Examen VMBO-GL en TL

advertisement
Examen VMBO-GL en TL
2015
tijdvak 1
woensdag 20 mei
13.30 - 15.30 uur
aardrijkskunde CSE GL en TL
Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Dit examen bestaat uit 43 vragen.
Voor dit examen zijn maximaal 58 punten te behalen.
Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald
kunnen worden.
GT-0131-a-15-1-o
Meerkeuzevragen
Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.
Open vragen
Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden
gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft
meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de
beoordeling meegeteld.
Weer en klimaat
2p
1
Drie leerlingen doen ieder een uitspraak over de kans op het ontstaan van
regen.
Uitspraak 1: Regen kan ontstaan bij een botsing tussen een koufront en
een warmtefront.
Uitspraak 2: Regen kan ontstaan bij stuwing van vochtige lucht tegen een
hoger gelegen gebied.
Uitspraak 3: Regen kan ontstaan bij dalende lucht in de subtropen.
 Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad
en geef van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is.
GT-0131-a-15-1-o
2 / 33
lees verder ►►►
bron 1
Luchtdruk in Europa op 10 september 2013
996
1000
1004
1008
1004
1024
1016
1013
1000
992
988
Q
1016
1020
968
972
1024
1013
1028
1008
996
1000
P 1032
1004
1012
1008
R
1008
1008
1013
1028
1004
1012
1016
1013
1012
1008
1024
1020
S
1013
1012
1013
1p
2
De kaart van bron 1 gaat over de verschillen in luchtdruk in Europa.
Bij welke letter in bron 1 was de windsnelheid op 10 september 2013 het
hoogst?
A bij letter P
B bij letter Q
C bij letter R
D bij letter S
2p
3
Hier staan vier uitspraken over weer en klimaat.
Uitspraak 1: Een depressie is een hogedrukgebied.
Uitspraak 2: Luchtdruk wordt gemeten met een barometer.
Uitspraak 3: Isobaren zijn lijnen op een kaart die plaatsen met dezelfde
temperatuur met elkaar verbinden.
Uitspraak 4: De windkracht wordt ingedeeld met de schaal van Beaufort.
 Neem de cijfers 1, 2, 3 en 4 van de uitspraken over op het
antwoordblad en geef van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is.
1p
4
Zie bron 1.
 Waar zal op 10 september 2013 meer uv-straling zijn geweest, in
Spanje of in Nederland? Geef een argument voor je keuze.
1p
5
Klimaatverandering zal ook invloed hebben op de landbouw in Spanje.
 Noem een gevolg van klimaatverandering in Spanje voor de landbouw
in Spanje.
GT-0131-a-15-1-o
3 / 33
lees verder ►►►
bron 2
Weersverwachting voor de Verenigde Staten
Legenda:
landsgrens
-12°
Anchorage
2°
9°
Seattle
3°
New York
-4°
20°
Los Angeles
-2°
-2°
24-11-2013
15:00
1p
6
28°
Bron 2 geeft de weersverwachting voor de Verenigde Staten op
24 november. Deze weersverwachting past in het klimaatbeeld van
de Verenigde Staten voor deze tijd van het jaar.
 Geef de verklaring voor de hoge temperatuur in Seattle ten opzichte
van New York.
GT-0131-a-15-1-o
4 / 33
lees verder ►►►
bron 3
Invalshoek van de zonnestralen op de aarde
30°
90°
2p
7
De afbeelding van bron 3 laat de invalshoek van de zonnestralen op de
aarde zien.
 Geef met behulp van bron 2 en bron 3 de twee oorzaken van het
verschil in de gemiddelde temperatuur in Anchorage (Alaska) en
Los Angeles.
GT-0131-a-15-1-o
5 / 33
lees verder ►►►
bron 4
Baan van de aarde om de zon
1p
8
In bron 4 is bij P, Q, R en S niet aangegeven welk seizoen het betreft.
Welke beschrijving hoort bij Q te staan?
A Op het noordelijk halfrond begint de winter, op het zuidelijk halfrond
begint de zomer.
B Op het noordelijk halfrond begint de zomer, op het zuidelijk halfrond
begint de winter.
