Het grote gebod in het woord van God. Matt.22:36-40 Meester, wat is het grootste gebod in de wet? Jezus antwoordde: Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat. Marc.12:28-31 Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod? Jezus antwoordde: Het voornaamste is: Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Het op een na belangrijkste is dit: Heb uw naaste lief als uzelf. Er zijn geen geboden belangrijker dan deze. A: Introductie. Matt.22:40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat. Marc.12:31b Er zijn geen geboden belangrijker dan deze. Jezus stelde hier vast, dat alle geboden uit de hele wet van Mozes en alle uitspraken van de profeten afhankelijk zijn van deze twee geboden, waarvan het eerste gebod uit Deut.6:4+5 geciteerd werd, en het tweede gebod uit Lev.19:18+34 geciteerd werd. Deze twee geboden functioneren als een staande kapstok, waaraan vele klerenhangers hangen; elke hanger is een onderwerp uit de Bijbel, maar alle onderwerpen uit de Bijbel zijn in hun uitleg en in hun praktische toepassing afhankelijk van de mate waarin ze met de kapstok van deze twee geboden verbonden zijn. Let wel, Jezus zei niet: Aan deze Tien Geboden hangen de hele wet en de profeten. Hij zei: een ander gebod groter, dan deze twee, bestaat niet. Dus zelfs de Tien Geboden zijn kleiner dan deze twee. Alle waarheden uit het woord van God, elk gebod en elke belofte, zijn geheel afhankelijk van deze twee geboden en de mate waarmee wij deze twee in de praktijk brengen. Deze liefde is de vervulling van de hele wet. A1: Het eerste gebod zien we op twee manieren terug in het Nieuwe Testament. Efez.6:24 Genade en onvergankelijkheid zij met allen die onze Heer Jezus Christus liefhebben. 1Kor.16:22 Als iemand de Heer niet liefheeft, hij zij vervloekt! In deze twee uitspraken koppelde de apostel Paulus zegen en vloek aan het vervullen van het eerste gebod; wij ontvangen genade en eeuwig leven wanneer wij Jezus liefhebben, maar wij worden getroffen door vloek wanneer wij Jezus niet liefhebben. Paulus bedreigde hiermee niemand, maar wel liet hij zien dat het liefhebben van Jezus de essentie van ons leven is, de werkelijke betekenis en de echte reden waarom wij bestaan. Wanneer wij Jezus niet liefhebben, ontkennen wij de reden waarom wij leven, maar tegelijkertijd ontzeggen wij ons daarmee het recht om te leven. De essentie van eeuwig leven is dat wij zoveel genade van de Vader ontvangen dat wij die genade kunnen vertalen in het liefhebben van Jezus, en daarmee vervullen wij onze hoogste roeping (Joh.17:26). A2: Het tweede gebod vinden we als volgt terug in het Nieuwe Testament. Matt.7:12 Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten. Rom.13:8+10 Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de gehele wet vervuld…… De liefde berokkent uw naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde. Gal.5:14 want de hele wet is vervuld in één uitspraak: Heb uw naaste lief als uzelf. Jac.2:8 Wanneer u echter het koninklijke gebod volbrengt dat de Schrift geeft: Heb uw naaste lief als uzelf, dan handelt u juist. Zowel Jezus als Paulus en Jacobus maken duidelijk dat de vervulling van de Wet van Mozes heel simpel is; wanneer je een ander behandelt zoals je zelf behandeld wilt worden, heb je de essentie van de Wet vervuld, en dat is de werkelijke betekenis van naastenliefde. 1 A3: Grote geboden met een groot dilemma. We kunnen deze twee geboden in drie opdrachten uitsplitsen, namelijk als eerste onze God liefhebben, als tweede jezelf liefhebben, en als derde je naaste liefhebben. Maar wanneer ik dit alles lees, heb ik wel een groot probleem; er wordt namelijk wel heel erg veel van mij gevraagd. Hoe krijg ik dat voor elkaar in een wereld die aan alle kanten op elk niveau van de samenleving verscheurd wordt door haat en nijd? Is het werkelijk zo dat de kern van de Bijbel bepaald wordt door wat ik doe? Of is er achter dit alles een groot geheim dat ik eerst moet ontdekken voordat ik in staat ben om deze twee geboden daadwerkelijk in de praktijk te brengen? B: De Bron van liefde. Het is inderdaad zo dat bovenstaande dan wel de grootste Bijbelse opdracht is, maar daarmee is het nog niét het grootste geheim van de Bijbel. De mysterieuze kern van de Bijbel wordt niet bepaald door wat ik doe, maar wie God is en wat Hij voor mij gedaan heeft, zodat ik leer leven vanuit wie Hij is en wat Hij mij geeft. Pas dan ontvang ik de sleutels van liefde die mij in staat stellen om deze twee kernachtige geboden te vervullen, en dan alleen nog maar in de zwakheid van mijn menselijke hart en in volledige afhankelijkheid van de instroom van de overvloed van Goddelijke liefde. 