PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN Wlz

advertisement
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN
HULPMIDDELEN Wlz
MENZIS ZORGKANTOOR
Datum
Auteur
Status
Versie
1 januari 2015
René Kuiphuis
Definitief
1.0 2015
Bestand
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN Wlz (01012015).doc
© Menzis. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudspagina
1.
1.1
1.2
1.3
2.
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
3.
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
4.
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
5.
5.1
5.2
5.3
5.4
6.
6.1
6.2
6.2.1
6.2.2
6.2.3
6.2.4
6.2.5
6.2.6
6.2.7
6.3
6.3.1
6.3.2
6.3.3
6.3.4
6.3.5
6.3.6
6.3.7
6.4
6.4.1
6.4.2
Inleiding werkwijze Wlz-hulpmiddelen
Inleiding
Doelstelling
Doelgroep
Taken en verantwoordelijkheden per partij
Algemeen
Indiceerder
Leverancier
Zorgkantoor
Cliënt
Invoeren van aanvraag/melding hulpmiddelen
Basisinformatie
Vaststellen aanspraak
Relatie tussen hulpmiddel en opname-indicatie
Aard van het probleem
Productkeuze
Levering
In gang zetten levering
Levertijden
Afleveren van voorziening
Pakbon en facturen
Aanpassingen
Reparaties
Overlijden cliënt voordat het hulpmiddel is geleverd
Administratieve procedures
Aanvragen en melden van hulpmiddelen
Wanneer aanvragen, wanneer melden
Offertes
Klachten en bezwaar
Werkwijze per hulpmiddel
Inleiding
Prothesen voor schouder, arm, hand, been of voet
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Indiceerder
Afhandeling
Indicatie(s)
Criteria voor beoordeling
Richttermijn voor gebruik, vervanging en aantal verstrekkingen
Aanvragen en melden
Orthesen voor romp, arm, been, voet, hoofd of hals
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Indiceerder
Afhandeling
Indicatie(s)
Criteria voor beoordeling
Richttermijn voor gebruik, vervanging en aantal verstrekkingen
Aanvragen/melden
Orthopedisch schoeisel
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Bij aanvraag/melding betrokken arts
5
5
5
5
6
6
6
7
8
8
9
9
9
9
9
10
11
11
11
11
11
11
12
12
13
13
13
13
13
14
14
14
14
14
14
15
15
15
15
15
15
16
16
16
16
17
17
17
17
18
6.4.3
6.4.4
6.4.5
6.4.6
6.4.7
6.5
6.5.1
6.5.2
6.5.3
6.5.4
6.5.5
6.5.6
6.5.7
6.5.8
6.6
6.6.1
6.6.2
6.6.3
6.6.4
6.6.5
6.6.6
6.6.7
6.7
6.7.1
6.7.2
6.7.3
6.7.4
6.7.5
6.7.6
6.7.7
6.7.8
6.8
6.8.1
6.8.2
6.8.3
6.8.4
6.8.5
6.9
6.9.1
6.9.2
6.9.3
6.9.4
6.9.5
6.9.6
6.10
6.10.1
6.10.2
6.10.3
6.10.4
6.10.5
6.10.6
6.10.7
6.11
Afhandeling
Indicatie(s)
Criteria voor beoordeling
Richttermijn voor gebruik, vervanging en aantal verstrekkingen
Aanvragen/melden
Therapeutische elastische kousen
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Afhandeling
Indicatie(s)
Criteria voor beoordeling
Richttermijn voor gebruik, vervanging en aantal verstrekkingen
Aanvragen/melden
Productkeuze
Verbandschoenen
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Afhandeling
Indicaties
Criteria voor beoordeling
Richttermijn voor gebruik, vervanging en aantal verstrekkingen
Aanvragen/melden
Ligorthesen
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Afhandeling
Indicaties
Criteria voor beoordeling
Richttermijn voor gebruik en vervanging
Aanvragen/melden
Gecontracteerde leveranciers
Tilband op maat
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Afhandeling
Indicatie(s)
Aanvragen/melden
Persoonsgebonden kleding
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Afhandeling
Indicaties
Aanvragen/melden
Gecontracteerde leverancier
Orthesejas
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Afhandeling
Indicatie(s)
Criteria voor beoordeling
Aanvragen/melden
Gecontracteerde leverancier
Omgevingsbesturing
18
18
18
19
19
19
19
19
19
20
20
20
20
20
20
20
20
20
21
21
21
21
21
21
21
22
22
22
22
22
22
22
22
22
22
23
23
23
23
23
23
23
23
23
23
23
23
24
24
24
24
24
24
6.11.1 Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddelen
6.11.2 Bij aanvraag/melding betrokken arts
6.11.3 Afhandeling
6.11.4 Indicatie(s)
6.11.5 Criteria voor beoordeling
6.11.6 Aanvragen/melden
Bijlage 1 Definities
Bijlage 2 Wanneer aanvragen, wanneer melden
Bijlage 3 Doorlooptijden en levertijden
Bijlage 4 Vertaaltabel
24
25
25
25
25
25
26
28
29
30
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
1.
Inleiding werkwijze Wlz-hulpmiddelen
1.1
Inleiding
Dit protocol beschrijft de werkwijze en de procedures voor de aanvraag/melding, machtiging, levering,
declaratie en reparatie van persoonsgebonden hulpmiddelen die Wlz-bovenbudgettair vergoed worden.
Eerder gemaakte afspraken tussen instellingen en het Zorgkantoor komen met dit protocol te vervallen.
Om op een goede manier uitvoering te kunnen geven aan de wederzijdse taken en
verantwoordelijkheden van Zorgkantoor, instelling en leverancier is binnen ZorgInfo per verstrekking
een aanvraag/melding/meldingsformulier in gebruik. Dit onderdeel is beschreven in hoofdstuk 7 van dit
protocol.
Aan de volgende criteria moet zijn voldaan om bovenbudgettair aanspraak te maken op een
persoonsgebonden hulpmiddel:
 De cliënt moet een ZZP indicatie hebben. De aanspraak is afhankelijk van de zwaarte van het
geïndiceerde pakket. In bijlage 4 vindt u een ‘vertaaltabel’;
 De cliënt moet verblijven in een Wlz-instelling die een toelating heeft voor de functies
behandeling en verblijf;
 De functies behandeling en verblijf worden geleverd onder verantwoordelijkheid van de
instelling waar belanghebbende verblijft;
 Het hulpmiddel moet een relatie hebben met de opname-indicatie en de daaraan gerelateerde
door de instelling geleverde zorg;
 Het hulpmiddel dient persoonsgebonden te zijn;
1.2
Doelstelling
Het doel van dit protocol Hulpmiddelen Wlz is het vastleggen van taken, verantwoordelijkheden,
bevoegdheden en procedures in het kader van de aanvraag/melding en inzet van persoonsgebonden
Wlz-hulpmiddelen teneinde de kwaliteit en doelmatigheid van het proces te optimaliseren. Het kan
daarbij gaan om de volgende hulpmiddelen:
 Pro- en orthesen
 Orthopedisch schoeisel
 Elastische kousen
 Verbandschoenen
 Persoonsgebonden tilbanden
 Ligorthesen
 Orthesejas in combinatie met nauwsluitende zitorthese in rolstoel
 Persoonsgebonden kleding (krab, pluk en scheurpakken)
 Speciale aanvraag/melding
1.3
Doelgroep
Dit protocol is bedoeld voor de volgende doelgroepen:
 Indiceerders van hulpmiddelen in Wlz-instellingen
 Leveranciers van hulpmiddelen
 Zorgkantoor
Pagina
5/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
2.
Taken en verantwoordelijkheden per partij
2.1
Algemeen
Zie ook het Protocol Indiceren Zorgkantoor (te vinden op www.menziszorgkantoor.nl).
2.2
Indiceerder
Naast de voornoemde algemene beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van de
indiceerder kunnen meer specifiek nog de volgende worden genoemd:
 Het verzorgen van de aanvraag/melding van een Wlz hulpmiddel bij het Zorgkantoor middels
ZorgInfo;
 Bestellen van het gewenste hulpmiddel;
 Controle van de levering;
 Uitvoering van het vastgestelde protocol.
De indiceerder van hulpmiddelen is zowel intern als extern het aanspreekpunt voor alle zaken
betreffende de verstrekking van Wlz hulpmiddelen.