C Op het noordelijk halfrond begint de herfst, op het zuidelijk halfrond
begint de lente.
D Op het noordelijk halfrond begint de lente, op het zuidelijk halfrond
begint de herfst.
GT-0131-a-15-1-o
6 / 33
lees verder ►►►
bron 5
De Verenigde Staten, bodemgebruik
Seattle
Willamettedal
Thunder
Bay
Colu mbia
2
Duluth
Boston
Central
Valley
Miss
ou
ri
1
San
Francisco
Detroit
New York
Cleveland
3
o
ad
lor
Co
el
Zuiv
Denver
2
io
Sa
Zuivel
to
m en
cra
Oh
Los Angeles
Phoenix
4
Zuid-California
Dallas
Savannah
Mis
si s
si
G
Rio
pp
i
New Orleans
ran
de
Miami
Legenda:
Improductief
Bos
Intensieve veeteelt
1
2
3
Overige akkerbouw
Groenten, fruit, wijnbouw
1p
9
0
300
600 km
Tabak
Citrusvruchten
Aardnoten
4
Bekijk bron 5.
Op de kaart en in de legenda is een aantal vormen van bodemgebruik
vervangen door de cijfers 1, 2, 3 en 4.
Achter welke letter staat het juiste bodemgebruik?
1
2
3
4
A
extensieve
veeteelt
tarwe
soja en maïs
katoen
B
extensieve
veeteelt
katoen
tarwe
soja en maïs
C
katoen
extensieve
veeteelt
soja en maïs
tarwe
D
katoen
soja en maïs
tarwe
extensieve
veeteelt
GT-0131-a-15-1-o
7 / 33
lees verder ►►►
bron 6
Het versterkte broeikaseffect
Atmosfeer
Zonnestraling
Uitstoot van koolstofdioxide, stikstof, methaan
en andere broeikasgassen.
CO2-opname
Zee- en landijs
Oceanen
1p
10
Het versterkte broeikaseffect wordt onder andere veroorzaakt doordat de
mens broeikasgassen uitstoot. Stel dat in een land de uitstoot van
broeikasgassen tot een absoluut minimum is beperkt.
 Geef met behulp van bron 6 een maatregel die dat land dan nog zou
kunnen nemen om het versterkte broeikaseffect te verminderen.
GT-0131-a-15-1-o
8 / 33
lees verder ►►►
bron 7
Extreme weersomstandigheden
R
T
S
U
Legenda:
landsgrens
grens tussen de staten
1p
11
12
380
760 km
Bekijk bron 7.
In de Verenigde Staten komen regelmatig tornado’s en orkanen voor.
Deze zorgen voor ernstige overlast en grote schade.
Achter welke letter staat juist aangegeven waar tornado’s en orkanen het
meest voorkomen in de Verenigde Staten?
tornado’s
2p
0
orkanen
A
R
S
B
S
R
C
S
U
D
T
U
E
U
R
F
U
S
Hier staan vijf uitspraken over het extreme weer in de Verenigde Staten.
Uitspraak 1: Bij windkracht 12 op de schaal van Beaufort spreken we van
een orkaan.
Uitspraak 2: In de Verenigde Staten komen orkanen gedurende het hele
jaar voor.
Uitspraak 3: Een tropische orkaan wordt in de Verenigde Staten een
hurricane genoemd.
Uitspraak 4: Een tornado is een klein soort orkaan en ontstaat alleen
boven de oceaan.
Uitspraak 5: Het windstille centrum van een orkaan wordt slurf genoemd.
 Neem de cijfers 1, 2, 3, 4 en 5 van de uitspraken over op het
antwoordblad en geef van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is.
GT-0131-a-15-1-o
9 / 33
lees verder ►►►
bron 8
Een ring rond New Orleans
De orkaan Katrina veroorzaakte in 2005 in de Verenigde Staten een
ernstige ramp, vooral voor New Orleans. New Orleans kwam grotendeels
onder water te staan. Na de wederopbouw is men gaan werken aan een
veiligheidssysteem. De nieuwe en verbeterde voorzieningen moeten
ervoor zorgen dat de stad en de directe omgeving droog blijven.
