Weerstand

advertisement
Weerstand
Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm
Cursus Radiozendamateur
1
Weerstand
DOELSTELLINGEN:
Kennis:
- Inzicht in de fenomenen spanning, stroom, weerstand en vermogen.
- De kleurcodes van weerstanden kennen
- Aanduidingen Mega Kilo… etc.
Vaardigheden:
- herkennen van onderdelen en hun opschriften.
- weerstand meten met een multimeter.
- schema’s lezen
- berekeningen uitvoeren met spanning, stroom, weerstand en
vermogen
Bron: PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
2
Weerstand
Er bestaan twee belangrijke zaken waarmee men bij elektronica te
maken heeft. Het gaat hier om :
- De spanning,
uitgedrukt in VOLT, symbool U of V.
- De stroom
uitgedrukt in AMPERE, symbool I.
(Afbeelding: Alessandro Volta )
Voordat we iets over weerstanden gaan zeggen zullen eerst naar
de spanning en stroom gaan kijken.
Bron:http://on4cp.org/cursus/
Cursus Radiozendamateur
3
Weerstand
Spanning:
Als elektrische lading kunnen we positieve en negatieve ladingen onderscheiden.
Een batterij bijvoorbeeld, heeft een positieve en een negatieve pool of aansluitklem.
De elektrische lading in de batterij zorgt voor een
spanning tussen de positieve en negatieve pool.
Bij de hier afgebeelde batterij is dat 9 volt.
In principe blijft de lading in de batterij zolang als deze
niet kan wegstromen.
Zodra er een weg is tussen beide polen zal er een
stroom gaan vloeien tussen de beide polen en zal de
lading in de batterij afnemen.
Bron:http://on4cp.org/cursus/
Cursus Radiozendamateur
4
Weerstand
Stroom:
Als er een verbinding is tussen de beide polen dan kan er een stroom vloeien.
De polen in de tekening hiernaast zijn verbonden
waardoor er een stroom gaat lopen.
Probleem daarbij is dat er nu niets tussen de polen zit om
de stroom te remmen, dit is een kortsluiting.
Om ervoor te zorgen dat er precies zoveel lading van de
ene pool naar de andere stroomt als dat we nodig hebben
zullen we de stroom moeten afremmen.
Het kunnen regelen van de stroom is een van de
belangrijkste redenen om gebruik te maken van
weerstanden.
Bron:PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
5
Weerstand
Weerstand:
Als tussen de beide polen een weerstand is opgenomen dan zal er een stroom
vloeien door die weerstand.
Afhankelijk van de waarde van de weerstand zal er meer
of minder stroom vloeien.
Bij een hoge weerstand zal de stroom maar moeizaam
kunnen vloeien en is er dus weinig stroom.
Bij een lage weerstand zal de stroom makkelijker kunnen
vloeien en loopt er dus meer stroom van de ene pool naar
de andere pool.
Bron:PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
6
Weerstand
Ohm:
De weerstandswaarde drukken we uit in Ohm.
Het symbool voor een waarde in Ohm is : Ω
Op een weerstand staat vaak een kleurcode die
de waarde van de weerstand aangeeft, soms
staat de waarde er in gewoon schrift op.
Daarnaast kun je de weerstand met een
zogenaamde multimeter meten, een dergelijke
meter kan overigens meestal ook spanning en
stroom meten. (vandaar : multi meter)
Georg Simon Ohm, 1789-1854
Bron:PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
7
Weerstand
Normale weerstanden:
Een normale weerstand
heeft 2 aansluitingen en
is voorzien van
een waardeaanduiding
(en tolerantie).
De waarde drukken we
uit in ohm, en staat er in
kleurcode of in schrift op.
Bron: http://home.tiscali.nl/wp.klein/weerst.htm#inleiding
Cursus Radiozendamateur
8
Weerstand
Bijzondere weerstanden:
Er zijn weerstanden waarvan de waarde kan veranderen door
invloeden van buitenaf:
- De potmeter kan van waarde veranderen door er aan te draaien.
- De LDR kan van waarde veranderen door licht.
- De NTC kan van waarde veranderen door temperatuur.
- De PTC kan van waarde veranderen door temperatuur.
