Bedrijfsfinanciering TEW 2e fase Mieke Simons Hoofdstuk 1: Netto actuele waarde evaluatie methode Herbekijk minicase HBp6 WAT IS DE NETTO ACTUELE WAARDE (NAW)? Waardecreatie centraal ο° Brengt het project waarde mee? ο° Bepalen of de input van ‘cash’ gedekt wordt door de output van ‘cash’. ππ΄π = π΄ππ‘π’πππ π€πππππ π‘ππππππ π‘πππ πππ β − πΌππ£ππ π‘πππππ π ∑ ο· ο· ο· πΉπππ πππ β ππππ€ ππ ππππ π‘ −πΌ (1 + π)π‘ π‘=1 NAW > 0 : waardecreatie dus project aanvaarden NAW < 0 : waardevernietiging dus project niet aanvaarden NAW = 0 : onverschillig Marktrente = π = het rendement op een alternatieve belegging in de kapitaalmarkt. HOE ‘CASH’ INFORMATIE UIT DE BOEKHOUDING PUREN? Winst geen goed criterium ο· Aankoopprijs vast activa o Kost geboekt via afschrijvingen o NAW: op moment van betaling ο· Verkopen o Kost geboekt bij facturatie o NAW: op moment van betaling Correcties op boekhoudgegevens ο· FCF = Free Cash Flow ο· Cashbewegingen bepalen Winst + Afschrijvingen - (her)Investeringen - β werkkapitaal Vrije Cash Flow: FCF ο· β werkkapitaal = βvoorraden + βklantenkrediet - βleverancierskrediet 2 “CASH” INFORMATIE UIT BOEKHOUDING: EXTRA OEFENINGEN NAW en belastingen ο· Belastingen berekenen op de winst (dus al −πΌ bij π1 ) ο· Belastingen negatieve invloed o ππ΄ππ§πππππ − ππ΄ππππ‘ = π΄ππ΅ππππ π‘πππππ NAW en werkkapitaal ο· Investeren in werkkapitaal negatieve invloed 3 Hoofdstuk 2: Andere methoden van investeringsevaluatie METHODEN VOOR INVESTERINGSEVALUATIE Gemiddelde boekhoudkundige opbrengstvoet (ARR ) Definitie ππππππππππ πππ‘π‘ππ€πππ π‘ ο· π΄π π = ππππππππππ πππ£ππ π‘πππππ ο· ο· ARR = Accounting Rate of Return Lineair afschrijven: gemiddelde investering = investering/2 Beslissingsregel ο· ο· Boekhoudkundige rendement > minimum vereist rendement : ARR > r ο aanvaarden Boekhoudkundige rendement < minimum vereist rendement : ARR < r ο verwerpen Evaluatie Voordelen Nadelen Eenvoudig Winst ipv FCF r willekeurig bepaald Geen actualisatie De terugbetalingstermijn- methode (Payback methode) Definitie ο· πππ£ππ π‘πππππ πππ¦ππππ = ππππππππππ πΉπΆπΉ (niet op formularium!) Beslissingsregel ο· ο· Terugbetalingstermijn < aanvaardbaar maximum ο aanvaarden Terugbetalingstermijn > aanvaardbaar maximum ο verwerpen Evaluatie Voordelen FCF Eenvoudig Intuïtief Nadelen Max terugbetalingstermijn willekeurig bepaald Negeert latere CF’s Geen actualisatie 4 Profitability index (PI) Definitie ο· ∑ππ‘=0 πΉπΆπΉ (1+π)π‘ /πΌ Beslissingsregel ο· ο· PI > 1 ο aanvaarden (NAW > 0) PI < 1 ο verwerpen (NAW < 0) Evaluatie Voordelen Nadelen Verwaarloost grootte project FCF Actualisatie Intuïtief Interne rendementsmethode (IRR) Definitie πΉπΆπΉ ο· ∑ππ‘=0 ο· IRR = Internal Rate of Return ο· IRR zoeken via lineaire interpolatie: π¦ (1+πΌπ π )π‘ − πΌ=0 π¦−π¦1 2 −π¦1 π₯−π₯1 2 −π₯1 =π₯ Beslissingsregel ο· ο· IRR > minimum vereist rendement ( = cutoff-rate of hurdle-rate)ο aaanvaarden IRR < minimum vereist rendement ( = cutoff-rate of hurdle-rate)ο verwerpen Evaluatie Voordelen Rangschikken volgens IRR FCF Actualisatie Nadelen Verwaarloost grootte project (relatief) Ongevoelig voor teken wissels Niet altijd unieke oplossing (tekenwissels => max zoeken) Bevoordeelt de KT Herbeleggen aan IRR ipv r 5 Hoofdstuk 3: Toepassingen van NAW: praktische overwegingen en uitbreidingen Herbekijk minicase HBp47 INCREMENTELE VRIJE CASHFLOWS ο· ο· Incrementeel = het werkelijke verschil voor en na de investering Dus het netto-verschil Enkele aspecten van incrementele vrije cashflows Sunk costs ο· ο· In het verleden Kosten spelen niet meer mee Opportuniteitskosten ο· ο· Waarde van het best verloren gegane alternatief Kosten spelen mee Kostendaling ο· Als positieve cash inflow Neveneffecten ο· ο· Invloed op de verschillende afdelingen Kosten spelen mee Wijziging werkkapitaal ο· ο· Werkkapitaal nodig : kost ο° Cash outflow Werkkapitaal terug vrij : opbrengst ο° Cash inflow Na belastingen ο· Kosten spelen mee Abstractie van financiering project ο· Projecten evalueren alsof 100% gefinancierd met eigen middelen ο· Voordelen o Investeringsbeslissingen los van financieringsbeslissingen o Effect financiering via aparte analyse 6 AFSCHRIJVINGEN EN AFSCHRIJVINGSMETHODES ο· Beïnvloeden de CF via de belastingen Verschillende methodes ο· Lineair : elk jaar hetzelfde bedrag ο· Versneld : belastbare winst in de eerste jaren reduceren tot 0 ο· Degressief : de eerste 3 jaar het dubbele van het lineaire Lineair vs versneld ο· Enige verschil = timing van de bedragen ο· β(ππ΄π) = β(π΄ππππππ π‘πππππ ) => ππ΄ππ£πππ ππππ = ππ΄ππππππππ + β(π΄ππππππ π‘πππππ ) Belastingsvoordeel = Tax Shield ο· ο· ο· π π· π π‘ π΄π = ∑ππ‘=1 (1+π) π‘ o π·π‘ = Afschrijvingen in jaar t o ππ = belastingsvoet Wat zou de kost zijn als wel belastingen op afschrijvingen? Het grootst bij versneld afschrijven Nadelen ο· Versneld afschrijven doet winst fluctueren ο· Versneld afschrijven niet meer mogelijk voor grote bedrijven in België VOORRAADWAARDERING Kostprijs verkochte goederen = waarde BV + waarde AK of productie – waarde EV FIFO ο· ο· ο· LIFO ο· ο· ο· First In, First Out Historische aankoopprijzen Beter bij prijsdalingen o Hoogste prijs eerst o Lagere winst => lagere belastingen Last In, First Out Meest recente aankoopprijzen Beter bij prijsstijgingen o Hoogste prijs eerst o Lagere winst => lagere belastingen Effect op FCF ο· Verschil in FCF = verschil in belastingen ο· Dus indirect effect via de belastingen 7 KETENS VAN VERVANGINGSINVESTERINGEN Projecten met verschillende levensduur ο· Kortere looptijd ο sneller vervanging nodig ο· Afweging