In 2015 moet het gebied rond New Orleans zijn voorzien van een ring van
ruim 500 kilometer dijken, vloedweringen, pompen en andere
voorzieningen.
bron 9
Hurricane Katrina in 2005
GT-0131-a-15-1-o
10 / 33
lees verder ►►►
1p
13
Lees bron 8 en bekijk bron 9.
Orkaan Katrina veroorzaakte veel schade in New Orleans omdat de baan
bijna recht over de stad liep, maar er zijn meer oorzaken voor de schade.
 Noem met behulp van bron 9 een oorzaak waardoor New Orleans
kwetsbaarder is voor orkanen dan veel andere plaatsen aan de kust.
1p
14
Geef de reden waarom juist Nederland betrokken is bij de maatregelen
(zie bron 8) die de Amerikaanse overheid in het gebied van New Orleans
neemt.
GT-0131-a-15-1-o
11 / 33
lees verder ►►►
Water
bron 10
Verkeersintensiteit waterwegen
Legenda:
Waterwegen
miljoen ton vervoerd gewicht,
per jaar, 2007
minder dan 5
5 - 10
10 - 25
25 - 50
Den Helder
50 of meer
Groningen
Leeuwarden
Sneek
Emmen
Hoorn
Alkmaar
Meppel
Kampen
Lelystad
Haarlem
Nieu
Zwolle
Amsterdam
erdam
Amst naal
a
Rijnk
Leiden
Den Haag
Assen
Heerenveen
we W
aterw Rotterdam
eg
Dordrecht
Almelo
Almere
Deventer
Apeldoorn
Amersfoort
Utrecht
Arnhem
Enschede
Zutphen
Winterswijk
Nijmegen
Tilburg ’s-Hertogenbosch
Middelburg
Westers
chelde
Roosendaal
Breda
Eindhoven
Venlo
Sc
Antwerpen
he
ld
e
Roermond
Maastricht
2p
15
Heerlen
Drie leerlingen doen ieder een uitspraak over bron 10.
Erwin zegt: “Over het Amsterdam-Rijnkanaal werd in 2007 tussen
de 25 en 50 miljoen ton vervoerd.”
Isa zegt: “Vanuit Rotterdam wordt per binnenvaartschip meer over de
Waal naar Duitsland vervoerd dan over de Maas naar Frankrijk.”
Luca zegt: “Binnenvaartschepen hoeven vanuit Rotterdam niet via de
Noordzee om naar de haven van Antwerpen te varen.”
 Neem de namen Erwin, Isa en Luca over op het antwoordblad en geef
van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is.
GT-0131-a-15-1-o
12 / 33
lees verder ►►►
bron 11
Debietverloop van Rijn en Maas
m3 per sec
3000
Rijn
2500
2000
1500
1000
Maas
500
ja
n
fe
b
m
rt
ap
r
m
ei
ju
n
ju
l
au
g
se
p
ok
t
no
v
de
c
0
maanden
2p
16
Bekijk bron 11.
In het stroomgebied van de Maas valt in de zomer evenveel neerslag als
in de andere seizoenen. Toch heeft de Maas in de zomer een lager debiet
dan in de winter.
 Noem de twee oorzaken van het lage debiet van de Maas in de zomer.
1p
17
Klimaatverandering levert vooral voor de laaggelegen gebieden grote
problemen op.
Oorzaken hiervan zijn in willekeurige volgorde:
1 een toenemend gevaar van overstromingen in de stroomgebieden
2 afsmelten van landijs en gletsjers
3 opwarming van de aarde
4 uitstoot CO2 neemt toe
5 meer gletsjerwater en zware regenbuien veroorzaken hoge piekafvoer
 Neem de cijfers 1, 2, 3, 4 en 5 van de oorzaken in de juiste volgorde
over op het antwoordblad.
GT-0131-a-15-1-o
13 / 33
lees verder ►►►
bron 12
Een nieuwe boerderij op een kunstmatige woonheuvel in de uiterwaarden
1p
18
In de uiterwaarden worden soms nieuwe boerderijen of huizen gebouwd
op kunstmatige woonheuvels (zie bron 12).
