Protocollen KNO Inhoudsopgave Afspraak maken bij de receptie poliklinieken ......................................................................................... 3 Afspraak maken bij een specialist op de poliklinieken basisdocument .................................................. 6 Spoedpatiënten op de poli KNO .............................................................................................................. 9 Patiënt op de wachtlijst plaatsen op de poli KNO ................................................................................. 11 Coaguleren van een neusbloeding op de polikliniek KNO .................................................................... 13 Werkwijze bij patiënt met niet-actieve neusbloeding .......................................................................... 14 Werkwijze bij patiënt met actieve neusbloeding .............................................................................. 1515 Trommelvliesbuisjes/draintjes plaatsen op de polikliniek KNO ............................................................ 16 1 Belangrijke opmerking In de nu volgende protocollen zal regelmatig worden verwezen naar bepaalde websitelinks. Deze websitelinks werken niet zonder het softwareprogramma Chipsoft. Deze websitelinks worden puur ter kennisgeving vermeldt, maar kunnen niet worden geactiveerd. Het activeren van bepaalde websitelinks en het beoefenen hiervan (bijvoorbeeld Patiëntgegevens registreren in Chipsoft; Patiëntgegevens zoeken in Chipsoft; inschrijven nieuwe patiënt enz.) zal tijdens de beroepspraktijkvorming plaats moeten vinden. 2 KEEL-, NEUS- EN OORHEELKUNDE Afspraak maken bij de receptie poliklinieken Doelstelling Dit document beschrijft hoe je een afspraak maakt (aan de balie of telefonisch) bij de receptie polikliniek. Toepassingsgebied Receptie polikliniek en de receptie van de KNO. Er worden afspraken gemaakt voor de poliklinieken: Plastische chirurgie, Podotherapie, KNO, Preoperatieve screening, Reumatologie, Revalidatie, Pijnbestrijding (anaesthesie) en Neurologie (alleen controle na onderzoek.) Uitvoerder Medewerkers van de receptie poliklinieken. Benodigdheden en middelen Programma ChipSoft EZIS. Telefoon. Voorbereiding Opstarten van de computer in ChipSoft en telefoon inschakelen. Beschrijving Patiëntgegevens opzoeken door middel van geboortedatum en naam of patiëntennummer op de zorgpas (bij de gegevens wordt het burgerservicenummer (BSN) toegevoegd). Als patiënt niet bekend is, dus geen zorgpas heeft, moet je patiënt inschrijven als nieuwe patiënt. Zie inschrijven nieuwe patiënt Klik op ‘afspraak plannen compleet‘ of ‘afspraak plannen gecombineerd’ (voor gehoortest). Selecteer desbetreffende poli, deze invullen en selecteer daarna specialist. Als patiënt niet bekend is, vraag je of patiënt voorkeur heeft voor een specialist. Vul vervolgens code in of het een herhalingsconsult of een nieuw consult betreft; dit kan per poli verschillen. Vul eventueel zoektermijn in (6 m(aanden), 5 d(agen) of 1 w(eek)). Klik op ‘start’. Klik op gewenste datum en tijd ( de eerst beschikbare plek staat bovenaan). Klik op ‘boeken’. 