwaliteit.
10
B. Gedroomde positie
Leerkrachten en leerlingen leren veel met en van elkaar. We letten bij de resultaten vooral op
groei/ ontwikkeling van onze leerlingen. Betrokkenheid en welbevinden van onze leerlingen
staan altijd voorop. Veiligheid en (zelf) vertrouwen zijn de basis. De regels die daarbij horen
zijn voor iedereen duidelijk en worden consequent toegepast en nageleefd. Onze leerlingen
mogen zich op hun eigen niveau ontwikkelen; binnen hun groep of groeps-overstijgend en
mogen daarbij samen leren en samen ontdekken. Daarbij streven we naar zoveel mogelijk
handen in/rondom de klas. Naast aandacht voor cognitieve ontwikkeling proberen we zoveel
mogelijk andere talenten van onze leerlingen aan te spreken en in te zetten. Leerlingen voelen
zich autonoom bij hun leerproces, zijn verantwoordelijk voor hun eigen handelen. Ze worden
daarbij gestimuleerd en begeleid door hun ouders. Wij volgen kritisch en nieuwsgierig nieuwe
onderwijskundige ontwikkelingen in het onderwijs. De aanwezige expertises binnen SKOEM
worden verder uitgebouwd, zijn bekend en worden op organisatieniveau volop benut.
C. Succesformule
1. Alle scholen hebben hun basis op orde
2. Vaststellen van een gezamenlijke (didactische, pedagogische) taal die ook door iedereen
gesproken gaat worden
3. De bovenkant-leerling wordt (h)erkend en voldoende uitgedaagd  meervoudige
intelligentie
4. Er wordt samengewerkt in alle lagen van de organisatie (coöperatief leren/ vergaderen)
5. Visie op autonomie van de leerling
6. Netwerkleren
Een klankbordgroep werkt deze begin 2015 verder uit en vertaalt deze in een aantal meetbare
doelen. Deze worden door iedere SKOEM- school ‘op maat’ uitgewerkt in concrete
actiepunten op alle lagen: leerling – leerkracht – schoolleiding in het meerjarenplan 2015-2019
en/of in het jaarplan van de school.
Thema 2: ‘samen’
A. Het omgevingsbeeld
 88% van de ouders is tevreden over de 10-minutengesprekken
 84% van de ouders vindt dat de schoolleiding/directie goed bereikbaar is voor ouders
 78% van de ouders geeft aan dat ze voldoende informatie van school krijgen over hun
zoon/dochter wat betreft de leerprestaties/vorderingen
 77% van de ouders is over het algemeen tevreden over de communicatie met de school
 75% levert als ouder hand- en spandiensten, bijvoorbeeld bij sportdagen of culturele uitjes
 73% van de ouders vindt dat er voldoende aandacht is voor het sociale aspect op school/in
de groep
 67% van de ouders geeft aan dat ze op de hoogte zijn van de mogelijkheden voor
ouderparticipatie/van wat hij/zij voor de school als ouder zou kunnen doen
 62% van de ouders vindt dat de school een prettige aula/ruimte heeft waar leerlingen en/of
ouders kunnen samenkomen
 29% van de ouders levert een bijdrage aan onderwijsondersteunende activiteiten
(bijdragen aan projecten en thema’s en aan onderwijs in de klas)
 Door de Open Universiteit wordt een onderzoek uitgevoerd met behulp van het instrument
“netwerk in beeld”. Hiermee krijgt de stichting zicht op de inzetbaarheid van expertise
binnen de stichting
 Binnen de huidige structuur hebben alle scholen een netwerk opgebouwd met externe
partners, die ze inschakelen als er extra hulp of zorg nodig is, die buiten de eigen
onderwijstaak vallen. De zorgcoördinatoren werken al langere tijd succesvol samen in een
netwerk
11


Een interne expertgroep verzamelt specifieke zorgvragen en adviseert scholen in het
komen tot mogelijke oplossingen
Leerkrachten werken voornamelijk samen op schoolniveau. Van duurzame samenwerking
op unit-, organisatie en bestuurs-overstijgend niveau is nog weinig sprake
Conclusies:
De mate en kwaliteit van samenwerking in de klas is op dit moment sterk afhankelijk van de
betrokken leerkracht. Leerlingen mogen steeds meer samenwerken maar een heldere
doorgaande lijn ontbreekt op de meeste scholen van SKOEM. Scholen van SKOEM zijn
voornamelijk intern gericht, eigen schoolontwikkeling en persoonlijke leerbehoeftes staan
centraal. De meeste samenwerking vindt plaats op team- en bouwniveau. Samenwerking
tussen de scholen en besturen wordt tot nu toe, met name door het College van Bestuur,
geïnitieerd en in de steigers gezet. Middels netwerkleren zal samenwerking op alle lagen, ook
bestuurs-overstijgend, de komende jaren worden gestimuleerd en uitgebouwd.
