Macro Focus Drie scenario’s voor Griekenland Economisch Bureau Macro Research Nick Kounis Tel: +31 20 343 5616 22 mei 2012 • Toegenomen kans op Griekse exit: De Griekse verkiezingsuitslag en daaropvolgende opiniepeilingen wijzen op een politieke aardverschuiving in Griekenland: de partijen die tegen het reddingspakket zijn, gaan nu aan kop, en dan met name de Syriza-partij. Gezien deze omslag in het sentiment is volgens ons de kans toegenomen dat Griekenland uit de euro stapt. Toch verwachten wij dat Griekenland uiteindelijk in de eurozone blijft, al zal het er om spannen. Een eventuele Griekse exit zal onvermijdelijk wanordelijk verlopen en ernstige economische gevolgen hebben: niet alleen voor Griekenland, maar ook voor de rest van de eurozone. In deze notitie schetsen we drie toekomstscenario's voor Griekenland en de eurozone. • Compromis nog steeds mogelijk: Laten we beginnen met het goede nieuws. De meerderheid van de Grieken wil nog steeds in de eurozone blijven, terwijl de Europese autoriteiten gezien de financiële, economische en geopolitieke gevolgen evenmin willen dat Griekenland vertrekt. Tegen deze achtergrond ligt het voor de hand dat de Griekse overheid met de andere landen in de eurozone een compromis sluit. De situatie blijft echter fragiel: niet alleen omdat Griekenland uiteindelijk niet aan zijn betalingsverplichtingen zal kunnen voldoen, maar ook omdat andere landen kwetsbaar blijven. Het plaatje van een recessie in de eurozone en een gematigd herstel van de wereldeconomie zou in dat geval wel overeind blijven. • Wanordelijk verloop van Griekse exit onvermijdelijk: Er is echter ook een grote kans op een veel negatiever scenario. In dit scenario verwerpt de Griekse regering de voorwaarden van het reddingspakket, wat vervolgens tot het intrekken van financiering en een staatsbankroet leidt. De ECB draait dan de geldkraan voor Griekse banken dicht. De situatie wordt onhoudbaar en Griekenland moet uit de eurozone stappen. Er ontstaat een olievlekwerking naar andere landen, die onder meer leidt tot opname van banktegoeden en financieringsproblemen voor overheden in Spanje en Italië. De rest van de eurozone wordt bijeengehouden door middel van agressieve maatregelen van nationale overheden en de ECB en grotere stappen in de richting van een begrotingsunie. In de tussentijd belandt de economie van de eurozone in een diepe recessie. • Kans op meer exits als gevolg van politieke besmetting: Er is een kleiner risico op een nóg negatiever scenario. Na een Grieks uittreden uit de euro nemen de politieke risico's toe omdat Griekenland niet meer aan zijn betalingsverplichtingen voor euro/IMF-leningen kan voldoen, terwijl Griekse banken en de Griekse overheid jegens de ECB in gebreke blijven. Nationale overheden uit het eurogebied moeten - nadat zij hun vingers aan Griekenland hebben gebrand - aan hun burgers uitleggen waarom vervolgens enorme bedragen in Spanje en Italië en hun banksystemen gepompt moeten worden. Het verzet in de perifere landen tegen forse bezuinigingen groeit, waardoor overeenkomsten met Duitsland moeilijker worden. Daardoor laat een beleidsreactie langer op zich wachten, met een bankroet van overheden, een volledige bankencrisis en een nog diepere recessie als gevolg. Pas nadat ook andere perifere landen uit de euro zijn gestapt, kunnen beleidsmaatregelen de situatie stabiliseren en de kernlidstaten bijeenhouden. 