tussen kosten en vervanging Methode 1: gemeenschappelijke looptijd ο· Zoeken naar kgv voor de looptijd ο· Vervangingskosten na laatste periode gelijktijdig ο· Dan π΄π(πππ π‘ππ) berekenen Methode 2: jaarlijkse equivalente kosten ο· Maakt abstractie van de levensduur ο· Kies voor de laagste jaarlijkse equivalente kosten π½πΈπΎ = π΄π(πππ π‘ππ) π΄πππ’ïπ‘πππ‘π ππππ‘ππ JEK om te beslissen wanneer machine te vervangen ο· JEK berekenen ο· Vervangen 1 jaar voor dat π½πΈπΎ < βπ’πππππ πππ π‘ INFLATIE De Fisher equatie ο· π = reële interestvoet, π = nominale interestvoet, π = inflatie ο· (−π ∗ π) zo klein dat je het mag verwaarlozen 1+π = 1+π 1+π → π ≅π −π (−π ∗ π) Inflatie en berekening AW ο· Reële cashflows : FCF inflatie al in rekening gebracht ο· Nominale cashflows : FCF inflatie nog in rekening brengen!!! ο° Geeft dezelfde NAW ο° Meestal nominale cashflows : π gebruiken : π gebruiken Inflatie en investeringsanalyse ο· Stijgende inflatie zal o Het vereiste rendement van een project doen toenemen o De tijdswaarde van geld belangrijker maken o De verwachte cashflows beïnvloeden o De π΄ππππππ π‘πππππ verlagen (afschrijvingen zelf niet!) ο· πΉπΆπΉππππ ππππππ‘ππ tov πΉπΆπΉππππππ‘ππ o Omzet en kosten ∗ (1 + π) na elk jaar! o Afschrijvingen niet o Via de nominale FCF de reële FCF’s berekenen: πΉπΆπΉππëππ = πΉπΆπΉππππππππ /(1 + π)π 8 ο· Belastingsvoordeel wordt kleiner o Afschrijvingen niet beïnvloed door inflatie o Winst, en dus belastingen, wel! o πππππ π‘πππππππππ‘ππ7% > πππππ π‘πππππ ππππππ‘ππ (1,07) ο° Inflatie heeft dus (-) invloed op NAW! KAPITAALBEPERKINGEN Kapitaaltoewijzing: 1 periode ο· Niet alleen kijken naar de afzonderlijke hoogste NAW ο· Kijken naar bundels die in je budget passen Kapitaaltoewijzing: meerder perioden ο· PI kan leiden tot verkeerde beslissingen ο· Meerdere perioden o Op verschillende t geld beschikbaar o Op verschillende t geld vanuit vorige projecten! ο· Oplossen op zicht of via geheeltallige programmering NOTIONELE INTERESTAFTREK Belastingsvoordeel π π ο· π π‘ π΄π = ∑ππ‘=1 (1+π) π‘ ο· ο· ο· ο· ο· Notionele interesten = belastingsaftrek voor risicokapitaal Notionele interesten = belastingsaftrek voor risicokapitaal Via een fictieve interestaftrek op EV Interestvoet Gelijk aan de OLO-rentevoet op 10 jaar o Op 31/12 van het voorlaatste jaar voor het aanslagjaar o Aanslagjaar 2012 ο 31/12/2010 Behandelen zoals afschrijvingen β(ππ΄π) = (π΄ππππππ π‘πππππ ) => ππ΄π = ππ΄ππππ ππ + (π΄ππππππ π‘πππππ ) ο· ο· 9 Hoofdstuk 4: Waardering van een onderneming: DCF vs DDM DISCOUNTED CASHFLOW BENADERING = DCF Definities ο· DCF: waarde onderneming = AW toekomstige FCFs πΉπΆπΉπ‘ (1+ππππ)π‘ ο· ππ‘=0 = ∑ ο· ο· ππ‘=0 = marktwaarde onderneming op t=0 ππππ= kapitaalkost onderneming + πππ πππ’πππ π€πππππ Methode Correcties tot FCF ο· Zie hoofdstuk 1 Opmerkingen werkkapitaal ο· ο· ο· Werkkapitaal ο niet zichtbare investering Dienstbedrijven : investering in werkkapitaal belangrijker Groeibedrijven : investering in werkkapitaal + in VA Interpretatie van de berekenede “waarde” ο· Marktwaarde : DCF ο· Boekwaarde : totaal passief ο· Net assets : totaal passief – handelsschulden o Vast activa + netto werkkapitaal o Vast activa +(VlA – handelsschulden) Opmerkingen Voorspellingen FCF ο· ο· Toekomstig => onzekerheid Sensitiviteitsanalyse Net assets ο· Marktwaarde > boekwaarde o Activiteiten geven te lage FCF o Te veel activa ingezet (πΌ niet rendabel) Surplus « cash » en surplus « activa » ο· ο· Optellen bij waarde Opletten voor dubbeltelling Residuele waarde ο· ο· ο· Na bepaalde tijd FCF cte of dezelfde groeivoet Residuele waarde Actualiseren! 10 DIVIDEND DISCOUNT MODEL = DDM Definities ο· DDM: waarde aandelen = AW toekomstige Dividenden πππ£π‘ (1+π ππ )π‘ ο· πΈππ‘=0 = ∑ ο· ο· πΈππ‘=0 = waarde AD/EV π ππ = rendement op AD ο· Als Div = totale bedrag uitgekeerde dividenden : DDM = totale waarde van het EV Als Div = dividend/ aandeel : DDM = waarde van het aandeel DDM vs DCF ο· Als geen financiële schulden: π ππ = ππππ ο· Dezelfde resultaten als o Dezelfde assumpties gebruikt worden o Bij financiële schulden de juiste correcties toegepast worden ο° Doordat FCF = surplus “cash” die gebruikt kan worden om vermogensverschaffers te vergoeden Waardebepaling van Fresh Food ο· π·π·π = π·πΆπΉ ο· Omdat alleen gefinancierd door EV Analyse van de situatie ο· DCF en DDM zeer laag o In vgl met boekwaarde o Zelfs VA hoger ο liquideren zou nog meer opbrengen ο· Zeer veel middelen in netto werkkapitaal o Voorraden + handelsvorderingen – handelsschulden o Wel efficiënt? ο° FCF opdrijven of boekwaarde laten dalen Minicase ZYM company ο· HB blz 103-106 HET GORDON GROEIMODEL: EEN VAAK GEBRUIKTE DDM SPECIFICATIE Definities ο· Moeilijk om Div te voorspellen ο· Bepalen π = gemiddelde LT-groei ο· πππ£π‘ ππ −π) πΈππ‘=0 = (π Eigenschappen van DDM/ Gordon groei Groeivooruitzichten ο· ο· Waarde AD groter als π ≠ 0 Groeivooruitzichten zeer belangrijk 11 Dividend rendement vs kapitaalwinst ο· ο· ο· Gerealiseerd rendement aandeel (π·ππ£1 + πΈππ‘=1 − πΈππ‘=0 ) π·ππ£1 πΈππ‘=1 − πΈππ‘=0 = = + πΈππ‘=0 πΈππ‘=0 πΈππ‘=0 = πππ£ππππππππππππππ‘ + πππππ‘ππππ€πππ π‘ Indien een kapitaalmarkt in evenwicht o Gerealiseerd rendement = verwacht rendement = discontovoet o Groeivoet beïnvloed dan alleen de samenstelling Rendementsaandelen o Hoog dividendrendement o Trage groei Volatiliteit van aandelen ο· Als π erg hoog tov π ππ ο· Hogere volatiliteit naarmate ze dichter bij elkaar liggen → Als π ππ erg laag is tovg π DDM/Gordon geeft inzicht in niveau van P/E ratio ο· ο· ο· ο· ο· PE ratio: hoeveel het AD waard is tov huidige winst per AD π/πΈ = πππππ/πΈπππππππ Wanneer π = 0 + alle winsten worden uitgekeerd o π = πΈππ‘ o π/πΈ = 1/π ππ o Komt vaak voor in praktijk als g=0 Bedrijven met (+)g : PE ratio groter dan 1/R Bedrijven met (-)g : PE ratio kleiner dan 1/R Individuele aandelen => vergelijken met gelijken o PE aandeel groter dan referentie : overgewaardeed, duur aandeel o PE aandeel kleiner dan referentie : ondergewaardeerd, goedkoop aandeel Het schatten van het groeiritme g ο· ο· Om productiecapaciteit in stand te houden : evenveel herinvesteren als afschrijven Om te groeien: netto-investeringen : investeringen bovenop de herinvesteringen o Netto-investering = 0 : nettowinst volledig uitkeren => dividend cte o Netto-investering > 0 : nettowinst deels uitkeren => groeiende dividend π = π. π ∗ = ππππβππ’πππ π€πππ π‘ (πππππππππ‘ ππ ππππβππ’πππ π€πππ π‘) πππ‘π‘ππ€πππ π‘ Afweging dividend en groei ο· Waarde met groei vergelijken met waarde zonder => ππ΄πβπππππ£ππ π‘πππππ al dan niet >0 ο· Via formule: π ∗ = π/π o π ∗ < π ππ negatieve groei ∗ o π < π ππ expansie ∗ o π < π ππ positieve groei 12 Veranderende groeivoeten ο· ο· KT-groei kan afwijken van LT-groei KT-groei wijkt het sterkst af van langjarige gemiddelde groei Minicase: ABX ο· HB blz 121-123 ο· Negatieve groeiverwachting o π ∗ < π ππ o πΈππππ‘ πππππ < πΈππ§πππππ πππππ ο· Positieve groeiverwachting o π ∗ > π ππ o πΈππππ‘ πππππ > πΈππ§πππππ πππππ 13 Hoofdstuk 5: Dividendpolitiek Herbekijk voorbeeld HBp131 DIVIDENDPOLITIEK IRRELEVANT IN EEN WERELD MET PERFECTE KAPITAALMARKTEN Karakteristieken van perfecte kapitaalmarkten ο· Geen fricties (geen transactiekosten, belastingen,…) ο· Perfecte informatie ο· Alle spelers prijsnemers ο· Interestvoet (uitlenen) = interestvoet (ontlenen) ο° Waarde AD = AW(toekomstige dividenden) Voorbeeld: dividendpolitiek en waarde ο· Dividendpolitiek 1 o π‘ = 0: π·ππ£0 = 0 o π‘ = 1: π·ππ£1 = ππβπππ ππππππππ π‘ ο· Dividendpolitiek 2 o π‘ = 0: π·ππ£0 = 0 o π‘ = πΌ: π·ππ£1 = ππππππππ π‘ − π πβπ’πππππππ π πππ ο· Waarde van een aandeel o Ex dividend : na het betalen van π·ππ£0 o Cum dividend : net voor het betalen van π·ππ£0 ο· Via DDM beslissen welke grootste waarde oplevert (hier irrelevant) ο· Balans in marktwaarde vs balans in boekwaarde Conclusie ο· Vergelijken met een taart ο· Dividendpoltiek => welk stuk wordt er wanneer uitgedeeld? ο· Grootte taart => πΈππ‘=0 DIVIDENDPOLITIEK IN IMPERFECTE KAPITAALMARKTEN: RELEVANTIE VOOR WAARDERING Relevantie van dividendpolitiek ο· Invloed op de AW van de lekken ο· Stuurt de verwachtingen van de markt (ivm waarde) Belastingen ο· Totale waarde blijft gelijk ο· Deel aan de staat + deel aan aandeelhouders Clientèle effect ο· Vooral belangrijk als beursgenoteerd! ο· ADHs: verschillende types van investeerders ο· Soms ander belastingssysteem => andere voorkeuren dividendpolitiek 14 Asymmetrische informatie ο· Vooral belangrijk als beursgenoteerd! Managers en aandeelhouders ο· ο· Managers kennen de toekomst van de onderneming beter Stabiele dividendpolitiek o Waar de ADHs zich aan verwachten o Dividenden cte of in stijgende lijn o Uitkeringspercentage cte => wisselende dividenden Waarde van het bedrijf ο· ο· ο· ο· ο· Voor de managers: volgens de werkelijke cijfers Voor de ADHs: volgens hun verwachtingen o Bijstellen via aankondiging dividend o 1 van de verwachtingen waarschijnlijker Dividendpolitiek: laag/geen Div op t=0 o ADHs pessimistisch o Waarde AD zakt o Marktwaarde < werkelijke waarde ο te pessimistisch signaal Dividendpolitiek: hoog/een Div op t=0 o ADHs optimistisch o Waarde AD stijgt o Marktwaarde > werkelijke waarde ο te optimistisch signaal Toekomstverwachtingen niet zomaar prijsgeven o Strategie niet naar concurrentie o Risico want toekomstgericht o Moet wel realistisch zijn! Agency problemen en Corporate Governance ο· Vooral belangrijk als beursgenoteerd! ο· Belangenconflicten o Tussen managers en ADHs o Tussen kleine en grote ADHs ο· Via verantwoordelijke dividendpolitiek vertrouwen winnen Vuistregels voor financiële managers ο· Voer een stabiele dividendpolitiek ο· Inkoop eigen aandelen als alternatief o Om koers op te drijven, om surplus “cash” uit te keren, vijandige overname vermijden,… o Kan als (-) signaal overkomen of zelfs verdoken dividenduitlering ο· Rekening houden met belastingsregime ο· Geef juiste signalen ο· Belangrijke afweging: div uitkeren vs winsten inhouden o Externe financiering kost geld o Overmatig inhouden van winst brengt wantrouwen o Huidige dividendrendement vs toekomstige kapitaalwinst 15 DIVIDENDPOLITIEK IN BELGIË BIJ BEURSGENOTEERDE ONDERNEMINGEN Het belang van dividenden voor Belgische aandelen ο· Belgische aandelen vooral rendementsaandelen ο° Dividenden dus zeer hoog en belangrijk ο· Veel aandacht voor hun dividendpolitiek o Belangrijke invloed op de prijs van hun aandelen o Verwachtingen niet ingelost ο (-) invloed op AD-waarde ο· Voornamelijk stabiele dividendenpolitiek in België Fiscaal regime dividenduitkering in België Particulieren ο· ο· RV van 25%, uitzonderlijk RV van 15% RV aan de bron ingehouden Bedrijven ο· ο· ο· RV van 25%, uitzonderlijk RV van 15% Aftrekbare dividenden in bepaalde gevallen RV verrekend in vennootschapsbelasting 16 Hoofdstuk 6: Optimaal beleggen: De inzichten uit de portfoliotheorie Herbekijk minicase HBp157 OMGAAN MET RISICO Bepaling van risico Toekomstig rendement via historisch gemiddelde ο· De verwachte return (ex ante) benaderen met gemiddelde return (ex post) ο· πΈ(π ) = ο· Variantie = gemiddelde (gekwadrateerde) afwijking