 Geef een reden waarom dit niet past in het beleid van meer ruimte
scheppen voor rivieren.
2p
19
Het duingebied langs de Noordzeekust wordt ernstig bedreigd door
verzilting.
 Noem eerst de menselijke oorzaak van deze verzilting.
 Beschrijf daarna op welke wijze dit leidt tot verzilting.
1p
20
Het Nederlandse rivierenlandschap is onder andere opgebouwd uit
oeverwallen en komgronden, die elk hun eigen kenmerken hebben.
Achter welke letter staan de juiste kenmerken bij komgrond en oeverwal?
komgrond
oeverwal
A
bestaat uit grof zand, wordt
gebruikt als akkerland, is hoger
gelegen en ligt niet direct naast
de rivier
bestaat uit zware rivierklei, wordt
gebruikt als weiland, is lager
gelegen en ligt dicht bij de rivier
B
bestaat uit grof zand, wordt
gebruikt als akkerland, is lager
gelegen en ligt direct langs de
rivier
bestaat uit zware rivierklei, wordt
gebruikt als weiland, is lager
gelegen en ligt verder weg van
de rivier
C
bestaat uit zware rivierklei, wordt
gebruikt als weiland, is lager
gelegen en ligt direct langs de
rivier
bestaat uit grof zand, wordt
gebruikt als akkerland, is hoger
gelegen en ligt verder weg van
de rivier
D
bestaat uit zware rivierklei, wordt
gebruikt als weiland, is lager
gelegen en ligt niet direct langs
de rivier
bestaat uit grof zand, wordt
gebruikt als akkerland en voor
bewoning, is hoger gelegen en
ligt dicht bij de rivier
GT-0131-a-15-1-o
14 / 33
lees verder ►►►
bron 13
Grote Kanaal
Legenda
kanaal
Beijing
rivier
Tianjin
Shijiazhuang
Jinan
Jining
GELE ZEE
Xuzhou
Nanjing
Shanghai
Hangzhou
0
130
260 km
2p
21
Op de kaart in bron 13 zie je dat de meeste rivieren in China in een
bepaalde hoofdrichting stromen. Het Grote Kanaal loopt van Hangzhou
naar Beijing.
 Noem de twee redenen waarom dit kanaal is aangelegd.
1p
22
Het grootste deel van het Midden-Oosten heeft een steppeklimaat of een
woestijnklimaat.
Wat is de juiste conclusie over de waterbalans en de waterschaarste voor
dit deel van het Midden-Oosten?
A De waterbalans is negatief en er is geen waterschaarste.
B De waterbalans is negatief en er is wel waterschaarste.
C De waterbalans is positief en er is geen waterschaarste.
D De waterbalans is positief en er is wel waterschaarste.
GT-0131-a-15-1-o
15 / 33
lees verder ►►►
bron 14
Oost-Azië reliëf
Legenda:
<0 m
0 - 200 m
200 - 500 m
500 - 2000 m
2000 - 5000 m
>5000 m
rivier
H oo
gla n d
Huan
gH
e
or
No B
Chinees
Laagland
Tibet
an
g
van
d
e r -C h
gl in e
an e
d s
C H I N A
Hua
ng
He
landsgrens
Hi
ma
lay
i
gJ
n
a
i
Ch
Zuid-Chinees
Bergland
a
0
275
550 km
bron 15
Oost-Azië neerslag
Legenda:
Jaarlijkse neerslag in mm
GT-0131-a-15-1-o
0
minder dan 100
500 - 1000
100 - 250
1000 - 2000
250 - 500
2000 of meer
16 / 33
400
800 km
lees verder ►►►
bron 16
Invultekst
De Huang He en de Chang Jiang zijn twee belangrijke rivieren in China.
De Huang He ligt in … P … (Noord-China / Zuid-China) en is
een … Q … (gemengde rivier / gletsjerrivier).
Het stroomgebied van de Huang He is een … R … (droger / natter) gebied
dan dat van de Chang Jiang.