- De VDR kan van waarde veranderen door spanning.
Bron: http://home.tiscali.nl/wp.klein/weerst.htm#inleiding
Cursus Radiozendamateur
9
Weerstand
De potentiometer:
De potentiometer (ook wel “potmeter”) is een weerstand waarvan
we de waarde kunnen veranderen door er aan te draaien.
We komen deze bijvoorbeeld tegen als volumeknop.
Bron: http://home.tiscali.nl/wp.klein/weerst.htm#inleiding
Cursus Radiozendamateur
10
Weerstand
De LDR.
Bij de LDR (Light Dependent Resistor) neemt de weerstandwaarde
af als de hoeveelheid licht op de weerstand toe neemt.
Die weerstand kan in het donker heel hoog zijn en bij voldoende
licht bijna nul ohm.
Bron: http://home.tiscali.nl/wp.klein/weerst.htm#inleiding
Cursus Radiozendamateur
11
Weerstand
De NTC en de PTC:
De NTC en PTC zijn weerstanden waarvan
de waarde kan veranderen onder invloed van
de temperatuur.
- Bij de NTC (Negatieve Temperatuur Coëfficiënt)
neemt de weerstandwaarde af als de temperatuur toe
neemt.
- Bij de PTC (Positieve Temperatuur Coëfficiënt) neemt de
weerstandwaarde toe als de temperatuur toe neemt.
Bron: http://home.tiscali.nl/wp.klein/weerst.htm#inleiding
Cursus Radiozendamateur
12
Weerstand
De VDR.
Bij de VDR (Voltage Dependent Resistor), ook wel varistor genoemd,
neemt de weerstandwaarde af als de spanning die over de
weerstand staat toe neemt.
De varistor wordt het meest toegepast voor vonkblussing bij het
schakelen van een inductieve belasting en het begrenzen van
pulsspanningen.
Bron: http://home.tiscali.nl/wp.klein/weerst.htm#inleiding
Cursus Radiozendamateur
13
Weerstand
Weerstand (kleurcode tabel)
In de kleurcode tabel zoek je de waarde van een weerstand op
.
ring1 = cijfer
ring 2 = cijfer
ring 3 = aantal nullen
ring 4 = goud- of zilver kleurig
In het voorbeeld is de weerstand 4500 ohm
De 4e ring geeft de tolerantie (toegestane afwijking) aan:
Goud
5%
Zilver
10%
Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm
Cursus Radiozendamateur
14
Weerstand
Weerstand (kleurcode tabel)
Een veel gebruikt ezelsbruggetje voor deze tabel is:
Zij
bracht
rozen
op
Gerrit’s
graf
Bij
Vies
Grijs
Weer.
Zwart
Bruin
Rood
Oranje
Geel
Groen
Blauw
Violet
Grijs
Wit
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm
Cursus Radiozendamateur
15
Weerstand
PRAKTIJKOEFENING 1 :
Je krijgt een aantal weerstanden van verschillende waarde.
Probeer aan de hand van de kleurcode vast te stellen wat de waarde
van die weerstand is.
Schrijf de waarde op zodat je die straks kunt vergelijken met de
gemeten waarde.
Schrijf ook de tolerantie op.
Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm
Cursus Radiozendamateur
16
Weerstand
Grote waarden noteren en lezen:
Bij weerstanden komen vaak grote waarden voor, om die reden
duiden we de waarde dan aan in MegaOhm of KiloOhm.
mega
kilo
= 1.000.000
= 1.000
miljoen
duizend
MegaOhm
KiloOhm
Vaak schrijft men de waarde verkort op bijvoorbeeld:
4K7
1M2
= 4 duizend 700 Ohm
= 1 miljoen 200.000 Ohm
Op meetinstrumenten geeft men een meetbereik aan, zo’n
meetbereik loopt van 0 Ohm tot bijvoorbeeld 20.000 ohm, op de
meter heb je dan een stand met de aanduiding 20K, dat wil zeggen
geschikt voor het meten van weerstanden tot 20 KiloOhm.
