Praktijkscoringslijst Oogonderzoek

advertisement
Praktijkscoringslijst Oogonderzoek
Huisartsopleider:
Aios:
Datum:
Situatie: consult / visite (omcirkelen)
Vakinhoudelijk handelen
Inspectie
Vraagt de patiënt de contactlenzen uit te doen of de bril af te
zetten (indien van toepassing).
Gaat na of er verschijnselen van fotofobie zijn en of de patiënt
het licht als pijnlijk ervaart.
Inspecteert de directe omgeving van het oog en let daarbij op
wallen, huidaanhangsels, verwondingen, zwellingen (oedeem),
kleurverschillen en asymmetrie.
Inspecteert de vorm en grootte en eventueel linksrechtsverschil van de lidspleet, stelt vast of er sprake is van
exoftalmie en enoftalmie.
Inspecteert de oogleden en wimpers. Let daarbij op roodheid,
zwelling, papels en vesikels, en- of ectropion en schilfering.
Inspecteert de traanhoek. Let op de kleur van de ductus
nasolacrimalis en aanwezigheid van secreet.
Inspecteert de conjunctivae bulbi en tarsi. Spreidt hiertoe de
oogleden en laat de patiënt hierbij naar boven, onder, links en
rechts kijken. Let hierbij op kleur, vaatinjectie, vochtigheid en
evt. corpus alienum. Beschrijft lokalisatie (oppervlakkig of diep,
diffuus of segmentaal of ciliair) en aard van de roodheid
(vaatverwijding of bloeding), Let bij afscheiding op kleur en
helderheid.
Inspecteert de cornea. Let op: troebelingen, vaatingroei, corpus
alienum.
niet
fout
goed
gedaan
gedaan
gedaan
- Vervolg Vakinhoudelijk handelen, Inspectie -
Inspecteert de voorste oogkamer met strijklicht. Let op:
helderheid; cellen, Tyndalleffect, Descemetstippen, hypopyon
(en hyphaema en lensluxatie bij ernstig trauma.
Inspecteert de pupillen (vorm, grootte) en test de directe en
indirecte pupilreacties.
Visusbepaling
Vraagt de patiënt op 5 of 6 meter recht voor de visuskaart
plaats te nemen.
Onderzoekt beide ogen van de patiënt met eigen correctie.
Vraagt de patiënt zo ontspannen mogelijk naar de kaart te
kijken met één oog losjes afgedekt met de handpalm.
Instrueert de patiënt omtrent de juiste benoeming van de
optotypen.
Begint met de bovenste regel en gaat regelgewijs naar beneden.
Wijst steeds het eerste of laatste optotype aan met
contrasterend stokje of een vinger.
Bij niet meer goed zien of onjuist benoemen gaat men één regel
terug naar boven en laat de optotypen van die regel één voor
één door de patiënt benoemen.
Bij één keer een onjuiste benoeming per regel geldt deze regel
nog als correct waargenomen, bij twee keer een onjuiste
benoeming gaat men één regel naar boven en wordt de daar
vermelde visus als bereikte waarde genoteerd.
Noteert de gevonden waarde van ieder oog afzonderlijk in
decimalen en vermeldt daarbij dat er wel/geen gebruik is
gemaakt van eigen correctie (cc resp. sc).
niet
fout
goed
gedaan
gedaan
gedaan
- Vervolg Vakinhoudelijk handelen -
niet
fout
goed
gedaan
gedaan
gedaan
Bij stomp oogletsel
Inspectie: iris (scheur), VOK (hyphaema).
Oogstand: houdt een lampje recht voor patiënt. Laat de patiënt
fixeren op de lichtbron en beoordeelt of de spiegeling van de
cornea symmetrisch is.
Oogvolgbewegingen: test alle bewegingen van het oog let op:
diplopie, asymmetrie, enofthalmus.
Verdoven (als bij het voorafgaande onderzoek niet goed
gedifferentieerd kan worden tussen cornea-aandoeningen en
aandoeningen van dieper gelegen structuren): druppelt een
oppervlakte anestheticum in het oog en controleert of de
oogpijn verdwijnt. Bij aandoeningen van de cornea zijn pijn en
fotofobie na 10-20 seconden verdwenen.
Score*
1
2
3
4
5
6
7
Arts-patiënt communicatie en professionaliteit
niet
fout
goed
gedaan
gedaan
gedaan
Bejegent respectvol.
Geeft begrijpelijke uitleg over wat er gaat gebeuren.
Let op reacties van patiënt.
Totaalscore*
1
2
3
4
5
6
* Scoringsinstructie: geef een waarderingscode van 1-7
( 1 = slecht, 2 = zeer zwak, 3 = onvoldoende, 4 = twijfelachtig, 5 = voldoende, 6 = goed, 7 = uitstekend )
7
Algemene indruk
Reflectie aios
Reactie huisartsopleider
Wat ging goed?
Wat ging goed?
Wat kan beter?
Wat kan beter?
Leerplan (specificeer leerpunten, plan van aanpak en wijze van evaluatie)
Literatuur

Franssen M, De Brabander J. Vaardigheden in de geneeskunde. Het onderzoek van het zien en het
oog. 3e herziene druk. Maastricht: Mediview, 2007.

De Jongh TOH, Buis J, Daelmans HEM, et al, redactie. Fysische diagnostiek. Houten: Bohn Stafleu van
Loghum, 2010: 67-7.

Stilma JS, Voorn ThB, redactie. Oogheelkunde. Praktische huisartsgeneeskunde. 2e druk. Houten:
Bohn Stafleu van Loghum, 2008.

Tan H, Van der Pol BAE, Stilma JS, redactie. Leerboek oogheelkunde. Houten: Bohn Stafleu van
Loghum, 2013.
Publicatiedatum
Februari 2014.
Download