3 Vul bij Omschrijving Nieuw, herhaling, controle bijvoorbeeld 6 weken of de arts die patiënt verwezen heeft. Ook als er overleg is geweest en patiënt moet erbij van een specialist, dit er goed bij vermelden. Klik dan op ‘OK’. Je krijgt dan een bevestiging met gegevens datum, tijd en specialist. Deze gegevens vul je in op een afsprakenkaartje, bij telefonisch herhaal je de bevestiging. Nazorg Controleer de bevestiging op het scherm. Wordt de afspraak telefonisch gepland: verder geen acties. Wordt de afspraak bij de balie gepland: de afspraak op een afsprakenkaartje zetten. Rapportage De afspraken worden geregistreerd in ChipSoft EZIS. 4 Stroomdiagram Patiënt meldt zich aan balie of telefonisch nee Afspraak maken Informatie verstrekken Ja Patiëntgegevens opzoeken d.m.v. geboortedatum T Afspraak maken compleet of gecombineerd Selecteren van polikliniek en specialist Klik ‘start’ Klik op gewenste datum en tijd Klik op ‘boeken’ Omschrijving invullen nieuw, herhaling enz. Bevestig afspraak met OK nee Afspraak is gemaakt aan de balie Herhaal de afspraak ja Afsprakenkaartje invullen/printen Referenties en bijbehorende documenten Patiëntgegevens registreren in chipsoft Patiëntgegevens zoeken in chipsoft Inschrijven Nieuwe Patiënt 5 KEEL-, NEUS- EN OORHEELKUNDE Afspraak maken bij een specialist op de poliklinieken basisdocument Doelstelling Dit document beschrijft hoe je een afspraak maakt bij een specialist (aan de balie of telefonisch). Toepassingsgebied Poliklinieken. Uitvoerder Medewerkers van de receptie poliklinieken, secretaresse, spreekuurassistente of verpleegkundig medewerker poliklinieken. Benodigdheden en middelen Programma ChipSoft EZIS. Telefoon. Voorbereiding Opstarten van de computer in ChipSoft en telefoon inschakelen. A. Beschrijving Afspraak maken bij nieuwe en in ziekenhuis onbekende patiënten patiëntgegevens registreren in Chipsoft: dit gebeurt bij receptie poliklinieken. Afspraak maken bij in het ziekenhuis bekende patiënten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Patiëntgegevens opzoeken door middel van geboortedatum en naam of patiëntnummer op de zorgpas. Patiëntgegevens opzoeken in Chipsoft. Als patiënt niet bekend is, moet je patiënt inschrijven als nieuwe patiënt. Zie Inschrijven nieuwe patiënt. Kijk of patiënt bekent is bij het specialisme, soms vergeten ze waar ze zijn geweest en je kunt ook gelijk controleren of het een nieuwe of herhaling betreft. Kijk of patiënt verwijzing heeft via ZorgDomein. (Zo ja, dan kun je de stappen volgen om een afspraak in te plannen.) LET OP: bij afspraak voor gehoortest even buiten het ZorgDomein afspraak plannen en noteren dat afspraak via ZD is. Is er geen verwijzing via ZorgDomein, dan op ‘afspraak plannen compleet’ of ‘afspraak plannen gecombineerd’ (voor bijv. een gehoortest) klikken. Selecteer desbetreffende poli, deze invullen en selecteer daarna specialist. Als patiënt niet bekend is, vraag je of patiënt voorkeur heeft voor een specialist. Als patiënt bekend is, dan maak je een afspraak bij de specialist bij wie patiënt bekend is. Mits deze duidelijk aangeeft naar een andere specialist te willen. Vul vervolgens code in of het een herhalingsconsult of een nieuw consult betreft; dit kan per poli verschillen. 6 8. 9. 10. 11. 12. Vul eventueel zoektermijn in (6 m(aanden), 5 d(agen) of 1 w(eek)). Klik op ‘start’. Klik op gewenste datum en tijd (de eerst beschikbare plek staat bovenaan). Klik op ‘boeken’. Vul bij Omschrijving nieuw, herhaling, controle bijvoorbeeld 6 weken of de arts die patiënt verwezen heeft. Ook als er overleg is geweest en patiënt moet erbij van een specialist, dit er goed bij vermelden. 