2 Macro Focus – Drie scenario’s voor Griekenland – 22 mei 2012 Inleiding De Griekse verkiezingsuitslag en daaropvolgende opiniepeilingen wijzen op een politieke aardverschuiving in Griekenland: de partijen die tegen het reddingspakket zijn, gaan nu aan kop, en dan met name de Syriza-partij, die na de nieuwe verkiezingen op 17 juni de grootste partij lijkt te worden. Gezien deze omslag in het sentiment is volgens ons de kans toegenomen dat Griekenland uit de euro stapt. Toch verwachten wij dat Griekenland uiteindelijk in de eurozone blijft, al zal het er om spannen. Een eventuele Griekse exit zal onvermijdelijk wanordelijk verlopen en ernstige economische gevolgen hebben. Bepalend voor de exacte omvang is of er na Griekenland andere landen zijn die uit de euro treden. In deze notitie schetsen we drie toekomstscenario's voor Griekenland en de eurozone. Verkiezingsuitslag en voorgenomen stemgedrag % 25 20 15 10 5 0 Nea Dem. Syriza Pasok Verkiezingsuitslag Onafh. Commun. Gouden Grieken Dag. Dem. Links Nea Demokratia en Pasok – nu het centrale verkiezingsthema luidt ‘in of uit de euro’ – zal een teken zijn in de richting van het ‘compromisscenario’. Grieks uittreden uit de euro Er is echter ook een grote kans dat Griekenland uit de euro stapt. In dit scenario verwerpt een Syriza-regering de voorwaarden van het reddingspakket, waarna de Europese autoriteiten en het IMF hun financiering intrekken, met een Grieks staatsbankroet als onvermijdelijk gevolg. De ECB accepteert niet langer Griekse staatsobligaties als onderpand en blokkeert mogelijk ook de liquiditeitssteun die aan de nationale centrale bank verstrekt wordt. Dat leidt tot een neerwaartse economische en financiële spiraal. Het Griekse banksysteem stort in, terwijl het land nog steeds het primaire tekort moet dichten. De situatie is onhoudbaar en Griekenland moet uit de eurozone stappen. Besmetting In dat geval ontstaat er een olievlekwerking naar andere landen. Voor de Spaanse en Italiaanse overheden wordt het moeilijker worden om zichzelf te financieren en tegoeden bij Spaanse en Italiaanse banken worden opgenomen. Als deze opnames even groot zijn als in Griekenland gedurende het afgelopen jaar (bijna 20%), dan kan uiteindelijk een cumulatief bedrag van EUR 350 mld aan het banksysteem van deze landen worden onttrokken. Dit zal leiden tot financiële spanningen die samen met een verhoogde onzekerheid een zware wissel op de economie van de eurozone trekken. Verkiezingspeiling Bronnen: Griekse autoriteiten, peiling van Marc Totale banktegoeden van gezinnen en bedrijven % verandering op jaarbasis tot en met maart Een compromis is nog steeds mogelijk Het eerste scenario is het meest gunstig. De meerderheid van de Grieken wil nog steeds in de eurozone blijven, terwijl de Europese autoriteiten gezien de financiële, economische en geopolitieke gevolgen evenmin willen dat Griekenland vertrekt. Tegen deze achtergrond ligt het voor de hand dat de Griekse overheid met de andere landen in de eurozone een compromis sluit, wellicht op basis van een wat meer groeigerichte strategie (scenario 1). De situatie blijft echter fragiel: niet alleen omdat Griekenland uiteindelijk niet aan zijn betalingsverplichtingen zal kunnen voldoen, maar ook omdat andere landen kwetsbaar blijven. Ook zij moeten immers grote structurele en budgettaire aanpassingen doorvoeren. Economisch plaatje globaal genomen ongewijzigd In dit scenario kan de recessie in de eurozone wat dieper uitvallen en wat langer duren dan momenteel verwacht wordt (onze huidige BBP-prognose gaat uit van een krimp van 0,5% in 2012) maar het globale beeld van een milde recessie in de eurozone blijft overeind. In de VS zet het gematigd herstel zich voort, al kunnen er op korte termijn vertrouwenseffecten optreden. Signalen die erop wijzen dat dit scenario vorm krijgt, zijn een meer verzoenende toon van de Griekse overheid en de Europese autoriteiten. Ook een weer groeiende steun voor 10 5 0 -5 -10 -15 -20 GR ES IE IT DE Bron: ECB Verliezen publieke sector Een bankroet van de Griekse staat en van Griekse banken leidt tot grote verliezen voor officiële instanties. In een pessimistisch scenario waarin overheid en banken op alle leningen van officiële instanties in gebreke blijven, kunnen de totale kosten oplopen tot EUR 288 mld (zie onderstaande tabel). Dat bedrag bestaat uit de positie van de ECB in Griekse