Ouders zijn over het algemeen tevreden over de communicatie en informatie die ze van de
school over hun kind/eren krijgen. De meeste ouders zijn tevreden over het contact met de
leerkrachten en de bereikbaarheid van de directie. Twee-derde weet op welke manieren
ouders kunnen participeren op school, en levert wel eens hand- en spandiensten.
29% levert een actieve bijdrage aan onderwijsondersteunende activiteiten.
B. Gedroomde positie
Hoe meer leerlingen kunnen/ mogen samenwerken, hoe beter leerkrachten hun focus kunnen
houden op het leerproces in de groep. De veranderende leerbehoeftes, leerstijlen en
leerverschillen van onze leerlingen vragen om een ander type leerkracht; de leerkracht als
begeleider van het leerproces. Het werken met combinatiegroepen zien leerkrachten als kans.
De samenwerking met ouders is intensief en constructief. Immers ouders zijn onze ‘klanten’.
Ouders zouden actiever meegenomen moeten worden in het meedenken over zaken zoals:
betrokkenheid, welbevinden, profilering en de positionering van de school in de omgeving.
Samen werken- samen leren tussen leerlingen, teamleden en ouders wordt verder uitgebouwd
met behulp van ICT (tablets, (draadloos) internet, forums, e.d.). Bestuur en scholen faciliteren
zoveel als mogelijk (gezamenlijke) professionalisering. Naast inhoud (inclusief resultaten)
investeren we in ontwikkelingen die te maken hebben met houding (van mensen) en
verhouding (de kwaliteit van samenwerking). Netwerkleren, zowel formeel als informeel leren,
is vast onderdeel binnen de scholen en de stichting. Daarnaast gaat SKOEM het collegiaal
leren met collega’s van andere besturen niet uit de weg.
C. Succesformule
1. Er wordt een visie op leiderschap in de klas ontwikkeld: de leerkracht als bege/leider van
de groep
2. Investeren in coöperatief leren en vergaderen
3. Het Netwerkleren wordt verder uitgebouwd op alle lagen, ook buiten de organisatie
4. Ouderforums zijn ingericht. Scholen weten wat leeft onder ouders. Meer informatie halen/
gebruiken. Hoe lager de drempel, hoe …..?
5. Investeren in/realiseren van het werken met combinatiegroepen
Een klankbordgroep werkt deze begin 2015 verder uit en vertaalt deze in een aantal meetbare
doelen. Deze worden door iedere SKOEM- school ‘op maat’ uitgewerkt in concrete
actiepunten op alle lagen: leerling – leerkracht – schoolleiding in het meerjarenplan 2015-2019
en/of in het jaarplan van de school.
12
Thema 3: ‘om ons heen’
A. Het omgevingsbeeld









94% van de ouders vindt de weg naar school (sociaal) veilig
88% van de ouders is tevreden over de omgeving van de school
80% van de ouders vindt dat hun kind met moderne, eigentijdse boeken werkt
78% van de ouders is tevreden over de voorzieningen die de school biedt
Driekwart van de ouders is tevreden over het schoolgebouw
Ook geeft driekwart van de ouders aan tevreden te zijn hoe de school invulling geeft aan
haar identiteit, ziet dit terug in de omgangsnormen die op school zijn gesteld en het
onderwijs dat wordt gegeven
Ruim de helft van de leerlingen maakt wel eens gebruik van tussen-schoolse opvang, 7%
maakt wel eens gebruik van voorschoolse opvang, 16% van naschoolse opvang
SKOEM is als organisatie voldoende toegerust om de uitdagingen van Passend Onderwijs
aan te gaan, participeert volledig binnen het Samenwerkingsverband
Leerlingenaantallen lopen terug.
