Informatie voor Familieleden omtrent Psychose

advertisement
Informatie voor
Familieleden omtrent
Psychose
InFoP 2
Inhoud
Introductie
Module I: Wat is een psychose ?
Module II: Psychose begrijpen ?
Module III: Behandeling van psychose

de rol van medicatie ?
Module IV: Behandeling van psychose

de rol van andere interventies ?
Module V: Medicolegale aspecten
Module VI: drugs en psychose
Inhoudstafel definities
Wat zijn drugs?
Indeling ngl





Gevaar (“soft”- vs “hard”drugs)
Effect op de geest
Reden voor gebruik
Impact op het functioneren
DSM-definities
Wat zijn drugs?
Drug = elk middel dat de normale werking
van het lichaam gaat veranderen
(concentratie, alertheid, gevoel van welzijn, emoties en
bewustzijn)



Genotsmiddel
Geneesmiddel
Illegale drugs
Wat zijn drugs?
Drug = elk middel dat de normale werking
van het lichaam gaat veranderen
(concentratie, alertheid, gevoel van welzijn, emoties en
bewustzijn)



Genotsmiddel = cultuur-eigen drugs
Geneesmiddel
Illegale drugs = niet-cultuur-eigen drugs
Wat zijn drugs?
= groep stoffen die



worden gebruikt op eigen initiatief en voor
niet-geneeskundige doeleinden
vooral een op de geest gerichte werking
hebben, die gezocht wordt door de gebruikers
buiten het cultuurpatroon vallen
Wat zijn drugs?
Drugs zijn stoffen die buiten de
geneeskundige context worden
aangewend, omwille van de werking op de
hersenen waardoor de beleving van
zichzelf en van de omgevende wereld
tijdelijk oppervlakkig tot diepgaand wordt
gewijzigd. Hun gebruik situeert zich in de
context van de genotzucht.
Naargelang ‘gevaar’:
soft- versus harddrugs
Softdrugs: hennep-produkten (cannabis,
marihuana, shit) die geen of weinig
lichamelijke afhankelijkheid veroorzaken
Harddrugs: illegale produkten die
lichamelijke afhankelijkheid veroorzaken
voorbijgestreefde indeling, maar nog vaak gehoord
Naargelang het effect op de geest
Korte roes veroorzakend

Ether, stiften, vloeibare lijm,…
Verdovende middelen

Alcohol, rustgevende medicatie, pijnstillende medicatie, opiaten
(heroïne, morfine)
Stimulerende middelen

Nicotine, cafeïne, stimulerende medicatie (bepaalde
eetlustremmers, centrale stimulantia), cocaïne
Bewustzijnstoestand veranderend

Cannabis, hallucinogenen (bv LSD), XTC
Naargelang het effect
Korte roes veroorzakend

Ether, stiften, vloeibare lijm, corrector vloeistoffen, benzine,…
Verdovende middelen

Alcohol, rustgevende medicatie, pijnstillende medicatie, opiaten
(heroïne, morfine)
Stimulerende middelen

Nicotine, cafeïne, stimulerende medicatie (bepaalde
eetlustremmers, centrale stimulantia), cocaïne
Bewustzijnstoestand veranderend

Cannabis, hallucinogenen (bv LSD), XTC
Naargelang de reden voor gebruik
Recreationeel
Situationeel
Systematisch-intensief
Dwangmatig
Naargelang de impact op het
functioneren
Stoornissen IN het gebruik


Middelenmisbruik
Middelenafhankelijkheid
Stoornissen DOOR het gebruik





Intoxicatie
Ontwenning
Delirium
Psychiatrische stoornissen (psychose, angst,
stemming)
…
Middelenmisbruik
Middelenmisbruik = patroon van onaangepast
gebruik dat significante beperkingen of lijden
veroorzaakt, met over een periode van 12
maanden minstens één van volgende symptomen
Middelenmisbruik
Middelenmisbruik = patroon van onaangepast
gebruik dat significante beperkingen of lijden
veroorzaakt, met over een periode van 12
maanden minstens één van volgende symptomen