staatsobligaties, de leningen van de ECB aan Griekse banken, de leningen van eurolanden aan de Griekse overheid (zowel 3 Macro Focus – – 22 mei 2012 bilateraal als via het EFSF) en IMF-leningen. Duitsland loopt het grootste absolute risico en kan EUR 80 mld kwijtraken. Bezit staatsobligaties eigen land Tabel: Blootstelling officiële instanties aan Griekenland (EUR mld) ECB* EFSF/bilaterale IMF het banksysteem groeit dan verder indien de zorgen over de staatsschulden blijven bestaan. % tier 1-kapitaal Totaal leningen AT 3,4 4,8 0,2 8,4 BE 4,2 6,0 0,4 10,7 FI 2,2 3,1 0,1 5,4 FR 24,9 35,2 1,0 61,1 DE 33,1 46,9 1,4 81,4 IT 21,9 30,9 0,8 53,5 IRe 1,9 0,9 0,1 3,0 NL 7,0 9,9 0,5 17,3 PT 3,1 1,4 0,1 4,6 ES 14,5 20,5 0,4 35,4 Rest** 2,7 3,9 0,1 6,8 Totaal 118,9 163,5 5,2 287,6 Bronnen: ECB, nationale centrale banken, EFSF, IMF, ministeries van Financiën, ABN AMRO Economisch Bureau * Omvat aankopen van obligaties in het kader van het Securities Market Programme en netto aantrekkingen in het kader van MRO’s en LTRO’s ** Inclusief Cyprus, Estland, Luxemburg, Malta, Slowakije en Slovenië Beleidsreactie De beleidsreactie zal waarschijnlijk uit twee fases bestaan: de eerste fase betreft liquiditeitsverschaffing om een failliet van banken en overheden te voorkomen. De liquiditeit kan van het EFSF/ESM en het IMF komen. Zij moeten mogelijk financiering verschaffen aan Spanje en Italië. Mochten deze partijen aan Spanje en Italië 3-jaars leningen verschaffen, dan zou het om zo’n EUR 1.000 miljard gaan. De resterende leencapaciteit van deze instellingen is daarmee min of meer opgebruikt. Verdere uitbreiding van hun vuurkracht is dan noodzakelijk. Nieuwe LTRO’s van de ECB Daarnaast kan de ECB met nog een 3-jaars langlopende herfinancieringsoperatie (LTRO) komen om ongelimiteerde liquiditeit aan de commerciële banken in deze landen te verschaffen. Zo wordt niet alleen bescherming geboden tegen liquiditeitskrapte in het banksysteem, maar wordt ook indirecte staatssteun verschaft: Italiaanse en Spaanse commerciële banken hebben de middelen uit de LTRO’s gedeeltelijk gebruikt om op hun thuismarkt staatsobligaties te kopen. De keerzijde van die strategie is dat daardoor het risico van banken op hun overheden toeneemt. Sinds de eerste 3-jaars LTRO hebben de Spaanse en Italiaanse banken hun positie in staatsobligaties aanzienlijk vergroot (zie grafiek). Als binnenlandse banken op de korte termijn de enige bron van financiering vormen, kan hun risicopositie op spectaculaire wijze verder toenemen. De bezorgdheid onder beleggers over 400 350 300 250 200 150 100 50 0 Italië september 2011 Spanje eind 2012 Bronnen: EBA, ECB, ABN AMRO Economisch Bureau Prognoses per ultimo 2012 ervan uitgaande dat binnenlandse banken de gehele verder uitgifte van lokale staatsobligaties opkopen. Begrotingsunie in de tweede fase De tweede fase van de beleidsreactie bestaat zeer waarschijnlijk uit verdere stappen in de richting van een begrotingsunie: enerzijds via meer integratie en coördinatie van economisch beleid en anderzijds via gezamenlijke uitgifte van obligaties en garantiestelling voor de staatsschuld van lidstaten. Dat is echter niet van de ene op de andere dag mogelijk, maar de routekaart naar een dergelijke unie kan al wel vroegtijdig opgesteld worden. Politieke besmetting kan beleidsreactie vertragen Na een Grieks uittreden uit de euro nemen de politieke risico's toe omdat Griekenland niet meer aan zijn betalingsverplichtingen voor euro/IMF-leningen kan voldoen, terwijl Griekse banken en de Griekse overheid jegens de ECB in gebreke blijven. De ECB moet dan geherkapitaliseerd worden door nationale overheden uit het eurogebied. Die moeten – nadat zij hun vingers aan Griekenland hebben gebrand – aan hun burgers uitleggen waarom vervolgens enorme bedragen in Spanje en Italië en hun banksystemen gepompt moeten worden. Er kan dan politiek verzet ontstaan. Duitsland