Het grote gebod in het woord van God

advertisement
Het grote gebod in het woord van God.
Matt.22:36-40 Meester, wat is het grootste gebod in de wet? Jezus antwoordde: Heb de
Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het
grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze
twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.
Marc.12:28-31 Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod? Jezus antwoordde: Het
voornaamste is: Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God,
lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Het
op een na belangrijkste is dit: Heb uw naaste lief als uzelf. Er zijn geen geboden belangrijker
dan deze.
A: Introductie.
Matt.22:40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten
staat.
Marc.12:31b Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.
Jezus stelde hier vast, dat alle geboden uit de hele wet van Mozes en alle uitspraken van de
profeten afhankelijk zijn van deze twee geboden, waarvan het eerste gebod uit Deut.6:4+5
geciteerd werd, en het tweede gebod uit Lev.19:18+34 geciteerd werd. Deze twee geboden
functioneren als een staande kapstok, waaraan vele klerenhangers hangen; elke hanger is
een onderwerp uit de Bijbel, maar alle onderwerpen uit de Bijbel zijn in hun uitleg en in hun
praktische toepassing afhankelijk van de mate waarin ze met de kapstok van deze twee
geboden verbonden zijn. Let wel, Jezus zei niet: Aan deze Tien Geboden hangen de hele
wet en de profeten. Hij zei: een ander gebod groter, dan deze twee, bestaat niet. Dus zelfs
de Tien Geboden zijn kleiner dan deze twee. Alle waarheden uit het woord van God, elk
gebod en elke belofte, zijn geheel afhankelijk van deze twee geboden en de mate waarmee
wij deze twee in de praktijk brengen. Deze liefde is de vervulling van de hele wet.
A1: Het eerste gebod zien we op twee manieren terug in het Nieuwe Testament.
Efez.6:24 Genade en onvergankelijkheid zij met allen die onze Heer Jezus Christus
liefhebben.
1Kor.16:22 Als iemand de Heer niet liefheeft, hij zij vervloekt!
In deze twee uitspraken koppelde de apostel Paulus zegen en vloek aan het vervullen van
het eerste gebod; wij ontvangen genade en eeuwig leven wanneer wij Jezus liefhebben,
maar wij worden getroffen door vloek wanneer wij Jezus niet liefhebben. Paulus bedreigde
hiermee niemand, maar wel liet hij zien dat het liefhebben van Jezus de essentie van ons
leven is, de werkelijke betekenis en de echte reden waarom wij bestaan. Wanneer wij Jezus
niet liefhebben, ontkennen wij de reden waarom wij leven, maar tegelijkertijd ontzeggen wij
ons daarmee het recht om te leven. De essentie van eeuwig leven is dat wij zoveel genade
van de Vader ontvangen dat wij die genade kunnen vertalen in het liefhebben van Jezus, en
daarmee vervullen wij onze hoogste roeping (Joh.17:26).
A2: Het tweede gebod vinden we als volgt terug in het Nieuwe Testament.
Matt.7:12 Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is
het hart van de Wet en de Profeten.
Rom.13:8+10 Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft
de gehele wet vervuld…… De liefde berokkent uw naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn
vervulling in de liefde.
Gal.5:14 want de hele wet is vervuld in één uitspraak: Heb uw naaste lief als uzelf.
Jac.2:8 Wanneer u echter het koninklijke gebod volbrengt dat de Schrift geeft: Heb uw
naaste lief als uzelf, dan handelt u juist.
Zowel Jezus als Paulus en Jacobus maken duidelijk dat de vervulling van de Wet van Mozes
heel simpel is; wanneer je een ander behandelt zoals je zelf behandeld wilt worden, heb je
de essentie van de Wet vervuld, en dat is de werkelijke betekenis van naastenliefde.
1
A3: Grote geboden met een groot dilemma.
We kunnen deze twee geboden in drie opdrachten uitsplitsen, namelijk als eerste onze God
liefhebben, als tweede jezelf liefhebben, en als derde je naaste liefhebben. Maar wanneer ik
dit alles lees, heb ik wel een groot probleem; er wordt namelijk wel heel erg veel van mij
gevraagd. Hoe krijg ik dat voor elkaar in een wereld die aan alle kanten op elk niveau van de
samenleving verscheurd wordt door haat en nijd? Is het werkelijk zo dat de kern van de
Bijbel bepaald wordt door wat ik doe? Of is er achter dit alles een groot geheim dat ik eerst
moet ontdekken voordat ik in staat ben om deze twee geboden daadwerkelijk in de praktijk te
brengen?
B: De Bron van liefde.
