Door : Erik Krebbers Herman Brood blijft inspireren. Bart Chabot schreef een vierdelige biografie over de geboren Zwollenaar, Pixies voorman Black Francis wijdde de cd Bluefinger aan hem. Ook muzikant Bertus Borgers, sinds de vroege jaren zeventig bevriend met Brood, houdt de herinnering aan de rock ’n roll junkie levend. Twee jaar geleden verscheen het boek Ik hou van Herman, met hilarische en soms ontroerende anekdotes over de enige vaderlandse rockheld, gevolgd door een theatertournee en een album. En net als die andere hommages voelt Ik hou van Herman nergens ongemakkelijk, maar overheerst de gemoedelijke atmosfeer van oprechte warmte en sympathie voor de hoofdpersoon. In het knusse Papenstraat theater loopt Borgers chronologisch door de belevenissen met Brood heen. Vanaf de eerste jamsessie in ‘73 tot en met de begrafenis, alweer twaalf jaar terug. Smeuïge verhalen zijn het, met de heilige drie-eenheid seks, drugs en rock ’n roll als hoofdingrediënten. Borgers is geen theatrale verteller, maar de ontspannen presentatie met de licht melancholische ondertoon schetst wel een levendig beeld van de relatie tussen de twee. De heroïne-break in het Okura hotel, een optreden in Hamburg, de ruzie in München – het is het relaas van een vriendschap in voor- en tegenspoed. Natuurlijk speelt de muziek van Brood een voorname rol in Ik hou van Herman. Borgers laat zich bijstaan door dochter Nova (zang en viool) en zijn broer Rudolf (gitaar). Get Lost, R & Roll Junkie, Never Be Clever, Pop It en het door Borgers geschreven Still Believe worden geheel gestript en van hun rockidioom ontdaan. Maar ze krijgen daar, helemaal in de sfeer van het programma, een fraaie akoestische intimiteit voor terug. Ik hou van Herman is in al zijn bescheidenheid een liefdevol eerbetoon. Gezien: Odeon Zwolle 18/5.