Observatieprotocol bij Delier Delier is een voorbijgaande, i.p. omkeerbare psychische stoornis op basis van lichamelijke ontregeling. Kenmerken van delier zijn: stoornissen in de aandacht, stoornissen in het slaap-waakritme, stoornissen in cognitie, oriëntatie en psychomotorisch gedrag en stoornissen van stemming en affect. Het delier vormt een belangrijke bijdrage aan een verhoogd sterftecijfer, verlengde duur van ziekenhuisopname en verminderd functioneren op psychisch en lichamelijk gebied. Op de gesloten opnameafdeling Den Eik CS (cognitieve stoornissen) van Altrecht bedraagt het aantal patiënten gediagnosticeerd (volgens DSM IV) met een delier ongeveer 10%. Kwalitatief onderzoek naar ouderen met een delier geeft aan dat angst, verlies van controle en aantasting van integriteit de belangrijkste ervaringen zijn. Delier bij ouderen met dementie presenteert zich niet anders dan bij ouderen zonder dementie. Delier uit zich in 3 vormen: hyperactief, hypoactief en een mixvorm. De verhouding is 1:1:3. Aandachtspunten voor observatie: Aandacht: Is de aandacht goed te trekken en te behouden? Is er sprake van bewustzijnsdalingen? Is patiënt snel afgeleid, of wordt er op alle prikkels gereageerd? Kan het onderwerp van gesprek vastgehouden worden? Dag/nachtritme: Is er sprake van inslaap of doorslaapproblemen? Hoeveel uur per nacht slaapt patiënt? Is er sprake van een meer dan 2 uur slapen op de dag? Cognitie: Is er sprake van een plotselinge achteruitgang van geheugen en oriëntatie vermogen. Is er een toename van spraak of begripsproblemen. Is er apraxie ontstaan? Is er een vermindering van meer dan 5 punten op de MMSE? Gedrag: Vertoont patiënt een verandering in zijn gedrag door: plukbewegingen, pakken van voorwerpen in de omgeving zonder functioneel te gebruiken, onrust, voortdurend bewegen, agitatie of agressie? Is er noodzaak tot het instellen van middelen en maatregelen? Stemming: Is er sprake van angst? Wat is de voornaamste oorzaak van angst? Heeft patiënt last van hallucinaties en zo ja, zijn deze visueel, auditief of haptisch en waaruit bestaan deze? Zijn er waandenkbeelden? Hoe is de stemming te omschrijven? Lichamelijk functioneren: Maakt patiënt een zieke indruk? Zijn er meerdere medicatieveranderingen in korte tijd geweest? (m.n. psychofarmaca.) Is er sprake van een nog niet eerder gesignaleerd lichamelijk probleem, zoals kortademigheid, oedeem, problemen met het urineren/of ontlasting? J. Sanders, klinisch geriater T. van Gelderen, 1e verpleegkundige Den Eik 1, februari 2001 Naam contactpersoon: Ton van Gelderen 1e Verpleegkundige den Eik CS/Altrecht GGZ 030-6965712/730 [email protected] Gebruikers van het protocol: Altrecht GGZ UMCU Overzicht