Het is inderdaad zo dat bovenstaande dan wel de grootste Bijbelse opdracht is, maar
daarmee is het nog niét het grootste geheim van de Bijbel. De mysterieuze kern van de
Bijbel wordt niet bepaald door wat ik doe, maar wie God is en wat Hij voor mij gedaan heeft,
zodat ik leer leven vanuit wie Hij is en wat Hij mij geeft. Pas dan ontvang ik de sleutels van
liefde die mij in staat stellen om deze twee kernachtige geboden te vervullen, en dan alleen
nog maar in de zwakheid van mijn menselijke hart en in volledige afhankelijkheid van de
instroom van de overvloed van Goddelijke liefde.
1Joh.4:16-19 Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God
is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem. Zo is de liefde bij ons
werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen
zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus. De liefde laat geen ruimte
voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit, want angst veronderstelt straf. In iemand die
angst kent, is de liefde geen werkelijkheid geworden. Wij hebben lief omdat God ons het
eerst heeft liefgehad.
Voor ons is het enorm belangrijk om te beseffen, dat wij uit onszelf niets kunnen doen, zoals
Jezus ook gezegd heeft: “zonder Mij kun je niets doen” (Joh.15:5b). Voordat wij kunnen
geven, moeten we eerst ontvangen, zoals de kerkvader Augustinus zei: ‘Heer, U mag alles
van mij vragen, wat U maar wilt, als U mij maar eerst geeft, wat U van mij vraagt’. David
kende dit principe ook, want ook hij begreep dat wij alleen maar datgene aan anderen
kunnen geven wat wijzelf van God ontvangen hebben. En zo sprak ook de apostel Paulus.
1Kron.29:14 Wat ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zijn zoveel kostbaarheden af te
staan? Alles is van u afkomstig, en wat wij U schenken komt uit Uw hand.
1Kor.4:7 Wie denkt u dat u bent? Bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is? Alles is u
geschonken, dus waarom schept u dan op alsof u het zelf verworven hebt?
2Kor.8:9 Tenslotte kent u de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: Hij was rijk,
maar is omwille van u arm geworden opdat u door Zijn armoede rijk zou worden.
Psalm 112 is bijvoorbeeld een psalm die het geheim van rechtvaardig succes laat zien, want
de wereld definieert succes als iets wat je alleen krijgt op grond van je eigen inspanning; dus
niet wie je bent maar wat je doet is maatgevend. Maar de Bijbelse definitie van succes is
volledig tegenovergesteld, want niet wat je doet maar wie je bent is maatgevend voor echt en
oprecht succes. Wanneer God ons liefheeft en wij God liefhebben, zijn wij een groot succes.
Daarom begint psalm 112 eerst met het leggen van een solide fundament voor werkelijk
succes, namelijk ontzag voor de Heer en liefde voor Zijn geboden.
Ps.112:1 Halleluja! Gelukkig de mens met ontzag voor de HEER en met liefde voor Zijn
geboden.
Een mens is pas gelukkig wanneer hij ontzag heeft voor de Heer, wat heel vanzelfsprekend
resulteert in liefde voor de principes van Zijn woord. Jezus benadrukte dit principe ook in
Joh.14:15+21, toen Hij zei dat onze liefde voor Hem bewezen wordt door gehoorzaamheid
aan Zijn woord. Het gevolg is dat wij in staat zijn om Zijn rijkdom en overvloed te ontvangen,
waardoor wij een leven van rechtvaardigheid ontwikkelen dat zal standhouden in de stormen
van het leven. Dat is de tweede stap in het proces.
Ps.112:3 Rijkdom en weelde bewonen zijn huis, en zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor
altijd.
2
Omdat ons hart overvloedig uit de handen van de Heer ontvangt, is de derde stap ook een
vanzelfsprekende stap, namelijk dat wij uitdelen vanuit de overvloed die wijzelf bezit. Daarom
noemt psalm 112 het uitdelen aan de armen als volgende kenmerk.
Ps.112:9 Gul deelt hij uit aan de armen, zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd, hij zal
stijgen in aanzien en eer.
Daarmee laat deze psalm zien dat het uitdelen aan mensen geworteld is in ontvangen van
God, maar ontvangen van God is weer geworteld in het cultiveren van een relatie met God
op basis van liefde en ontzag. Wij geven wat wij hebben, en wat we hebben is datgene wat
we ontvangen hebben; maar wat we ontvangen hebben is ontvangen uit genade op grond
van een relatie die gebaseerd is op liefde en gehoorzaamheid.
2Kor.8:12 Want als de bereidvaardigheid aanwezig is, is zij welkom naar hetgeen zij heeft,
niet naar hetgeen zij niet heeft.
De grootste Bijbelse opdracht is liefde geven, maar het grootste Bijbelse geheim is
liefde ontvangen.
C: Twee geboden maar drie aspecten.
1Joh.4:19 Wij hebben lief, omdat God ons het eerst heeft liefgehad.
We kunnen de twee grote geboden dus in drie opdrachten uitsplitsen, namelijk als eerste
God liefhebben, als tweede jezelf liefhebben, en als derde je naaste liefhebben.