Indicatiestelling
Alle relevante zaken met betrekking tot de indicatiestelling zijn beschreven in de beschrijving van taken
en verantwoordelijkheden en in het Protocol Indicering.
Het verzorgen van de aanvraag/melding/melding van een hulpmiddel bij het Zorgkantoor
De indiceerder verzorgt de aanvraag/melding. Dit gebeurt door het invullen van de volgende
onderdelen in ZorgInfo:
 Basisgegevens
 Diagnose
 Functionele mogelijkheden en beperkingen in relatie tot het aangevraagde hulpmiddel
 Functie-eisen hulpmiddel
 Keuze hulpmiddel
Bij de productkeuze wordt de meest doelmatige voorziening (goedkoopst adequaat) ingezet. Pas als
een hulpmiddel in de confectie-uitvoering niet tegemoet komt aan de gestelde functie-eisen kan worden
overgegaan tot de inzet van een op maat gemaakt hulpmiddel.
Bestellen van het gewenste hulpmiddel
Indiceerders bestellen het gewenste hulpmiddel op basis van de in dit protocol vastgestelde criteria bij
een van de door Menzis gecontracteerde leveranciers. De indiceerder is verantwoordelijk voor de
bestelling, hetgeen inhoudt dat bij onterechte of onjuiste bestellingen de instelling aansprakelijk is.
Controle van de levering
Bij aflevering van het hulpmiddel is de indiceerder verantwoordelijk voor de controle of het juiste
hulpmiddel in de juiste uitvoering door de leverancier is geleverd. Dit gebeurt met behulp van de door
de leverancier aan te leveren pakbon.
Pagina
6/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
2.3
Leverancier
Naast de voornoemde algemene beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van de
leverancier kunnen meer specifiek nog de volgende worden genoemd:
 Het verzorgen van deskundige advisering, al dan niet bij passingen, op het moment dat de
indiceerder aangeeft daar behoefte aan te hebben;
 Levering van het gemachtigde hulpmiddel, levering van een (individuele) aanpassing dan wel
reparatie aan een hulpmiddel;
 Het voldoen aan de contractuele afspraken die zijn gemaakt met Menzis (bv. t.a.v. levertijden,
kwaliteit van levering en declaraties);
 Controle en evaluatie van het geleverde hulpmiddel.
Advisering
Afhankelijk van de soort verstrekking heeft de leverancier een rol bij de advisering voor en de realisatie
van het beoogde hulpmiddel. De diensten en serviceverlening die van de leveranciers verwacht en
gevraagd mogen worden zijn als onderdeel van de leveringsvoorwaarden overeengekomen en
vastgelegd in de overeenkomsten die Menzis heeft gesloten met de leveranciers.
Levering van hulpmiddel/aanpassingen
Na opdrachtverkrijging van de instelling kan de leverancier, met inachtneming van dit protocol:
 Het hulpmiddel direct aan de verzekerde leveren;
 Voorlichting geven over effectief gebruik en onderhoud van het hulpmiddel, aan cliënt en/of
paramedicus;
 Leveren, binnen de afgesproken maximale levertijden.
Voldoen aan contractuele afspraken
Menzis heeft met de leveranciers van hulpmiddelen afspraken gemaakt voor levertijden,
dienstverlening, kwaliteit van levering en declaraties. Deze afspraken zijn contractueel vastgelegd. De
door Menzis Zorgkantoren gecontracteerde leveranciers kunt u vinden op www.menziszorgvinder.nl.
Overige uitgangspunten werkwijze leverancier




De leverancier controleert bij aflevering of het juiste hulpmiddel is afgeleverd en evalueert dit
met de bewoner/indiceerder;
De leverancier heeft geen financiële binding met de indiceerder(s), welke mogelijk aanleiding
kan geven tot belangenverstrengeling;
Bij de productkeuze wordt het goedkoopste adequate hulpmiddel ingezet;
Periodiek kunnen productinformatiedagen worden georganiseerd, gericht op vergroting van de
productkennis van indiceerders en de koppeling van de functionele indicatiestelling aan
producteisen en productmogelijkheden. Van de leveranciers wordt verwacht dat ze hieraan
meewerken.
Pagina
7/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
2.4
Zorgkantoor
Naast de voornoemde algemene beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van het
Zorgkantoor kunnen meer specifiek nog de volgende worden genoemd:
Beoordeling van aanvragen
De beoordeling geschiedt op basis van algemene uitgangspunten zoals die wettelijk zijn bepaald, te
weten: noodzaak, kosten en doelmatigheid.
Om vereenvoudiging van het administratieve proces en versnelling van levering te bereiken wordt
gewerkt volgens de ‘aanvraag/melding = machtiging’-procedure. Conform dit protocol geldt dat voor
een groot deel van de indicaties vooraf een machtiging wordt afgegeven en direct na doorlopen van
ZorgInfo tot levering kan worden overgegaan. Zie voor meer informatie hoofdstuk 7.
Administratieve afwikkeling en betaling
De administratieve afdeling (uitvoeringsorganisatie) van het Zorgkantoor heeft de volgende taken:
 Beoordelen van aanvragen en meldingen;
 Betalen van declaraties;
 Periodiek de ontwikkelingen algemeen en per instelling bekijken en bij afwijkende zaken,
eventueel samen met de adviseur van het Zorgkantoor, contact opnemen met de instelling en
vragen naar wat en waarom;
 Uitvoeren controles.
Controles
Om controle uit te voeren op deze aanvraag/melding = machtigingsprocedure gebruikt het Zorgkantoor
de volgende instrumenten:
 Maandelijkse adequate managementinformatie;
 Controle achteraf (iedere maand) middels steekproef;
 Bij gedrag dat in strijd is met de afspraken worden instellingen daarop door een medewerker
van het Zorgkantoor aangesproken.
Protocol
In overleg met de betrokken partijen kan het protocol worden geëvalueerd en indien nodig worden
bijgesteld. O.b.v. veranderende wet- en regelgeving en veranderende contracten kan aanpassing van
protocol noodzakelijk zijn.
2.5
Cliënt
De cliënt is er mede voor verantwoordelijk dat het hulpmiddel wordt gebruikt voor het doel waar het
hulpmiddel voor is verstrekt. De cliënt ziet er mede op toe dat het hulpmiddel niet onnodig beschadigd
of verloren gaat. Indien een hulpmiddel kapot gaat of indien men het hulpmiddel verliest, gelden de
volgende aandachtspunten:
 Indien het kapot gaan of het verlies het gevolg is van verwijtbaar gedrag dan wordt een nieuw
hulpmiddel niet bovenbudgettair vergoed;
 Als er sprake is van niet verwijtbaar gedrag kan volgens protocol vervanging plaatsvinden.
Pagina
8/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
3.
Invoeren van aanvraag/melding hulpmiddelen
Het stellen van een indicatie voor Wlz-persoonsgebonden hulpmiddelen gebeurt via het invullen van
ZorgInfo. CIZ indiceert de zorgzwaarte aan de hand van ZZP’s (voorheen voor de functies verblijf en
behandeling).
Naast deze indicatie moet er tevens een Melding Aanvraag/melding Zorg (MAZ) door de instelling waar
de cliënt verblijft te zijn gedaan.
Om gebruik te kunnen maken van ZorgInfo dient de indiceerder over een VECOZO-certificaat te
beschikken. Informatie over het aanvragen van dit certificaat is, evenals hulp voor het invullen van
ZorgInfo, te vinden in de gebruikersinstructie: www.zorgverstrekking.nl/helpdesk.
3.1
Basisinformatie
De indiceerder vult in ZorgInfo de persoonsgegevens (naam, geboortedatum, burgerservicenummer,
instelling) van de cliënt in.
3.2
Vaststellen aanspraak
Er dient in plaats van een indicatie voor de functies verblijf en behandeling sprake te zijn van een
indicatie voor de ZZP zoals in bijlage 4 conform de aard van de instelling is aangegeven om aanspraak
te kunnen maken op bovenbudgettaire rolstoelen en hulpmiddelen.
Binnen ZorgInfo moet worden aangegeven of de betreffende cliënt door het CIZ is geïndiceerd en voor
welke ZZP, gedurende de periode dat het gewenste hulpmiddel zal worden gebruikt.