13. Klik dan op ‘OK’. Je krijgt dan een bevestiging met gegevens datum, tijd en specialist. 14. Deze gegevens vul je in op een afsprakenkaartje, bij telefonisch herhaal je de bevestiging. B. Nazorg 1. 2. 3. C. Controleer de bevestiging op het scherm. Wordt de afspraak telefonisch gepland: verder geen acties. Wordt de afspraak bij de balie gepland: de afspraak op een afsprakenkaartje zetten. Rapportage 1. De afspraken worden geregistreerd in ChipSoft EZIS. 7 Stroomdiagram Patiënt meldt zich aan balie of telefonisch Afspraak maken nee Informatie verstrekken Ja Patiëntgegevens opzoeken d.m.v. geboortedatum Kijken of er een aanvraag staat in zorgdomein (verwijzing zoeken) ja nee Afspraak maken compleet of gecombineerd Afspraak inplannen via zorgdomein Selecteren van polikliniek en specialist Klik ‘start’ Klik op gewenste datum en tijd Klik op ‘boeken’ Omschrijving invullen nieuw, herhaling enz. Bevestig afspraak met OK nee Afspraak is gemaakt aan de balie nee Herhaal de afspraak ja Afsprakenkaartje invullen 8 KEEL-, NEUS- EN OORHEELKUNDE Spoedpatiënten op de poli KNO Doelstelling Dit document beschrijft de wijze waarop spoedpatiënten binnen komen, worden gezien en behandeld. Toepassingsgebied Polikliniek KNO. Indicatie Spoed wordt bepaald door de huisarts, deze belt de poli en overlegt met de secretaresse wanneer patiënt kan komen. Bloedende patiënten komen gelijk. Niet-bloedende patiënten komen op spoedplaatsen in het spreekuur. Medicatie N.v.t. Uitvoerder Secretaresse/assistente en de KNO-arts. Benodigdheden en middelen Telefoon. Computer. Chipsoft. Beschrijving De huisarts of zijn assistente, in opdracht van de huisarts, maakt telefonisch een afspraak met de secretaresse/assistente. De secretaresse noteert de naam en geboortedatum van de patiënt. Er wordt een decursusvel uitgedraaid. Spoedafspraken worden genoteerd op het whiteboard in het kantoor. Hier wordt ook een verdeling gemaakt wie het spoedgeval moet zien. Als alle KNO-artsen aanwezig zijn, is de dienstdoende KNO-arts degene die de spoedpatiënt ziet. Zijn er meer spoedgevallen, dan worden ze verdeeld. ‘s Morgens is de spoedtijd tussen 10.00 – 11.00 uur en ’s middags in overleg en afhankelijk wat er dan op de poli is. Bloedende spoedgevallen komen direct. 9 Bij binnenkomst van patiënt moet hij/zij een zorgpas laten maken. Bij melden op de KNO-poli wordt afspraak in Chipsoft gezet onder de code ACU-N of ACU-H. Patiënt wordt zo spoedig mogelijk gezien. Patiënt kan nooit zelf een spoedafspraak maken. Sommige patiënten hebben een aantekening in ChipSoft: ‘mag komen bij klachten’; deze patiënten bellen naar de polikliniek en zeggen dat ze deze aantekening hebben. De secretaresse controleert of dit juist is en spreekt met de patiënt een tijd af dat hij/zij mag komen. Deze afspraak wordt behandeld als een spoedje. Begrippen, definities en afkortingen KNO: Keel Neus Oor. ACU-N: acuut nieuwe patiënt. ACU-H: acuut herhalingpatiënt. 