van het gemiddelde ο· π² = [π ∑(π π − πΈ(π ))²] 1 π ∑π π=1 π π 1 Standaarddeviatie: een risico maatstaf ο· ο· ο· Rendement normaal verdeeld πΈ(π ) − π ≤ πππππππππ‘ ≤ πΈ(π ) + π Met een waarschijnlijkheid van 68% Naarmate π stijgt, stijgt het risico Risico in de financiële theorie: assumpties ο· ο· ο· Men wil zijn πΈ(ππ’π‘) maximaliseren Beleggers zijn risico afkerig Rendementen normaal verdeeld Houding ten opzichte van risico Risico aversie ο· ο· ο· Concave nutsfunctie MN neemt af bij toenemende rijkdom Verkiest zekerheid boven risico o Zekerheid geeft hem een hoger nut o π(πΈ(π€)) > πΈ(π(π€)) Risico neutraal ο· ο· ο· Lineaire nutfunctie MN constant Indifferent tussen zekerheid en risico o π(πΈ(π€)) = πΈ(π(π€)) Risico preferent ο· ο· ο· Convexe nutsfunctie MN stijgt bij toenemende rijkdom Verkiest risico boven zekerheid o π(πΈ(π€)) = πΈ(π(π€)) 17 Uitzondering op de assumptie van risico aversie ο· ο· Voorbeel: LOTTO Prijs van het ticket duurder dan verwachte opbrengst! Het efficiënte set theorema en risico Afweging rijkdom vs risico ο· Hogere asymptoot ο° Lagere π ο° Lager risico Het efficiënte set theorema ο· ο· Optimale belegging voor risico afkerige belegger o Geen andere belegging met hoger rendement, gegeven hetzelfde risico o Geen andere belegging met lager risico, gegeven hetzelfde rendement Dan is de belegging efficiënt Efficiënte set theorema en nutsfunctie ο· ο· ο· Indifferentiecurve o Alle punten op 1 IC hebben hetzelfde nut o Een IC die hoger ligt, heeft een hoger nut Let op de assen! Voorbeeld HBp168 (hermaken) Berekening van verwacht rendement en risico ο· Niet langer via historische gemiddelde! Berekenen! ο· Op basis van mogelijke toekomstige rendementen ο· Vaak via modellen => vb CAPM Berekening van het verwachte rendement ο· πΈ(π ) = ∑π π=1 ππ π π Berekening van het verwachte risico ο· 2 2 π 2 (π ) = πΈ [(π π − πΈ(π )) ] = ∑π π=1 ππ (π π − πΈ(π )) HET DIVERSIFICATIE-EFFECT: COMBINATIES VAN BELEGGINGEN ο· ο· Williams o Waarde aandeel via AW van verwachte toekomstige dividenden o DDM Markowitz o Combinatie van aandelen, kijken naar de correlaties o Efficiënte portefeuille 18 Het diversificatie-effect ο· π π = π₯π 1 + π¦π 2 ο· ο· Geldt NIET voor de variantie!!! o π(π π ) < π₯π(π 1 ) + π¦π(π 2 ) o Minder extremen in portefeuille o Risico’s worden afgezwakt door het andere aandeel Effect groter als de covariantie en correlatie groter o Cyclische aandelen : bewegen sterk samen met de markt o Contracyclische aandelen : bewegen omgekeerd dan de markt Covariantie ο· πππ£(π π , π π ) = πΈ[(π π − πΈ(π π )) ∗ (π π − πΈ(π π ))] o Aandelen bewegen in dezelfde richting o Aandelen bewegen in tegengestelde richting o Aandelen bewegen onafhankelijk van elkaar ο· Zegt niets over de sterkte van de samenhang πππ£ = + πππ£ = − πππ£ = 0 Correlatiecoëfficiënt ο· Correlatiecoëfficiënt = covariantie van de gestandaardiseerde rendementen ο· Standardisatie: π§ = πππ = πΈ [( ο· π−π π π π − πΈ(π π ) π π − πΈ(π π ) πΈ[(π π − πΈ(π π )) ∗ (π π − πΈ(π π ))] πππ£(π π , π π ) = )∗( )] = π(π π ) π(π π ) π(π π )π(π π ) π(π π )π(π π ) ππ₯π₯ = 1 Risico en rendement van een portfolio met 2 aandelen: wiskundige analyse ο· πΈ(π π) = π₯πΈ(π 1 ) + (1 − π₯)πΈ(π 2 ) ο· Geldt NIET voor de variantie!!! o π 2 (π π ) = π₯ 2 π 2 (π 1 ) + (1 − π₯)2 π 2 (π 2 ) + 2π₯(1 − π₯)π12 π(π 1 )π(π 2 ) o π(π π ) < π₯π(π 1 ) + (1 − π₯)π(π 2 ) => doordat π12 πππ₯ = 1 Maximale waarde voor π(π π ) ο· ο· Risico maximaal als π12 = +1 π(π π ) = π₯π(π 1 ) + (1 − π₯)π(π 2 ) Minimale waarde voor π(π π ) ο· ο· Risico minimaal als π12 = −1 π(π π ) = π₯π(π 1 ) − (1 − π₯)π(π 2 ) ο· π₯ = π(π π(π 1 ) 1 )π(π 2 ) Samenvattend ο· π₯π(π 1 ) − (1 − π₯)π(π 2 ) ≤ π(π π ) ≤ π₯π(π 1 ) + (1 − π₯)π(π 2 ) ο· ο· Bekijk grafische voorstelling HBp184 Hoe lager k, hoe hoger de compensatie 19 Risico en rendement van een portfolio met n aandelen ο· πΈ(π π ) = ∑ π₯π πΈ(π π ) met ∑ π₯π = 1 ο· ο· ο· π 2 (π π ) = ∑ π₯π2 π 2 (π π ) + ∑ ∑ π₯π π₯π πππ£(π π , π π ) o π variantie termen o π(π − 1) covariantie termen Indien gelijke verdeling => π₯π = 1/π naar voor brengen in formule Zeer omslachtig en veel rekenwerk Gemiddelde covariantie =0 1 π Μ Μ Μ Μ π2 π ο· π 2 (π π ) = ∑ π 2 (π π ) = ο· π ↑ ∞: ο· ο· Hoe meer aandelen, hoe lager het risico Risico volledig weg => als voldoende aandelen die onafhankelijk bewegen! Μ Μ Μ π² π →0 Gemiddelde covariantie > 0 Μ Μ Μ π² π(π−1) + ∗ πππ£ Μ Μ Μ Μ Μ π π² Μ Μ Μ Μ 2 (π−1) π → 0 ππ Μ Μ Μ Μ Μ πππ£ π π ο· π 2 (π π ) = ο· π ↑ ∞: ο· ο· Hoe meer aandelen, hoe harder risico bepaald door πππ£ Μ Μ Μ Μ Μ Risico = πππ£ Μ Μ Μ Μ Μ => als voldoende aandelen die afhankelijk bewegen! Marktrisico = systematisch risico Uniek risico = onsystematisch risico ο· → πππ£ Μ Μ Μ Μ Μ Risico van een portefeuille: de risico contributie voorstelling ο· Andere benadering om het risico te meten πππ£(π π ,π π ) ο· π(π π ) = ∑ π₯π ο· Via π½ kunnen we dan voor elk aandeel de risicobijdrage tot de portfolio uitdrukken π(π π ) DIVERSIFICATIE EN OPTIMALE BELEGGINGSPORTEFEUILLES ο· ο· Risico minimaal bij gegeven rendement Rendement maximaal bij gegeven risico Portefeuille enkel bestaande uit aandelen ο· Eerst portefeuilles maken met 2 aandelen ο· Deze combineren tot je hoogste πΈ(π ) vindt en laagste π ο· Via optimalisatie o Min π(π π ) o Odb 0 ≤ π₯π ≤ 1 ∑ π₯π = 1 πΈ(π π ) = ∑ π₯π πΈ(π π ) 20 Combinaties tussen aandelen en een risicovrije belegging ο· Risicovrije belegging ο· πΈ(π π ) = π π ο· π(π π ) = 0 Combinaties tussen π π en een aandelenportefeuille liggen op een rechte ο· ο· Covariantie altijd 0! Dus dan