3.3
Relatie tussen hulpmiddel en opname-indicatie
Naaste een CIZ indicatie voor de juiste ZZP is een voorwaarde voor vergoeding van een Wlzhulpmiddel het bestaan van een relatie tussen de opname-indicatie, de te leveren zorg en het
aangevraagde hulpmiddel. In ZorgInfo moet de indiceerder in een open invulveld aangeven wat deze
relatie is.
De indiceerder moet tevens de medische indicatie binnen ZorgInfo benoemen, dit is wettelijk verplicht
gesteld voor de aanvraag van een Wlz persoonsgebonden hulpmiddel.
Ter verduidelijking hierbij de volgende toelichting:
Het aangeven van de relatie tussen het gevraagde hulpmiddel, de opname indicatie en de door de
instelling te leveren zorg is een wettelijk Wlz voorschrift. Dat wil zeggen: zonder deze motivatie bij een
e
1 aanvraag kan het Zorgkantoor de aanvraag niet in behandeling nemen. De bedoelde relatie tussen
het gevraagde hulpmiddel, de opname indicatie en de door de instelling te verlenen zorg wordt als volgt
bedoeld:
De functionele beperkingen van een cliënt die aanleiding zijn voor het inzetten van een hulpmiddel
moeten voortkomen uit de problematiek (opname-indicatie) die de basis vormt voor het verblijf en de
behandeling van de cliënt of moeten een belemmering vormen in het kader van de te leveren zorg.
3.4
Aard van probleem
Zo nodig in samenspraak met de behandelend arts wordt vastgesteld wat de aard van het probleem is
en wat de functiebeperkingen van de cliënt zijn. Deze vormen de basis voor het vaststellen van de
functie eisen voor het in te zetten hulpmiddel.
Pagina
9/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
3.5
Productkeuze
De indiceerder van het hulpmiddel geeft aan welk hulpmiddel op basis van de indicatiestelling gekozen
is, zo mogelijk in welke uitvoering en waarom voor de betreffende uitvoering gekozen is. De focus ligt
hierbij op de inzet van zo eenvoudig mogelijke hulpmiddelen; confectie boven maatwerk.
Pagina
10/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
4.
Levering
4.1
In gang zetten levering
Nadat de aanvraag/melding in ZorgInfo is ingevuld worden de volgende stappen doorlopen:
 Bij een aanvraag zal het Zorgkantoor voor beoordeling zorg dragen;
 Na machtiging bij een aanvraag c.q. bij een melding mailt de indiceerder het
leveranciersformulier uit ZorgInfo naar de leverancier;
 De leverancier draagt binnen de afgesproken levertijden zorg voor aflevering.
4.2
Levertijden
De leverancier hanteert de contractueel afgesproken levertijd.
4.3
Afleveren van voorziening
De leverancier van de instelling verzorgt de aflevering van een hulpmiddel conform de afspraken met
de instelling en de algemene leveringsvoorwaarden zoals contractueel overeengekomen.
4.4
Pakbon en facturen
Ten behoeve van een uniforme registratie en doelmatige controle dienen de leveranciers een aantal
basisgegevens op alle pakbonnen en facturen te vermelden. Deze zijn tevens in het declaratieprotocol
beschreven. De basisgegevens zijn de volgende:
 Naam instelling
 Naam afdeling/locatie (afleveradres)
 Naam indiceerder
 Naam cliënt
 BSN nummer
 Geboortedatum cliënt
 Merk + type/merk hulpmiddel
 Type/merk aanpassing
 Reden voor en aard van de reparatie
 Datum afleveren
De ondertekening van de pakbon verloopt als volgt:
 De indiceerder/receptie/andere verantwoordelijke tekent de pakbon voor ontvangst van het
hulpmiddel;
 De indiceerder ondertekent de pakbon na controle op het hulpmiddel voor akkoord;
 Op de pakbon dienen zo nodig de handtekening voor ontvangst en voor akkoord van elkaar te
onderscheiden te zijn;
 De indiceerder zorgt ervoor dat de pakbon binnen maximaal 5 werkdagen na ontvangst aan de
leverancier wordt geretourneerd.
4.5
Aanpassingen
Aanpassingen aan hulpmiddelen kunnen via ZorgInfo worden ingevoerd via het
aanvraag/meldingformulier voor het betreffende hulpmiddel. Aangevinkt dient te worden dat het om een
aanpassing gaat en vervolgens dient in een open invulveld te worden aangegeven wat de aanpassing
inhoudt. Zie hiervoor bijlage 3 van het protocol.
Pagina
11/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
4.6
Reparaties
Reparaties vallende binnen de garantietermijn van desbetreffende hulpmiddel komen niet voor
vergoeding in aanmerking.
Reparaties hoeven niet te worden aangevraagd of gemeld middels ZorgInfo. Wel dient op de nota in
een korte omschrijving te zijn weergegeven wat de reden voor en de aard van de reparatie is.
4.7
Overlijden cliënt voordat het hulpmiddel is geleverd
In geval van overlijden van de cliënt ten tijde dat een hulpmiddel is aangevraagd en nog niet is
geleverd, dient de indiceerder het volgende te doen:
 De indiceerder stelt de leverancier op de hoogte van het overlijden van de cliënt;
 De leverancier dient het leveringsproces te annuleren;
 Conform de in de overeenkomst opgenomen afspraken zijn gemaakte kosten eventueel te
declareren bij het Zorgkantoor.
 De indiceerder stelt het Zorgkantoor op de hoogte middels een e-mail naar:
[email protected] voor Groningen
[email protected]
voor Twente
[email protected]
voor Arnhem
Pagina
12/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
5.
Administratieve procedures
5.1
Aanvragen en melden van hulpmiddelen
Door gebruik van ZorgInfo is de gehele administratieve procedure elektronisch. Het
aanvraag/meldingsformulier wordt na het invullen elektronisch verzonden naar het Zorgkantoor.
5.2
Wanneer aanvragen, wanneer melden
De instelling heeft de verantwoordelijkheid bij iedere indicatiestelling te beoordelen of er sprake is van
een aanvraag of een melding van het gewenste hulpmiddel.
De keuze tussen aanvraag en melding wordt in ZorgInfo uitgevraagd en vastgelegd. In dit protocol staat
in bijlage 2 beschreven wanneer er sprake is van een aanvraag en wanneer van een melding.
Aanvraag
Indien het een situatie betreft waarvoor het Zorgkantoor eerst een machtiging aan de instelling dient af
te geven alvorens tot levering en/of aanpassing kan worden overgegaan.
Melding
Indien geen machtiging door het Zorgkantoor voorafgaand aan de levering en/of aanpassing
noodzakelijk is.
Wanneer de indiceerder overgaat tot bestelling en een aanvraag wordt achteraf afgewezen door het
Zorgkantoor, dan komen de kosten voor rekening van de instelling.
Een goedkeuring van een aanvraag door het Zorgkantoor hoeft niet altijd de gehele aanvraag te
betreffen. Het kan ook om een gedeelte van de aanvraag gaan. Lees daarom bij goedkeuringen altijd
de toelichting in ZorgInfo.
5.3
Offertes
In een aantal situaties dient bij de aanvraag voor een machtiging een offerte te worden bijgevoegd. Zie
hiervoor het overzicht aanvragen/melden in bijlage 2.
Het aanvragen van een offerte kan binnen ZorgInfo via het leveranciersformulier.
De leverancier mailt de offerte vervolgens naar het Zorgkantoor met een cc naar de instelling. Het
Zorgkantoor voegt vervolgens de offerte bij de aanvraag (in ZorgInfo) en beoordeelt de aanvraag.
5.4
Klachten- en bezwaarprocedure
Indien de indiceerder van de instelling het niet eens is met een afwijzing van een aanvraag door het
zorgkantoor, kan de indiceerder van de instelling hiertegen bezwaar aantekenen.
Voor een bezwaar tegen een beschikking of het indienen van een klacht kunt u gebruik maken van
onderstaande adressen:
Menzis Zorgkantoren
t.a.v. de afdeling Klachten Zorgkantoren
Postbus 477, 7500 AL Enschede
Menzis Zorgkantoren
t.a.v. de afdeling Bezwaar Wlz
Postbus 477, 7500 AL Enschede
Pagina
13/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
6.
