PDF - Calvary Chapel Haarlemmermeer

advertisement
40049 – Mattheüs 8:18-22 Jezus roept jou om Hem onvoorwaardelijk te dienen
Lees Openbaring 5
I. De apostel Johannes werd door God opgenomen in de hemel
en hij kreeg een kijkje in de toekomst; hij mocht zien wat er in
de hemel zou gaan gebeuren.
A. In vers 1 ziet hij God de Vader, gezeten op Zijn troon met
een verzegelde boekrol in Zijn rechterhand.
i. Het is verzegeld met zeven zegels, d.w.z. dat het volledig verzegeld is, dat niemand het kan openen behalve de
rechtmatige eigenaar.
B. Vervolgens wordt vastgesteld dat er niemand is, noch in de
hemel, noch op de aarde, die gemachtigd is om de zegels te
verbreken en de boekrol te openen.
i. Dit boekrol is versleuteld en niemand heeft toegang tot
de inhoud van dit boekrol.
C. Maar, kijk wat er in vers 5 staat:
i. Vers 5 – “En een van de ouderlingen zei tegen mij: ‘Huil
niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel
van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en
zijn zeven zegels te verbreken.’”
ii. Vers 9-10 – “9En zij zongen een nieuw lied en zeiden:
‘U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels
te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God
gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie.
10
En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en
priesters, en wij zullen als koningen regeren over de
aarde.’”
a. In deze hemelse scène zien wij dat Jezus Christus
de enige is die de sleutel heeft om de zegels van dit
boekrol open te breken om toegang te krijgen tot de
inhoud.
1. En het gevolgd daarvan is dat de hele hemelse bevolking Jezus Christus de eer geven en Hem
met heel hun wezen aanbidden.
II. Maar, waarom is dit zo belangrijk dat God, vanaf hoofdstuk
5, tot het eind van het boek Openbaring besteed aan wat er in
dit boekrol geschreven staat? Wat voor document is dit nou
eigenlijk?
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 17 februari 2013
Pagina 1 van 7
40049 – Mattheüs 8:18-22 Jezus roept jou om Hem onvoorwaardelijk te dienen
A. Vorige week zei ik aan het begin van de preek dat God, in
Genesis 2, de heerschappij over de aarde aan Adam had
gegeven, maar dat Adam zijn heerschappij verbeurde door
tegen God te zondigen.
i. Vervolgens had God de schepping vervloekt en satan
werd de rechtmatige heerser over de aarde. Dit is vooralsnog de stand van zaken.
a. Maar, Jezus is zo’n 2.000 jaar geleden naar de
aarde toe gekomen om Zichzelf aan de mensheid te
tonen als dé langverwachtte Messias, de Christus,
Dégene die de vloek van Genesis 3 ongedaan kan
maken.
1. En vorige week leerden wij dat Jezus de
ziekte, wat het gevolg van de zondeval en de
vloek is, in Galilea geheel had weggevaagd.
(i) God heeft ons hierin laten zien dat Jezus
de baas is over ziekte en dat Zijn redding de
mens uiteindelijk, in de heerlijkheid zal verlossen van alle vormen van ziekte.
B. Ik geloof dat het in Openbaring 5 gaat om de eigendomsakte van de aarde. De verzegelde boekrol is de eigendomsakte waarin niet alleen geschreven staat dat Jezus Christus de
rechtmatige eigenaar en heerser is van de aarde, maar ook de
wijze waarop Jezus de schepping van God terug zal winnen.
i. Want vervolgens worden in hoofdstuk 6-7 de zeven
zegels, één-voor-één geopend en daar lezen wij dat de
toorn van de rechtvaardige God uitgegoten wordt over de
goddelozen…
a. Dus, waar de eerste Adam de heerschappij over
de aarde had verbeurt door tegen God te zondigen, zal
de tweede Adam, Jezus Christus, door Zijn offer aan
het kruis en door Zijn opstanding uit de dood, de heerschappij over de aarde terugnemen.
b. Jezus heeft als het ware de eigendomsakte van de
aarde uit de handen van satan genomen en heeft het
Zich toegeëigend als DE rechtmatige eigenaar.