1Joh.4:16-19 Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem. Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus. De liefde laat geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit, want angst veronderstelt straf. In iemand die angst kent, is de liefde geen werkelijkheid geworden. Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad. Voor ons is het enorm belangrijk om te beseffen, dat wij uit onszelf niets kunnen doen, zoals Jezus ook gezegd heeft: “zonder Mij kun je niets doen” (Joh.15:5b). Voordat wij kunnen geven, moeten we eerst ontvangen, zoals de kerkvader Augustinus zei: ‘Heer, U mag alles van mij vragen, wat U maar wilt, als U mij maar eerst geeft, wat U van mij vraagt’. David kende dit principe ook, want ook hij begreep dat wij alleen maar datgene aan anderen kunnen geven wat wijzelf van God ontvangen hebben. En zo sprak ook de apostel Paulus. 1Kron.29:14 Wat ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zijn zoveel kostbaarheden af te staan? Alles is van u afkomstig, en wat wij U schenken komt uit Uw hand. 1Kor.4:7 Wie denkt u dat u bent? Bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is? Alles is u geschonken, dus waarom schept u dan op alsof u het zelf verworven hebt? 2Kor.8:9 Tenslotte kent u de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: Hij was rijk, maar is omwille van u arm geworden opdat u door Zijn armoede rijk zou worden. Psalm 112 is bijvoorbeeld een psalm die het geheim van rechtvaardig succes laat zien, want de wereld definieert succes als iets wat je alleen krijgt op grond van je eigen inspanning; dus niet wie je bent maar wat je doet is maatgevend. Maar de Bijbelse definitie van succes is volledig tegenovergesteld, want niet wat je doet maar wie je bent is maatgevend voor echt en oprecht succes. Wanneer God ons liefheeft en wij God liefhebben, zijn wij een groot succes. Daarom begint psalm 112 eerst met het leggen van een solide fundament voor werkelijk succes, namelijk ontzag voor de Heer en liefde voor Zijn geboden. Ps.112:1 Halleluja! Gelukkig de mens met ontzag voor de HEER en met liefde voor Zijn geboden. Een mens is pas gelukkig wanneer hij ontzag heeft voor de Heer, wat heel vanzelfsprekend resulteert in liefde voor de principes van Zijn woord. Jezus benadrukte dit principe ook in Joh.14:15+21, toen Hij zei dat onze liefde voor Hem bewezen wordt door gehoorzaamheid aan Zijn woord. Het gevolg is dat wij in staat zijn om Zijn rijkdom en overvloed te ontvangen, waardoor wij een leven van rechtvaardigheid ontwikkelen dat zal standhouden in de stormen van het leven. Dat is de tweede stap in het proces. Ps.112:3 Rijkdom en weelde bewonen zijn huis, en zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd. 2 Omdat ons hart overvloedig uit de handen van de Heer ontvangt, is de derde stap ook een vanzelfsprekende stap, namelijk dat wij uitdelen vanuit de overvloed die wijzelf bezit. Daarom noemt psalm 112 het uitdelen aan de armen als volgende kenmerk. Ps.112:9 Gul deelt hij uit aan de armen, zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd, hij zal stijgen in aanzien en eer. Daarmee laat deze psalm zien dat het uitdelen aan mensen geworteld is in ontvangen van God, maar ontvangen van God is weer geworteld in het cultiveren van een relatie met God op basis van liefde en ontzag. Wij geven wat wij hebben, en wat we hebben is datgene wat we ontvangen hebben; maar wat we ontvangen hebben is ontvangen uit genade op grond van een relatie die gebaseerd is op liefde en gehoorzaamheid. 2Kor.8:12 Want als de bereidvaardigheid aanwezig is, is zij welkom naar hetgeen zij heeft, niet naar hetgeen zij niet heeft. De grootste Bijbelse opdracht is liefde geven, maar het grootste Bijbelse geheim is liefde ontvangen. C: Twee geboden maar drie aspecten. 