Werkwijze per hulpmiddel
6.1
Inleiding
In de hierna volgende subprotocollen worden per hulpmiddel de volgende onderdelen beschreven:
 Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel;
 Bij aanvraag/melding betrokken indiceerder;
 Afhandeling.
Kan de afhandeling volgens de algemene procedure verlopen zoals in het protocol is
beschreven en zo niet wat is er dan anders;
 Indicatie.
Aan welke indicatie dient cliënt waarvoor hulpmiddel wordt aangevraagd te voldoen;
 Criteria voor beoordeling.
Hier worden specifiek voor dat betreffende hulpmiddel van toepassing zijnde criteria
beschreven. Dat zijn dus de criteria die afwijken van de algemene beoordelingscriteria op basis
waarvan de aanvraag/melding moet worden beoordeeld;
 Productkeuze.
Indien relevant worden hier criteria benoemd die van belang zijn bij keuze uitvoering
hulpmiddel;
 Hulpmiddelen worden pas vervangen als het in bezit zijnde hulpmiddel niet meer functioneel
adequaat is;
 Aanvragen/melden.
Dient een aanvraag tot machtiging te worden ingediend of kan direct tot levering worden
overgegaan en is daarmee een melding in ZorgInfo genoeg.
6.2
Prothesen voor schouder, arm, hand, been of voet
6.2.1
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
De formele omschrijving van deze verstrekking luidt: ‘uitwendige hulpmiddelen ter volledige of
gedeeltelijke vervanging van anatomische eigenschappen van onderdelen van het menselijk lichaam of
bedekking daarvan’.
In de praktijk gaat het voor Wlz instellingen met name om de volgende hulpmiddelen:
 Prothesen voor been of voet, inclusief de bijgehorende stompkousen.
Zelden zal het gaan om:
 Prothesen voor schouder, arm of hand;
 Algemeen gangbare hulp- en aanzetstukken voor armprothesen.
6.2.2
Indiceerder
Er wordt gehandeld conform het protocol indicering. Zie hiervoor het protocol indiceren Zorgkantoor.
Deze is te vinden op www.menziszorgkantoor.nl.
6.2.3
Afhandeling
Kan zoveel mogelijk zelfstandig worden afgewikkeld volgens de procedure beschreven in het protocol
hulpmiddelen Wlz. Daarbij wordt zonodig het advies gevraagd van de adviseur hulpmiddelen Wlz.
Aanvullingen:
 Binnen ZorgInfo dient voldoende motivatie gegeven te zijn voor de gekozen productoplossing in
relatie tot de indicatie/aard van de functieproblemen;
Pagina
14/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz




6.2.4
Bij herhalingsverstrekkingen van prothesen waarbij de productopbouw/samenstelling wordt
gewijzigd dient inzichtelijk te zijn gemaakt wat de reden van deze wijziging is;
Bij herhalingsverstrekkingen of vervanging van verstrekking dient gemotiveerd te zijn waarom
de bestaande voorziening niet meer voldoet;
Als gevolg van het dunner worden van de amputatiestomp ontstaat na enige tijd zoveel ruimte
in de liner en de prothesekoker dat deze niet meer kunnen worden gedragen (dit kan al na
enkele maanden zijn). Gevolg hiervan is vervanging van liner en koker. Dit dient als zodanig te
zijn gemotiveerd;
Onder het aanvraagformat prothesen kunnen ook de stompkousen worden
aangevraagd/gemeld.
Indicatie(s)
Gehele of gedeeltelijke amputatie van lichaamsdelen.
6.2.5
Criteria voor beoordeling
Met de wettelijke criteria als basis wordt mede aan de hand van de onder aanvullingen weergegeven
punten gekomen tot beoordeling van de aanvraag.
Van het verstrekken van een prothese in bekrachtigde uitvoering is in de Wlz feitelijk nooit sprake.
6.2.6
Richttermijnen voor gebruik, vervanging en aantal verstrekkingen
Bij herhalingsaanvragen dient in ZorgInfo te worden gemotiveerd waarom de bestaande voorziening
niet meer adequaat is. Er bestaat geen aanspraak op een reservevoorziening. De richttermijn voor
gebruik van prothesen voor een verzekerde van 16 jaar of ouder bedraagt 3 jaar. De richttermijn voor
kinderen is 1 jaar.
6.2.7
Aanvragen en melden
Voor de inzet van prothesen dient binnen ZorgInfo het aanvraagformulier prothesen te worden ingevuld.
Alle prothesen boven € 9.000,- moeten worden aangevraagd (met offerte), de rest kan worden gemeld.
Aanpassingen en reparaties boven € 750,- moeten worden gemeld in ZorgInfo.
Aanpassingen en reparaties onder € 750,- kunnen direct worden uitgevoerd en worden gefactureerd
aan het Zorgkantoor. Hier hoeft ZorgInfo niet te worden ingevuld.
Herhalingsprothesen die nodig zijn binnen de bovengenoemde gebruikstermijn moeten worden
aangevraagd.
6.3
Orthesen voor romp, arm, been, voet, hoofd of hals
6.3.1
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Het gaat om lichaamsgebonden hulpmiddelen die zijn toe te passen bij een ernstige aandoening
waarop de verzekerde langdurig en niet uitsluitend bij sportactiviteiten is aangewezen en die dienen
voor het wijzigen van:
 Gestoorde functies van het bewegingssysteem, aan beweging verwante functies of
anatomische eigenschappen van structuren verwant aan beweging;
 De anatomische eigenschappen van de schedel.
Ook orthopedisch schoeisel en ligorthesen behoren onder deze omschrijving. De verstrekking van
orthopedische schoenen wordt apart beschreven in paragraaf 6.4 en de verstrekking van ligorthesen in
paragraaf 6.7.
Pagina
15/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
In de praktijk gaat het voor Wlz instellingen met name om de volgende hulpmiddelen:
 Korsetten voor afwijkingen aan de wervelkolom;
 Orthopedische beugelapparatuur, zowel beugels in engere zin alsook kappen of kokers;
 Spalk-, redressie- of correctieapparatuur voor langdurig gebruik, waaronder kniebrace en
kappen ter bescherming van de schedel;
 Breukbanden;
 Orthesejas in combinatie met nauwsluitende zitorthese in rolstoel, aan te vragen via bijzondere
aanvragen in ZorgInfo.
6.3.2
Indiceerder
Er wordt gehandeld conform het protocol indicering. Zie hiervoor het protocol indiceren Zorgkantoor.
Deze is te vinden op www.menziszorgkantoor.nl.
6.3.3
Afhandeling
Kan zoveel mogelijk zelfstandig worden afgewikkeld volgens de procedure beschreven in het protocol
hulpmiddelen Wlz. Daarbij wordt zonodig het advies gevraagd van de adviseur hulpmiddelen Wlz.
Aanvulling:
 Binnen ZorgInfo dient een voldoende motivatie gegeven te zijn voor de gekozen
productoplossing in relatie tot de indicatie/aard van de functieproblemen;
 Bij herhalingsverstrekkingen van orthesen waarbij de productopbouw/samenstelling gewijzigd
wordt dient inzichtelijk gemaakt te zijn wat de reden van deze wijziging is;
 Bij herhalingsverstrekkingen dient gemotiveerd te zijn waarom de bestaande voorziening niet
meer voldoet.
6.3.4
Indicatie(s)
Algemene indicatie: gestoorde functies van het bewegingsysteem, van aan beweging verwante functies
of van anatomische eigenschappen van structuren verwant aan beweging.
Specifieke indicatie voor een kap ter bescherming van de schedel:
 Er is sprake van een schedeldefect;
 Door frequente evenwichts- of bewustzijnsstoornissen bestaat grote kans op vallen (epilepsie);
 Er is sprake ven automutilatie gedrag.
6.3.5
Criteria voor beoordeling
Met de wettelijke criteria als basis wordt mede aan de hand van de onder aanvullingen weergegeven
punten gekomen tot beoordeling van de aanvraag.
Binnen ZorgInfo moet worden aangegeven wat de relatie is tussen de aard van het probleem, de
behoefte aan de ortheseoplossing en de opname-indicatie.
Criteria voor beoordeling van orthopedische beugelapparatuur
Sta-orthesen (sta-plank, sta-tafel of sta-unit) dienen uit het eigen budget van de Wlz instelling te worden
gefinancierd. Er zijn uitzonderingen als kan worden geobjectiveerd dat de sta-tafel alleen voor en door
de betreffende cliënt kan worden gebruikt.