1. Dit heeft Jezus overwonnen en de hele hemel
juicht van vreugde omdat Jezus de zondeval en de
vloek ongedaan heeft gemaakt.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 17 februari 2013
Pagina 2 van 7
40049 – Mattheüs 8:18-22 Jezus roept jou om Hem onvoorwaardelijk te dienen
Vers 18 – “18Toen Jezus een grote menigte om Zich heen zag,
gaf Hij bevel naar de overkant te varen.
I. Hierin zien wij de menselijke kant van Jezus. Hij was blijkbaar
helemaal op van alle hectiek, en wetende dat de menigte helaas alleen maar oppervlakkig in Hem geïnteresseerd was wilde
Jezus een moment van rust zoeken.
A. En terwijl Jezus Zich gereedmaakt om de bood in te gaan,
stappen er een paar mannen op Hem af.
Vers 19 – “19En er kwam een schriftgeleerde naar Hem toe en
zei tegen Hem: Meester, ik zal U volgen, waar U ook heen gaat.”
I. Deze schriftgeleerde noemde Jezus, Meester. Hij had blijkbaar
door dat Jezus echt was. Alle andere schriftgeleerden haate
Jezus en hadden Jezus afgewezen.
A. Maar hij gaf aan dat hij met Jezus mee wilde gaan op zendingsreis. Hij gaf aan dat hij Jezus wilde dienen, dat hij samen
met Jezus wilde rondtrekken.
i. Maar Jezus, die dwars door deze man heenkijkt, die de
harten van mensen doorgrondt, die op dit moment op het
punt stond om de boot in te stappen wond er geen doekjes om, en Hij zegt tegen hem:
Vers 20 – “20…De vossen hebben holen, en de vogels in de lucht
nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets waarop Hij het
hoofd kan neerleggen.”
I. Jezus prikt door alles heen en raakt deze man waar het bij
hem om draait.
A. Jezus zegt dat Hij op missie is, en alhoewel de vossen en
de vogels hun onderkomen hebben, is Jezus dakloos.
i. Wij zien dat Jezus bij Petrus over de vloer kwam, bij
Maria en Martha, maar nergens lezen wij dat Jezus naar
huis ging.
ii. In Joh. 7 en 8 zien wij dat de discipelen op een gegeven
momtne allemaal naar huis gingen, maar Jezus ging naar
de Olijfberg. Jezus had daar echt geen onderkomen.
iii. In Lukas 5:16 lezen wij dat Jezus Zich regelmatig terug
trok in de wildernis.
a.
Jezus trok rond als een dakloze.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 17 februari 2013
Pagina 3 van 7
40049 – Mattheüs 8:18-22 Jezus roept jou om Hem onvoorwaardelijk te dienen
B. Dus, ondanks dat de schriftgeleerde met de beste bedoelingen zegt: ‘Meester, ik zal U volgen, waar U ook heen gaat’,
haakt hij helaas toch af.
i. En hij haakte af omdat hij de comfort van zijn leven niet
wilde opgeven.
C. Al te vaak hoor ik christenen zeggen dat zij nooit hun bestaand leven, met al hun gemakken op zouden willen geven
om bijvoorbeeld de zending in te gaan.
i. En dan zeggen ze dat zij zich daartoe niet door God
geroepen voelen.
D. Er zijn zat christenen die niet eens een week vakantie zouden willen opnemen om de Heere ergens te gaan dienen.
i. En dan zeggen ze dat zij zich daartoe niet door God
geroepen voelen.
