websitelink 6 protocol spoedafspraak KNO

advertisement
Spoedpatiënten op de poli KNO
Doelstelling

Dit document beschrijft de wijze waarop spoedpatiënten binnenkomen, worden gezien en
behandeld.
Toepassingsgebied

Polikliniek KNO.
Indicatie

Spoed wordt bepaald door de huisarts. Hij belt de poli en overlegt met de secretaresse
wanneer patiënt kan komen. Bloedende patiënten komen gelijk. Niet-bloedende patiënten
komen op spoedplaatsen in het spreekuur.
Medicatie

N.v.t.
Uitvoerder

Secretaresse/assistente en de KNO-arts.
Benodigdheden en middelen

Telefoon.

Computer.

ChipSoft.
Beschrijving

De huisarts of zijn assistente, in opdracht van de huisarts, maakt telefonisch een afspraak
met de secretaresse/assistente.

De secretaresse noteert de naam en geboortedatum van de patiënt.

Er wordt een decursusvel uitgedraaid.

Spoedafspraken worden genoteerd op het whiteboard in het kantoor. Hier wordt ook een
verdeling gemaakt wie het spoedgeval moet zien. Als beide KNO-artsen aanwezig zijn,
dan is de dienstdoende KNO-arts degene die de spoedpatiënt ziet. Zijn er meer
spoedgevallen, dan worden ze verdeeld.

‘s Morgens is de spoedtijd tussen 10.00 – 11.00 uur en ’s middags in overleg en
afhankelijk wie er dan op de poli is.

Bloedende spoedgevallen komen direct.

Bij binnenkomst van patiënt moet hij een ponskaartje laten maken.

Bij melden op de KNO-poli wordt afspraak in ChipSoft gezet onder de code ACU-N of
ACU-H.

Patiënt wordt zo spoedig mogelijk gezien.

Patiënt kan nooit zelf een spoedafspraak maken. Sommige patiënten hebben een
aantekening in ChipSoft ‘mag komen bij klachten’. Deze patiënten bellen naar de
polikliniek en zeggen dat ze deze aantekening hebben.

De secretaresse controleert of dit juist is en spreekt met de patiënt een tijd af waarop hij
mag komen. Deze afspraak wordt behandeld als een spoedje.
Begrippen, definities en afkortingen

KNO: Keel, Neus, Oor.

ACU-N: acuut nieuwe patiënt.

ACU-H: acuut herhaling patiënt.
Download