1Joh.4:19 Wij hebben lief, omdat God ons het eerst heeft liefgehad. We kunnen de twee grote geboden dus in drie opdrachten uitsplitsen, namelijk als eerste God liefhebben, als tweede jezelf liefhebben, en als derde je naaste liefhebben. C1: De liefde tot God. Onze liefde voor God is niets anders dan het beantwoorden van Zijn liefde, die Hij ons gegeven heeft in Zijn Zoon Jezus Christus. Joh.3:16 Want God had de wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Rom.5:8 Maar God bewees ons Zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. 1Joh.3:1 Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. 1Joh.4:9+10 En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft Zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door Hem zouden leven. Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. God geeft ons echter niet alleen kennis over Zijn liefde (Rom.5:8), maar Hij geeft ons ook de ervaring met Zijn liefde; Hij wil dat we Zijn liefde gaan beleven. Rom.5:5 Deze hoop zal niet worden beschaamd omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de Heilige Geest, die ons gegeven is. 2Kor.5:13-14a Zijn we in extase, dan is het voor God…… Wat ons drijft is de liefde van Christus …… C2: De liefde tot jezelf. We moeten hierbij goed begrijpen, dat liefde tot jezelf absoluut niet hetzelfde is als zelfzucht, zoals die in de Bijbel genoemd wordt; zelfzucht is egoïsme, waarbij iemand zichzelf niet wil verliezen in de belangen van de Heer en van zijn naaste, maar zo iemand kan geen discipel van de Heer zijn (Luc.14:25-33). Een egoïst is iemand, die voortdurend op zoek is naar zichzelf en zijn eigen belangen zonder daarbij op de belangen van anderen te letten (Fil.2:3); hij wil alleen maar zichzelf behagen (2Petr.2:10) en deze zelfzucht is een werk van de natuurlijke mens (Gal.5:20), waardoor wij het koninkrijk van God niet kunnen binnengaan (Gal.5:21). Zelfzucht zal een overheersend kenmerk zijn van de mensheid in de eindtijd (2Tim.3:1-4) en het veroorzaakt grote wanorde (Jac.3:14-16) en twist (2Kor.12:20). Een kind van God is iemand, die zichzelf niet meer hoeft te zoeken, omdat hij of zij zichzelf gevonden heeft door de volledige aanvaarding door de Vader. 1Kor.15:10 Alleen dankzij Zijn genade ben ik wat ik ben. En Zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. 3 Efez.1:4-5 In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor Hem heilig en zuiver te zijn, en Hij heeft ons naar Zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus Zijn kinderen te worden Genade geeft ons een volwaardig Bijbels zelfrespect, waardoor wij onszelf volledig door de Heer aanvaard weten en waardoor wij ook in staat zijn de naaste lief te hebben als onszelf. In de mate, dat wij Gods liefde ontvangen, zullen wij ook Zijn liefde kunnen geven, want Hij is de Bron van liefde. En in de mate waarin wij Zijn vergeving ontvangen en leren om onszelf te vergeven, zullen wij ook in staat zijn anderen te vergeven, die ons kwaad berokkend hebben. Rom.15:7 Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard. Efez.4:32-5:2a Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft. Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die Hij liefheeft, en ga de weg van de liefde…… Dat brengt ons bij het derde aspect van de liefde. C3: De liefde tot de naaste. 1Tess.4:9 Over de onderlinge liefde hoeven wij u niets te schrijven, want u hebt zelf van God geleerd hoe u in liefde met elkaar moet omgaan. 1Joh.2:10-11 Wie de ander liefheeft, blijft in het licht en komt niet ten val, maar wie de ander haat, bevindt zich in de duisternis. Hij gaat zijn weg in het duister, zonder te weten waarheen die weg voert, want de duisternis heeft hem blind gemaakt. 1Joh.3:14-16 Wij weten dat we van de dood zijn overgegaan naar het leven omdat we elkaar liefhebben. Wie niet liefheeft blijft in de dood. Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar, en u weet dat een moordenaar het eeuwige leven niet blijvend in zich heeft. Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die Zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. 