C1: De liefde tot God.
Onze liefde voor God is niets anders dan het beantwoorden van Zijn liefde, die Hij ons
gegeven heeft in Zijn Zoon Jezus Christus.
Joh.3:16 Want God had de wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat
iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Rom.5:8 Maar God bewees ons Zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij
nog zondaars waren.
1Joh.3:1 Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden
kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook.
1Joh.4:9+10 En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft Zijn enige Zoon in de
wereld gezonden, opdat we door Hem zouden leven. Het wezenlijke van de liefde is niet dat
wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon heeft gezonden om
verzoening te brengen voor onze zonden.
God geeft ons echter niet alleen kennis over Zijn liefde (Rom.5:8), maar Hij geeft ons ook de
ervaring met Zijn liefde; Hij wil dat we Zijn liefde gaan beleven.
Rom.5:5 Deze hoop zal niet worden beschaamd omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten
door de Heilige Geest, die ons gegeven is.
2Kor.5:13-14a Zijn we in extase, dan is het voor God…… Wat ons drijft is de liefde van
Christus ……
C2: De liefde tot jezelf.
We moeten hierbij goed begrijpen, dat liefde tot jezelf absoluut niet hetzelfde is als zelfzucht,
zoals die in de Bijbel genoemd wordt; zelfzucht is egoïsme, waarbij iemand zichzelf niet wil
verliezen in de belangen van de Heer en van zijn naaste, maar zo iemand kan geen discipel
van de Heer zijn (Luc.14:25-33).
Een egoïst is iemand, die voortdurend op zoek is naar zichzelf en zijn eigen belangen zonder
daarbij op de belangen van anderen te letten (Fil.2:3); hij wil alleen maar zichzelf behagen
(2Petr.2:10) en deze zelfzucht is een werk van de natuurlijke mens (Gal.5:20), waardoor wij
het koninkrijk van God niet kunnen binnengaan (Gal.5:21). Zelfzucht zal een overheersend
kenmerk zijn van de mensheid in de eindtijd (2Tim.3:1-4) en het veroorzaakt grote wanorde
(Jac.3:14-16) en twist (2Kor.12:20).
Een kind van God is iemand, die zichzelf niet meer hoeft te zoeken, omdat hij of zij zichzelf
gevonden heeft door de volledige aanvaarding door de Vader.
1Kor.15:10 Alleen dankzij Zijn genade ben ik wat ik ben. En Zijn genade is bij mij niet
zonder uitwerking gebleven.
3
Efez.1:4-5 In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde
uitgekozen om voor Hem heilig en zuiver te zijn, en Hij heeft ons naar Zijn wil en verlangen
voorbestemd om in Jezus Christus Zijn kinderen te worden
Genade geeft ons een volwaardig Bijbels zelfrespect, waardoor wij onszelf volledig door de
Heer aanvaard weten en waardoor wij ook in staat zijn de naaste lief te hebben als onszelf.
In de mate, dat wij Gods liefde ontvangen, zullen wij ook Zijn liefde kunnen geven, want Hij is
de Bron van liefde. En in de mate waarin wij Zijn vergeving ontvangen en leren om onszelf te
vergeven, zullen wij ook in staat zijn anderen te vergeven, die ons kwaad berokkend hebben.
Rom.15:7 Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard.
Efez.4:32-5:2a Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in
Christus vergeven heeft. Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die Hij liefheeft, en
ga de weg van de liefde……
Dat brengt ons bij het derde aspect van de liefde.
C3: De liefde tot de naaste.
1Tess.4:9 Over de onderlinge liefde hoeven wij u niets te schrijven, want u hebt zelf van God
geleerd hoe u in liefde met elkaar moet omgaan.
1Joh.2:10-11 Wie de ander liefheeft, blijft in het licht en komt niet ten val, maar wie de ander
haat, bevindt zich in de duisternis. Hij gaat zijn weg in het duister, zonder te weten waarheen
die weg voert, want de duisternis heeft hem blind gemaakt.
1Joh.3:14-16 Wij weten dat we van de dood zijn overgegaan naar het leven omdat we elkaar
liefhebben. Wie niet liefheeft blijft in de dood. Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een
moordenaar, en u weet dat een moordenaar het eeuwige leven niet blijvend in zich heeft.
Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die Zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom
horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters.
1Joh.4:7-8 Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit
God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God
niet, want God is liefde.
D: Het eerste gebod als het centrum van ons leven.
Matt.22:36-38 Meester, wat is het grootste gebod in de wet? Jezus antwoordde: Heb de
Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het
grootste en eerste gebod.