De Chang Jiang is een … S … (gemengde rivier / gletsjerrivier).
2p
23
Bekijk bron 14 en bron 15 en lees bron 16.
 Neem de letters P, Q, R en S uit bron 16 over op het antwoordblad en
kies telkens het juiste woord.
1p
24
Bekijk bron 14.
Veel rivieren in China ontspringen in de Himalaya en het Hoogland van
Tibet. Ze lopen via het Zuid-Chinees Bergland of het Noord-Chinees
Bergland naar het Chinees Laagland.
Achter welke letter staan de juiste kenmerken van de rivieren bij
Himalaya/Hoogland van Tibet en Chinees Laagland?
Himalaya en
Hoogland van Tibet
Chinees Laagland
A
bovenloop, er is evenwicht tussen
sedimentatie en erosie
benedenloop, er is evenwicht
tussen sedimentatie en erosie
B
bovenloop, er vindt vooral erosie
plaats
benedenloop, er vindt vooral
sedimentatie plaats
C
middenloop, er is evenwicht
tussen sedimentatie en erosie
benedenloop, er vindt vooral erosie
plaats
D
middenloop, er vindt vooral
sedimentatie plaats
benedenloop, er vindt vooral
sedimentatie plaats
GT-0131-a-15-1-o
17 / 33
lees verder ►►►
bron 17
Ontziltingsfabriek
1p
25
Zie bron 17
Het ontzilten van zeewater wordt steeds meer toegepast om
het Midden-Oosten van water te voorzien.
 Geef een reden waarom het ontzilten van zeewater niet duurzaam is.
1p
26
In Nederland worden akkers en weilanden vaker beregend dan dat er
druppelirrigatie wordt toegepast.
 Noem hiervoor een reden.
GT-0131-a-15-1-o
18 / 33
lees verder ►►►
bron 18
Het Zuidoost-Anatoliëproject
Legenda:
stuwmeer
meer
Keban
Karakaya
Atatürk
Tunceli
Elaziğ
Kralkizi
Hazarmeer
Diyarbakir
Sanliurfatunnel
Harranvlakte
Birecikdam
IRAN
Vanmeer
afgerond project
landsgrenzen
rivier
dam
plaats
Bitlis
Batman
Batman
Hakkan
Hasankeyf
Ilisudam
project in uitvoering
ligging kaartfragment
Harran
0 250 500 km
0
45
90 km
Het Zuidoost-Anatoliëproject is het grootste en meest veelzijdige
ontwikkelingsproject van het Midden-Oosten. Er zijn 21 stuwdammen
aangelegd. De belangrijkste dam, de Atatürkdam, is in 1994 in gebruik
genomen. Water uit het stuwmeer van de Atatürkdam zal via de
Sanliurfatunnel, de grootste watertunnel in de wereld, de Harranvlakte van
water voorzien.
2p
27
De tekst in bron 18 is positief over het Zuidoost-Anatoliëproject. Er
worden alleen voordelen genoemd.
Over het gebied dat stroomafwaarts van de stuwdammen ligt wordt niet
gesproken. Voor dit gebied hebben de stuwdammen voordelen en
nadelen gebracht.
 Noem twee nadelen voor het gebied stroomafwaarts van de
stuwdammen.
GT-0131-a-15-1-o
19 / 33
lees verder ►►►
bron 19
Het Zuidoost-Anatoliëproject
ligging kaartfragment
T
Keban
U
R
K
I
J
E
S
Karakaya
Dicle Kayser
Silvan
Kralkızı
Garzan
Devegicici
Atatürk
Birecik
T
Legenda:
geplande dam
bestaande dam
Batman
t
raa
Euf
Tigris
Ilısu
Cizre
Karkamış
I
S
Y
R
I
R
A
K
Ë
akkerland
afwisselend akkerland en natuurlijke vegetatie
0
50
100 km
1p
28
Bekijk bron 19.
Hoe groot is de afstand hemelsbreed tussen S en T?
A ongeveer 50 kilometer
B ongeveer 125 kilometer
C ongeveer 250 kilometer
D ongeveer 500 kilometer
2p
29
Uitbreiding van de landbouwproductie in het gebied van bron 19 was een
belangrijke reden voor de aanleg van de Atatürkdam.