wordt π(π π ) = π₯π π(π π ) ο· Rendement/risico = trade off = sharpe ratio πβππππ πππ‘ππ πΈ(π π ) − π π πππππ‘πππ πππππππππ = π(π π ) πππ πππ π£ππ ππ πππππ‘ o o o o Deze moet worden gemaximaliseerd Efficient set zal wijzigen zodra een π π komt Dit wordt dus de raaklijn met de aandelenset Ontlenen onmogelijk => max 100% ο§ Na raakpunt aandelenset volgen o Ontlenen wel mogelijk => meer dan 100% ο§ De volledige rechte volgen ο· Uiteindelijke portfolio hangt af van individueel nut ο° Waar indifferentiecurve de efficiënte set raakt HET SLUITSTUK: WAT IS DE OPTIMALE PORTEFEUILLE M? Een perfecte kapitaalmarkt ο· Alle rationele beleggers dezelfde efficiënte set ο· Perfect gediversifieerd + veel aandelen => π(π π ) = √πππ£ Μ Μ Μ Μ Μ Het separatietheorema ο· In een perfecte kapitaalmarkt ο· Beleggers zullen, ondanks de risico voorkeuren altijd in dezelfde 2 portefeuillecomponenten f en m beleggen ο· De proporties van f en m hangen af van de individuele indifferentiecurves ο° Via sharpe ratio beleggingen onderling vergelijken Concrete toepassing ο· Wereldportefeuille benaderen via aandelenindex ο· Risicovrije rendement => rendement op staatsobligaties ο· Risicobijdrage van aandeel i: Met m= gekozen aandelenindex: π½ = πππ£(π π ,π π ) π²(π π ) Sharp investering ο· Optimale sectorallocatie ο· Eerst kijken naar risicocontrole => dan pas naar maximale return ο· Herbekijk artikel HBp 206 21 Hoofdstuk 7: Waarderen onder onzekerheid en (CAPM) AFLEIDING CAPITAL ASSET PRICING MODEL (CAPM) ο· ο· In een perfecte kaitaalmarkt Met perfecte diversificatiepolitiek πΈ(π π ) = π π + πΈ(π π ) − π π πππ£(π π , π π ) ∗ = π π + (πΈ(π π ) − π π ) ∗ π½π π(π π ) π(π π ) = π π + πππ πππππππππ = π π + ππππππ πππ πππβπππ πππππ‘πππ πππ + ππππππππ π£ππ π΄π·π π‘ππ‘ βππ‘ πππππ‘πππ πππ = π π + πβππππ πππ‘ππ + π π¦π π‘ππππππ πππ ο· ο· Slechts een deel van het totale risico wordt vergoed ο° Want in realiteit zal de correlatie <1 π½π = gestandaardiseerde risicobijdrage o π½π > 1: cyclisce aandelen o π½π < 1: defensieve aandelen WAT WORDT DOOR HET CAPM WEERGEGEVEN? ο· ο· ο· Relatie tussen verwachte rendement en systeemrisico Lineair verband Hoe zal het aandeel reageren op veranderingen in de markt? BÈTA ALS MAATSTAF VOOR RISICO Ex post versus ex ante rendementen ο· Ex ante : verwachte rendement o Groter dan π π o Want π½ > 0 ο· Ex post : gerealiseerde rendement o Groter of kleiner dan π π Sensitiviteit ten opzichte van de markt ο· CAPM kijkt alleen naar het cyclische deel van de fluctuaties o Bedrijfsspecifieke gebeurtenissen worden niet opgenomen o Zorgen voor verschil (ex ante) en (ex post) ο· Aandelen met π½ > 1 reageren feller dan aandelen met een lagere π½ ο· (ex ante) en (ex post) benaderend gelijk als o Portefeuille goed gediversifieerd o π½=1 22 Risico in Europa en België ο· π½ gemiddeld iets lager in België (0.83) dan in Europa (1.02) ο· π(π π ) kleiner dan de individuele ο° Markt is een gediversifieerde portefeuille ο· Marktmodel om aandeel te bepalen via het marktrendement o π ππ‘ = πΌ + π½π ∗ π ππ‘ + πππ‘ o π ππ‘ − π ππ‘ = πΌ + π½π ∗ (π ππ‘ − π ππ‘ ) + πππ‘ voor het risicovrij rendement Bèta van een portfolio ο· π½π = ∑ π₯π π½π ο· π½π = 1 voor een perfect gediversifieerde portefeuille Stabiliteit van bèta ο· Algemeen vrij stabiel ο· Kan wijzigen door bedrijfsspecifieke gebeurtenissen DE KAPITAALKOST EN WAARDERING VAN BEDRIJVEN Waardering van een bedrijf bij 100% aandelen financiering ο· Eerder: waardering bedrijf bij zekerheid ο· Hier: waardering bedrijf bij onzekerheid ο· Alleen met EV gefinancierd o π½ππππππππ = π½πΉπΆπΉ πππ‘ππ£ππ‘πππ‘ππ o Geldt niet als ook gefinancierd met VV! ο· Waarde bedrijf πΈ(πΉπΆπΉ) o Beperkt aantal periodes π€πππππ πππππππ = ∑ (1+πΆπ΄ππ)π‘ o Constant en perpetueel π€πππππ πππππππ = πΈ(πΉπΆπΉ) πΆπ΄ππ Opsporen van over en ondergewaardeerde aandelen via CAPM ο· Verwachte rendement => uit marktprijs bepaald Geëiste rendement => uit het CAPM: πΈ(π π ) o Verwacht rendement = geëist rendement : juiste waardering o Verwacht rendement > geëist rendement : ondergewaardeerd o Verwacht rendement < geëist rendement : overgewaardeerd KAPITAALKOST EN DIVERSIFICATIE Systematisch risico van een gediversifieerd bedrijf ο· Systematisch risico van de bedrijfsactiviteit => activiteitenrisico ο· π½πππ‘ππ£ππ‘πππ‘ = ∑ π₯π π½π Evalueren van projecten binnen een gediversifieerd bedrijf ο· Door de globale kapitaalkost πΈ(π πππππππ ) te gebruiken: verkeerde project aanvaard/verworpen! ο· Project A evalueren met specifieke kapitaalkost!!! ο° π½π΄ → πΈ(π π΄ ) 23 ANDERE RISICOFACTOREN ο· ο· ο· ADHs worden alleen vergoed voor het systematisch risico (marktrisico) Al het andere risico kan weg gediversifieerd worden Soms aan CAPM bijkomende risicofactoren toegevoegd ο fudge factors Fudge factors ο· Asymmetrische informatie ο· Organisatierisico (structuur) ο· Kwaliteit van het management ο· Illiquiditeit van de aandelen 24 Hoofdstuk 8: Waardering en Kapitaalstructuur INVLOED VAN VV FINANCIERING ZONDER BELASTINGSVOORDEEL Minicase: bedrijf ABC ο· ABC(U) = ABC unlevered => zonder schulden => financiering met EV ABC(L) = ABC levered => met schulden => financiering met EV + VV ο· ππ = πΈππ = totale marktwaarde van de aandelen ππΏ = πΈππΏ + π· = marktwaarden van alle uitgegeven aandelen + schulden o πΈππΏ = AW van alle toekomstige opbrengsten voor ADHs o π· = AW van toekomstige interesten en terugbetalingen Stelling 1: kapitaalstructuur is irrelevant voor de waarde van een onderneming ο· Miller en Modigliani (MM) ο· MM1: ππ = πΈππ = ππΏ = πΈππΏ + π· ο· Prijs per AD blijft