E. Er zijn zat christenen die veel meer van hun tijd aan de
Heere zouden kunnen geven, maar omdat zij hun lifestyle in
stand willen houden zijn zij genoodzaakt om veel geld te verdienen waardoor zij meer uren moeten werken en vervolgens
weinig of geen tijd en energie hebben om de Heere te dienen.
i. En dit allemaal omdat zij de comfort, oftewel de voorkeur van hun levenswijze, hun lifestyle niet op willen
geven.
a. En het kromme ervan is dat ze het geluk dat zij
najagen eigenlijk missen omdat het ware geluk verborgen ligt in het onvoorwaardelijk dienen van Jezus
Christus. Zalig oftewel dolgelukkig zijn zij…
Vers 21 – “21Een ander uit Zijn discipelen zei tegen Hem: Heere,
sta mij toe dat ik eerst wegga en mijn vader begraaf.”
I. Hier zegt Mattheüs dat deze man een discipel van Jezus is.
A. Het woord discipel heeft op zich geen geestelijke betekenis.
Een ieder die de leer van een bepaalde Rabbi volgt wordt
beschouwd als een discipel van deze rabbi.
i. En de toewijding van een discipel aan zijn rabbi is heel
verschillend.
ii. Dus, deze man was een discipel van Jezus in de zin dat
hij de leer van Jezus aanvaarde, maar hij was niet één
van de twaalf die Jezus persoonlijk gekozen had.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 17 februari 2013
Pagina 4 van 7
40049 – Mattheüs 8:18-22 Jezus roept jou om Hem onvoorwaardelijk te dienen
II. En deze man geeft ook aan dat hij met Jezus rond wil trekken, maar hij eerst zijn wil vader begraven. Waarop Jezus
tegen hem zegt:
Vers 22 – “22…Volg Mij, en laat de doden hun doden begraven.”
I. Dit klinkt ontzettend hard. Zeer zeker niet liefdevol. Maar, nogmaals, Jezus weet wat in het hart van deze man leeft. Hij
doorgrondt deze man en weet precies wat hij hiermee bedoeld.
A. De uitspraak, “mijn vader begraven” betekent niet dat zijn
vader net overleden was en dat hij diezelfde dag zijn vader
nog moest begraven.
B. Nee. Wat hij hiermee bedoelde is dat hij wilde wachten
totdat zijn vader gestorven was zodat hij zijn erfenis zou
krijgen voordat hij met Jezus op reis zou willen gaan.
i. Het kan heel goed zijn dat zijn vader niet eens op
sterven lag en dat het nog jaren zou duren voordat hij er
uiteindelijk klaar voor zou zijn.
II. En omdat Jezus wist waar het bij deze man om draaide, zei
Jezus tegen hem: “Volg Mij, en laat de doden hun doden begraven.”
A. Ten eerste wil Jezus dat deze man alles achter zich laat
om Hem na te volgen in de bediening. Hij zegt: Volg mij.
i. Lukas 9:60 – “…Laat de doden hun doden begraven,
maar u, ga heen en verkondig het Koninkrijk van God.”
ii. Jezus is continu op zoek naar christenen die alles dat
hen zou kunnen belemmeren achter zich willen laten om
Hem te willen dienen.
iii. Ook in dit geval had Jezus liefst willen zien dat deze
man, dat ene ding dat hem tegen hield, los zou laten om
Jezus volledig te willen dienen door een getuige te zijn.
B. Om deze man te overtuigen om Hem in de bediening na te
volgen zegt Jezus dat hij de geestelijke doden hun doden
moet laten begraven, maar dat hij heen zou moeten gaan om
een getuige te zijn.
i. De Bijbel leert ons dat, mensen, die niet wedergeboren
zijn, mensen die niets met God en Zijn heil te maken willen hebben, geestelijk dood zijn.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 17 februari 2013
Pagina 5 van 7
40049 – Mattheüs 8:18-22 Jezus roept jou om Hem onvoorwaardelijk te dienen
C. Toen God tegen Adam zei dat hij en Eva van elke boom in
de tuin mocht eten behalve die éne, zei God dat op het moment dat Adam van deze éne boom gegeten zou hebben, hij
zou sterven.