zal op zijn minst zeer strenge voorwaarden stellen en de ECB mogelijk onder druk zetten om behoedzaam te blijven. Anderzijds kunnen perifere landen onwillig zijn om zware bezuinigingsmaatregelen te accepteren. Scenario’s voor de eurozone na Grieks exit uit de euro In welke mate een Griekse exit doorwerkt, hangt af van de mate waarin politieke besmetting een beleidsreactie in de weg staat. In scenario 2 kan het enige tijd duren voordat de beleidsreactie vorm krijgt, maar zal die uiteindelijk wel daadkrachtig en tijdig genoeg zijn om te voorkomen dat er nog meer landen uit de eurozone stappen. De periode van hevige financiële spanningen en economische onzekerheid zal echter 4 Macro Focus – – 22 mei 2012 tot een diepere recessie leiden. In de eurozone kan het BBP krimpen met meer dan 1% dit jaar en zo’n 2% in 2013. In de VS kan de BBP-groei enige tijd stagneren om later in 2013 weer te herstellen. Verdere kwantitatieve verruiming door de Fed wordt dan waarschijnlijk. Signalen die erop wijzen dat dit scenario vorm krijgt, zijn de posities waarin Syriza en de autoriteiten in de eurozone zich hebben verschanst, en een trage reactie van beleidsmakers. Gedeeltelijk uiteenvallen van de eurozone In Scenario 3 is er sprake van een trage beleidsreactie, waarbij de kernlanden niet staan te trappelen om financiering te verschaffen en de perifere landen zich verzetten tegen meer bezuinigingen. Bovendien kan de ECB – onder druk gezet door Duitsland – zich ook nog eens terughoudend opstellen. Het faillissement van meerdere staten en een volledige bankencrisis zijn dan het gevolg, gezien de omvangrijke posities van banken in de eurozone in perifere staatsobligaties. Uiteindelijk zullen andere perifere landen (Portugal, Spanje en Italië) Griekenland volgen en ook uit de eurozone stappen. Agressieve interventie door de ECB en door nationale overheden (nationale brandmuren, reddingsoperaties voor banken), in combinatie met duidelijke stappen in de richting van een begrotingsunie (euroobligaties), zal de kernlanden bijeenhouden, maar wel zware offers eisen. Een bancaire en financiële crisis in de gehele eurozone zal, gevoegd bij de enorme onzekerheid, tot een forse daling van het BBP leiden (-3% in 2012, 2013). De VS belandt dan ook in een gematigde recessie (+0,75% in 2012, -0,25% in 2013), waarop de Fed met een enorm programma van kwantitatieve verruiming komt. Blootstelling banken eurozone aan perifere staatsobligaties % tier 1-kapitaal 100 80 60 40 20 0 Gr incl. Ir en Pt december 2010 incl. Sp incl. It september 2011 Bronnen: EBA, ABN AMRO Economisch Bureau In het geval van een Grieks exit lijkt scenario 2 waarschijnlijker dan scenario 3. Naar onze overtuiging worden de beleidsmakers door een Griekse exit ruw wakker geschud en zullen zij niet willen riskeren dat er nog meer landen de euro verlaten, uit vrees dat politieke inactiviteit door een volledige ineenstorting van de eurozone wordt gevolgd. Grote risico's voor Griekenland na exit Na uittreding zou Griekenland forse tegenwind te verduren krijgen. Al vaak is betoogd dat een sterke waardedaling van de nieuwe munt tot een snelle opleving van de groei zal leiden. Dat lijkt echter onwaarschijnlijk. Allereerst is de Griekse exportsector relatief klein, terwijl de voornaamste exportmarkt van het land – de rest van de eurozone – dan in een diepe recessie verkeert. Ten tweede is het zeer wel mogelijk dat de inflatie oploopt, aangezien de waardedaling van de munt tot stijgende importprijzen leidt. Daar komt nog bij dat het, gezien de noodzaak om een strak begrotingsbeleid te voeren, voor de overheid zeer verleidelijk zal zijn om de centrale bank de geldpers harder te laten draaien om zo de overheidsbestedingen te financieren. Dit zal dan uiteindelijk weer tot een forse stijging van de inflatie leiden. Nadere informatie over Economisch Bureau vindt u op: abnamro.nl/economischbureau