10 KEEL-, NEUS- EN OORHEELKUNDE Patiënt op de wachtlijst plaatsen op de poli KNO Doelstelling Patiënt op de wachtlijst plaatsen voor een ingreep onder narcose op OK. Toepassingsgebied Polikliniek KNO. Uitvoerder Assistente. Benodigdheden en middelen Computer. Agenda. Chipsoft. Foldermateriaal. Beschrijving Alle patiënten die voor een ingreep, meestal onder narcose, terug moeten komen, komen op de wachtlijst te staan. Deze wachtlijst bestaat uit patiënten die een bezoek hebben gebracht aan de polikliniek KNO en die een ingreep moeten ondergaan. Welke stappen moeten er gedaan worden: De gegevens worden in de computer gezet; dit volgens de handleiding van Chipsoft. Vragenlijst, folder over preoperatief onderzoek, folder anesthesie, folder over de ingreep en over de betreffende afdeling meegeven. Patiënt (indien nodig) bloed laten prikken, ECG (bij 50 en ouder) laten maken. Afspraak laten maken voor het preoperatief spreekuur. Hier worden ze gezien door een anesthesist en een verpleegkundige. Deze moet patiënt goedkeuren om onder narcose te gaan. Deze afspraak moet patiënt maken bij het afsprakenbureau. Na goedkeuring mogen ze pas ingepland worden voor de ingreep. (Zie handleiding plannen voor secretariaten polikliniek.) Patiënten die binnen een jaar weer onder narcose gaan: Patiënt hoeft geen afspraak te maken voor preoperatief onderzoek. Kinderen die schriftelijk aangeboden worden voor de preoperatieve screening moeten gewogen en gemeten worden, deze gegevens noteer je op de decursus. Het klinisch dossier wordt opgevraagd en aangeboden aan de preoperatieve screening voor schriftelijke goedkeuring. 11 Patiënten die binnen een jaar voor dezelfde ingreep komen: Patiënten die binnen een half jaar weer onder narcose gaan, hoeven niet naar de anesthesist. Patiënten die opnieuw voor een operatie gaan en de screening is langer dan 6 maand geleden, mogen tot 9 maanden na de laatste screening schriftelijk ter screening worden aangeboden. Aanvullend vooronderzoek moeten gedaan worden bij: Tonsillectomie, Tonsillectomie + Adenotomie, Adenotomie, TV buisjes+ Adenotomie, Poliepextractie, Infundibulotomie, Ethmoidectomie, ooroperaties. Voor bovenstaande ingrepen moet een Hb worden bepaald. Patiënten ouder dan 50 jaar moeten altijd naar het laboratorium voor Hb-, Ht-, kalium- en kreatininebepaling. Daarnaast moeten deze patiënten een ECG laten maken. Rapportage In het digitale dossier komt te staan voor welke ingreep patiënt komt. Eventueel aanvullend onderzoek wordt in het digitale dossier verzameld. Bijbehorende procedures/documenten Handleiding plannen voor secretariaten. Chipsoft. 12 KEEL-, NEUS- EN OORHEELKUNDE Coaguleren van een neusbloeding op de polikliniek KNO Doelstelling Stoppen van een bloedneus. Onderzoek/ingreep door De KNO-arts. Indicatie Een bloedneus die niet vanzelf stopt. Mogelijke complicaties Tijdens de ingreep: collaberen; pijn; nabloeding. Na de ingreep: pijn; nabloeding. Benodigdheden klaar te zetten door assistente - zuigerij; geïsoleerde zuiger verbonden aan het coagulatieapparaat; geleidingsplakker; neusspeculum; tongspatel; verdovingswatjes; bajonetpincet; xylocaïnespray; groene doeken; gazen; bekkentjes; handschoenen; mondlap. 13 KEEL-, NEUS- EN OORHEELKUNDE Werkwijze bij patiënt met niet-actieve neusbloeding Voorbereiding Laken en groene doek op behandeltafel leggen. De groene doek komt over het hoofdeind. Patiënt krijgt verdovingswatjes in de neus en mag 10-15 minuten in de wachtkamer plaatsnemen. Handeling Patiënt liggend plaats laten nemen op de behandeltafel. Patiënt informeren omtrent de behandeling. Patiënt krijgt groene doek over de borst om de kleding te beschermen. Patiënt krijgt geleidingsplakker op de onderarm en deze wordt vastgemaakt met de knijper van het coagulatieapparaat. Specialist brandt het vaatje dicht. Tijdens de ingreep steunt de assistente het hoofd van de patiënt. Assistente houdt de kleur van de patiënt goed in de gaten. 