1Joh.4:7-8 Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. D: Het eerste gebod als het centrum van ons leven. Matt.22:36-38 Meester, wat is het grootste gebod in de wet? Jezus antwoordde: Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Op grond van deze woorden van Jezus kunnen wij vaststellen dat het de hoogste prioriteit in het hart van God heeft dat wij vrijwillige en toegewijde liefhebbers van God zullen zijn; dit is de hoogste prioriteit die God heeft voor ons leven, voor ons gezin, voor onze gemeente, voor onze stad, voor ons land en voor de hele wereld. Het is het verlangen van de Vader dat wij Hem zullen liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, met heel ons verstand en met al onze kracht in de tegenwoordige tijd. Dit is het eerste en grootste gebod in het hele woord van God, de overheersende wil van God voor ieder mens waaraan elk aspect van ons leven ten dienste staat. Daarbij moeten wij echter goed beseffen dat God het absoluut niet nodig heeft dat wij Hem liefhebben, want Hij laat Zich niet dienen door mensenhanden alsof Hij nog iets nodig heeft; integendeel Hij geeft Zelf aan iedereen leven en adem en al het andere inclusief de liefde voor Hemzelf (Hand.17:25). Het is niet God die nodig heeft dat wij Hem liefhebben, maar het zijn wij die het nodig hebben om Hem lief te hebben; want wij leven pas echt en functioneren optimaal in ons emotionele hart, wanneer wij God kunnen liefhebben met alles wat in ons is 1Joh.4:7b-8 De liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. Wat betekent het nu precies dat het liefhebben van God het eerste en grote gebod is? Het betekent dat wij de liefde van God ontvangen en beantwoorden op een manier die de meest krachtige, meest vreugdevolle en meest verzadigende relationele ervaring is die voor ons in dit leven en in de eeuwigheid beschikbaar is. Wij zijn geschapen, ontworpen en gemaakt om geliefd te zijn en lief te hebben; wij zijn door God bedacht om Hem met heel ons hart lief te hebben, en dat is de enige manier waarop wij optimaal gezond kunnen functioneren. Daarom 4 is het liefhebben van God de grootste en meest hoogstaande visie voor ons leven; wanneer wij een liefhebber, d.w.z. een minnaar van God zijn, beantwoorden wij aan onze eeuwige bestemming. Maar zo belangrijk als een zuivere visie voor ons leven nodig is om ons leven goed op orde te krijgen, zo zijn ook de fundamenten waarop wij deze visie bouwen van groot belang. Paulus bad in Efez.3:17 dat wij geworteld en gegrondvest moeten worden in de liefde van God, zodat alles wat uit ons leven tevoorschijn komt het resultaat is van een leven dat geworteld is in Gods liefde. Om te kunnen groeien in de liefde van God moeten wij eerst geplant worden in een gezonde bodem, en gegrondvest worden op een stevig fundament, voordat wij volwassen kunnen worden in de liefde. D1: Het eerste fundament: een relatie cultiveren. Joh.15:4-5 Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in Mij blijven. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder Mij kun je niets doen. Groeien in liefde heeft te maken met groeien in een relatie met Jezus (Joh.15:4-5, Efez.2:20, Judas vs.20-21). Liefde bestaat niet in eenzaamheid maar in relatie; de reden dat God liefde is, is omdat er een relatie binnen de Drie-Eenheid bestaat, een relatie tussen God de Vader, God de Zoon, en de Heilige Geest. Zo simpel is het: relatie is het middelpunt van liefde van waaruit talrijke ervaringen volgen. Wij zullen groeien in liefde voor Jezus in de mate dat wij Jezus leren kennen, want liefde vanuit God en liefde voor God ontwikkelen zich niet in een vacuüm. Onze visie op liefde en ons fundament voor het groeien in liefde moeten zich centreren op een relatie met Jezus, en vanuit deze relatie zullen er vele ervaringen volgen. Maar wij moeten er wel voor waken dat wij niet de ervaringen zelf tot het hoogste doel maken; de relatie is het hoogste doel, en deze relatie zal ervaringen tot vrucht hebben. D2: Het tweede fundament: verandering door aanschouwing. 