Door herhaaldelijk gebruik van middelen niet meer voldoen aan werk-,
school- of familiale verplichtingen
Herhaaldelijk gebruik in fysiek gevaarlijke situaties
Herhaaldelijk in samenhang met het gebruik in contact komen met het
gerecht
Voortdurend gebruik ondanks problemen op sociaal gebied
Middelenafhankelijkheid
Patroon van onaangepast gebruik dat
significante beperkingen of lijden veroorzaakt,
met over een periode van 12 maanden
minstens drie van volgende symptomen:
Middelenafhankelijkheid
Patroon van onaangepast gebruik dat
significante beperkingen of lijden veroorzaakt,
met over een periode van 12 maanden
minstens drie van volgende symptomen:







Tolerantie
Onthouding
Middel wordt langer of in grotere hoeveelheden gebruikt dan de
bedoeling was
Wens en/of mislukte pogingen om het gebruik te minderen of in de hand
te houden
Het gebruik of het bekomen van het middel neemt een groot deel van de
tijd in beslag
Belangrijke of sociale bezigheden worden opgegeven of verminderd
vanwege het gebruik
Gebruik wordt voortgezet ook in de wetenschap dat andere medische
problemen hierdoor veroorzaakt worden
Psychische
fysische
afhankelijkheid
Psychische afhankelijkheid
Subjectieve genot dat een middel
verschaft
Emotionele drijfveren die iemand ertoe
brengen het middel te blijven gebruiken
Loslaten van psychische symptomen zoals
angst, neerslachtigheid,…
Fysische afhankelijkheid
Optreden van tolerantie/gewenning
Verschijnen van ontwenningsverschijnselen bij stoppen middel
Druggebruik = continuüm
afhankelijkheid
misbruik
gebruik
Enkele middelen die we
allemaal kennen…
Enkele middelen die we allemaal
kennen…
Tabak
Alcohol
Cannabis
Heroïne/opiaten
Cocaïne
En misschien minder bekend:
Amfetamines
LSD et psilocibine
Designer drugs
Tabak
Ongetwijfeld de meeste gebruikte drug
Sociaal één van de meest aanvaarde drugs
Tabak
Gebruik in de algemene populatie:
30%
Gebruik in de psychiatrische populatie:


Algemene psychiatrische populatie: 60%
bij personen die lijden aan een psychotische
stoornis loopt dit cijfer op tot 80 % (vrouwen)
à 90 % (mannen)
Tabak en psychose
Gebruik hoger bij personen tijdens
opname dan ambulant
Tijdens periodes van residentieel verblijf:
stijging van tabaksgebruik
68% rookt meer dan 25 sigaretten per dag
(‘heavy smoker’). In de algemene
populatie is dat 11%.
Alcohol
Werkt op twee niveaus:


Beïnvloedt het centraal zenuwstelsel
(ontspannend, ontremmend met daling
zelfkritiek, vergemakkelijkt sociaal contact,…)
Veroorzaakt fysieke effecten (relaxatie van
spieren, bloedvatverwijding,…)
Hoe werkt alcohol?
20 % wordt opgenomen vanuit de maag
Na 10 minuten bereikt een dosis alcohol
de hersenen
Invloed groter als



Lege maag
Vrouwen
Gelijktijdig gebruik van bepaalde medicijnen
Hoeveel wordt er in België
gedronken?
In 1990: 9.9 liter pure alcohol, tegen in
2006: 8.5 liter pure alcohol (per inwoner)
= 990 eenheden alcohol per jaar = 19
eenheden per week (per inwoner)
Effecten van alcohol bij persoon
met psychose
Geen rol in ontstaan van psychose, maar wel
vermoedelijk een stress-factor bij iemand met een
verhoogde gevoeligheid (zie balk)
Effect:




slaapverwekkend effect van antipsychotica
vatbaarheid voor bewegingsstoornissen
symptomen (antipsychotica geven minder effect)
aantal negatieve symptomen van schizofrenie
(gebrekkig sociaal contact, initiatiefverlies en
gevoelsvervlakking)
Psychose en alcohol
Gunstige en ongunstige effecten op
psychose
Verminderen angst
Depressogeen
Psychose en alcohol
Experimentele
studies:
Gunstige en
ongunstige effecten
op psychose
Verminderen angst
Depressogeen
Studies
zelfrapportering:
Gunstige en
ongunstige effecten
op psychose
Verminderen van
angst
Cannabis
Gebruik in de algemene populatie
Finland
Last year use (%)
Sweden
Lifetime use (%)
Greece
Switzerland
Netherlands
Ireland
Spain
Belgium (Walloon)
Germany ("West")
France
Denmark
England and Wales
USA
Australia
0
Sources: 2001 Rigter 2002
10
20
30
40
50
Cannabis
Cannabis sativa
Mild kalmerend middel en pijnstiller
Roken of oraal
Effect afhankelijk van stemming en
verwachting gebruiker
Relaxatie, veranderingen in waarneming,
veranderingen in stemming
Cannabis
Effect op aandacht, concentratie en
reactievermogen (autorijden)
Weinig of geen fysieke afhankelijkheid
Langdurige gebruikers ontwikkelen
‘apathisch’ syndroom met
onverschilligheid en relationele en
werkproblemen
Effecten cannabis
Acute effecten:
Intoxicatie:
Milde euforie
Angst
Vertraging
denken en
Gevoel van
controleverlies
handelen
Achterdocht
Stoornissen
Hallucinaties
waarneming
Psychose en Cannabis
Uitlokken psychose
Toename psychose
Toename negatieve symptomen
Verminderen angst
Depressogeen
Psychose en Cannabis
Experimentele studies:
Uitlokken psychose
Toename psychose
Toename negatieve
symptomen
Verminderen angst
Depressie
Studies
zelfrapportering:
Toename
psychose
Vermindering van
angst
Relaxatie
Wat zegt de wet?
Veranderd in 2003
« bezit van een hoeveelheid bestemd voor
eigen gebruik, en in afwezigheid van
maatschappelijke overlast of
problematisch gebruik, zal enkel
geregistreerd worden, zonder verdere
gevolgen… »
Heroïne
Effecten opiaten
Acute effecten:
Algemene
relaxatie, ‘roes’
Milde euforie
Vertraging denken
en handelen
Intoxicatie:
Sedatie
Ademhalingsdepressie
Overdosis
Psychose en opiaten
Experimentele studies:
Euforie en relaxatie in
kleine groep
Toename psychose
Toename negatieve
symptomen
Studies
zelfrapportering:
Toename
depressie
Cocaïne
Effecten cocaïne
Acute effecten:
Stimulatie initieel,
‘rush’
Euforie, ‘high’
Later dysfoor en
prikkelbaar, ‘low’
Intoxicatie:
Opwinding
Angst en paniek
Verwardheid en
desoriëntatie
Achterdocht en
paranoïde wanen
Psychose en cocaïne
Experimentele studies:
Uitlokken psychose
Toename psychose
Verminderen
negatieve symptomen
Verminderen
depressie
Minder neveneffecten
antipsychotica
Studies zelfrapportering:
Toename positieve
symptomen
Verminderen
negatieve
symptomen
Toename angst
Amfetamines
Effecten amfetamine
Acute effecten:
Stimulatie, ‘rush’
Overactiviteit
Euforie, ‘high’
Verminderen
hongergevoel
Intoxicatie:
Opwinding
Kaakkramp
Visusstoornissen
Slaapstoornissen
Delier
Achterdocht en
paranoïde wanen
Psychose en amfetamine
Experimentele
studies:
Studies
zelfrapportering:
Uitlokken psychose
Toename psychose
Verminderen
negatieve
symptomen
Depressie
Toename positieve
symptomen
Verminderen
negatieve
symptomen
Toename angst
LSD en psilocibine
Psychose en LSD e.a.
Experimentele studies:
Uitlokken psychose
Studies zelfrapportering:
Gunstige en ongunstige
effecten op psychose
Toename psychose
Toename positieve
symptomen
Designer drugs
Designer drugs
Ecstasy, MDA en MDMA
Tegelijk hallucinogeen en amfetamineachtige effecten
Vloeibaar of tabletten
Effect na 20 - 40’ en piek na 60 - 90’,
afname effect na enkele uren
Effecten designer drugs
Acute effecten:
Stimulatie
Euforie
Hallucinaties
Intoxicatie:
Opwinding
Agressie
Angst en
paniekaanval
Achterdocht en
paranoïde wanen
Verband middel en psychose?
Mogelijke hypotheses
Verband is toeval
Psychose induceert gebruik middel
Middel is een oorzakelijke factor van
psychose
Er zijn gemeenschappelijke genetische
factoren die beiden verklaren
Drugs zijn een stressor
Drugs
Studeren
Werk
Dagelijks
leven
Levensgebeurtenissen
Relaties
Kwetsbaarheid
voor psychose
Met dank aan Prof Peuskens J. en Prof
De Hert M., Sint-Jozefkliniek te
Kortenberg
Met dank aan Dr Bosmans, AZ Maria te
Halle
Extra slides
Discussiepunten
Neem ik contact met de school van mijn
kind als ik zie dat hij/zij drugs gebruikt?
Neem ik een controlerende houding aan
(kamer doorzoeken, opzoeken van
druggebruik in urine of haar)?
Maak ik melding aan de hulpverleners als
ik te weten kom dat mijn naaste drugs
gebruikt?
Communicatie (her-)openen!
Openlijk praten over druggebruik



