In memoriam Herman Höften/ De Herman Höften lezing. * Hij was raadslid voor de Partij van de Arbeid in de gemeente Almelo van 1 september 1960 tot 11 april 1990 * Hij ontving uit handen van burgemeester van Roekel op 11 april 1990 de gouden penning van de stad Almelo Een bijzonder mens. Herman Höften was in alle opzichten een bijzonder man. Als geen ander had hij het in zich niet zichzelf op de voorgrond te plaatsen maar altijd geïnteresseerd te zijn in het welzijn van anderen. Het was, als het ware, zijn levensopdracht om diegenen die het wat minder hadden in de samenleving een steun in de rug te zijn. In die wetenschap voelde hij zich op zijn plaats bij de Partij van de Arbeid. De partij sprak hem zo aan door het sociale gevoel dat hij daarin kwijt kon. Hij werd vlak na de eerste wereldoorlog geboren op geboren op 5 september 1920 in Wierden. Herman Höften zou zich ontwikkelen tot een groot politicus binnen de Almelose gemeentepolitiek. Nooit was hem iets teveel en overal legde hij zijn oor te luister en al tijdens zijn opmerken van de problemen was hij al bezig met het zoeken naar een oplossing. Altijd vol belangstelling wat er in Almelo gebeurde bekeek hij de zaken ook met de nodige humor. Hij verzuurde niet als er eens iets niet ging zoals hij dat wenste. Op 1 september 1960 werd hij lid van de raadsfractie van de Partij van de Arbeid want hij wilde zo graag in een breder perspectief zijn steentje bijdragen. Op 11 april 1990 tekende hij voor het laatst de presentielijst en dat werd een bijzonder afscheid, apart van de overige raadsleden. Voor Herman Höften was de apotheose aangebroken, namelijk het slottafereel van de voorstelling. Dertig seizoenen heeft hij deelgenomen aan de beraadslagingen van de raad van Almelo. Toen was hij de zeventig al gepasseerd en burgemeester Van Roekel nam maar al te graag de kans te baat om Herman Höften in deze bijzondere vergadering als enige en als nestor van de raad, zoals hij hem terecht noemde, uit te zwaaien. Hij was met recht de nestor van de raad. Nestor is de naam van een beroemde koning uit de Griekse mythologie die nog op hoge leeftijd het strijdtoneel betrad. Het is een eretitel die nog steeds gebruikt wordt voor de oudste en de meest ervarene onder zijn gelijken en deze nuchtere omschrijving maakt aan ieder van ons duidelijk wat er met deze naam wordt bedoeld. Gelukkig ging zijn raadswerk ook gepaard met menige kwinkslag waarbij hij de lachers vaak op zijn hand had. Zijn interrupties waren vaak midden in de roos waarmee hij een eigen kleur aan het debat toevoegde aan het spectrum van de Almelose gemeenteraad. Toch bleef hij, nog vele jaren lang, die vechter tegen het onrecht en ongelijkheid want daar kon hij zijn hele leven erg slecht tegen. "Doot ma gewoon”, zei hij dan en zette zijn schouders er weer onder. Hij was tijdens zijn raadslidmaatschap houder van een aantal belangrijke portefeuilles waaronder openbare werken en verkeer en milieu. Hij zat in tal van raadscommissies en als je de lijst nog eens doorleest kan je er bijna geen opnoemen waar Herman niet in heeft gezeten of zich voor heeft ingezet. Hij wist wat er leefde in de stad en wilde de kloof tussen gemeente en inwoners zo dolgraag verkleinen. Als voorzitter van de commissie bezwaarschriften kwam hij indringend in aanraking met de problemen die de mensen hadden. Hij zocht altijd maar weer die oplossing die er in bepaalde gevallen ook wel eens niet was. Hij ontving de gouden erepenning van de stad Almelo. Herman Höften ontving uit handen van Burgemeester van Roekel op 11 april 1990 de gouden erepenning van de gemeente Almelo. Hij vond het krijgen van die gouden erepenning mooi maar eigenlijk vond hij dat wat hij ervoor gedaan had, veel belangrijker. Verguld was hij niet zo van het feit dat hij op een voetstuk werd geplaatst. Hij lachte dat dan altijd maar zo’n beetje weg. Over het feit dat hij deelnemer is geweest aan de grootste bankoverval ooit in Nederland gepleegd op 15 november 1944 met de knokploeg Almelo, sprak hij zelden. Zijn aandeel daarin was een belangrijke al wilde hij dat nooit zo voor het woord hebben. De bezetters misten plotseling 46 miljoen gulden. Het geld was bestemd om de snel slinkende stakingskas ter ondersteuning van de ondergedoken spoorwegmensen te spekken. Zijn geheugen liet hem de laatste tijd voor zijn dood wat in de steek maar als het even kon kwam hij per fiets naar de partijbijeenkomsten en hoe oud hij ook was, als hij vond dat hij iets moest inbrengen, dan deed hij dat. Een 1e mei viering, de dag van de arbeid, liet hij zelden aan zich voorbij gaan. Herman Höften is op dinsdag 23 oktober 2007 tijdens zijn slaap gestorven en daarmee voltrok zich, voor hem onbewust, een van zijn grootste wensen. We verloren in Herman Höften een fijn en een goed mens. Een man met het sociale hart op de juiste plaats. Een man van- denken omDe Partij van de Arbeid verloor in Herman Höften een groot politicus die wist hoe het moest en daarbij altijd de ander centraal stelde.