ongewijzigd o ABC(U) : (5000/20 aandelen) =205/AD o ABC(L) : (2000/250)= 8AD => (3000/(20-8)aandelen) =250/AD In de praktijk ο· ο· Geen perfecte kapitaalmarkt Indirecte invloeden op de waarde o Belastingen o Kapitaalbeperkingen o Financiële verplichtingen (invloed op investeringskeuzes) o Asymmetrische informatie (via schuldpolitiek anders willen voorstellen) ο§ ππ΅π(ππππππ‘ π‘π ππππ) = (πππππ‘π€πππππ π΄π·)/πππππ€πππππ π΄π· ο§ # keer dat bedrijf meer waard is dan middelen die er worden ingestopt ο§ De waardecreatie die het management kan realiseren ο§ Opletten! Kan dus fout indruk geven! ο° Grootte van de taart, bepaalt de waarde V, ongeacht de financiële structuur ο° Gedreven door rentabiliteit van onderliggende industriële/handelsactiviteiten van onderneming Stelling 2: kost van EV stijgt met schuldopname ο· MM2: πΈ(π πΏ ) = πΈ(π π ) + (πΈ(π π ) − π π· ) ∗ π·/πΈππΏ ο· Het risico verschuift binnen de onderneming o ADHs groter risico (als laatste uitbetaald) o Als schulden risicovrij: ADHs dragen alle risico! o Geëiste rendement zal dus toenemen ο· Totale gemiddelde kost van de taart (waarde) blijft hetzelfde ο° Het geëiste rendement stijgt door verschuiving van risico ο° De taart is nog steeds even groot, maar het risico is ongelijk verdeeld 25 Kapitaalstructuur is irrelevant voor de kost van het globale vermogen ο· WACC = de kapitaalkost πΈππΏ ππΏ π· ο· ππ΄πΆπΆ = πΈ(π πΏ ) ∗ ο· ο· ππ΄πΆπΆ = πΈ(π π ) Het geëist rendement op AD wordt beïnvloed door kapitaalstructuur, WACC niet + π π· ∗ π πΏ Bedrijfsrisico vs financieel risico ο· Financieel risico => extra risico voor ADHs door risicoverschuiving ο· Bedrijfsrisico => activiteitenrisico ο· Geëist rendement hangt af van totaal risico ο° Totaal risico = financieel risico + bedrijfsrisico Bedrijfsrisico Totaal risico In de praktijk ο· π ππΈ = πππ‘π‘ππ€πππ π‘/πππππ€πππππ πππππ ππππππππ o Positief leverage effect => ROE stijgt met schulden o Negatief leverage effect => ROE daalt met schulden => π π· < π π‘ππ‘πππ πππ‘πππ => π π· > π π‘ππ‘πππ πππ‘πππ Schuldgraad en risico π·π³ πΈππΏ π½πΏ πΏ +π· π· π· ο· π½π = πΈπ ο· ο· π½πΏ is dus activiteitenrisico + financiële risico π½πΏ is de bèta die meestal gepubliceerd wordt => hieruit π½π halen + πΈπ πΏ +π· π½π· → π½πΏ = π½π + (π½π − π½π· ) πΈπ πΏ Uitgewerkt voorbeeld ο· Herbekijk dit ο· HBp267 Minicase Company Thunder ο· Herbekijk dit ο· HBp271 o Marktwaarde aandelen => o Marktwaarde bedrijf => o Kapitaalkost bedrijf => ο° Marktwaarde bedrijf rechtstreeks via DCF πΈ(π πΏ ) → πΈππΏ ππΏ = πΈππΏ + π· ππ΄πΆπΆ = πΈ(π π ) ππΏ = πΉπΆπΉ/ππ΄πΆπΆ 26 INVLOED VAN VV FINANCIERING MET BELASTINGSVOORDEEL ο· ο· Nu wel belastingen betalen Financiering met VV => belastingsvoordeel! Minicase: bedrijf CBA ο· ππΆ = belastingsvoet Belastingsvoordeel/ tax shield Aandelen VV Dividenden als vergoeding Interesten als vergoeding Moet niet altijd Moet altijd (afdwingbaar!) Niet fiscaal aftrekbaar Wel fiscaal aftrekbaar Waardering belastingsvoordeel ο· πππππ π‘ππππ π£πππππππ = ππΆ (π π· . π·) → π΄π(ππΆ ) = ππΆ . π· Waardering van de onderneming ο· ππΏ = ππ + ππΆ . π· = πΈππΏ + π· ο· πΉπΆπΉπΏ − πΉπΆπΉπ = πππ πππ π‘ππππ π£πππππππ ο° Wijze van financiering heeft een invloed op de totale uitkeerbare FCF ο° Heeft dus ook invloed op de waarde van de onderneming Rendement op eigen vermogen ο· Het risico verschuift binnen de onderneming o Geëist rendement is dus ook groter o Stijgt (1 − ππ ) minder dan voordien dankzij de belastingvermindering o π· πΈ(π πΏ ) = πΈ(π π ) + (1 − ππ )(πΈ(π π ) − π π· ) ∗ πΈπ πΏ ο· ο· ABC(U) : (2000/15 aandelen)= 133.33/AD ABC(L) : (2400/15 aandelen) = 160/AD => (1000/160) = 6.25AD => 8.75AD*160 + 1000 cash ο° Het geëiste rendement stijgt door verschuiving van risico ο° ADHs genieten van een hogere waarde Kapitaalstructuur wordt relevant voor de kost van het totale vermogen ο· ππ΄πΆπΆ = πΈ(π πΏ ) ∗ ο· ππ΄πΆπΆ < πΈ(π π ) πΈππΏ ππΏ + π π· (1 − ππ ) ∗ π· ππΏ = πΈ(π π ). (1 − ππ ). π· ππΏ Schuldgraad en risico π·π³ π· ο· π½πΏ = π½π + (1 − ππ )(π½π − π½π· ). πΈπ ο· π½πΏ is de bèta die meestal gepubliceerd wordt => hieruit π½π halen πΏ Grafische vergelijking impact schuld ο· HBp292 27 Equivalente waarderingsmethodes De aangepaste NAW (adjusted NPV) –methode ο· ο· ππ = πΉπΆπΉπ /πΈ(π π ) ππΏ = ππ + π΄π(ππΆ ) = ππ + ππΆ . π· De methode met de gemiddelde gewogen kapitaalkost (WACC) ο· ο· Belastingsvoordeel reeds ingecalculeer bij WACC ππΏ = πΉπΆπΉπ /ππ΄πΆπΆ Minicase Company Flash ο· Herbekijk dit ο· HBp298 o Marktwaarde aandelen => πΈ(π πΏ ) → πΈππΏ o Marktwaarde bedrijf => ππΏ = πΈππΏ + π· o Kapitaalkost bedrijf => ππ΄πΆπΆ < πΈ(π π ) ο· Waardering met WACC => ππΏ = πΉπΆπΉπ /ππ΄πΆπΆ ο· Waardering met aang NAW => ππΏ = ππ + ππΆ . π· Toepassing aangepaste NAW en methode met WACC: Capital Budgeting Een project met oneindige levensduur ο· ο· Via de aangepaste NAW Via de WACC ππ΄π = ππ + ππΆ . π· − πΌ0 ππ΄π = πΉπΆπΉπ /ππ΄πΆπΆ − πΌ0 Een project met eindige levensduur ο· ο· Werkwijze vorige hoofdstukken combineren met dit hoofdstuk Herbekijk minicase HBp303 28 Hoofdstuk 9: de keuze van de kapitaalstructuur KOSTEN VERBONDEN AAN FINANCIËLE MOEILIJKHEDEN Waarde van de onderneming ο· Waarde schulddragende onderneming (ππΏ ) o Waarde 100% EV (ππ ) + AW(belastingsvoordeel) – AW(kosten financiële moeilijkheden) ο· Hogere schuldratio o AW van de kost wordt groter o AW van het voordeel neemt toe ο· Theoretisch optimum ο° AW(belastingsvoordeel) = toename AW(kost fin moeiliijheden) ο° Waar de marktwaarde van de onderneming maximaal is Kapitaalkost ο· Meer schulden => meer