i. Nou, het was niet zo dat Adam en Eva terplekke lichamelijk stierven, maar zij stierven wel.
ii. Adam stierf geestelijk onmiddelijk toen hij zondigde. Op
het moment dat hij tegen God zondigde was de gemeenschap, de persoonlijke relatie die Adam met God had onmiddelijk verbroken.
iii. Uiteindelijk, na 930 levensjaren stierf hij ook lichamelijk, maar de dood waar God over sprak was voornamelijk
de geestelijke dood waardoor de mens van God gescheiden werd.
iv. En zo is ieder mens die oot geboren is geestelijk van
God gescheiden. Hij/zij heeft geen gemeenschap met God,
hij/zij heeft geen persoonlijke relatie met God. En dit is
waar Jezus het hier over heeft.
a. Hij zegt m.a.w. laat degenen die niets met God te
maken willen hebben de dingen van de wereld najagen, zoals bijvoorbeeld een erfenis.
1. Maar jij, volg Mij na, dien Mij, leg je leven
neer omwille van Het Evangelie en vertel mensen
overal waar je komt over het Koninkrijk van God.
III. Helaas verdwijnt ook deze man. Er wordt in de Bijbel verder
nooit meer over deze twee mannen gesproken.
A. Wat mij het meest opvalt in dit verhaal is niet dat deze
twee mannen andere dingen meer belangrijk vonden dan het
dienen van Jezus, maar dat Jezus hen niet achterna gaat.
IV. God spreekt tot christenen ten eerste door Zijn Woord, de
Bijbel.
A. En de Bijbel roept iedere christen op om God te dienen.
Ook leert de Bijbel ons dat God iedere wedergeboren christen
geestelijke gaven gegeven heeft waarmee hij/zij God hoort te
dienen.
B. De Bijbel leert ons dat God iedere wedergeboren christen
de H.Geest gegeven heeft in Wiens kracht hij/zij God kan
dienen.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 17 februari 2013
Pagina 6 van 7
40049 – Mattheüs 8:18-22 Jezus roept jou om Hem onvoorwaardelijk te dienen
C. Kortom, de Bijbel is overduidelijk in het bekend maken dat
God wil dat christenen Hem dienen en het biedt de christen
absoluut geen ruimte om smoesjes te maken om God niet onvoorwaardelijk te dienen.
i. Maar, ondanks dit alles, zal God ons nooit achterna
gaan als wij God niet onvoorwaardelijk willen dienen. God
laat die keus geheel over aan mij, aan jou.
V. Jezus zegt aan het einde van hoofdstuk 9 dat de oogst wel
groot is, maar dat er weinig arbeiders zijn.
A. Naast het feit dat Jezus hier de waarheid spreekt, moet ik
in dit geval helaas bekennen dat Jezus gelijk heeft, want mijn
waarnemingen en de statistieken liegen er ook niet om.
VI. Als het leven hier op aarde daadwerkelijk om Jezus draait,
om het feit dat Jezus uiteindelijk de zondeval en de vloek over
de schepping ongedaan zal maken, wat is er in jouw leven zo
belangrijk dat je dat niet op wil geven om de Heere geheel en
onvoorwaardelijk te willen dienen?
A. Ja, maar m’n man, of ja, maar m’n vrouw. Of ja, maar m’n
baan, m’n zaak, m’n schulden, m’n scholing, m’n gezondheid,
m’n financien, enz…
i. Openbaring 5:11-14
a. In 2 Koningen 19:35 staat dat één engel 185.000
strijders van de Assyriërs in één nacht gedood had.
b. Als een engel, die zo veel macht en kracht heeft
de Heere Jezus met zo veel passie aanbidt, wie ben ik
dan om nog enig iets terug te houden?
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 17 februari 2013
Pagina 7 van 7
Download