Pagina
16/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
Criteria voor beoordeling van (niet) verstevigde spalk-, redressie- of correctieapparatuur
Aanspraak op spalk-, redressie- of correctieapparatuur bestaat als de verzekerde langdurig op het
gebruik van deze middelen is aangewezen. Dit wil zeggen als er geen sprake is van medisch
specialistische zorg. Medisch specialistische zorg valt onder de medische behandeling die wordt
vergoed vanuit de DBC’s.
Zitorthesen die onderdeel uitmaken van een rolstoel of duwwagen worden geacht met dat betreffende
hulpmiddel één geheel te vormen en kunnen op grond van de regeling bovenbudgettaire
rolstoelverstrekking worden verstrekt.
6.3.6
Richttermijn voor gebruik, vervanging en aantal verstrekkingen
Bij de herhalingsaanvraag van een van de genoemde orthesen moet in ZorgInfo worden aangegeven
waarom de in gebruik zijnde orthese niet meer adequaat is.
In principe wordt 1 exemplaar verstrekt. In bijzondere gevallen kan een reserve exemplaar worden
aangevraagd (bijvoorbeeld bij een stoffen orthopedisch korset in verband met wisselen/wassen, idem
bij breukbanden). Hiervoor moet in ZorgInfo een motivatie worden gegeven.
De richttermijn is 2 jaar voor volwassenen en 1 jaar voor kinderen.
6.3.7
Aanvragen/melden
Voor de inzet van orthesen dient binnen ZorgInfo het aanvraagformulier orthesen te worden ingevuld.
Voor de inzet van orthesejassen dient binnen ZorgInfo het speciale aanvraagformulier te worden
ingevuld.
Vervanging van een orthese/jas dient eveneens te worden aangevraagd.
6.4
Orthopedisch schoeisel
6.4.1
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Bij orthopedisch schoeisel gaat het erom lichaamsgebonden hulpmiddelen toe te passen bij een
ernstige aandoening waarop de verzekerde langdurig en niet uitsluitend bij sportactiviteiten is
aangewezen en die dienen voor het wijzigen van gestoorde functies van het bewegingssysteem, aan
beweging verwante functies of anatomische eigenschappen van structuren verwant aan beweging. Het
gaat hier nu specifiek om orthopedisch schoeisel.
Volledig individueel vervaardigd orthopedisch maatschoeisel, zgn. A-schoeisel
Individueel vervaardigde orthopedische schoenen zijn schoenen die volgens gedetailleerd voorschrift
van de behandelend specialist worden vervaardigd op basis van een voor betrokkene specifiek
vervaardigde leest, door een daartoe gekwalificeerd orthopedisch schoentechnicus.
VLOS als voorloper op de definitieve A-schoen
Na een ernstig ongeluk en ingrijpende operatieve ingrepen aan de voet is het vaak belangrijk om weer
snel te kunnen bewegen. Meestal zijn daar aangepaste schoenen voor nodig. Vaak is nog niet te
overzien welke eisen aan de schoenen gesteld moeten worden. Bovendien varieert het voetvolume
(bijvoorbeeld door zwelling) in deze fase van het genezingsproces. De Voorlopige Orthopedische
Schoen (VLOS) biedt een welkome oplossing voor deze en alle andere situaties waarin de definitieve
orthopedische schoen proefondervindelijk moet worden vastgesteld.
De VLOS kan, afhankelijk van de toepassing, uitgevoerd worden in verschillende materialen. De meest
gangbare materialen zijn leer, door warmte vervormbaar (thermoplastisch) vilt en rubber. Het
thermoplastische karakter van het rubber en vilt biedt de mogelijkheid om de schoenen aan te passen
Pagina
17/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
aan het variërende voetvolume. De VLOS wordt voorzien van een individueel voetbed met
drukontlastende en/of corrigerende eigenschappen.
Volledig individueel vervaardigde binnenschoenen
Individueel vervaardigde binnenschoenen zonder zool en hak, te dragen in confectieschoenen, worden
toegepast bij partiële voetdefecten of beenverkorting. De binnenschoen, die vervaardigd wordt door een
orthopedisch schoentechnicus, vult het defect aan, waardoor een ongeveer normale voetvorm dan wel
beenlengte wordt verkregen (komt in de Wlz zelden als verstrekking voor).
Semi-orthopedisch schoeisel met individuele aanpassing, zgn. B-schoeisel
Onder semi-orthopedisch schoeisel wordt verstaan fabrieksmatig is serie vervaardigde schoenen
waaraan, volgens gedetailleerd voorschrift van de behandelend specialist, speciale voorzieningen
worden aangebracht door een gekwalificeerde orthopedische schoentechnicus. De mogelijkheden tot
het aanbrengen van correcties zijn bij dit soort schoeisel geringer dan bij volledig individueel
vervaardigd orthopedisch schoeisel. De besparing ten aanzien van de kosten en vooral ten aanzien van
de levertijd is groot ten opzichte van A-schoeisel.
Orthopedische voorzieningen aan confectieschoenen, zgn. C-schoeisel
Ook wel OVAC genoemd. Dit betekent orthopedische voorziening aan confectieschoeisel. Dit houdt in
dat de desbetreffende functieproblemen zijn op te lossen door een aanpassing aan confectieschoenen
en eventueel individueel vervaardigde voetbedden (inlays).
De orthopedische voorzieningen aan confectieschoenen dienen eveneens door een gekwalificeerde
orthopedische schoentechnicus te worden aangebracht. Hierbij wordt opgemerkt dat de verzekerde
slechts aanspraak heeft op de voorzieningen en niet op de confectieschoenen waaraan de
voorzieningen worden aangebracht.
6.4.2
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Er wordt gehandeld conform het protocol indicering. Zie hiervoor het protocol indiceren Zorgkantoor.
Deze is te vinden op www.menziszorgkantoor.nl.
6.4.3
Afhandeling
Kan zoveel mogelijk zelfstandig worden afgewikkeld volgens de procedure beschreven in het protocol
hulpmiddelen Wlz. Daarbij wordt zonodig het advies gevraagd van de adviseur hulpmiddelen Wlz.
6.4.4
Indicatie
Orthopedisch schoeisel en orthopedische voorzieningen aan confectieschoenen zijn geïndiceerd bij
functieproblemen waardoor de verzekerde langdurig en niet uitsluitend bij sportactiviteiten is
aangewezen op aangepast schoeisel. Deze schoenen dienen voor het wijzigen van gestoorde functies
van het bewegingssysteem, aan beweging verwante functies of anatomische eigenschappen van
structuren verwant aan beweging.
6.4.5
Criteria voor beoordeling
Bij de keuze voor het hulpmiddel moet van de goedkoopste adequate oplossing worden uitgegaan.
In de aanvraag/melding voor hoge orthopedische schoenen of laarzen moet beargumenteerd zijn
waarom lage schoenen niet voldoen. De koppeling tussen de keuze voor hoge schoenen of laarzen en
de functionele beperkingen van de verzekerde moet duidelijk zijn.
Pagina
18/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
In de aanvraag/melding voor voorlopig orthopedisch schoeisel (VLOS) moet voldoende
beargumenteerd zijn waarom de VLOS noodzakelijk zijn en er niet direct definitief schoeisel kan worden
aangemaakt.
Op losse inlays en steunzolen bestaat geen aanspraak vanuit BZA artikel 15. als de verzekerde bij zijn
zorgverzekeraar aanvullend is verzekerd kan de verzekerde zelf informeren naar de
verzekeringsvoorwaarden. Inlays/steunzolen die onderdeel zijn van de orthopedische schoenen vallen
wel onder de vergoeding.
6.4.6
Richtlijnen voor gebruik, vervanging en aantal verstrekkingen
De richttermijn voor het gebruik van schoenen is 15 maanden voor volwassenen en 9 maanden voor
kinderen. Bij de herhalingsaanvraag moet in ZorgInfo worden aangegeven waarom de in gebruik zijnde
voorziening niet meer adequaat is.
Naast het eerste paar schoenen bestaat aanspraak op een reservepaar.
6.4.7
Aanvragen/melden
e
Alle 1 verstrekkingen van orthopedische schoenen en OVAC dienen te worden aangevraagd.