kans op moeilijkheden ο· Obligatiehouders + ADHs lopen risico ο° Eisen een hoger rendement ο· Optimale schuldratio o Waar WACC minimaal is o Waar marktwaarde dus maximaal is DETERMINANTEN VAN KAPITAALSTRUCTUUR ο· ο· ο· Afweging: belastingsvoordeel – kosten financiële mmogelijkheden Financiering: EV of VV? Vraag en aanbod Kenmerken die invloed hebben op de schuldgraad ο· Bedrijfsgrootte ο· Risico ο· Groei ο· Onderpand ο· Sector ο· Winstgevendheid ο· Alternatief belastingsvoordeel 29 SOORTEN VAN VREEMD VERMOGEN Niet publieke schulden ο· Geld lenen via bank, particulier of ander bedrijf ο· Bij uitlenen kijken naar bedrijfskenmerken (activiteitenrisico, waarborgen,…) Publieke schulden ο· Bedrijf dat obligatieleningen uitgeeft ο· Op die manier leent het bedrijf lenen van particulieren/ institutionelen in de markt Kenmerken van een obligatielening ο· ο· ο· Interestvoet => bepaalt coupon => πππ’πππ = π. ππππππππ π€πππππ Langere looptijd met jaarlijkse coupon Risico bepaalt de prijs Ratingbureau’s o Rating hoger dan B => investment grade bonds o Rating van B en lager => Junk Bonds Soorten obligatieleningen ο· ο· ο· ο· ο· Bevoorrechte obligaties Euro-obligaties Converteerbare obligaties Obligaties in combinatie met optiecontracten Nulcoupon-obligaties = zerobonds => met waarborg => andere munt dan land van uitgifte => omzetbaar => om risico te vermijden => alle interest op het einde CONCREET VOORBEELD: KAPITAALSTRUCTUUR VAN FRESH FOOD ο· ο· Belangrijke factoren bij investering o Waardering + Totale FCF + Keuze financiële structuur + Onderzoek naar “cash behoud” πππ₯πππππ ππππππ = πππ₯πππππ πππ‘ππππ‘π /πππ π‘ π£ππ π ππ’ππππ o Liquide middelen gebruiken indien mogelijk o ππΏ = ππ + π΄ππππππ π‘ππππ π£πππππππ KAPITAALSTRUCTUUR IN BELGIË ο· ο· ο· Schuldgraad VV/EV verschillend tussen sectoren Schuldgraad VV/EV verschillend tussen bedrijven In België gemiddeld tussen de 50% en 60% 30 Hoofdstuk 10: Financiële planning INTERNE “CASH” GENERATIE EN BEHOUD VAN FINANCIEEL EVENWICHT ο· ο· Zelfs indien FCF + is, kan de uitbetaling van schulden voor een cash tekort zorgen o Oplossen via externe financiering o Of de cash reserves aanspreken “cash” in een onderneming si dus zeer belangrijk Het belang van “cash” conservatie ο· CF => interne cash generatie o Ui de lopende bedrijfsactiviteit o Na betaling van interesten ο· FCF => cash positie o Na cash gebruik o πΉπΆπΉ = πΆπΉ − πΌ − βπ€ππππππππ‘πππ − πππ£πππππππ ο· Negatieve FCF o Cash drain = cash generatie – cash gebruik o Geeft ook meteen de negatieve post bij liquide middelen (in balans) BEHEER EN BEHOUD FINANCIEEL EVENWICHT IN DE PRAKTIJK ο· ο· ο· Maak op voorhand goede afspraken met de schuldeisers Neem niet meer schulden op dan gangbaar in de sector Zorg voor diverse manieren van externe financiering 31 Hoofdstuk 11: De economische functies van financiële markten INFORMATIEPRODUCTIE/VERWERKING IN FINANCIËLE MARKTEN EN MARKTEFFICIËNTIE Perfecte vs efficiënte financiële markten ο· Theoretische modellen o Perfecte informatie, geen transactiekosten, aandelen deelbaar en verhandelbaar,… o Vb CAPM ο· Meer realistische modellen o Alle informatie zit vervat in de prijs o π = π΄ππππ’ππππ + π΄ππ‘πππ’ππππ‘πππππ o You pay for what you get and you get what you pay for o Transactie met NAW=0 Kenmerken van efficiënte markten Verwacht exces rendement =0 ο· ο· πΈ(ππ ) = πΈ (π π − πΈ(π π )) = 0 o Positief als werkelijke return groter dan verwachte o Negatief als werkelijke return lager dan verwachte Ex post kan een excesrendement wel voorkomen! o CAPM vergelijken met werkelijk rendement Men verwacht geen negatieve rendementen ο· πΈ(π π ) > 0 ο· ο· Dus er worden geen prijsdalingen verwacht Ex post kan het rendement wel negatief zijn! Prijsveranderingen volgen een lukraak pad = random walk ο· ο· Prijsveranderingen o Alleen door nieuwe informatie o Onafhankelijk van elkaar Wanneer men verwacht dat een p gaat wijzigen, zal dit ook gebeuren door de reactie van de beleggers ο wat men verwacht wordt werkelijk Types van beleggingsanalyse Fundamentele analyse ο· ο· Onderzoek naar activiteiten van onderneming Via toekomstige FCFs koersontwikkeling voorspellen Technische analyse = chartism ο· ο· Via historische koersinformatie koersontwikkeling voorspellen Maken gebruik van strategiën zoals trading rules => vb filter rule, trend channels,… 32 Vormen van efficiënte markttheorie Weak form efficiency ο· ο· ο· Beurskoersen weerspiegelen alle informatie uit het verleden Onmogelijk om een winstgevende beleggingsstrategie uit te bouwen Technische analisten gaan er NIET van uit dat de markt deze vorm heeft Semi-strong form efficiency ο· ο· ο· Nieuw publieke informatie meteen weerspiegeld in de prijs Zo geen abnormale rendementen na nieuwe informatie Test: wat na aankondiging stocksplit? 