Met patiënt zelf
Met hulpverleners
Met gespecialiseerde centra
Waar kan men hulp zoeken?
VAD
CAD
AA/Al-Anon/Al-Ateen
Gespecialiseerde afdelingen voor
dubbeldiagnose
Lokale initiatieven (bv cannabiskliniek)
Waar kan men hulp zoeken?
Opvolging van druggebruik overlaten aan
een neutrale derde!!!
Interessante websites
www.desleutel.be
www.vad.be
www.jellinek.nl
www.druglijn.be
www.drugsinfo.nl
www.trimbos.nl
Middelenmisbruik
= het gebruik voor primaire persoonlijke
behoeftebevrediging in plaats van sociaal
aanvaard gebruik
Middelenafhankelijkheid
De toestand van afhankelijkheid is een
psychische en soms tevens lichamelijke
toestand, die het gevolg is van de wisselwerking
tussen een levend organisme en een middel en
die wordt gekenmerkt door reacties en
gedragingen waarbij altijd is inbegrepen de
drang om het middel voortdurend of regelmatig
in te nemen, met het doel de werking ervan op
het lichaam te ondergaan of soms de
onaangename gewaarwording van de
afwezigheid ervan te voorkomen. Iemand kan
van meer dan één middel afhankelijk zijn.
Verslaving aan een middel
Bestaat uit het samengaan van

Geestelijke afhankelijkheid

Persoonlijkheidsverandering

Toenemende tolerantie (steeds hogere doses van het
(veranderde houding
van de gebruiker ten opzichte van zichzelf en/of zijn omgeving)
middel zijn nodig om hetzelfde effect te bereiken)

Onthoudingsverschijnselen bij het stoppen van het
middel
Kenmerken van een verslavende stof
Stoffen met een belonend karakter: het zijn dus
stoffen die je een goed/aangenaam gevoel
geven (EUFORIE)
Als je deze stoffen een tijdje regelmatig neemt,
dan moet je er voortdurende aan denken . Het
laat je niet los (CRAVING)
Het kan gebeuren dat, als je die stoffen
eenmaal kent, je er niet meer van af kan blijven
(CONTROLEVERLIES)
Download