Op grond van deze woorden van Jezus kunnen wij vaststellen dat het de hoogste prioriteit in
het hart van God heeft dat wij vrijwillige en toegewijde liefhebbers van God zullen zijn; dit is
de hoogste prioriteit die God heeft voor ons leven, voor ons gezin, voor onze gemeente, voor
onze stad, voor ons land en voor de hele wereld. Het is het verlangen van de Vader dat wij
Hem zullen liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, met heel ons verstand en met
al onze kracht in de tegenwoordige tijd. Dit is het eerste en grootste gebod in het hele woord
van God, de overheersende wil van God voor ieder mens waaraan elk aspect van ons leven
ten dienste staat. Daarbij moeten wij echter goed beseffen dat God het absoluut niet nodig
heeft dat wij Hem liefhebben, want Hij laat Zich niet dienen door mensenhanden alsof Hij nog
iets nodig heeft; integendeel Hij geeft Zelf aan iedereen leven en adem en al het andere
inclusief de liefde voor Hemzelf (Hand.17:25). Het is niet God die nodig heeft dat wij Hem
liefhebben, maar het zijn wij die het nodig hebben om Hem lief te hebben; want wij leven pas
echt en functioneren optimaal in ons emotionele hart, wanneer wij God kunnen liefhebben
met alles wat in ons is
1Joh.4:7b-8 De liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God.
Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde.
Wat betekent het nu precies dat het liefhebben van God het eerste en grote gebod is? Het
betekent dat wij de liefde van God ontvangen en beantwoorden op een manier die de meest
krachtige, meest vreugdevolle en meest verzadigende relationele ervaring is die voor ons in
dit leven en in de eeuwigheid beschikbaar is. Wij zijn geschapen, ontworpen en gemaakt om
geliefd te zijn en lief te hebben; wij zijn door God bedacht om Hem met heel ons hart lief te
hebben, en dat is de enige manier waarop wij optimaal gezond kunnen functioneren. Daarom
4
is het liefhebben van God de grootste en meest hoogstaande visie voor ons leven; wanneer
wij een liefhebber, d.w.z. een minnaar van God zijn, beantwoorden wij aan onze eeuwige
bestemming. Maar zo belangrijk als een zuivere visie voor ons leven nodig is om ons leven
goed op orde te krijgen, zo zijn ook de fundamenten waarop wij deze visie bouwen van groot
belang. Paulus bad in Efez.3:17 dat wij geworteld en gegrondvest moeten worden in de
liefde van God, zodat alles wat uit ons leven tevoorschijn komt het resultaat is van een leven
dat geworteld is in Gods liefde. Om te kunnen groeien in de liefde van God moeten wij eerst
geplant worden in een gezonde bodem, en gegrondvest worden op een stevig fundament,
voordat wij volwassen kunnen worden in de liefde.
D1: Het eerste fundament: een relatie cultiveren.
Joh.15:4-5 Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit
zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in Mij blijven.
Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel
vrucht dragen. Maar zonder Mij kun je niets doen.
Groeien in liefde heeft te maken met groeien in een relatie met Jezus (Joh.15:4-5, Efez.2:20,
Judas vs.20-21). Liefde bestaat niet in eenzaamheid maar in relatie; de reden dat God liefde
is, is omdat er een relatie binnen de Drie-Eenheid bestaat, een relatie tussen God de Vader,
God de Zoon, en de Heilige Geest. Zo simpel is het: relatie is het middelpunt van liefde van
waaruit talrijke ervaringen volgen. Wij zullen groeien in liefde voor Jezus in de mate dat wij
Jezus leren kennen, want liefde vanuit God en liefde voor God ontwikkelen zich niet in een
vacuüm. Onze visie op liefde en ons fundament voor het groeien in liefde moeten zich
centreren op een relatie met Jezus, en vanuit deze relatie zullen er vele ervaringen volgen.
Maar wij moeten er wel voor waken dat wij niet de ervaringen zelf tot het hoogste doel
maken; de relatie is het hoogste doel, en deze relatie zal ervaringen tot vrucht hebben.
D2: Het tweede fundament: verandering door aanschouwing.
2Kor.3:18 Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen
meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.
Het tweede fundament om te groeien in liefde is dat wij veranderd moeten worden om te
kunnen groeien in onze relatie met Jezus, want de eerste voorwaarde voor een intieme
relatie is gelijkvormigheid. Zonder een gemeenschappelijke gelijkheid, d.w.z. eensgezindheid
in hart, verstand, visie en waarden, zal een intieme relatie tussen personen stagneren en niet
verder kunnen groeien. De sleutel tot het dieper ervaren van een intieme relatie met Jezus is
dat wij veranderd worden naar Zijn beeld, en het proces van verandering komt op gang door
het aanschouwen van de glorie van Zijn persoonlijkheid (2Kor.3:18). Dit is de reis naar een
vreugdevolle heiligheid waarin wij worden opgeroepen om heilig te zijn zoals God heilig is.