1 o Per deelperiode gemiddelde abnormale return => π΄π π‘ = π ∑ πππ‘ o o Voor volledige periode cumulatief => πΆπ΄π π‘ = ∑ π΄π π‘ Stijgende CAR => AD presteert beter dan de markt Constante CAR => AD presteert samen met de markt Dalende CAR => AD presteert slechter dan de markt Niet de aankondiging zelf, maar anticipatie op stijging doet koers stijgen o Strong form efficiency ο· ο· Ook de inside informatie is weerspiegeld in de prijs Insider trading in de meeste landen verboden => kan dus exces geven Overzicht Weak Semi-strong strong Historisch Ja Ja ja Nieuwe publieke info Nee Ja ja Inside info Nee Nee Ja Het kloppen van de markt ο· ο· Gebeurt normaal niet Volgens sommige fonds managers wel o Door specifieke periode o Hoger risico => hoger rendement dan markt, maar niet abnormaal o Geluk => vb 1 goed aandeel kan fonds verbeteren voor LT Gevolgen van efficiënte kapitaalmarkten ο· Kapitaalmarkt heeft geen geheugen o Toekomstige stijging/daling staat los van het verleden ο· Marktprijzen zijn betrouwbaar ο· Er zijn geen financiële illusies o Niet reageren op gebeurtenissen/ingrepen die waarde niet wijzigen ο· Het “doe-het-zelf” alternatief o Vb niet belegging in gediversifieerd bedrijf => zelf portfolio diversifiëren ο· Alle aandelen zijn gelijk o Keuze van aandelen zal dan alleen afhangen van het risico ο· Marktprijs is samenvatting van alle toekomstvisies 33 Hoofdstuk 12: Waardering via EVA (Economic Value Added) WAARDERING VIA EVA Definitie ο· Economic Value Added = maatstaf voor jaarlijkse waardecreatie πΈππ΄ = ππππ΄π − π£πππππ π‘π π€πππ π‘ππ o π£πππππ π‘π π€πππ π‘ππ = ππ΄πΆπΆ ∗ (ππππππππ π‘π ππππβππ’πππ’πππππ π€πππππ ππ΄) o π΅π» π€πππππ ππ΄ = ππ΄ − π»π o πΈππ΄ > 0 : waardecreatie o πΈππ΄ < 0 : waardevernietiging ο· Nopat = Net Operating profits after taxes ο· Market value added = totale waardecreatie ο· πΈππ΄ πππ΄ = ∑ 1+ππ΄πΆπΆ ≈ ππ΄π EVA vs NAW/DCF EVA NAW Waardecreatie uit de activiteiten Waardecreatie uit de activiteiten Jaarlijkse waardecreatie (niet gedisconteerd) Globale waardecreatie over alle jaren Winst concept FCF concept EVA reflecteert geen FCF ο· Netto-winst => gevaar dat NKK in waardecreatie opgenomen ο· Investeringsproject o Kost => in RR, investering => in balans o Niet altijd duidelijk of kost/investering ο· Vb kosten worden als investering geactiveerd o FCF weerspiegeld deze beweging ο§ FCFs en NAW onveranderd ο§ Omdat belasting = 0 => anders belastingsvoordeel! o EVA weerspiegelt niet langer waardecreatie ο§ EVAs wijzigen sterk ο§ MVA blijft wel gelijk ο· Positieve (negatieve) EVA => positieve (negatieve) NAW: alleen als cte perpetuïteiten!!! EVA en NAW: potentiële conflicten in de praktijk Boekhoudkundinge manipulatie ο· Geeft verkeerde assumpties EVA doorheen de tijd ο· ο· ο· EVA kan in bepaalde periode onjuiste waardecreatie weerspiegelen EVA eerst laag (belastingen hoger: winst lager) => daarna steeds hoger Te grote nadruk op KT 34 Verschuiving van het risico ο· ο· Opnemen van projecten met hoger risico Kan EVA doen stijgen en NAW dalen Vertekening van EVA door inflatie en kapitaalstructuur ο· ο· Activa beïnvloed door inflatie => EVA ook Veel/ weinig afschrijvingen Vertekening verschillend tussen sectoren ο· ο· Vb veel activa + korte investeringshorizon => goede EVA’s Vb weinig activa + lange investeringshorizon => slechte EVA’s Misvattingen aangaande EVA ο· EVA en capital budgeting ο· EVA en de boekhouding ο· Verkeerde beslissingen op basis van EVA ο· EVA = NAW ο· EVA en waardering van bedrijven ο· EVA en informatie ο· EVA en toewijzing kapitaal => niet geschikt (NAW wel) => manipulatie mogelijk => + EVA niet voldoende (NAW wel) => niet waar! => EVA als aanvulling voor DCF => veel aanpassingen: veel informatie nodig => EVA + zegt niet altijd: kapitaal goed besteed EVA EN SCHULDFINANCIERING ο· ο· NOPAT => negeert intrestbetalingen => zitten in WACC Boekwaarde NA = boekwaarde EV + boekwaarde financiële schuld (Boekwaarde NA = TA – handelsschuld) Aanpassingen EVA ο· Om EVA = NAW Afschrijcingsmethode ο· Rekening houden met afschrijvingsmethode Onderzoek en ontwikkeling ο· Rekening houden met geactiveerde kosten Algemene conclusie EVA ο· ο· Waar is de waardecreatie gebeurd? o Via operationele activiteit o Onderschatten activa of overschatten NOPAT Aanpassing voor boekhoudkundige manipulaties 35 Hoofdstuk 13: Waardering via multiples WAARDERING VIA MULTIPLES Definitie en methode ο· π/πΆπΉ ο· π/π΅π ο· π/πΈ ο· π/π΅ πππππ /πππ βππππ€ πππππ /πππππ€πππππ πΈπ πππππ /π€πππ π‘ πππππ‘π€πππππ ππππππππ/πππππ€πππππ ππππππππ Redenen voor het gebruik van multiples Waarom multiples? ο· ο· ο· Om zo een referentiewaarde vast te leggen Als aanvulling op klassieke waarderingsmethodes Als betrouwbaarheidsinterval voor sensitiviteitsanalyse Gebruik van multiples ο· ο· ο· Indien objectieve(marktgerelateerde) waardes nodig Indien te weinig informatie of door buitenstaanders Om de berekende waardes te vergelijken met de markt Kenmerken multiples Vergelijkbaarheid ο· ο· Peer group = referentiegroep Samenstelling zal de betrouwbaarheid van de waardering bepalen Specifieke bedrijfskenmerken ο· ο· ο· ο° Het te waarderen bedrijf is een gemiddelde tov de peer group Atypische kenmerken kunnen dus leiden tot over- of onderschatting Vb groeiopportuniteiten, technologische doorbraken, levenscyclus,… Zo kan de waarde berekend via multiples sterk afwijken van de werkelijke waarde Schuldgraad en multiples ο· ο· ο· Mmultiples => marktwaarden => beïnvloed door kapitaalstructuur Rekening houden met deze impact Vb M/B = marktwaarde AD/boekwaarde AD o Beter via ratio die abstractie maakt van kapitaalstructuur o Vb marktwaarde onderneming/boekwaarde onderneming Soorten multiples ο· ο· ο· Earnings multiples Book value multiples Revenu multiples => gebaseerd op winst => gebaseerd op boekwaarde => gebaseerd op omzet 36 CONCRETE VOORBEELDEN VAN MULTIPLES ο· ο· ο· We willen π/πΆπΉ voor ons bedrijf berekenen (bedrijf X) We kennen de πΆπΉ van X => πΆπΉπ We hebben enkele multiples waaruit we dan ππ kunnen halen π ππ = πΆπΉ πΆπΉπ → ππ = π ∗ πΆπΉπ πΆπΉ CONCLUSIES WAARDERING MULTIPLES ο· ο· Voordelen o Snel o Eenvoudig o Toch waarde berekenen zonder marktgegevens Nadelen o Peer Group zeer belangrijk voor betrouwbaarheid ο§ Multiples moeten dezelfde grootte orde zijn o Kritisch blijven bij de multiples! 37