Bron: PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
17
Weerstand
Getalsnotatie voor getallen kleiner dan 1:
10-12
10-11
10-10
10-9
10-8
10-7
10-6
10-5
10-4
10-3
10-2
10-1
100
= 0,000000000001
= 0,00000000001
= 0,0000000001
= 0,000000001
= 0,00000001
= 0,0000001
= 0,000001
= 0,00001
= 0,0001
= 0,001
= 0,01
= 0,1
=1
pico
biljoenste
nano
miljardste
micro
miljoenste
milli
duizendste
1
Bron: PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
18
Weerstand
Getalsnotatie voor getallen groter dan 1:
100
101
102
103
104
105
106
=1
= 10
= 100
= 1000
= 10 000
= 100 000
= 1 000 000
1
Kilo
duizend
Mega
miljoen
Bron: PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
19
Weerstand
De meest gebruikte getalsnotaties:
Niet alle hiervoor genoemde notaties zijn veelvuldig in gebruik,
de meest gebruikelijke hebben een naam, in dat geval komen
we tot het onderstaande overzicht.
Aanduidingen voor getallen met een benaming:
10-12
10-9
10-6
10-3
100
103
106
= 0,000000000001
= 0,000000001
= 0,000001
= 0,001
=1
= 1000
= 1 000 000
pico
nano
micro
milli
1
Kilo
Mega
biljoenste
miljardste
miljoenste
duizendste
duizend
miljoen
Bron: PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
20
Weerstand
Praktijkvoorbeelden van waarde aanduidingen:
Voltages kleiner dan 1 Volt
Volt
Millivolt
Microvolt
Nanovolt
=1V
= 10-3 V
= 10-6 V
= 10-9 V
V
mV
µV
nV
Stromen kleiner dan 1 Ampere
Ampère
Milliampère
Microampère
Nanoampère
=1A
= 10-3 A
= 10-6 A
= 10-9 A
A
mA
µA
nA
Weerstanden groter dan 1 Ohm
Ohm
KiloOhm
MegaOhm
= 1Ω
= 10-3 Ω
= 10-6 Ω
Ω
KΩ
MΩ
LET OP: MV = MegaVolt en mV = milliVolt!
Bron: PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
21
Weerstand
Multi-meter (weerstand meten)
• We gaan zo meteen de waarde van
weerstanden meten.
Je gebruikt daarbij een multimeter.
Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm
Cursus Radiozendamateur
22
Weerstand
Verschillen in multimeters:
• Een multimeter kan analoog zijn (met een
draaispoelmeter) of digitaal (met cijfers)
• De bediening van multimeters
is per multimeter niet altijd gelijk.
• Ook de kwaliteit of precisie kan
anders zijn.
Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm
Cursus Radiozendamateur
23
Weerstand
Het in gebruik nemen van de multimeter:
• Sluit de zwarte en rode meetpennen aan op de multimeter en laat
even nagaan of ze goed zitten.
• Als de multimeter niet automatisch een bereik kiest, kies dan het
bereik waarvan je denkt dat dat overeenkomt met de waarde die
gelezen hebt uit de kleurcode.
• Bij deze oefening is het verstandig verschillende multimeters te
proberen.
Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm
Cursus Radiozendamateur
24
Weerstand
De meting:
• Houd de meetpennen tegen de weerstand.
• lees de waarde af.
Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm
Cursus Radiozendamateur
25
Weerstand
PRAKTIJKOEFENING 2 :
Je hebt een aantal weerstanden van verschillende waarde.
De waarde daarvan weet je, omdat je de kleurcode van de
weerstanden kunt lezen.
Ga met een multimeter na of je de juiste waarde hebt
opgeschreven toen je de kleurcode daarvoor gebruikte.
Ga ook na of de gemeten weerstandswaarde binnen de
tolerantie valt.
In de voorgaande sheets is aangegeven hoe een en ander uit te
voeren.
Bron: PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
26
Weerstand
Vermogen :
Net als een gewone rem, die de energie van beweging omzet
naar warmte zet ook een weerstand elektrische energie om in
warmte.
Dat gaat normaal gesproken goed maar als er teveel warmte
ontstaat gaat de weerstand eerst stinken en dan branden.
Bij een weerstand geeft men vaak op hoeveel
vermogen die weerstand veilig kan omzetten in
warmte. Dit drukt men uit in Watt.
