1 - KU Leuven

advertisement
1.1 Interview met Robert Mosuse: een afscheid
‘Ik zal in slaap vallen,’ zo voorspelde Robert Mosuse nauwelijks een
week geleden zijn eigen dood, ‘en niet meer wakker worden, zoals een
kaars die uitdooft. Een mooiere dood bestaat niet, denk ik.’ Hij heeft
hem gekregen.
Zijn afscheidsinterview.
25 april 2000 - Humo 3112
Robert Mosuse (van 1979 tot 2000 zanger en muzikant bij The Radios en ook solo actief) leed aan epilepsie.
Sinds de dokters in 1990 een hersentumor ontdekten, moest Robert leren leven met epileptische aanvallen, die
hem soms ook tijdens zijn optredens troffen. Vier maanden vóór zijn dood, na een zware hersenoperatie en
maanden revalidatie, kreeg hij te horen dat het gezwel in zijn hoofd in een kwaadaardige tumor was veranderd.
Zeven dagen intensief bestralen bleek geen enkel effect op de tumor te hebben: de kanker was te ver uitgezaaid
om hem nog succesvol te kunnen bestralen of te behandelen met chemotherapie. Een nieuwe operatie was
zinloos omdat de tumor te diep in de hersenen was doorgedrongen. Op dat ogenblik gaven de artsen Robert nog
drie maanden te leven. Die drie maanden zijn bijna voorbij, als Humo hem ontmoet voor een
afscheidsinterview.
In zijn ziekenkamer in een Antwerps ziekenhuis zit Robert in zijn pyjama bij het open raam. Zijn haar is
uitgevallen, er zit een catheter in zijn arm en hij ziet er moe uit, maar voor de rest maakt hij een heldere, zelfs
opgewekte indruk.
Robert: Ik ben moe, heel moe, maar ik voel me niet ziek. Ik voel ook geen pijn omdat ik voortdurend
pijnstillers krijg. Mensen die me komen bezoeken, zeggen vaak: ‘Amai, jij ziet er goed uit voor iemand die
volgende week al dood kan zijn.' Er is een periode geweest dat ik aan niks anders meer dacht dan aan de tumor
in mijn hoofd. Maar daar werd ik op den duur stapelzot van. Dus heb ik mezelf op een gegeven moment
gedwongen er niet meer aan te denken. De verlamming van mijn lichaam wordt iedere dag wat erger, maar dat
is voor mij geen reden om verdrietig of depressief te worden. Ik weiger me te laten gaan. Ik ben positief
ingesteld en ik probeer het beste van mijn situatie te maken. Ik leef van dag tot dag en als ik 's morgens bij het
opstaan merk dat ik weer iets minder kan dan de dag ervoor, leg ik me daar gewoon bij neer. Natuurlijk zou ik
graag willen blijven leven, dat spreekt voor zich. Maar ik heb mijn ziekte, en de consequenties ervan, aanvaard.
Sinds de dokters me tien jaar geleden zeiden dat ik een tumor had, wist ik dat mijn levensloop er anders zou
uitzien dan die van de meeste mensen. Dat proces van aanvaarden is ondertussen al tien jaar bezig en dat maakt
het voor mij veel gemakkelijker om te sterven.
Humo: Waar haal jij de kracht vandaan om in je lot te berusten?
Robert: Heel simpel: ik aanvaard het leven zoals het is. Die ingesteldheid hebben mijn broers en zus trouwens
ook. Wij hebben als kind zoveel miserie meegemaakt, dat we er allemaal sterker van geworden zijn. Ik vind: je
moet vechten als je de strijd kunt winnen, maar als de strijd hopeloos is, heeft vechten geen enkele zin. Ik ben
niet bang van de dood. Ik heb geen God nodig om me veilig en rustig te voelen. Ik vind het niet erg voor
mezelf, wel voor de mensen die me graag zien en die achterblijven. Ik ben heel blij dat de dokters me in mijn
gezicht hebben gezegd dat ik nog maar drie maanden te leven had. Andere mensen die terminaal ziek zijn,
willen die keiharde waarheid misschien liever niet horen, maar ik zou het vreselijk vinden als ze me iets hadden
voorgelogen. Door me meteen de waarheid te vertellen, hebben ze me de kans gegeven een aantal praktische
dingen te regelen en de mensen te zien die ik nog wou zien. Ik wil op het laatste moment van mijn leven niet het
gevoel hebben dat er belangrijke dingen zijn die ik niet heb kunnen doen, omdat ik niet wist dat mijn tijd
voorbij was.