Lev.11:44-45 Ik ben de HEER, jullie God. Jullie moeten heilig zijn. Wees heilig, want Ik ben
heilig…… Ik ben de HEER, die jullie uit Egypte heeft geleid om jullie God te zijn. Wees heilig,
want Ik ben heilig.
Efez.1:4 In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde
uitgekozen om voor Hem heilig en zuiver te zijn
Efez.5:25-27 … zoals Christus de kerk heeft liefgehad en Zich voor haar heeft prijsgegeven
om haar te heiligen, haar te reinigen met water en woorden en om haar in al haar luister bij
Zich te nemen, zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn, heilig en zuiver.
Hebr.12:14 Streef ernaar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven; wie dat niet
doet zal de Heer niet zien.
1Petr.1:15-16 maar leid een leven dat in alle opzichten heilig is, zoals hij die u geroepen
heeft heilig is. Er staat immers geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig.
Maar de opdracht om heilig te zijn is niet hetgeen waardoor wij veranderd worden; te weten
dat wij moeten veranderen zal ons niet veranderen. De aansporing om iets te denken of te
doen bevat op zichzelf niet de kracht om het ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen.
Maar waardoor worden wij dan veranderd? Wij worden veranderd door het aanschouwen
van Gods hart, d.w.z. het zien en begrijpen van wie Hij is in Zijn persoonlijkheid, hoe Hij voelt
in Zijn emotionele hart, en hoe Hij naar ons kijkt en over ons denkt en voelt. Het is een zeer
5
verbazingwekkend feit dat God het openen van Zijn hart d.m.v. openbaring en inzicht over
Zichzelf tot de unieke sleutel voor onze verandering heeft gemaakt. Het is de wijsheid en de
goedheid van Gods hart dat wij Hem kunnen kennen terwijl wij bezig zijn met veranderen, en
niet pas nadat wij veranderd zijn. De ontdekking van het inzicht in Gods liefde voor ons is de
kern van waaruit wij groeien in liefde voor God, liefde voor onszelf, en liefde voor anderen,
want dit verandert ons naar Zijn beeld. Gods liefde voor ons veroorzaakt onze liefde voor
God, liefde voor onszelf, liefde voor de gemeente en liefde voor de verloren mensen in de
wereld. Wij zullen nooit God meer kunnen liefhebben dan de ontdekking van Zijn liefde voor
ons; wij zullen nooit anderen meer kunnen liefhebben dan wij onszelf liefhebben, en wij
zullen nooit de verlorenen in de wereld meer kunnen liefhebben dan de gemeente.
D3: Het derde fundament: liefde omvat de hele persoon.
Marc.12:29 Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw
verstand en met heel uw kracht.
Het liefhebben van God heeft betrekking op onze volledige persoonlijkheid, d.w.z. ons hele
emotionele hart, onze hele natuurlijke persoonlijkheid, ons volledige verstand en al onze
fysieke kracht. Groeien in liefde heeft dus alles te maken met wat wij voelen, wat wij willen,
wat wij denken en wat wij kunnen; liefde wordt dus niet beperkt tot het voelen van een
positieve genegenheid die gebaseerd is op een inwendige emotie, hoewel wij dit ongetwijfeld
vele malen zullen ervaren. Relationele liefde is onmetelijk uitgestrekt in haar expressie en in
haar ervaring; om die reden beschreef Paulus deze liefde in haar lengte en breedte, hoogte
en de diepte (Efez.3:18).
D4: Het vierde fundament: God liefhebben is tegenwoordige tijd.
Wanneer wij op zoek zijn naar het ontwikkelen van liefde voor God met alles wat in ons is,
moeten wij begrijpen dat het een realiteit is voor de tegenwoordige tijd, en niet alleen maar
voor een toekomstige tijd waarin wij geestelijk volwassen en volledig toegewijd zullen zijn.
Wij kunnen en moeten op dit moment met heel ons hart toegewijd zijn, en de tegenwoordige
tijd niet beschouwen als een matig voorstadium van de tijd waarin wij volgroeid zullen zijn.
Te vaak kijken wij vooruit naar de dag in de toekomst waarop wij kwalitatief toegewijd zullen
zijn met heel ons hart, en daarom vergeten we Jezus kwantitatief na te jagen met heel ons
hart in de tegenwoordige tijd.
D5: Het vijfde fundament: geestelijke onvolwassenheid is geen rebellie.
Wanneer wij dagelijks er naar streven om God lief te hebben met heel ons hart, moeten wij
er op voorbereid zijn dat we geconfronteerd zullen worden met een enorme grote dosis
onvolwassenheid in ons leven. Maar deze onvolwassenheid, dit struikelen in zwakheid in het
najagen van een toegewijd leven is géén rebellie tegen God. Soms kunnen onvolwassenheid
en rebellie er aan de buitenkant hetzelfde uitzien, maar het hart is zeer verschillend en God
ziet en waardeert altijd de hartsgesteldheid. Veel christenen zien zichzelf vaak ten onrechte
als opstandig tegen God, omdat zij denken dat onvolwassenheid en rebellie hetzelfde zijn.