Bijvoorbeeld : 470 Ohm 0.25 Watt
Bron: http://library.thinkquest.org/C0111209/parse.php?f=2%2Fserienl
Cursus Radiozendamateur
James Watt (1736-1819).
27
Weerstand
Serie en parallel:
•
Als twee onderdelen achter elkaar staan, zodat de stroom door beide
onderdelen heen moet, heet dat in serie staan:
•
Als twee onderdelen naast elkaar staan, zodat de stroom als het ware twee
wegen kan kiezen naar hetzelfde punt, dan heet dat parallel staan:
Bron: http://library.thinkquest.org/C0111209/parse.php?f=2%2Fserienl
Cursus Radiozendamateur
28
Weerstand
Formuleblad 1:
Voor weerstanden in serie geld de volgende formule om
de vervangingsweerstand Rt(de totale weerstand) uit te
rekenen:
Rt = R1 + R2 + ... + R3
Voor parallele weerstanden geld deze formule :
Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm
Cursus Radiozendamateur
29
Weerstand
Formuleblad 2:
Een veel gebruikt hulpmiddel is deze driehoek :
U=I*R
Spanning = stroom maal weerstand.
I=U/R
Stroom = Spanning gedeeld door weerstand
R=U/I
Weerstand = spanning gedeeld door stroom
Door je duim te leggen op de waarde die je wilt berekenen kun je zien welke formule je moet
toepassen.
Cursus Radiozendamateur
30
Weerstand
Formuleblad 3:
Ook een veel gebruikt hulpmiddel is deze driehoek :
P=U*I
Vermogen = Spanning maal stroom.
I=P/U
Stroom = Vermogen gedeeld door spanning
U=P/I
Spanning = Vermogen gedeeld door stroom
Door je duim te leggen op de waarde die je wilt berekenen kun je zien welke formule je moet
toepassen.
Cursus Radiozendamateur
31
Weerstand
Formuleblad 4:
Totale weerstand bij weerstanden in serie:
Rt = R1 + R2 + ... + R3
Totale weerstand bij weerstanden parallel:
Weerstand (R) berekenen als Spanning (U) en Stroom (I) bekend zijn:
R=U/I
Weerstand = Spanning / Stroom
Ohm = Volt / Ampère (Wet van Ohm)
Vermogen (P) berekenen als Spanning (U) en Stroom (I) bekend zijn:
P=U*I
Vermogen = Spanning * Stroom
Watt = Volt *Ampère
Cursus Radiozendamateur
32
Weerstand
Formuleblad 5:
Enkele afgeleiden van de formules van formuleblad 1 zijn:
Vermogen (P) berekenen als de stroom (I) en de weerstand (R) bekend zijn
P = I² * R
Watt = Ampère² * Ohm
Vermogen (P) berekenen als de spanning (U) en de weerstand (R) bekend zijn:
P = U² / R
Watt = Volt² / Ohm
Stroom (I) berekenen als het vermogen (P) en de spanning (U) bekend zijn:
I=P/U
Ampère = Watt / Volt
Spanning (U) berekenen als het vermogen (P) en de stroom (I) bekend zijn:
U=P/I
Volt = Watt / Ampère
Omdat dit afgeleide formules zijn kun je met wat meer rekenwerk ook de gewone formules toepassen.
Cursus Radiozendamateur
33
Weerstand
Rekenvoorbeeld 1:
• De vervangingsweerstand is
680 + 680 + 680 = 2040 Ohm
Rt = R1+R2+R3
•
Er loop overal in het circuit een
stroom van 9 Volt / 2040 ohm =
4.41 mA
I=U/R
•
Als door een weerstand van 680
ohm 4.41 mA stroomt dan staat
er over die weerstand 4.41 mA
maal 680 Ohm = 3 Volt.