Conclusies:
Scholen van SKOEM zijn vaak spil in hun wijk/ omgeving. Over het algemeen zijn ouders
tevreden over de moderne, eigentijdse methodes/leermiddelen waarmee de scholen werken.
Ook zijn ze tevreden over de schoolgebouwen zelf. Volgens ouders nodigt niet iedere school
uit om gezellig samen te komen, samen te werken in de centrale ruimtes.
De omgeving van de scholen wordt hoog gewaardeerd, evenals de veiligheid naar de scholen
toe. Zo’n driekwart van de ouders ziet de identiteit van de school in verschillende facetten
voldoende terug. Door de terugloop van de leerlingenaantallen (landelijke tendens) moet goed
nagedacht worden over de grenzen van bestaansrecht. Er zijn normen gesteld onder welke
voorwaarden kwaliteit van onderwijs nog gewaarborgd is. De vertaling van Passend Onderwijs
richting leerkracht-handelen en leerlingenzorg moet op school- en individueel niveau de
komende jaren nog gemaakt worden.
B. Gedroomde positie
Scholen werken allemaal met methodes die goed aansluiten bij de niveauverschillen van de
leerlingen (onderkant – middengroep - bovenkant). De doelen en niét de methode zijn daarbij
leidend. Iedere leerling gaat met plezier naar onze scholen en geniet van zijn/haar successen.
Onze gebouwen zijn modern, eigentijds ingericht. Er is voldoende ruimte om te spelen en te
leren. Onze leerlingen bezitten op het einde van groep 8 voldoende basiskennis envaardigheden om de uitdagingen van het voortgezet onderwijs en de toekomst aan te gaan.
Naast een gedifferentieerd aanbod op cognitief gebied investeren wij in sociale en culturele
vaardigheden, kritisch en creatief denken, communiceren en ICT- geletterdheid. De behoeftes
en expertises van ouders en omgeving worden hierbij betrokken. SKOEM- scholen zijn spil in
de gemeenschap, werken nauw samen met (lokale) verenigingen, gemeente en bedrijven en
kennen hun doelgroep. Het leren van hun leerlingen staat daarbij altijd voorop.
13
C. Succesformule
1. Het percentage ouderbetrokkenheid is significant gestegen. Ouders die je school
aanbevelen zijn je ambassadeurs
2. De schoolvisie is doorvertaald in kernwaarden en gelinkt met leerkrachtleerlingcompetenties en het schoolconcept
3. Er wordt blijvend geïnvesteerd in kennis over verschillende types leerlingen
4. Er wordt intensief samengewerkt met andere pedagogische partners en schoolomgeving.
5. Een gedegen communicatieplan ligt hieraan ten grondslag
6. Investeren in het spreken van een gezamenlijke taal, ook op het gebied van identiteit
Een klankbordgroep werkt deze begin 2015 verder uit en vertaalt deze in een aantal meetbare
doelen. Deze worden door iedere SKOEM- school ‘op maat’ uitgewerkt in concrete
actiepunten op alle lagen: leerling – leerkracht – schoolleiding in het meerjarenplan 2015-2019
en/of in het jaarplan van de school.
Thema 4: ‘onze horizon’
A. Het omgevingsbeeld
 98% van de ouders geeft aan dat op de scholen van SKOEM de leerkrachten met
moderne middelen (digitale schoolborden, computers e.d.) werken
 93% van de ouders maakt geen gebruik van voorschoolse opvang
 88% van de ouders vindt dat de school goed is uitgerust met ICT-middelen (digitale
schoolborden, computers voor leerlingen e.d.)