2Kor.3:18 Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd. Het tweede fundament om te groeien in liefde is dat wij veranderd moeten worden om te kunnen groeien in onze relatie met Jezus, want de eerste voorwaarde voor een intieme relatie is gelijkvormigheid. Zonder een gemeenschappelijke gelijkheid, d.w.z. eensgezindheid in hart, verstand, visie en waarden, zal een intieme relatie tussen personen stagneren en niet verder kunnen groeien. De sleutel tot het dieper ervaren van een intieme relatie met Jezus is dat wij veranderd worden naar Zijn beeld, en het proces van verandering komt op gang door het aanschouwen van de glorie van Zijn persoonlijkheid (2Kor.3:18). Dit is de reis naar een vreugdevolle heiligheid waarin wij worden opgeroepen om heilig te zijn zoals God heilig is. Lev.11:44-45 Ik ben de HEER, jullie God. Jullie moeten heilig zijn. Wees heilig, want Ik ben heilig…… Ik ben de HEER, die jullie uit Egypte heeft geleid om jullie God te zijn. Wees heilig, want Ik ben heilig. Efez.1:4 In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor Hem heilig en zuiver te zijn Efez.5:25-27 … zoals Christus de kerk heeft liefgehad en Zich voor haar heeft prijsgegeven om haar te heiligen, haar te reinigen met water en woorden en om haar in al haar luister bij Zich te nemen, zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn, heilig en zuiver. Hebr.12:14 Streef ernaar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven; wie dat niet doet zal de Heer niet zien. 1Petr.1:15-16 maar leid een leven dat in alle opzichten heilig is, zoals hij die u geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig. Maar de opdracht om heilig te zijn is niet hetgeen waardoor wij veranderd worden; te weten dat wij moeten veranderen zal ons niet veranderen. De aansporing om iets te denken of te doen bevat op zichzelf niet de kracht om het ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen. Maar waardoor worden wij dan veranderd? Wij worden veranderd door het aanschouwen van Gods hart, d.w.z. het zien en begrijpen van wie Hij is in Zijn persoonlijkheid, hoe Hij voelt in Zijn emotionele hart, en hoe Hij naar ons kijkt en over ons denkt en voelt. Het is een zeer 5 verbazingwekkend feit dat God het openen van Zijn hart d.m.v. openbaring en inzicht over Zichzelf tot de unieke sleutel voor onze verandering heeft gemaakt. Het is de wijsheid en de goedheid van Gods hart dat wij Hem kunnen kennen terwijl wij bezig zijn met veranderen, en niet pas nadat wij veranderd zijn. De ontdekking van het inzicht in Gods liefde voor ons is de kern van waaruit wij groeien in liefde voor God, liefde voor onszelf, en liefde voor anderen, want dit verandert ons naar Zijn beeld. Gods liefde voor ons veroorzaakt onze liefde voor God, liefde voor onszelf, liefde voor de gemeente en liefde voor de verloren mensen in de wereld. Wij zullen nooit God meer kunnen liefhebben dan de ontdekking van Zijn liefde voor ons; wij zullen nooit anderen meer kunnen liefhebben dan wij onszelf liefhebben, en wij zullen nooit de verlorenen in de wereld meer kunnen liefhebben dan de gemeente. D3: Het derde fundament: liefde omvat de hele persoon. Marc.12:29 Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Het liefhebben van God heeft betrekking op onze volledige persoonlijkheid, d.w.z. ons hele emotionele hart, onze hele natuurlijke persoonlijkheid, ons volledige verstand en al onze fysieke kracht. Groeien in liefde heeft dus alles te maken met wat wij voelen, wat wij willen, wat wij denken en wat wij kunnen; liefde wordt dus niet beperkt tot het voelen van een positieve genegenheid die gebaseerd is op een inwendige emotie, hoewel wij dit ongetwijfeld vele malen zullen ervaren. Relationele liefde is onmetelijk uitgestrekt in haar expressie en in haar ervaring; om die reden beschreef Paulus deze liefde in haar lengte en breedte, hoogte en de diepte (Efez.3:18). D4: Het vierde fundament: God liefhebben is tegenwoordige tijd. Wanneer wij op zoek zijn naar het ontwikkelen van liefde voor God met alles wat in ons is, moeten wij begrijpen dat het een realiteit is voor de tegenwoordige tijd, en niet alleen maar voor een toekomstige tijd waarin wij geestelijk volwassen en volledig toegewijd zullen zijn. Wij kunnen en moeten op dit moment met heel ons hart toegewijd zijn, en de tegenwoordige tijd niet beschouwen als een matig voorstadium van de tijd waarin wij volgroeid zullen zijn. Te vaak kijken wij vooruit naar de dag in de toekomst waarop wij kwalitatief toegewijd zullen zijn met heel ons hart, en daarom vergeten we Jezus kwantitatief na te jagen met heel ons hart in de tegenwoordige tijd. D5: Het vijfde fundament: geestelijke onvolwassenheid is geen rebellie. Wanneer wij dagelijks er naar streven om God lief te hebben met heel ons hart, moeten wij er op voorbereid zijn dat we geconfronteerd zullen worden met een enorme grote dosis