 Geef nog twee redenen voor de aanleg van de Atatürkdam.
GT-0131-a-15-1-o
20 / 33
lees verder ►►►
Bevolking en ruimte
bron 20
Krantenartikel
Krimp bedreigt het platteland: verlaten huizen, afgebladderde verf en
dichtgespijkerde ramen. De journaalbeelden uit 2008 van het Groningse
gehucht Ganzedijk stemmen droevig. Ze zijn symbool geworden voor het
schrikbeeld voor veel bestuurders op het platteland: bevolkingskrimp.
2p
30
Regionale bevolkingskrimp is volgens bron 20 een schrikbeeld voor
bestuurders op het platteland.
 Geef twee nadelige gevolgen van bevolkingskrimp voor de
leefbaarheid in deze plattelandsregio’s.
GT-0131-a-15-1-o
21 / 33
lees verder ►►►
bron 21
Krimp- en groeigebieden in Nederland
N
1
2
3
4
Legenda:
provinciegrenzen
1p
31
0
30
60 km
Op de kaart in bron 21 zijn vier regio’s aangegeven.
Twee van deze regio’s zijn krimpgebieden en in twee regio’s groeit de
bevolking.
Wat is de juiste combinatie van cijfer en soort gebied?
krimpgebied
gebied met bevolkingsgroei
A
1 en 2
3 en 4
B
1 en 4
2 en 3
C
2 en 3
1 en 4
D
3 en 4
1 en 2
GT-0131-a-15-1-o
22 / 33
lees verder ►►►
bron 22
Bevolkingsopbouw Duitsland naar leeftijd en geslacht, 1997 en 2050
mannen
750
2p
32
500
250
1997
2050
100-104
95-99
90-94
85-89
80-84
75-79
70-74
65-69
60-64
55-59
50-54
45-49
40-44
35-39
30-34
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0-4
0
0
x1000
100-104
95-99
90-94
85-89
80-84
75-79
70-74
65-69
60-64
55-59
50-54
45-49
40-44
35-39
30-34
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0-4
0
0
x1000
vrouwen
250
500
mannen
750 750
500
250
vrouwen
250
500
750
Bron 22 laat de bevolkingsopbouw van Duitsland in 1997 en 2050 zien.
Over deze bevolkingsdiagrammen worden drie beweringen gedaan.
Bewering 1: Duitsland vergrijst steeds meer tussen 1997 en 2050.
Bewering 2: Het geringe aantal 50- tot en met 54-jarigen in het
bevolkingsdiagram van 1997 is veroorzaakt door de
Tweede Wereldoorlog.
Bewering 3: Tussen 1997 en 2050 is er een toename van de natuurlijke
bevolkingsgroei zichtbaar in Duitsland.
 Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de beweringen over op het
antwoordblad en geef van elke bewering aan of deze juist of onjuist is.
GT-0131-a-15-1-o
23 / 33
lees verder ►►►
bron 23
Bevolkingsopbouw Nederland naar leeftijd en geslacht, 1997 en 2050
1997
2050
95-99
90-94
85-89
80-84
75-79
70-74
65-69
60-64
55-59
50-54
45-49
40-44
35-39
30-34
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0-4
95-99
90-94
85-89
80-84
75-79
70-74
65-69
60-64
55-59
50-54
45-49
40-44
35-39
30-34
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0-4
mannen
150 120 90 60 30
0
x1000
vrouwen
0
mannen
30 60 90 120 150 150 120 90 60 30
0
x1000
vrouwen
0
30 60 90 120 150
bron 24
Demografisch transitiemodel
40
geboorte en sterfte
per duizend
per jaar
30
20
10
0
fase 1
fase 2
fase 3
Legenda:
geboortecijfer
GT-0131-a-15-1-o
fase 4
tijd
sterftecijfer
24 / 33
lees verder ►►►
1p
33
De bevolkingsdiagrammen van Duitsland (bron 22) en Nederland
(bron 23) zijn in het demografisch transitiemodel van bron 24 te plaatsen.