Herhalingsverstrekkingen en aanpassingen aan bestaand schoeisel kunnen worden gemeld.
VLOS dienen altijd te worden aangevraagd.
6.5
Therapeutische elastische kousen
6.5.1
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Uitwendige hulpmiddelen ten behoeve van het langdurig compenseren van het functieverlies van
aderen bij het transport van bloed en het functieverlies van lymfevaten bij het transport van lymfe. De
verstrekking van de eenvoudige aan-uittrekhulp valt (in beginsel) onder de regeling. De meer
geavanceerde aan-uittrekhulp (Steve en Ortomate) behoren tot de door de instelling te verlenen zorg.
Deze dienen door de instelling zelf te worden aangeschaft.
6.5.2
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Er wordt gehandeld conform het protocol indicering. Zie hiervoor het protocol indiceren Zorgkantoor.
Deze is te vinden op www.menziszorgkantoor.nl.
6.5.3
Afhandeling
Kan zoveel mogelijk zelfstandig worden afgewikkeld volgens de procedure beschreven in het protocol
hulpmiddelen Wlz. Daarbij wordt zo nodig het advies gevraagd van de adviseur hulpmiddelen Wlz.
Aanvullingen



De verstrekking van een doelmatige aan-uittrekhulp (zoals de Easyslide) is onderdeel van de
aanspraak. De inzet ervan dient wel te worden aangegeven in ZorgInfo;
De drukklasse van de kous moet 2 of meer zijn. Op drukklasse 1 (steunkousen) bestaat geen
aanspraak omdat deze niet het functieverlies van aderen of lymfeklieren compenseert.
Drukklasse 1 is budget instelling onder verbandmiddelen;
De verstrekking van therapeutische elastische kousen na bijvoorbeeld een spataderoperatie
valt buiten de regeling omdat hier geen sprake is van het langdurig compenseren van
functieverlies. In dit geval vallen de kousen onder de ziekenhuisbehandeling (DBC) en de
kosten zijn dan ook voor rekening van het ziekenhuis;
Pagina
19/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz

In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij lymfoedeem, kan het zijn dat er ondanks het gebruik van
uitwendige hulpmiddelen toch nog extreme oedeemvorming aan/bij de tenen optreedt. In die
gevallen kunnen aanvullend zogenaamde teenkappen worden verstrekt.
6.5.4
Indicatie(s)





Oedeem
Varices
Chronische veneuze insufficiëntie
Status na, c.q. dreigend ulcus cruris
Een combinatie van deze indicaties
6.5.5
Criteria voor beoordeling
Aanmeten is onderdeel van de clusterafspraak m.u.v. beenkousen klasse 4.
Als er kousen worden nageleverd/herverstrekt zonder dat de leverancier deze opnieuw heeft
opgemeten, mat geen aanmeetvergoeding worden berekend.
6.5.6
Richttermijn voor gebruik, vervanging en aantal verstrekkingen
De leverancier levert in overleg met de fysiotherapeut(e) gelijk bij de eerste levering 1 of 2 (paar)
kousen. De cliënt heeft recht op 2 (paar) adequate kousen.
6.5.7
Aanvragen/melden
e
Alle 1 en herhalingsverstrekkingen (na 12 maanden) van TEK kunnen worden gemeld in ZorgInfo.
Herhaling binnen 12 maanden moet worden aangevraagd.
6.5.8
Productkeuze
Wanneer gekozen wordt voor maatwerk kousen wordt door de leverancier gemotiveerd waarom
confectie niet kan voldoen.
6.6
Verbandschoenen (Vlos)
6.6.1
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Verbandschoenen dienen ter bescherming van de voeten bij mensen die huiddefecten, huidulcera,
sensibiliteits- en circulatiestoornissen aan hun voet(en) hebben. Deze schoenen zijn ook geschikt
tijdens een herstelperiode na gedeeltelijke amputaties, traumatische beschadigingen of operaties aan
een voet.
Per 1 januari 2015 worden de verbandmiddelen functioneel beschreven. Onder de aanspraak
“hulpmiddelen te gebruiken bij stoornissen in de functies van de huid” vallen naast de verbandmiddelen
ook de verbandschoenen.
Als voor de aanspraak in Wlz-instellingen de regeling HM wordt gevolgd betekent dit voor de
verbandschoenen dat deze per 1 januari 2015 net als de ‘verbandmiddelen’ onder het budget van de
instelling vallen. Daarmee verdwijnt de aanspraak op bovenbudgettaire vergoeding van
verbandschoenen.
Bij Vlos gaat het wel om persoonsgebonden hulpmiddelen; deze voorziening wordt ‘op maat gemaakt’. Via
het ‘aanvraagformat Orthopedische schoenen’ kunnen Vlos worden ingezet/aangevraagd. Hieraan
verandert dus niets per 1-1-2015.
Pagina
20/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
bij Vlos ligt het zwaartepunt ligt op ondersteuning van de voet/voetproblemen valt Vlos onder
‘uitwendige hulpmiddelen gerelateerd aan stoornissen in het bewegingssysteem’.
6.6.2
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Er wordt gehandeld conform het protocol indicering. Zie hiervoor het protocol indiceren Zorgkantoor.
Deze is te vinden op www.menziszorgkantoor.nl.
6.6.3
Afhandeling
Kan zoveel mogelijk zelfstandig worden afgewikkeld volgens de procedure beschreven in het protocol
hulpmiddelen Wlz. Daarbij wordt zo nodig het advies gevraagd van de adviseur hulpmiddelen Wlz.
6.6.4
Indicatie(s)
De noodzakelijk inzet van Vlos dient gerelateerd te zijn aan stoorinissen in het bewegingssysteem agv
van bijvoorbeeld:




6.6.5
Traumatische beschadigingen aan de voet
Operatieve ingrepen aan de voet
Sensibiliteits- en circulatiestoornissen aan de voet
In de herstelperiode na partiële amputaties, voor zover dit niet onder medische specialistische
zorg valt
Criteria voor beoordeling
Geen specifieke criteria van toepassing.
6.6.6
Richtlijn voor gebruik, vervanging en aantal verstrekkingen
Bij de herhalingsaanvraag moet in ZorgInfo worden aangegeven waarom het in gebruik zijnde
hulpmiddel niet meer adequaat is. Er bestaat geen aanspraak op een reservepaar. De gemiddelde
gebruikstermijn bedraagt 6 maanden.
6.6.7
Aanvragen/melden
De inzet van verbandschoenen dient te worden gemeld in ZorgInfo.
6.7
Ligorthesen
6.7.1
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Individueel op maat gemaakte ligorthesen.
Dynamische ligorthesen zijn hulpmiddelen voor individueel gebruik en geen persoonsgebonden
hulpmiddelen. Daarom bestaat hierop wettelijk geen bovenbudgettaire aanspraak. Vanaf 1 januari 2013
wordt de dynamische ligorthese niet meer vergoed.
Dit houdt in dat de instelling bij noodzakelijke aanvullingen/aanpassingen en/of reparaties de te maken
kosten uit haar eigen budget dient te financieren.
6.7.2
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Pagina
21/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
Er wordt gehandeld conform het protocol indicering. Zie hiervoor het protocol indiceren Zorgkantoor.
Deze is te vinden op www.menziszorgkantoor.nl.
Pagina
22/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
6.7.3
Afhandeling
Kan zoveel mogelijk zelfstandig worden afgewikkeld volgens de procedure beschreven in het protocol
hulpmiddelen Wlz. Daarbij wordt altijd het advies gevraagd van de adviseur hulpmiddelen Wlz.
6.7.4
Indicatie(s)
Houdingsafwijkingen, contracturen, spasmen, spasticiteit, hypertonie die zodanig ernstig zijn dat deze
niet op een andere wijze dan door middel van de inzet van een ligorthese zijn te ondervangen.
6.7.5
Criteria voor beoordeling
Eén of een combinatie van bovengenoemde indicaties moet aan de orde zijn. Beschreven dient te zijn
op welke wijze de ligorthese uitkomst biedt voor de geconstateerde beperkingen. Er mogen alleen dan
orthesen worden ingezet als eenvoudiger oplossingen in de beschreven situatie niet volstaan.
6.7.6
Richttermijn voor gebruik en vervanging
Bij revisie, herhaling of vervanging moet binnen ZorgInfo altijd gemotiveerd zijn waarom de in gebruik
zijnde ligorthese niet meer adequaat is.