Maar het werkt verwoestend om jezelf af te schrijven als een rebel, wanneer je in feite
geestelijk nog onvolwassen bent.
Hoe kan een persoon weten of hij onvolwassen of opstandig is? Wel, in de eerste plaats is
het feit dat hij dit wil weten al een positieve aanwijzing voor oprechtheid, want oprechte
personen maken zich bezorgd over de mogelijkheid dat zij God beledigen en hun relatie met
Hem beschadigen. Maar opstandige mensen maken zich totaal niet druk om de kwaliteit van
hun relatie met God, hoewel zij uiterlijk wel kunnen overkomen als mensen die zich daar
druk over maken; denk maar eens aan het soort mensen als koning Saul. Wanneer een nog
onvolwassen gelovige worstelt met zonde, wordt een oprechte geest van berouw gezien
wanneer zij hun zonde serieus nemen, verantwoordelijkheid nemen voor hun zonde en hun
zonde belijden. Maar een persoon met een rebellerende geest zegt simpelweg nee tegen
Gods geboden of Zijn heerschappij over gebieden in zijn leven. Wanneer hij zondigt, maakt
hij niet onmiddellijk een plan om God te gehoorzamen maar vervolgt zijn leven in zonde
(1Sam.15:22-23, Efez.4:30, 1Tess.5:19).
6
D6: Het zesde fundament: de zekerheid van Gods vreugde over ons.
Deut.7:6-8a Want u bent een volk dat aan de HEER, uw God, is gewijd. U bent door Hem
uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, Zijn kostbaar bezit te zijn. Het is
niet omdat u talrijker was dan de andere volken dat Hij u lief kreeg en uitkoos, u was het
kleinste van allemaal! Maar omdat Hij u liefhad………
Het is een Bijbelse realiteit dat God van ons geniet terwijl wij geestelijk nog onvolwassen zijn
en nog worstelen in onze zwakheid; dit is een enorm belangrijk punt en cruciaal om sterk op
te groeien in de liefde van God. Veel gelovigen vinden het moeilijk om te begrijpen dat God
hier en nu al enorm van hen geniet, maar God geniet inderdaad van ons in onze zwakheid
en al ons struikelen. Kunnen wij ons God voorstellen met een glimlach op Zijn gezicht
wanneer Hij naar ons kijkt? Veel gelovigen kunnen zich dit niet over God voorstellen wat
henzelf betreft in hun huidige geestelijke conditie. Veel mensen raken in de war bij deze voor
hen zo nieuwe gedachte, omdat velen ten onrechte geloven dat wanneer iemand vertrouwen
heeft in God wanneer hij zwak is, hij minder oplettend is voor zonde. Dat komt omdat het
enige instrument dat veel mensen hebben om zowel zichzelf als anderen te motiveren voor
het koninkrijk van God het gebruik van angst voor verwerping, veroordeling en schaamte is.
Maar er is een veel hoger motief voor heiligheid dan angst voor straf, hoewel dit laatste nog
steeds een realiteit is; de kracht van grenzeloze en onvoorwaardelijke liefde van God geeft
een veel sterkere motivatie om tot Hem terug te keren wanneer wij tegen Hem gezondigd
hebben (Jer.3:14a, Rom.2:4).
Dat is de kracht van het evangelie (Rom.1:16, 5:6-10). De waarheid van Jezus’ intense liefde
voor Zijn oprechte maar onvolwassen volgelingen wordt gezien bij Zijn leerlingen voordat Hij
naar het kruis ging. Jezus verklaarde hen rein door de woorden die Hij tegen hen gesproken
had (Joh.15:3), maar toch wist Hij dat zij Hem enkele uren later allemaal in de steek zouden
laten (Matt.26:31-35). Jezus verankerde het hart van Zijn leerlingen doelbewust in een groot
vertrouwen in Zijn liefde voor hen, terwijl zij hun eigen zwakheid kenden; want alleen een
hart dat zich veilig voelt in de liefde van God kan pijnlijke gebreken van zonde en zwakheid
overwinnen. Tijdens hun laatste maaltijd met Jezus moesten de leerlingen een van de meest
moeilijke momenten in hun leven onder ogen zien, omdat zij op het punt stonden Jezus te
verloochenen, diep teleurgesteld te raken in zichzelf en ook nog geconfronteerd te worden
met vervolging. Maar Jezus verankerde hun hart niet in hun eigen toewijding aan Hem maar
in Zijn grenzeloze toewijding en liefde voor hen.
Joh.15:9 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader Mij heeft liefgehad. Blijf in Mijn liefde.