Achter welke letter staat bij elk bevolkingsdiagram de juiste fase uit het
demografisch transitiemodel?
Duitsland
1997
Duitsland
2050
Nederland
1997
Nederland
2050
A
fase 2
fase 3
fase 4
fase 3
B
fase 2
fase 4
fase 3
fase 4
C
fase 3
fase 4
fase 3
fase 4
D
fase 3
fase 4
fase 4
fase 3
E
fase 4
fase 3
fase 4
fase 3
F
fase 4
fase 4
fase 4
fase 4
bron 25
Migratie van Oost-Duitsland naar West-Duitsland, 1950 ̶ 2003
aantal 500
personen
(x1000)
400
300
200
100
0
1950 1954 1958 1962 1966 1970 1974 1978 1982 1986 1990 1994 1998 2002
1p
34
Bron 25 laat de migratie van Oost-Duitsland naar West-Duitsland tussen
1950 en 2003 zien.
 Geef de reden waarom in de periode 1962 ̶ 1989 veel minder
mensen van Oost-Duitsland naar West-Duitsland migreerden dan in de
periode ervoor en erna.
GT-0131-a-15-1-o
25 / 33
lees verder ►►►
bron 26
Krantenartikel
Milieusticker per 1 oktober 2008
Per 1 oktober 2008 zullen nog een paar Duitse steden ervoor kiezen om
een milieusticker verplicht te stellen.
Om de steden binnen te mogen rijden is een milieusticker verplicht. Deze
blijft gedurende de gehele levensduur van de auto geldig en kost
ongeveer € 12,50. De milieusticker is verplicht in: Duisburg, Oberhausen,
Bottrop, Essen, Gelsenkirchen en Bochum.
1p
35
Lees bron 26.
De milieusticker levert voor deze steden geld op, maar er zijn ook andere
redenen om de milieusticker te verplichten.
 Noem een reden om de milieusticker in te voeren die te maken heeft
met de leefbaarheid van deze steden.
GT-0131-a-15-1-o
26 / 33
lees verder ►►►
bron 27
Bevolkingsdichtheid China
Qiqihar
Harbin
Daqing
Jilin
Ürümqi
Changchun
Shenyang
G O
B I
Baotou
Datong
Beijing
Anshan
Benxi
Pyongyang
Tangshan
Seoul
Dalian
Tianjin
Taiyuan
Shijiazhuang
Handan
Luoyang
Lanzhou
Qingdao
Jinan
Zhengzhou
Hefei
Wuhan
Chongqing
Busan
Gwangju
Xuzhou
Huainan Nanjing
Wuxi
Xi'an
Chengdu
Daegu
Daejoen
Shanghai
Suzhou
Hangzhou
Changsha
Nanchang
Fuzhou
Taipei
Kreeftskeerkring
Guiyang
Kunming
Guangzhou
Shenzhen
Taichung
Kaohsiung
Shantou
Nanning
Hongkong
Legenda:
Inwoners per km2
minder dan 1
1 - 50
50 - 100
100 - 200
200 of meer
2p
36
0
450
900 km
Agglomeratie of stad met
5 miljoen of meer inwoners
Agglomeratie of stad met 1 - 5 miljoen inwoners
Bron 27 laat zien dat de bevolking erg ongelijk gespreid is over China.
 Geef twee natuurlijke oorzaken van de lage bevolkingsdichtheid in het
westen van China.
GT-0131-a-15-1-o
27 / 33
lees verder ►►►
bron 28
Plattelandsbevolking en stedelijke bevolking in China
100
%
80
60
X
40
Y
20
0
1970 1980 1990 2000 2010 2020 2030
1p
37
Bron 28 laat een verandering zien in de plattelands- en stedelijke
bevolking van China.
 Geef eerst aan welke lijn (X of Y) uit bron 28 de plattelandsbevolking
weergeeft. Geef daarna een gevolg van deze ontwikkeling voor de
bevolkingsopbouw van het platteland.