U= I * R
•
Het gedissipeerde vermogen in
iedere weerstand is 3 Volt maal
4.41 mA = 13.2 mW.|
P=U*I
Bron: PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
34
Weerstand
Rekenvoorbeeld 2:
• De vervangingsweerstand voor de
parallelweerstanden is : 340 ohm
•
340 Ohm + 680 Ohm = 1020 Ohm
Rt = R1 + R2 (r2 = vervangingsweerstand uit stap 1)
•
De totale stroom door het circuit is
9 Volt / 1020 ohm = 8.82 mA.
I= U / R
•
Over de 680 Ohm weerstand valt
een spanning van 680 ohm * 8.82
mA = 6 Volt.|
U = I *R
•
Over de parallel geschakelde
weerstanden valt 3 Volt (9 volt
batterij – 6 voltspanningsval.
Bron: PE1HUC
Cursus Radiozendamateur
35
Weerstand
VOORBEELDEN VAN RELEVANTE EXAMENVRAGEN (N)
Bron: http://mnm.uib.es/gallir/wp-content/thinker.jpg
Cursus Radiozendamateur
36
Weerstand
Proefexamen N voorjaar 2001: Vraag 10
De schakeling wordt aangesloten op een
batterij
van 40 volt. De stroom die de batterij levert
is:
• 8 mA
• 13,3 mA
• 20 mA
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/nvoorjaar2001/nvoorjaar2001.html
Cursus Radiozendamateur
37
Weerstand
Proefexamen N voorjaar 2001: Antwoord 10
-
Bereken de vervangingsweerstand van de 2
parallel geschakelde weerstanden. (1K)
-
Tel deze waarde op bij de daarmee in serie
geschakelde weerstand van 1K. (2K)
-
Bereken nu de stroom I = U / R
-
0,020 A = 40 Volt / 2000 Ohm
-
Antwoord : 20 mA
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/nvoorjaar2001/nvoorjaar2001.html
Cursus Radiozendamateur
38
Weerstand
Proefexamen N voorjaar 2001: Vraag 16
De maximaal toelaatbare stroom bedraagt:
25 mA
40 mA
200 mA
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/nvoorjaar2001/nvoorjaar2001.html
Cursus Radiozendamateur
39
Weerstand
Proefexamen N voorjaar 2001: Antwoord 16
De toegestane stroom hangt af van het vermogen
dat de weerstand kan hebben, in dit geval 2 Watt.
Vermogen (P) berekenen als de stroom (I) en de weerstand (R) beken zijn
P = I² * R
(Ook mogelijk I² = P /R)
2 Watt = (0.025 * 0.025) * 50 Ohm
2 Watt = (0.040 * 0.040) * 50 Ohm
2 Watt = (0.200 * 0.200) * 50 Ohm
FOUT
FOUT
GOED
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/nvoorjaar2001/nvoorjaar2001.html
Cursus Radiozendamateur
40
Weerstand
Proefexamen N voorjaar 2001: Vraag 17
De waarde van deze weerstand is:
1700 Ohm tolerantie 5%
1700 Ohm tolerantie 10%
270 Ohm tolerantie 5%
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/nvoorjaar2001/nvoorjaar2001.html
Cursus Radiozendamateur
41
Weerstand
Proefexamen N voorjaar 2001: Antwoord 17
De waarde van deze weerstand is:
ring 1 : bruin
ring 2 : paars
ring 3 : rood
ring 4 : goud
=1
=7
= 2 nullen
=5%
1700 Ohm tolerantie 5%
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/nvoorjaar2001/nvoorjaar2001.html
Cursus Radiozendamateur
42
Weerstand
Proefexamen N voorjaar 2001: Vraag 25
Een weerstand van R ohm is aangesloten op een
spanningsbron.
Hieraan worden twee weerstanden van R ohm parallel
geschakeld.
De door de spanningsbron geleverde stroom I zal hierdoor :
3x zo klein worden
2x zo groot worden
3x zo groot worden
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/nvoorjaar2001/nvoorjaar2001.html
Cursus Radiozendamateur
43
Weerstand
Proefexamen N voorjaar 2001: antwoord 25
Door 3 dezelfde weerstanden parallel te schakelen zal door
iedere weerstand evenveel stroom gaan lopen als door de
eerste weerstand.
Het antwoord is dus:
3x zo groot worden
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/nvoorjaar2001/nvoorjaar2001.html
Cursus Radiozendamateur
44
Weerstand
Proefexamen N voorjaar 2001: Vraag 36
Bij het doorverbinden van de klemmen X en Y wijst de
draaispoelmeter volle uitslag aan.