Onze passie voor God komt uitsluitend voort uit de openbaring en het inzicht, dat Jezus ons
achtervolgde en een strijd op leven en dood voor ons voerde, toen wij nog in geen enkel
opzicht lieflijk waren.
Rom.5:8 Maar God bewees ons Zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij
nog zondaars waren.
D7: Het zevende fundament: Gods vreugde is niet Zijn goedkeuring.
God houdt van alle mensen, gelovigen zowel als ongelovigen, en God geniet van Zijn
kinderen omdat zij uit Hem geboren zijn; maar Gods vreugde over ons is beslist niet
hetzelfde als Zijn goedkeuring over alles wat wij doen. Sommigen horen namelijk dat God
van ons geniet terwijl wij nog zwak zijn, en concluderen daaruit ten onrechte dat God instemt
met alles wat wij denken, voelen of doen. In de gelijkenis van de verloren zoon kunnen wij
terecht concluderen dat de buitengewone vreugdevolle reactie van de vader over de
terugkeer van zijn verloren zoon absoluut niet hetzelfde is als zijn goedkeuring over diens
losbandige leven van verkwisting en hoeren (Luc.15:20-24). Gods vreugdevolle liefde over
ons stelt ons in staat om geestelijk te groeien en een intieme relatie met Hem te ontwikkelen,
maar Gods afkeuring over bepaalde gebieden in ons leven zet Zijn liefdevolle discipline in
ons leven aan het werk (Hebr.12:5-6). Gods liefdevolle correctie is echter geen afwijzing
maar juist een bevestiging van het feit dat wij Gods zonen en dochters zijn die intens door
Hem geliefd zijn. Spr.3:12 zegt dat de Heer Zijn kinderen straft omdat Hij hen liefheeft, zoals
een vader zijn zoon liefheeft.
7
D8: Het achtste fundament: zwakke liefde is geen huichelarij.
Het is niet voldoende om alleen kennis te hebben over de liefde van God die Hij voor ons
koestert wanneer wij zwak zijn; wij mogen er ook zeker van zijn dat onze liefde voor God en
voor anderen oprecht is, hoewel ze zwak kan zijn en nog bezig is te groeien naar grotere
volwassenheid. Onvolwassen liefde voor Jezus is geen valse liefde; integendeel, onze liefde
voor Jezus is allang oprecht voordat ze volwassen wordt. Worstelen in zwakheid is niet
hetzelfde als een hopeloze huichelaar zijn. De traditionele definitie van een huichelaar is
iemand die het ene zegt en het andere doet, maar wij moeten een huichelaar definiëren als
iemand die het ene zegt maar het niet achterna jaagt. Want oprechte liefhebbers van God
verwerven nog niet alles waar zij naar streven, maar zij volharden wel in het oprecht en
ijverig najagen van liefde voor God, en dat soms zelfs tegen een hoge prijs.
E: Hartstochtelijke liefde.
Matt.6:1-4 Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen,
alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. Dus
wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de
synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben
hun loon al ontvangen. Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je
rechterhand doet. Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het
verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
Er bestaat een groot misverstand in het lichaam van Christus met betrekking tot het ware
doel van ons leven; want het echte doel van ons leven is niet hoofdzakelijk gericht op het
doen van goede daden, maar op het vormen van ons hart in liefde van waaruit de daden
voortkomen. Om die reden kunnen mensen in hun netelige positie als slaaf een beloning van
de Heer ontvangen, wanneer zij hun werk oprecht en met ontzag voor de Heer doen, want
Hij is degene die hen beloont (Kol.3:22-24). Efeze stond in de tijd van de eerste gemeente
bekend als een centrum van grote opwekking (Hand.19:17-20, Efez.1:15, Openb.2:2-3), en
er was sprake van krachtige bediening die gepaard ging met vele wonderen en tekenen.
Maar toch moest de Heer de gelovigen in Efeze corrigeren vanwege hun tanende liefde voor
Jezus Zelf (Openb.2:4), en hen oproepen tot bekering vanwege de verwaarlozing van hun
hoogste roeping. De Heer confronteerde hen zelfs met een mogelijke discipline wanneer zij
zich niet zouden toeleggen op terugkeer naar de roeping van hun hart om God lief te hebben
met alles wat in hen was (Openb.2:5).
God is vanuit Zijn liefde een jaloers God die geen enkele vorm van afgoderij in de harten van
Zijn kinderen kan tolereren (Deut.4:24); Hij verlangt in de eerste plaats naar onze liefde voor
Hem, en zonder deze liefde heeft Hij geen enkele interesse in onze dienstbaarheid. Want de
economie van Gods koninkrijk werkt totaal anders dan de economie van de wereld, en wij als
gelovigen bouwen niet aan een natuurlijk koninkrijk. Geestelijke invloed is niet het resultaat
van religieuze activiteit maar van hartstochtelijke intimiteit d.m.v. geloof en liefde. Daarom
kon een christen als slaaf in de oude wereld weliswaar zijn uitwendige activiteiten niet onder
zijn controle houden, maar wel kon hij grote zelfbeheersing oefenen door zich toe te leggen
op liefde voor Jezus, ook in de manier waarop hij als slaaf zijn werk deed. Zelfs daden van
uiterlijke aanbidding maken geen enkele indruk op de Heer.