6.7.7
Aanvragen/melden
Alle verstrekkingen van ligorthesen, evenals de revisies en aanpassingen dienen te worden
aangevraagd.
6.7.8
Gecontracteerde leveranciers







Bert Stevens Orthesebouw
Harting-Bank
Meyra
RZ groep
Welzorg
RSR
Kersten Revalidatietechniek BV
6.8
Tilband op maat
6.8.1
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Een voor een specifieke cliënt volledig op maat gemaakte tilband die door de specifieke maat en vorm
slechts door en voor de betreffende cliënt te gebruiken is.
6.8.2
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Er wordt gehandeld conform het protocol indicering. Zie hiervoor het protocol indiceren Zorgkantoor.
Deze is te vinden op www.menziszorgkantoor.nl.
6.8.3
Afhandeling
Kan zoveel mogelijk zelfstandig worden afgewikkeld volgens de procedure beschreven in het protocol
hulpmiddelen Wlz.
Pagina
23/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
6.8.4
Indicatie(s)
Kan gaan om cliënten met ernstige lichaamsdeformiteiten.
6.8.5
Aanvragen/melden
Alle verstrekkingen van tilbanden op maat dienen te worden aangevraagd.
6.9
Persoonsgebonden kleding
6.9.1
Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Op maat gemaakte krabpakken, scheurpakken en plukpakken bij bewoners waarbij confectie krab-,
scheur- en plukpakken niet adequaat zijn.
6.9.2
Bij aanvraag/melding betrokken arts
Er wordt gehandeld conform het protocol indicering. Zie hiervoor het protocol indiceren Zorgkantoor.
Deze is te vinden op www.menziszorgkantoor.nl.
6.9.3
Afhandeling
Kan zoveel mogelijk zelfstandig worden afgewikkeld volgens de procedure beschreven in het protocol
hulpmiddelen Wlz. Daarbij wordt zonodig het advies gevraagd van de adviseur hulpmiddelen Wlz.
6.9.4
Indicatie(s)
Kan gaan om permanente jeuk of gedragsstoornissen.
6.9.5
Aanvragen/melden
Alle verstrekkingen van persoonsgebonden kleding dienen te worden aangevraagd.
6.9.6

6.10
Gecontracteerde leverancier
Wi-care
Orthesejas
6.10.1 Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
Op maat gemaakte jassen ten behoeve van rolstoelgebruikers die tevens gebruik maken van en
zitorthese.
6.10.2 Bij aanvraag/melding betrokken arts
Er wordt gehandeld conform het protocol indicering. Zie hiervoor het protocol indiceren Zorgkantoor.
Deze is te vinden op www.menziszorgkantoor.nl.
Pagina
24/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
6.10.3 Afhandeling
Kan zoveel mogelijk zelfstandig worden afgewikkeld volgens de procedure beschreven in het protocol
hulpmiddelen Wlz. Daarbij wordt zonodig het advies gevraagd van de adviseur hulpmiddelen Wlz.
6.10.4 Indicatie(s)
Rolstoelgebruikers die tevens gebruik maken van een zitorthese waarbij deze zodanige
functiebeperkingen hebben dat zij een normale jas redelijkerwijs niet aangetrokken krijgen.
6.10.5 Criteria voor beoordeling
In toenemende mate worden orthesejassen geoffreerd die uitgevoerd zijn met een afritsbaar voorstuk
dat tot over de voeten valt, afritsbare capuchons e.d. Deze extra aanpassingen passen echter niet
binnen de kaders van de aanspraak. Dat wil zeggen dat op offertes deze aanvullingen op een normale
orthesejas apart aangegeven dienen te worden. De normale jas komt voor bovenbudgettaire
bekostiging in aanmerking. De aanvullingen, extra wensen, zijn voor eigen rekening van de cliënt. Ter
verduidelijking nog het volgende: een capuchon hoort bij de normale uitvoering van een dergelijke jas,
echter het afritsbaar maken niet.
6.10.6 Aanvragen/melden
Alle verstrekkingen van orthesejassen dienen te worden aangevraagd middels het format speciale
aanvraag in ZorgInfo.
6.10.7 Gecontracteerde leverancier

6.11
Wi-care
Omgevingsbesturing
6.11.1 Omschrijving van het te vergoeden hulpmiddel
De omgevingsbesturing, ook wel domotica genoemd, houdt in dat je diverse apparaten en functies door
middel van ict-oplossingen kunt bedienen vanuit bijvoorbeeld een bed of rolstoel. De
omgevingsbesturing kan de zelfstandigheid teruggeven aan mensen die beperkt zijn in hun lichamelijke
mogelijkheden. Met dit systeem kan de gebruiker diverse apparatuur en voorzieningen in zijn huis
aansturen. Door de omgevingsbesturing is het mogelijk om onder andere de volgende randapparaten te
bedienen:
 Stopcontacten
 Lampen
 Audio- en/of videoapparatuur
 Telefoon
 Intercom
 Liftbediening
 Raam- en deuropeners
 Bedverstellingen
 Elektrisch gordijn of luxaflex
Pagina
25/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
6.11.2 Bij aanvraag/melding betrokken arts
Er wordt gehandeld conform het protocol indicering. Zie hiervoor het protocol indiceren Zorgkantoor.
Deze is te vinden op www.menziszorgkantoor.nl.
6.11.3 Afhandeling
Kan zoveel mogelijk zelfstandig worden afgewikkeld volgens de procedure beschreven in het protocol
hulpmiddelen Wlz. Daarbij wordt echter altijd het advies gevraagd van de adviseur hulpmiddelen Wlz.
6.11.4 Indicatie(s)
De omgevingsbesturing is bedoeld voor mensen die beperkt zijn in hun lichamelijk functioneren, maar
die nog wel de vaardigheden hebben om de omgevingsbesturing te kunnen bedienen. Zo moet je
bijvoorbeeld wel kunnen onthouden waar alle functies geprogrammeerd zijn. Wanneer een
omgevingsbesturing werkt met menu’s moet je deze structuur kunnen begrijpen, zodat je alle functies
kunt vinden. Ook is het van belang dat je tenminste nog één restfunctie hebt om de
omgevingsbesturing te kunnen bedienen.
Criteria voor de beoordeling
Bij omgevingsbesturing moet per subgroep beoordeeld worden of aanspraak bestaat op grond van de
Wlz of de Zorgverzekeringswet op diverse onderdelen.
In dit geval heeft de verzekerde aanspraak op de aangevraagde IR-inrichtingselementen op basis van
de Wlz en op het basissysteem, de installering en de telefoon op basis van de Zorgverzekeringswet.
6.11.5 Aanvragen/melden
Alle verstrekkingen van omgevingsbesturingen dienen te worden aangevraagd middels het format
speciale aanvraag in ZorgInfo. Daarbij dient altijd een onderbouwde offerte te worden aangeleverd.
Pagina
26/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
Bijlage 1
Definities
Wlz hulpmiddelen
Bovenbudgettaire vergoeding
CIZ-functie behandeling
Cliënten
Indiceerder
Instellingsbudget
Outillagemiddelen/hulpmiddelen
voor individueel gebruik
Hulpmiddelen die bovenbudgettair vanuit de Wlz worden vergoed:
 Orthopedisch schoeisel
 Pro- en orthesen
 Therapeutisch elastische kousen
 Verbandschoenen
 Omgevingsbediening
 Ligorthesen
 Tilbanden op maat
 Krab-, scheur- en plukpakken
Bovenbudgettair wil zeggen dat vergoeding van een hulpmiddel
boven op het beschikbare budget van de instelling voor
hulpmiddelen plaatsvindt vanuit de Wlz. Een hulpmiddel komt voor
bovenbudgettaire vergoeding in aanmerking indien het hulpmiddel
deel uitmaakt van de verstrekking en persoonsgebonden is (art. 15
BZA).
Behandeling omvat behandeling van medische-specialistische,
gedragswetenschappelijke of specialistisch-paramedische aard. De
behandeling is gericht op herstel of voorkoming van verergering van
een somatisch, psychogeriatrisch of psychische aandoening of een
verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke handicap. Het karakter
van de behandeling is specifiek, chronisch, complex van aard met
in de regel de noodzaak tot multidisciplinaire aanpak. Centraal staat
bij behandeling het herstel van een aandoening of het voorkomen
van verergering, maar ook het voorkomen van het optreden van
gevolgen/complicaties van de aandoening of het ontstaan van een
met de aandoening gerelateerde stoornis. De functie behandeling
kan zonder verblijf worden geboden, maar ook gecombineerd
worden met de functie verblijf in dezelfde of een andere instelling.