Toen de dokters tegen ons kwamen zeggen dat de bestraling niks had geholpen en dat ik nog maar drie maanden
te leven had, stortte ik in en ben ik beginnen janken als een klein kind. Ook mijn vriendin Eleni kon op dat
moment alleen maar huilen. We hebben ons verdriet toen in elkaars armen uitgehuild en tien minuten later
wisten we wat we gingen doen: we zouden geen verdere stappen ondernemen. Je zou kunnen zeggen: dat is een
overhaaste beslissing geweest. Maar dat is niet waar. Vergeet niet dat ik al tien jaar met een tumor in mijn hoofd
rondloop. De inspanningen die een nieuwe, zware en gevaarlijke operatie, bestralingen, chemotherapie en een
lange en moeilijke revalidatie van mijn lichaam zouden vergen, zijn gewoon onmenselijk groot. Dat hadden ik
en mijn vriendin er niet meer voor over. Wij hebben een keuze gemaakt en ons lot aanvaard.
Mensen hebben me al gezegd: ' Als je voor een operatie had gekozen, had je een kleine kans op overleven. Maar
nu heb je voor een zekere dood gekozen. Uiteindelijk had je de keuze tussen leven en dood.' Maar zo zie ik het
niet. Als ik mij had laten opereren was de kans erg groot geweest dat ik voor de rest van mijn leven helemaal
verlamd zou of als een plant zou moeten leven. Dat vind ik geen kwalitatief leven. Ik heb altijd heel intens en
met veel zin geleefd en ik wil de rest van mijn dagen niet in een ziekenhuis doorbrengen. In dat geval geef ik de
voorkeur aan de dood.
Humo: Het moet ook voor je vriendin vreselijk zijn geweest om zo'n beslissing te nemen.
Robert: Natuurlijk was dat vreselijk voor haar, maar zij wil mij niet langer laten afzien dan nodig is. Zij weet
dat dit de beste oplossing is voor mij. Maar het is ook de beste oplossing voor haar, want ze wil me niet zien
lijden: ze wil in alle rust afscheid van mij kunnen nemen. Toen we te horen kregen dat er eigenlijk geen hoop
meer was, heeft ze drie maanden loopbaanonderbreking genomen om iedere dag bij mij te kunnen zijn tot ik er
niet meer ben.
Humo: Hoe reageren je bezoekers op het feit dat je terminaal ziek bent?
Robert: Meestal komen ze hier heel nerveus binnen, maar ik stel hen altijd op hun gemak, door heel gewoon
over mijn ziekte te praten en grapjes te maken. In deze kamer wordt wat afgelachen, hoor. Het is gek: hier
probeer ik de anderen op te beuren. Ook mijn vriendin die 's avonds meestal wat down is, troost ik. 'Het leven
gaat verder als ik er niet meer ben', zeg ik haar. Dat moet ze echt zo bekijken, vind ik. Ze zal natuurlijk haar tijd
moeten nemen om te rouwen en over haar verdriet heen te komen, maar op je dertigste is het niet zo moeilijk
om iemand anders tegen te komen en een nieuw leven te beginnen. Ik zou niet liever willen dan dat Eleni na
mijn dood iemand anders tegenkomt. Dat kan zij zich absoluut niet voorstellen, zegt ze, maar ik vind dat ze er
in ieder geval moet voor openstaan. Ze heeft zich de hele tijd heel sterk gehouden, maar nu mijn dood heel
dichtbij komt, merk ik dat ze het opnieuw moeilijk krijgt. Af en toe begint ze te huilen en dan probeert ze dat
voor mij te verbergen, maar dat is natuurlijk voor niks nodig.
Humo: En jij? Ben jij zelf nooit down?
Robert: Nee, die periode is voorbij. Ik heb ervoor gekozen het beste te maken van de tijd die me hier nog rest.
Iedere morgen als ik wakker word, zeg ik tegen mezelf: 'Waauw, deze dag heb ik nog gehaald!' Ik heb de pech,
de brute pech dat ik met een tumor in mijn hoofd zit, maar toch is dat voor mij geen bron van kwaadheid of
verongelijktheid. Ik heb deze pech en iemand anders heeft andere pech: zo zie ik het. Ik ben niet jaloers op
mensen die op dit moment buiten op straat kunnen lopen of gaan voetballen. Ik heb ook nog nooit gevraagd:
'Waarom ik? Waarom moest mij dit overkomen?' Ik ben gewoon het slachtoffer van het noodlot, dat is alles.
Humo: Wat heeft de nakende dood je over het leven geleerd?
Robert: Dat je de dingen moet nemen zoals ze komen. Het leven is een cadeau, maar het is een cadeau dat ook
onaangename kanten heeft. Maar de kunst is die onaangename kanten erbij te nemen, zonder je erdoor te laten
platdrukken. Het is een cliché, maar als je gaat sterven zie je pas hoe mooi het leven eigenlijk is. Ik heb een heel
goed leven achter de rug. Ik heb gedaan wat ik wou doen. Ik ben heel blij dat ik altijd zoveel mogelijk van mijn
leven heb geprofiteerd en dat ik zonder spijt afscheid kan nemen.
Naar: VANDEN ABEELE, D., 'Waarom zou ik verdrietig zijn? Ik heb een goed leven gehad. Interview met Robert Mosuse', Humo.
Download