14 KEEL-, NEUS- EN OORHEELKUNDE Werkwijze bij patiënt met actieve neusbloeding Voorbereiding Patiënt plaats laten nemen op behandeltafel. Patiënt neus laten ophalen, eventueel stolsel en in bekkentje laten spugen. Patiënt informeren omtrent de behandeling. Patiënt krijgt groene doek over de borst om de kleding te beschermen. Patiënt krijgt verdovingswatjes in neus; dit gebeurt liggend. Patiënt moet 15 minuten wachten, dit mag eventueel iets met het hoofdeinde omhoog. Liefst liggend. Patiënt krijgt geleidingsplakker op de onderarm en deze wordt vastgemaakt met de knijper van het coagulatieapparaat. Specialist brandt het vaatje dicht. Tijdens de ingreep steunt de assistente het hoofd van de patiënt. Assistente houdt de kleur van de patiënt goed in de gaten. Als bij de patiënt de bloedingsbron niet goed te vinden is, wordt er een neusendoscopie gedaan. Dit kan voorkomen bij een actieve en een niet-actieve neusbloeding. Nazorg Patiënt krijgt advies mee van de KNO-arts. Patiënt mag 1 dag niet snuiten of persen. Rapportage KNO-arts noteert de ingreep/behandeling in de status en de secretaresse of assistente verwerkt de verrichting in Chipsoft. 15 KEEL-, NEUS- EN OORHEELKUNDE Trommelvliesbuisjes/draintjes plaatsen op de polikliniek KNO Doelstelling Dit document beschrijft de werkwijze van het plaatsen van trommelvliesbuisjes/draintjes waardoor het middenoor weer belucht wordt en eventueel vocht af kan vloeien. Toepassingsgebied Polikliniek KNO. Indicatie Onderdruk een sterk naar binnen getrokken trommelvlies. Verminderd gehoor door vocht/glue achter het trommelvlies. Vaak middenoorontsteking. Contra-indicatie Koorts. Loopoor. Risico’s en/of mogelijke complicaties Tijdens de ingreep: collaberen; pijn. Na de ingreep: pijn; loopoor; duizelig; collaberen. Uitvoerder De KNO-arts. Benodigdheden en middelen Klaar te zetten door assistente: Verdovingszalf EMLA (dr. Lemstra). Xylocainecarpules met houder en naaldje (dr. Staal). Steriele groene doeken; 1 gewone en 2 gatdoeken( bij beide oren). 16 Trommelvliesbuizenset. Trommelvliesbuisje(s) of draintje(s). Steriel incisiemesje (spear blade myringotomy). Steriele flexibele slang. Microscoop. Bekkentje. Alcohol. Handschoenen. Mondlap. Zuigerij. Beschrijving Voorbereiding Patiënt krijgt verdoving in het te behandelen oor. o Bij dr. Lemstra dertig minuten wachttijd i.v.m. EMLA verdovingszalf. o Bij dr. Staal geen wachttijd i.v.m. lokale xylocaineverdoving. Laken en groene doek op de behandeltafel leggen. De groene doek komt over het hoofdeinde. Patiënt informeren omtrent de behandeling. Handeling Patiënt liggend laten plaatsnemen op de behandeltafel. Patiënt krijgt de steriele gatdoek over het hoofd. KNO-arts verwijdert de verdovingszalf uit het oor. Tijdens de ingreep ondersteunt de assistente zo nodig het hoofd van de patiënt. De assistente houdt de patiënt op de hoogte van de gang van zaken. Nazorg Verwijder de groene doek. Patiënt rustig overeind laten komen. Patiënt krijgt advies mee van de KNO-arts. Patiënt maakt een afspraak bij het afsprakenbureau voor over één week. Rapportage KNO-arts noteert de ingreep/behandeling op het decursusvel en de secretaresse verwerkt de verrichting in Chipsoft. 17