In dit document wordt consequent de term cliënten aangehouden
voor de bewoners van Wlz instellingen en gebruikers van Wlz
hulpmiddelen.
De indiceerder is de indiceerder van het hulpmiddel en stelt middels
ZorgInfo de meest geschikte voorziening voor de cliënt vast. In de
meeste gevallen is dit een ergo- of fysiotherapeut in de betreffende
instelling. Zie ook het protocol hulpmiddelen.
In het instellingsbudget van de Wlz instellingen is een component
hulpmiddelen opgenomen. Het betreffen hier de zogenaamde:
 Normale outillagemiddelen (zie definitie hieronder)
 Hulpmiddelen die naar hun aard worden verwacht te
behoren tot de door de instelling te geven Wlz zorg.
Bijvoorbeeld infuuspompen, vernevelapparatuur of
medicinale zuurstof, hulpmiddelen die niet
persoonsgebonden zijn maar wel vaak langere tijd door
slechts 1 persoon worden gebruikt
 Daarnaast verzorgingsmiddelen zoals
incontinentiemateriaal, medicijnen, verbandmiddelen, antidecubitus materiaal en bijvoorbeeld spuiten en naalden
Hulpmiddelen en voorzieningen die voor meerdere mensen,
eventueel navolgend, (her)bruikbaar zijn. Zij kunnen eventueel op
een individu zijn aangepast, maar dan is de aanpassing op
Pagina
27/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
Persoonsgebonden hulpmiddel
Leveranciersformulier
ZorgInfo
Zorgkantoor
Tabel 1: Definities
eenvoudige wijze omkeerbaar. Tot de outillage behoren geen strikt
persoonsgebonden hulpmiddelen (hulpmiddelen die slechts voor en
door de betreffende cliënt zijn te gebruiken). Het betreffen in ieder
geval (niet alleen deze hulpmiddelen, maar wel vallend onder deze
definitie):
 Inrichtingselementen voor het zitten, slapen, douchen,
maken van transfers, tillen etc.
 ADL-hulpmiddelen; eten, wassen, baden, douche
Onder een persoonsgebonden hulpmiddel verstaan we een
hulpmiddel dat gezien de aard en uitvoering:
 Specifiek voor de betreffende gebruiker/gebruikster is
gemaakt en/of aangepast
 Daarom ook niet (middels een kleine aanpassing) door
iemand anders (navolgend) te gebruiken is
Dit formulier wordt automatisch gegenereerd in ZorgInfo en bevat
de meest noodzakelijke persoonsgegevens en de producteisen van
het gewenste hulpmiddel.
Internetapplicatie ter ondersteuning van de indicatiestelling en
aanvraag/melding-machtigingsprocedure richting het Zorgkantoor.
Hiermee wordt bedoeld de Zorgkantoren van Menzis.
Pagina
28/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
Bijlage 2
Wanneer aanvragen, wanneer melden
Hulpmiddel
Prothesen
Orthesen (ook
orthesejassen)
Orthopedische
schoenen
Verbandschoenen
Therapeutische
elastische kousen
Ligorthese
Tilbanden op maat
Gebruikstermijnen
De richttermijn voor
gebruik van prothesen voor
verzekerde van 16 jaar of
ouder bedraagt 3 jaar. De
richttermijn voor kinderen
is 1 jaar.
De richttermijn is 2 jaar
voor volwassenen en 1
jaar voor kinderen.
De richttermijn voor
schoenen is 15 maanden
voor volwassenen en 9
maanden voor kinderen
jonger dag 16 jaar.
De richttermijn voor
verbandschoenen is 6
maanden.
De richttermijn voor TEK is
12 maanden.
De richttermijn voor een
ligorthese is 24 maanden.
De richttermijn voor
gebruik is 48 maanden.
Persoonsgebonden
De richtlijn is 2 stuks per
kleding
jaar.
Orthesejas
De richttermijn is 2 jaar
voor volwassenen en 1
jaar voor kinderen.
Omgevingsbesturing Geen richttermijn,
afhankelijk van gebruik.
Tabel 2: aanvraag en meldingsprocedure
Aanvragen
Alle prothesen boven de
€ 9.500,-.
Altijd met offerte.
Melden
Prothesen onder de
€ 9.500,Reparaties  € 750,-.
1 verstrekking  €
1.000,-.
Vervanging binnen
richttermijn.
Hoofdkappen.
e
2 exemplaar
breukbanden.
e
2 exemplaar stoffen
orthopedisch korset.
e
1 verstrekking van A, B,
VLOS en OVAC.
Orthesen  € 1.000,m.u.v. vervanging
binnen richttermijn.
Reparaties  € 750,-.
Vervanging binnen 12
maanden.
Alles behalve
vervanging binnen 12
maanden.
e
Vervanging.
e
2 paar schoenen
e
naast 1 paar
schoenen.
Aanpassingen.
Alles.
Alle orthesen,
aanpassingen en
vervangingen.
Alles.
Altijd met offerte.
Alles.
Alles.
Alles.
Altijd met offerte.
Pagina
29/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
Bijlage 3
Doorlooptijden en levertijden
Overzicht doorlooptijden hulpmiddelen
Versturen aanvraag/melding door indiceerder naar Zorgkantoor
In geval van aanvraag/melding: versturen offerte door leverancier naar
Zorgkantoor (cc naar indiceerder)
In geval van aanvraag/melding: beoordeling door Zorgkantoor (na
ontvangst offerte)
Aflevering hulpmiddel bij instelling
Versturen pakbon door instelling naar leverancier
Tabel 3: Doorloop- en levertijden
Maximaal aantal werkdagen
7
3
5
Afhankelijk van hulpmiddel
5
De levertijden hulpmiddelen worden op een later tijdstip aangeleverd omdat nog niet bekend is welke
afspraken met de leveranciers worden gemaakt.
Bijlage 4
Vertaaltabel
ZZP’s verpleging en verzorging
ZZP V&V
1VV
2VV
3VV
4VV
5VV
6VV
7VV
8VV
9VV
10VV
Tabel 4: ZZP vertaaltabel V&V
BH VB
N
N
J
J
J
J
J
J
J
J
Recht op bovenbudgettair
hulpmiddelen
N
N
N
N
J
J
J
J
J
J
Pagina
30/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
ZZP’s gehandicaptenzorg
ZZP GZ
Recht op bovenbudgettaire hulpmiddelen
Opmerkingen
1LVG
2LVG
3LVG
4LVG
5LVG
BH
VB
J
J
J
J
J
N
N
J/N
J
J
Beoordeling relatie opname/indicatie
1SGLVG
J
J
1VG
2VG
3VG
4VG
5VG
6VG
7VG
N
N
J
J
J
J
J
N
N
J/N
J
J
J
J
1LG
2LG
3LG
4LG
5LG
6LG
7LG
N
N
J
J
J
J
J
N
N
N
J/N
J
J
J
Beoordeling
1ZGvis
2ZGvis
3ZGvis
4ZGvis
5ZGvis
N
N
J
J
J
N
N
J/N
N
N
Beoordeling
1ZGaud
J
N
2ZGaud
J
N
3ZGaud
J
J/N
4ZGaud
J
J
Tabel 5: ZZP vertaaltabel GZ
Beoordeling
Beoordeling
Pagina
31/32
PROTOCOL PERSOONSGEBONDEN HULPMIDDELEN AWBZWlz
ZZP’s geestelijke gezondheidszorg voortgezet verblijf langer dan een jaar
ZZP GGZ
1GGZ B
BH
VB
J
Recht op bovenbudgettair hulpmiddel
Opmerkingen
J
Toekenning hangt af van inhoudelijke
onderbouwing. Alle aanvragen
voorleggen.
2GGZ B
J
J
3GGZ B
J
J
4GGZ B
J
J
5GGZ B
J
J
6GGZ B
J
J
7GGZ B
J
J
Tabel 6: ZZP vertaaltabel GGZ
Pagina
32/32
Download