Jes.29:13 Omdat dit volk Mij naar de mond praat, Mij slechts met de lippen dient, terwijl hun
hart ver bij Mij vandaan is; omdat hun ontzag voor Mij louter plicht is, slechts aangeleerd en
door mensen opgelegd.
Jezus gaf Zijn volgelingen aanschouwelijk onderwijs toen zij zagen hoe een arme weduwe
twee muntjes in de schatkist van de tempel gooide; hoewel zij qua hoeveelheid zeer weinig
geld gaf, maakte de Heer duidelijk dat zij een zeer grote gave aan God had gegeven omdat
zij alles gaf wat zij had (Marc.12:41-44). De waarde van haar offer werd niet gebaseerd op
wat zij gaf, maar op haar hartsgesteldheid; op het moment dat zij het zich niet permitteren
kon om iets te geven, gaf zij alles wat ze had. Wij geven vaak iets om iets anders terug te
ontvangen, zoals status, aandacht, financieel gewin, goedkeuring van mensen, invloed
verkrijgen, of we geven uit verplichting. De weduwe had maar één reden om te geven, en dat
8
was liefde; zij had geen enkel ander motief dat haar kon belonen; zij gaf meer dan anderen
omdat zij gaf om de enige echte reden die in de hemel belangrijk wordt geacht. Echte liefde
heeft blijvende invloed; wanneer liefde plaatsvindt, groeit het koninkrijk van God maar
wanneer goede werken plaatsvinden zonder liefde, vindt er niets plaats in het koninkrijk van
God. Het motief is belangrijk, want God kijkt niet naar de offers die zonder liefde worden
gebracht (1Kor.13:3); maar motieven kunnen niet door mensen worden beoordeeld, en om
die reden wordt ons verteld dat wij geen oordeel moeten vellen (1Kor.4:5). Omgekeerd geldt
dus dat wanneer liefde ons motief is, elk offer met vreugde door de Heer wordt aanvaard
(2Kor.8:12).
Aanbidding heeft alles te maken met wat wij uit liefde doen voor de Heer; daarom kan onze
aanbidding heel veel vormen aannemen. Aanbidding is net zo veelkleurig in vorm als er
verscheidenheid is in de persoonlijkheid van Gods kinderen, die allemaal uniek zijn omdat
God hen uniek gemaakt heeft. Daarom moeten wij nooit moe worden van het doen van
kleine dingen uit liefde voor God, want God kijkt niet naar de omvang van het werk maar
naar de liefde waarmee het werk gedaan wordt. God is in staat om liefde te ontvangen in
oneindig veel verschillende vormen, want aanbidding voor God is altijd acceptabel wanneer
het hart vol van liefde is ongeacht de uiterlijke vorm van de gave. Aanbidding is niet wat wij
doen, maar de hartsgesteldheid waarmee wij iets doen; daarom worden wij opgeroepen om
alles wat wij zeggen of doen het te doen in de naam van de Heer Jezus, terwijl wij God de
Vader danken door Hem (Kol.3:17). Wij mogen besluiten om de liefde voor God tot het enige
doel van onze daden te maken, en wij kunnen volledig verzadigd worden met dit eenvoudige
motief. Wij kunnen het aangezicht van God zoeken enkel en alleen om Hem lief te hebben
zonder ons uit te strekken naar een van Zijn gaven; volgens deze definitie kan elk mens Hem
elke dag de hele dag aanbidden. Zelfs wanneer wij iets niet leuk vinden om te doen, kunnen
wij het toch doen met liefde vanwege Degene voor wie wij het doen, zoals Jacob zeven jaar
moest werken voor het meisje dat hij liefhad, maar dat was geen enkel probleem voor hem
(Gen.29:20). Jezus definieerde gehoorzaamheid aan Zijn woord als liefde (Joh.14:21, 23),
maar Hij definieerde het inzetten van je leven voor een ander als de hoogst mogelijke
expressie van liefde (Joh.15:13).
Joh.15:9-14 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader Mij heeft liefgehad. Blijf in Mijn liefde: je
blijft in Mijn liefde als je je aan Mijn geboden houdt, zoals Ik Me ook aan de geboden van
Mijn Vader gehouden heb en in Zijn liefde blijf. Dit zeg Ik tegen jullie om je Mijn vreugde te
geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals Ik
jullie heb liefgehad. Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie
zijn Mijn vrienden wanneer je doet wat Ik zeg.
V.v.d.B. 
9
Download