 84% van de ouders geeft aan nooit gebruik te maken van naschoolse opvang
 80% vindt dat hun zoon/dochter met moderne, eigentijdse leermiddelen werkt
 63% van de ouders vindt dat de schoolleiding/directie een duidelijke visie heeft over de
koers van de school
 54% van de ouders is tevreden over de sportfaciliteiten in en rondom de school
 42% van de ouders maakt nooit gebruik van tussenschoolse opvang
 22% van de ouders geeft aan nauwelijks of nooit de website van de school te bezoeken
 SKOEM zoekt op dit moment naar samenwerkingsvormen met collega- schoolbesturen in
de regio
 Er is, in samenwerking met een collega bestuur, een SKOEM- breed traject van start
gegaan waarin leergemeenschappen vorm krijgen
 Twee SKOEM- scholen gaan investeren in het oprichten van een Integraal Kind Centrum
 Terugloop van het aantal leerlingen bedroeg op 1 oktober 2014 SKOEM- breed 50
leerlingen
Conclusies:
Ouders van SKOEM zien dat er op de scholen steeds meer met moderne leermiddelen wordt
gewerkt en dat er flink in wordt geïnvesteerd. Ook ervaren ouders dat boeken/ methodes
modern en eigentijds zijn. Een duidelijke visie van de directie over de koers van de school
wordt door een grote groep ouders onvoldoende herkend. Op of rondom de meeste scholen is
nauwelijks ruimte voor sportfaciliteiten. Veel leerlingen van SKOEM gaan met de bus naar de
gymzaal. Weinig ouders maken gebruik van voor- en naschoolse opvang. Ongeveer de helft
van de leerlingen gaat tussen de middag thuis eten. De leerlingenaantallen (en daarmee de
inkomsten) lopen de laatste jaren flink terug. Het is tot nu toe gelukt om alle personeelsleden
‘binnen boord’ te houden. SKOEM zoekt de laatste jaren intensief naar
samenwerkingsmogelijkheden zowel binnen (Netwerkleren, op alle lagen) als buiten SKOEM.
14
B. Gedroomde positie
De inzet van multimedia, de verdere digitalisering (inzet van computers, tablets, Ipads) komen
steeds meer centraal te staan in het leerstofaanbod en de basisvaardigheden van leerlingen
én leerkrachten. Maar ook in de interne en externe communicatie en de profilering van onze
scholen. Daarnaast blijven we investeren in het versterken en de ontwikkeling van sociale
vaardigheden van onze leerlingen. Steeds meer SKOEM- scholen verlengen hun lesdag met
naschoolse activiteiten op het gebied van sport, cultuur, zorg, muziek en opvang.
Waar mogelijk werken scholen, vanuit of zonder netwerk of met verenigingen, hierin samen en
wisselen ze ‘good practice’ met elkaar uit. Schoolgebouwen worden steeds meer en ‘breder’
gebruikt. Formeel en informeel leren wisselen elkaar af.
Alle scholen werken met een continurooster, met gelijke schooltijden. Tussen-schoolse
opvang verdwijnt. Leerkrachten delen hun vakkennis binnen/buiten hun school met elkaar,
nemen desgewenst elkaars lessen/groepen over en blijven hun leven lang leren.
Er heerst vertrouwen in alle lagen. Iedereen is trots op zijn/haar vak!
C. Succesformule
1. Er is een heldere visie op ICT- geletterdheid geformuleerd
2. Er is zichtbaar geïnvesteerd in multimedia, draadloze netwerken, eigentijdse methodes/
methodieken
3. Contacten zijn geïntensiveerd met (sport)verenigingen en de lokale gemeenschap
4. Haalbaarheidsonderzoek (SKOEM- breed) wat betreft werken met een continurooster
5. Netwerkleren wordt geïntensiveerd en breder faciliteren
Een klankbordgroep werkt deze begin 2015 verder uit en vertaalt deze in een aantal meetbare
doelen. Deze worden door iedere SKOEM- school ‘op maat’ uitgewerkt in concrete
actiepunten op alle lagen: leerling – leerkracht – schoolleiding in het meerjarenplan 2015-2019
en/of in het jaarplan van de school.
15
Download