onvolwassenheid in ons leven. Maar deze onvolwassenheid, dit struikelen in zwakheid in het najagen van een toegewijd leven is géén rebellie tegen God. Soms kunnen onvolwassenheid en rebellie er aan de buitenkant hetzelfde uitzien, maar het hart is zeer verschillend en God ziet en waardeert altijd de hartsgesteldheid. Veel christenen zien zichzelf vaak ten onrechte als opstandig tegen God, omdat zij denken dat onvolwassenheid en rebellie hetzelfde zijn. Maar het werkt verwoestend om jezelf af te schrijven als een rebel, wanneer je in feite geestelijk nog onvolwassen bent. Hoe kan een persoon weten of hij onvolwassen of opstandig is? Wel, in de eerste plaats is het feit dat hij dit wil weten al een positieve aanwijzing voor oprechtheid, want oprechte personen maken zich bezorgd over de mogelijkheid dat zij God beledigen en hun relatie met Hem beschadigen. Maar opstandige mensen maken zich totaal niet druk om de kwaliteit van hun relatie met God, hoewel zij uiterlijk wel kunnen overkomen als mensen die zich daar druk over maken; denk maar eens aan het soort mensen als koning Saul. Wanneer een nog onvolwassen gelovige worstelt met zonde, wordt een oprechte geest van berouw gezien wanneer zij hun zonde serieus nemen, verantwoordelijkheid nemen voor hun zonde en hun zonde belijden. Maar een persoon met een rebellerende geest zegt simpelweg nee tegen Gods geboden of Zijn heerschappij over gebieden in zijn leven. Wanneer hij zondigt, maakt hij niet onmiddellijk een plan om God te gehoorzamen maar vervolgt zijn leven in zonde (1Sam.15:22-23, Efez.4:30, 1Tess.5:19). 6 D6: Het zesde fundament: de zekerheid van Gods vreugde over ons. Deut.7:6-8a Want u bent een volk dat aan de HEER, uw God, is gewijd. U bent door Hem uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, Zijn kostbaar bezit te zijn. Het is niet omdat u talrijker was dan de andere volken dat Hij u lief kreeg en uitkoos, u was het kleinste van allemaal! Maar omdat Hij u liefhad……… Het is een Bijbelse realiteit dat God van ons geniet terwijl wij geestelijk nog onvolwassen zijn en nog worstelen in onze zwakheid; dit is een enorm belangrijk punt en cruciaal om sterk op te groeien in de liefde van God. Veel gelovigen vinden het moeilijk om te begrijpen dat God hier en nu al enorm van hen geniet, maar God geniet inderdaad van ons in onze zwakheid en al ons struikelen. Kunnen wij ons God voorstellen met een glimlach op Zijn gezicht wanneer Hij naar ons kijkt? Veel gelovigen kunnen zich dit niet over God voorstellen wat henzelf betreft in hun huidige geestelijke conditie. Veel mensen raken in de war bij deze voor hen zo nieuwe gedachte, omdat velen ten onrechte geloven dat wanneer iemand vertrouwen heeft in God wanneer hij zwak is, hij minder oplettend is voor zonde. Dat komt omdat het enige instrument dat veel mensen hebben om zowel zichzelf als anderen te motiveren voor het koninkrijk van God het gebruik van angst voor verwerping, veroordeling en schaamte is. Maar er is een veel hoger motief voor heiligheid dan angst voor straf, hoewel dit laatste nog steeds een realiteit is; de kracht van grenzeloze en onvoorwaardelijke liefde van God geeft een veel sterkere motivatie om tot Hem terug te keren wanneer wij tegen Hem gezondigd hebben (Jer.3:14a, Rom.2:4). Dat is de kracht van het evangelie (Rom.1:16, 5:6-10). De waarheid van Jezus’ intense liefde voor Zijn oprechte maar onvolwassen volgelingen wordt gezien bij Zijn leerlingen voordat Hij naar het kruis ging. Jezus verklaarde hen rein door de woorden die Hij tegen hen gesproken had (Joh.15:3), maar toch wist Hij dat zij Hem enkele uren later allemaal in de steek zouden laten (Matt.26:31-35). Jezus verankerde het hart van Zijn leerlingen doelbewust in een groot vertrouwen in Zijn liefde voor hen, terwijl zij hun eigen zwakheid kenden; want alleen een hart dat zich veilig voelt in de liefde van God kan pijnlijke gebreken van zonde en zwakheid overwinnen. Tijdens hun laatste maaltijd met Jezus moesten de leerlingen een van de meest moeilijke momenten in hun leven onder ogen zien, omdat zij op het punt stonden Jezus te verloochenen, diep teleurgesteld te raken in zichzelf en ook nog geconfronteerd te worden met vervolging. Maar Jezus verankerde hun hart niet in hun eigen toewijding aan Hem maar in Zijn grenzeloze