Vraag en antwoord: Voorlichtingscampagne ‘Ouderen in Veilige Handen’ 1 Feiten en cijfers over ouderenmishandeling Q: Wat is de definitie van ouderenmishandeling? Ouderenmishandeling is het handelen of nalaten van handelen van al degenen die in een terugkerende persoonlijke of professionele relatie met de oudere (iemand van 65 jaar of ouder) staan, waardoor de oudere persoon lichamelijke en of psychische en/of materiele schade lijdt en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid. Q: Wat is de omvang van ouderenmishandeling in Nederland? Jaarlijks krijgen naar schatting 200.000 ouderen te maken met ouderenmishandeling. Q: Wordt ouderenmishandeling vaak gemeld? Door het taboe op ouderenmishandeling, wordt slechts het topje van de ijsberg gemeld. In 2012 registreerden de steunpunten huiselijk geweld 1027 meldingen van ouderenmishandeling. Q: Wie zijn de slachtoffers van ouderenmishandeling? De meerderheid van de slachtoffers is vrouw (70%). De grootste groep slachtoffers zijn personen in de leeftijd van 70 – 79 jaar (28%), gevolgd door de groep 80 – 89 jaar (29%). Q: Wie zijn de plegers van ouderenmishandeling? Ouderenmishandeling vindt vaak plaats in familieverband. In 35% van de gevallen gaat het om kinderen en kleinkinderen, in 27% om (ex-)partners en in 24% om andere familieleden. Professionals (1%) en vrijwilligers (0,2%) worden nauwelijks als pleger geregistreerd. Q: Welke vormen van ouderenmishandeling zijn er? 1. Lichamelijke mishandeling 2. Psychische mishandeling 3. Financiële uitbuiting 4. Verwaarlozing 5. Seksueel misbruik Q: Hoe vaak komen bovenstaande vormen van ouderenmishandeling voor? In 2012 zijn 1027 meldingen van ouderenmishandeling geregistreerd. De meeste slachtoffers (35%) ondergingen psychische vormen van mishandeling, gevolgd door lichamelijke mishandeling (28%), financieel misbruik (20%) en verwaarlozing (5%). Seksueel misbruik wordt het minst gemeld (3%). 1 Bron: Movisie – Ouderenmishandeling in 2012 1/3 Voorlichtingscampagne ‘Ouderen in Veilige Handen’ Q: Waarom is de voorlichtingscampagne ‘Ouderen in Veilige handen’ opgezet? Er rust een groot taboe op ouderenmishandeling. Ouderen treden vaak niet naar buiten als ze slachtoffer zijn. Bijvoorbeeld uit schaamte of uit angst voor de gevolgen. Ze zijn afhankelijk zijn van de pleger. Ook is er nog veel onbekendheid over wat ouderenmishandeling is. Daarom voert de overheid tot eind 2014 een voorlichtingscampagne, samen met de vier ouderenbonden ANBO, NOOM, PCOB en UnieKBO. Doel is om bij ouderen zelf en hun omgeving ouderenmishandeling bespreekbaar te maken. De campagne is onderdeel van het Actieplan ‘Ouderen in veilige handen’. Q: Met welke ouderenbonden werkt de overheid samen binnen de campagne? De overheid voert de voorlichtingscampagne uit met de volgende ouderenbonden: ANBO – Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen NOOM – Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten PCOB – Protestants Christelijke Ouderenbond UnieKBO - Unie Katholieke Bond van Ouderen Q: Wie geeft de voorlichting aan ouderen? In 2013 en 2014 trekken 35 voorlichters van de vier seniorenorganisaties het land door. De voorlichters zijn vrijwilligers van de ouderenbonden die getraind zijn om ouderenmishandeling bespreekbaar te maken. Q: Hoeveel ouderen worden bereikt met de campagne? In 2013 en 2014 worden ongeveer 500 bijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten gaan de voorlichters in gesprek met ouderen om het taboe op ouderenmishandeling te doorbreken. Hiermee worden direct ruim 3.000 ouderen bereikt. Indirect wordt via de eigen informatiekanalen van de ouderenbonden hun achterban bereikt: in totaal ongeveer 900.000 senioren. Q: Wat is de looptijd van de campagne? De voorlichtingscampagne loopt van september 2012 tot en met eind december 2014. Q: Waar kan ik me aanmelden voor een bijeenkomst? Wilt u weten wat er plaatsvindt in uw regio? Neem dan contact op met een voorlichter uit uw regio (zie Voorlichters campagne Ouderen in veilige handen (PDF, 182 Kb). 2/3 Wat kun je doen bij (vermoedens van) ouderenmishandeling? Q: Wat kunnen slachtoffers, plegers en / of omstanders doen bij (vermoedens van) ouderenmishandeling? De eerste stap naar een oplossing, is erover te praten met iemand die je vertrouwt. Zoals een huisarts, vriendin, zorgverlener of familielid. Voor hulp en advies kun je ook terecht bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. Q: Wat gebeurt er als je belt naar een Steunpunt Huiselijk Geweld? Het Steunpunt Huiselijk Geweld is bereikbaar via 0900 – 1 26 26 26 (5 cent per minuut). Via je postcode word je doorverbonden met een hulpverlener van het Steunpunt bij jou in de buurt. Hij of zij biedt een luisterend oor en adviseert je wat je kunt doen, afhankelijk van de ernst van de situatie, de signalen en de mogelijkheden. Bel je als omstander van huiselijk geweld, dan is het eerste advies vaak erover te gaan praten met de betrokkenen. De hulpverlener van het Steunpunt geeft tips over hoe je zo’n gesprek het beste aan kunt gaan. Het Steunpunt kan je ook in contact brengen met andere hulpverleners. Q: Waar kun je terecht voor meer informatie? Kijk op http://www.vooreenveiligthuis.nl/ouderenmishandeling/ voor meer informatie. 3/3