De uitslag halveert bij aansluiten van een weerstand tussen X
en Y met een waarde van:
75 Ohm
150 KOhm
300 KOhm
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/nvoorjaar2001/nvoorjaar2001.html
Cursus Radiozendamateur
45
Weerstand
Proefexamen N voorjaar 2001: Antwoord 36
Bij het doorverbinden van de klemmen X en Y wijst de
draaispoelmeter volle uitslag aan, dus bij 300 KOhm
De uitslag halveert bij aansluiten van een weerstand tussen X
en Y met een waarde van: De totale weerstand in het circuit
is dus verdubbeld naar 600 KOhm.
Er zit al 300 KOhm vast in het
circuit. Tussen de aansluitingen
X en Y zit dus nog een weerstand
van:
300 KOhm
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/nvoorjaar2001/nvoorjaar2001.html
Cursus Radiozendamateur
46
Weerstand
VOORBEELDEN VAN RELEVANTE EXAMENVRAGEN (F)
Bron: http://mnm.uib.es/gallir/wp-content/thinker.jpg
Cursus Radiozendamateur
47
Weerstand
Proefexamen F voorjaar 2006: Vraag 24
In de weerstand R1 wordt 25 watt gedissipeerd.
In de weerstand R2 wordt gedissipeerd:
12,5 W
25 W
50 W
100 W
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/fvoorjaar2006/fvoorjaar2006.html
Cursus Radiozendamateur
48
Weerstand
Proefexamen F voorjaar 2006: Vraag 24
In de weerstand R1 wordt 25 watt gedissipeerd.
In de weerstand R2 wordt gedissipeerd:
25 W in R1
Dus ook 25 W in de weerstand
Ernaast is 50 Watt totaal in de
Parallel staande weerstanden.
50 Watt in 50 Ohm dus:
100 W in R2 100 Ohm
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/fvoorjaar2006/fvoorjaar2006.html
Cursus Radiozendamateur
49
Weerstand
Proefexamen F najaar 2005: Vraag 9
Bij welke waarde van R levert de spanningsbron de maximale
stroom?
100 Ω
50 Ω
10 Ω
0Ω
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/Fnajaar2005/Fnajaar2005.html
Cursus Radiozendamateur
50
Weerstand
Proefexamen F najaar 2005: Vraag 9
Bij welke waarde van R levert de spanningsbron de maximale
stroom?
Bij kortsluiting !
0Ω
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/Fnajaar2005/Fnajaar2005.html
Cursus Radiozendamateur
51
Weerstand
Proefexamen F najaar 2005: Vraag 16
De voltmeter wordt ideaal verondersteld.
De temperatuur van de NTC-weerstand is 80°
C. De voltmeter wijst aan:
4V
4,5 V
6V
7,5 V
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/Fnajaar2005/Fnajaar2005.html
Cursus Radiozendamateur
52
Weerstand
Proefexamen F najaar 2005: Vraag 16
De voltmeter wordt ideaal verondersteld.
De temperatuur van de NTC-weerstand is 80°
C. De voltmeter wijst aan:
Aan de linker zijde staat : 6 Volt.
Aan de rechter zijde staat 2 Volt over 300 Ohm
6V – 2V = 4 V
Bron: http://www.ham-radio.nl/examens/Fnajaar2005/Fnajaar2005.html
Cursus Radiozendamateur
53
Weerstand
Handige links :
http://on4cp.org/cursus/
Een Belgische site met veel goed materiaal
http://www.crocodile-clips.com/s3_4_1.jsp
Hier kun je het programma crocodile-clips gratis downloaden. Je moet wel even je Email-adres opgeven.
P.S. De weerstand in dit programma heeft een waarde van 680 Ohm.
http://kurtkoenig.homeunix.net/Downloads/Resistor.exe
Hier kun je een programma downloaden om kleurcodes van weerstanden om te zetten naar een waarde.
http://www.electronics2000.co.uk/
Het programma electronics assistant helpt bij het berekenen van Vermogen, het toepassen van de wet van Ohm, kleurcodes etc.
Cursus Radiozendamateur
54
Download