toewijding en liefde voor hen. Joh.15:9 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader Mij heeft liefgehad. Blijf in Mijn liefde. Onze passie voor God komt uitsluitend voort uit de openbaring en het inzicht, dat Jezus ons achtervolgde en een strijd op leven en dood voor ons voerde, toen wij nog in geen enkel opzicht lieflijk waren. Rom.5:8 Maar God bewees ons Zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. D7: Het zevende fundament: Gods vreugde is niet Zijn goedkeuring. God houdt van alle mensen, gelovigen zowel als ongelovigen, en God geniet van Zijn kinderen omdat zij uit Hem geboren zijn; maar Gods vreugde over ons is beslist niet hetzelfde als Zijn goedkeuring over alles wat wij doen. Sommigen horen namelijk dat God van ons geniet terwijl wij nog zwak zijn, en concluderen daaruit ten onrechte dat God instemt met alles wat wij denken, voelen of doen. In de gelijkenis van de verloren zoon kunnen wij terecht concluderen dat de buitengewone vreugdevolle reactie van de vader over de terugkeer van zijn verloren zoon absoluut niet hetzelfde is als zijn goedkeuring over diens losbandige leven van verkwisting en hoeren (Luc.15:20-24). Gods vreugdevolle liefde over ons stelt ons in staat om geestelijk te groeien en een intieme relatie met Hem te ontwikkelen, maar Gods afkeuring over bepaalde gebieden in ons leven zet Zijn liefdevolle discipline in ons leven aan het werk (Hebr.12:5-6). Gods liefdevolle correctie is echter geen afwijzing maar juist een bevestiging van het feit dat wij Gods zonen en dochters zijn die intens door Hem geliefd zijn. Spr.3:12 zegt dat de Heer Zijn kinderen straft omdat Hij hen liefheeft, zoals een vader zijn zoon liefheeft. 7 D8: Het achtste fundament: zwakke liefde is geen huichelarij. Het is niet voldoende om alleen kennis te hebben over de liefde van God die Hij voor ons koestert wanneer wij zwak zijn; wij mogen er ook zeker van zijn dat onze liefde voor God en voor anderen oprecht is, hoewel ze zwak kan zijn en nog bezig is te groeien naar grotere volwassenheid. Onvolwassen liefde voor Jezus is geen valse liefde; integendeel, onze liefde voor Jezus is allang oprecht voordat ze volwassen wordt. Worstelen in zwakheid is niet hetzelfde als een hopeloze huichelaar zijn. De traditionele definitie van een huichelaar is iemand die het ene zegt en het andere doet, maar wij moeten een huichelaar definiëren als iemand die het ene zegt maar het niet achterna jaagt. Want oprechte liefhebbers van God verwerven nog niet alles waar zij naar streven, maar zij volharden wel in het oprecht en ijverig najagen van liefde voor God, en dat soms zelfs tegen een hoge prijs. E: Hartstochtelijke liefde. Matt.6:1-4 Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. Er bestaat een groot misverstand in het lichaam van Christus met betrekking tot het ware doel van ons leven; want het echte doel van ons leven is niet hoofdzakelijk gericht op het doen van goede daden, maar op het vormen van ons hart in liefde van waaruit de daden voortkomen. Om die reden kunnen mensen in hun netelige positie als slaaf een beloning van de Heer ontvangen, wanneer zij hun werk oprecht en met ontzag voor de Heer doen, want Hij is degene die hen beloont (Kol.3:22-24). Efeze stond in de tijd van de eerste gemeente bekend als een centrum van grote opwekking (Hand.19:17-20, Efez.1:15, Openb.2:2-3), en er was sprake van krachtige bediening die gepaard ging met vele wonderen en tekenen. Maar toch moest de Heer de gelovigen in Efeze corrigeren vanwege hun tanende liefde voor Jezus Zelf (Openb.2:4), en hen oproepen tot bekering vanwege de verwaarlozing van hun hoogste roeping. De Heer confronteerde hen zelfs met een mogelijke discipline wanneer zij zich niet zouden toeleggen op terugkeer naar de roeping van hun hart om God lief te hebben met alles wat in hen was (Openb.2:5). God is vanuit Zijn liefde een jaloers God die geen enkele vorm van afgoderij in de harten van Zijn kinderen kan tolereren (Deut.4:24); Hij verlangt in de eerste plaats naar onze liefde voor Hem, en zonder deze liefde heeft Hij geen enkele interesse in onze dienstbaarheid. Want de economie van Gods koninkrijk werkt totaal anders dan de economie van de wereld, en wij als gelovigen bouwen niet aan een natuurlijk koninkrijk. Geestelijke invloed is niet