GT-0131-a-15-1-o
28 / 33
lees verder ►►►
bron 29
Bevolkingsomvang (na 2014: voorspelde bevolkingsomvang)
1750
Legenda:
China
India
Europa
USA
x miljoen
1500
1250
1000
750
500
250
0
1950 1970 1990 2010 2030 2050
bron 30
Leeftijdsdiagram van China in 2010
100+
95-99
90-94
85-89
80-84
75-79
70-74
65-69
60-64
55-59
50-54
45-49
40-44
35-39
30-34
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0-4
mannen
80
1p
38
60
40
20
0
0
x miljoen
vrouwen
20
40
60
80
Johnny en Andrea bekijken bron 29 en bron 30. Ze doen ieder een
uitspraak over deze bronnen.
Johnny zegt: “Ondanks de bevolkingsafname van China in de toekomst,
blijft China tot 2050 het gebied waar de meeste mensen van de wereld
wonen.”
Andrea zegt: “Door de bevolkingspolitiek is in China een
mannenoverschot ontstaan.”
 Neem de namen Johnny en Andrea over op het antwoordblad en geef
van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is.
GT-0131-a-15-1-o
29 / 33
lees verder ►►►
bron 31
Wijk in Beijing
1p
39
Bron 31 laat een oude wijk in Beijing zien.
Hoe noemen we zo’n wijk in China?
A bidonville
B hukou
C hutong
D krottenwijk
bron 32
Bevolkingsgroei in China, 2000 ̶ 2010
Legenda:
Gemiddelde jaarlijkse
bevolkingsgroei in procenten,
2000-2010
afname
0 - 0,5
0,5 - 1
1-2
2 of meer
0
1p
40
450
900 km
Bekijk bron 32.
Wat is een oorzaak van de bevolkingsgroei in het westen van China?
A de natuurlijke bevolkingsgroei
B de sociale bevolkingsgroei
C het migratieoverschot
GT-0131-a-15-1-o
30 / 33
lees verder ►►►
bron 33
China
RUSLAND
Kazachstan
Mongolië
Japan
C
H
I
N
A
1
GROTE
3
Nepal
OCEAAN
Taiwan
2
India
0
1p
41
450
900 km
In bron 33 zijn bij 1, 2 en 3 topografische namen weggelaten.
Welke topografische namen horen bij 1, 2 en 3?
1 (stad)
2 (stad)
3 (rivier)
A
Aomen
Suzhou
Huang He
B
Chongqing
Hangzhou
Chang Jiang
C
Foshan
Hangzhou
Chang Jiang
D
Shanghai
Guangzhou
Xi Jiang
E
Shenzen
Suzhou
Huang He
F
Wuhan
Guangzhou
Xi Jiang
GT-0131-a-15-1-o
31 / 33
lees verder ►►►
bron 34
Het spoorwegnetwerk van China
2p
42
Bekijk bron 34.
 Geef twee redenen waarom het spoorwegnetwerk voor de industrie in
bijvoorbeeld Guangzhou en Shanghai erg belangrijk is.
GT-0131-a-15-1-o
32 / 33
lees verder ►►►
bron 35
Krantenartikel
Chinese regering zet rem op kolencentrales
Het kabinet van de Volksrepubliek China maakt zich ernstige zorgen over
het milieu en heeft donderdag besloten dat in drie industriële regio's rond
Peking, Shanghai en Guangzhou geen kolengestookte
elektriciteitscentrales meer mogen worden gebouwd. Ook moet het
aandeel van kolencentrales in de stroomopwekking voor 2017 omlaag tot
onder 65 procent.
Het besluit ................................................................................................
1p
43
Aan het eind van het krantenartikel in bron 35 is een deel van de zin
weggelaten.
Welk deel van de zin hoort hier te staan?
Het besluit
A is bedoeld om de bestaande kolencentrales meer stroom te laten
opwekken.
B is bedoeld om het energieverbruik in deze regio’s omlaag te brengen.
C is bedoeld om de hoge energiekosten voor de industrie omlaag te
brengen.
D is bedoeld om de luchtvervuiling in het oosten van China te
verminderen.
Bronvermelding
Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen
behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.
GT-0131-a-15-1-o
33 / 33
lees verdereinde
►►►

Download