het resultaat van religieuze activiteit maar van hartstochtelijke intimiteit d.m.v. geloof en liefde. Daarom kon een christen als slaaf in de oude wereld weliswaar zijn uitwendige activiteiten niet onder zijn controle houden, maar wel kon hij grote zelfbeheersing oefenen door zich toe te leggen op liefde voor Jezus, ook in de manier waarop hij als slaaf zijn werk deed. Zelfs daden van uiterlijke aanbidding maken geen enkele indruk op de Heer. Jes.29:13 Omdat dit volk Mij naar de mond praat, Mij slechts met de lippen dient, terwijl hun hart ver bij Mij vandaan is; omdat hun ontzag voor Mij louter plicht is, slechts aangeleerd en door mensen opgelegd. Jezus gaf Zijn volgelingen aanschouwelijk onderwijs toen zij zagen hoe een arme weduwe twee muntjes in de schatkist van de tempel gooide; hoewel zij qua hoeveelheid zeer weinig geld gaf, maakte de Heer duidelijk dat zij een zeer grote gave aan God had gegeven omdat zij alles gaf wat zij had (Marc.12:41-44). De waarde van haar offer werd niet gebaseerd op wat zij gaf, maar op haar hartsgesteldheid; op het moment dat zij het zich niet permitteren kon om iets te geven, gaf zij alles wat ze had. Wij geven vaak iets om iets anders terug te ontvangen, zoals status, aandacht, financieel gewin, goedkeuring van mensen, invloed verkrijgen, of we geven uit verplichting. De weduwe had maar één reden om te geven, en dat 8 was liefde; zij had geen enkel ander motief dat haar kon belonen; zij gaf meer dan anderen omdat zij gaf om de enige echte reden die in de hemel belangrijk wordt geacht. Echte liefde heeft blijvende invloed; wanneer liefde plaatsvindt, groeit het koninkrijk van God maar wanneer goede werken plaatsvinden zonder liefde, vindt er niets plaats in het koninkrijk van God. Het motief is belangrijk, want God kijkt niet naar de offers die zonder liefde worden gebracht (1Kor.13:3); maar motieven kunnen niet door mensen worden beoordeeld, en om die reden wordt ons verteld dat wij geen oordeel moeten vellen (1Kor.4:5). Omgekeerd geldt dus dat wanneer liefde ons motief is, elk offer met vreugde door de Heer wordt aanvaard (2Kor.8:12). Aanbidding heeft alles te maken met wat wij uit liefde doen voor de Heer; daarom kan onze aanbidding heel veel vormen aannemen. Aanbidding is net zo veelkleurig in vorm als er verscheidenheid is in de persoonlijkheid van Gods kinderen, die allemaal uniek zijn omdat God hen uniek gemaakt heeft. Daarom moeten wij nooit moe worden van het doen van kleine dingen uit liefde voor God, want God kijkt niet naar de omvang van het werk maar naar de liefde waarmee het werk gedaan wordt. God is in staat om liefde te ontvangen in oneindig veel verschillende vormen, want aanbidding voor God is altijd acceptabel wanneer het hart vol van liefde is ongeacht de uiterlijke vorm van de gave. Aanbidding is niet wat wij doen, maar de hartsgesteldheid waarmee wij iets doen; daarom worden wij opgeroepen om alles wat wij zeggen of doen het te doen in de naam van de Heer Jezus, terwijl wij God de Vader danken door Hem (Kol.3:17). Wij mogen besluiten om de liefde voor God tot het enige doel van onze daden te maken, en wij kunnen volledig verzadigd worden met dit eenvoudige motief. Wij kunnen het aangezicht van God zoeken enkel en alleen om Hem lief te hebben zonder ons uit te strekken naar een van Zijn gaven; volgens deze definitie kan elk mens Hem elke dag de hele dag aanbidden. Zelfs wanneer wij iets niet leuk vinden om te doen, kunnen wij het toch doen met liefde vanwege Degene voor wie wij het doen, zoals Jacob zeven jaar moest werken voor het meisje dat hij liefhad, maar dat was geen enkel probleem voor hem (Gen.29:20). Jezus definieerde gehoorzaamheid aan Zijn woord als liefde (Joh.14:21, 23), maar Hij definieerde het inzetten van je leven voor een ander als de hoogst mogelijke expressie van liefde (Joh.15:13). Joh.15:9-14 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader Mij heeft liefgehad. Blijf in Mijn liefde: je blijft in Mijn liefde als je je aan Mijn geboden houdt, zoals Ik Me ook aan de geboden van Mijn Vader gehouden heb en in Zijn liefde blijf. Dit zeg Ik tegen jullie om je Mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad. Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie zijn Mijn vrienden wanneer je doet wat Ik zeg. V.v.d.B. 9