Werkblad - Gymnasium

advertisement
Werkblad
Disco
hoofdstuk 6
Werkwoordstijden
Tot nu toe hebben we persoonsvormen van de tegenwoordige tijd geleerd: het praesens. Als je
wilt vertellen over iets dat eerder gebeurd is, gebruik je daarvoor de verleden tijd. Het Latijn
kent twee verleden tijden: het perfectum en het imperfectum.
Het perfectum
Het perfectum is de verleden tijd die een werkwoord voorstelt als afgerond. Als je zegt: “Ik
heb mijn huiswerk afgemaakt”, gebruik je een voltooid tegenwoordige tijd om aan te geven
dat het huiswerk maken nu af is. In teksten en verhalen staan ook meestal perfectumvormen.
Deze vormen moet je eigenlijk vertalen als een onvoltooid verleden tijd. Het gaat dan meestal
om kortdurende of plotselinge gebeurtenissen. Hieronder leer je meer over het verschil tussen
imperfectum en perfectum.
Vorming perfectum
Het perfectum heeft een andere stam dan het praesens en imperfectum. In het Nederlands
kennen we ook zo’n verschijnsel waarbij de stam verandert in de verleden tijd: bijv. lopen,
liep, gelopen of zijn, was, geweest).
De perfectumstam wordt bij alle stamgroepen anders gemaakt.
1. Bij –a- en –i-stammen: praesensstam + v
(vocav-, audiv-)
2. Bij –e-stammen: praesensstam – e + u
(terre- wordt terru-)
3. Bij –mk-stammen: altijd onregelmatig. Vanaf nu staan in de woordenlijsten ook de
onregelmatige perfectumstammen. Zie hieronder voor een overzichtje van de
werkwoorden uit hoofdstuk 6; er staan ook onregelmatige a-, e- en i-stammen bij. Ze staan
opgegeven in de 1e pers. ev. perfectum. Om de stam te vinden moet je dus de uitgang –i
eraf halen!
Direct achter de perfectumstam komen de persoonsuitgangen van het perfectum (pupf). Dat is
het rijtje –i, -isti, -it, -imus, -istis, -erunt. De uitgang voor de infinitivus is –isse.
Opdracht 1
Leer het schema op pagina 45. Analyseer dan (= schrijf-met-streepjes) en vertaal de
volgende persoonsvormen:
Vb: vocavi = vocav – i = 1. ik riep, 2. ik heb geroepen)
1. vocavit
7. audiverunt
2. duximus
8. fuisti
3. necavit
9. potuisse
4. terruimus
10. respondimus
5. duxistis
11. fugimus (2x)
6. venit (2x!)
12. movit
1
Het imperfectum
Een andere verleden tijd in het Latijn is het imperfectum. Deze tijd gebruikt het Latijn om uit
te drukken dat een handeling in het verleden bezig was. Het wordt in het midden gelaten of
die handeling nu afgerond is.
Bijvoorbeeld: Gisteren maakte (imperfectum) ik mijn huiswerk, toen ineens …(etc.)
Of het huiswerk nu af is of niet, maakt voor deze zin niet uit. Het gaat er voor het verhaaltje
om dat je er een poos mee bezig was. Het imperfectum wordt in een tekst of verhaal meestal
gebruikt om achtergrondinformatie te geven. Denk aan het begin van sprookjes: “Er was eens
een koning in een ver land…”
Vorming imperfectum
Voor de vorming van het imperfectum gebruik je de praesensstam. Daarachter komen de
kenletters van het imperfectum, de letters waaraan je de tijd herkent: -ba- of –eba-.
Bij de a- en e-stammen gebruik je –ba, bij de i- en mk-stammen gebruik je –eba-.
Als laatste de persoonsuitgang (pu). Dat rijtje lijkt erg op het praesens, behalve de eerste
persoon: -m, -s, -t, -mus, -tis, -nt.
Opdracht 2
Leer het schema op pagina 46. Analyseer en vertaal dan de volgende persoonsvormen:
1. ducebam
7. terrebamus
2. audiebatis
8. ducebant
3. erant
9. aspiciebat
4. tollebas
10. relinquebam
5. horrebamus
11. dabas
6. parebat
12. veniebatis
2
Opdracht 3
Vul de ontbrekende vormen aan.
praesens
imperfectum
VB: 0. voco
vocabam
1. duco
2. audiebas
perfectum
vocavi
betekenis
Ik roep
3. terruit
4. tollunt
5. horrebatis
6. reliquerunt
7. sum
8. dabat
9. vetuimus
10. venit
Opdracht 4
Alles door elkaar! Analyseer en vertaal deze persoonsvormen.
1. condebant
2. iacebas
3. fugiunt
4. resondit
5. aspicit
6. fugi
7. fuistis
8. vetamus
9. accidit (2x)
10. veni (2x)
11. dedisse
12. tollebatis
13. adiit
14. paruit
15. invenit (2x)
16. sustulisti
17. dederunt
18. trahebam
19. poterant
20. necat
3
Leerblad hoofdstuk 6
Overzicht vorming
tijd
praesens
Vorming
Vorm
Stam + (bindvocaal) + pu: voco
o, s, t, mus, tis, nt.
terreo
audio
duco
imperfectum Stam + (e)ba + pu: m, s, t, vocabam
mus, tis, nt
terrebam
audiebam
ducebam
perfectum
Perfectumstam + pu:
vocavi
i, isti, it, imus, istis, erunt
terrui
audivi
duxi
Vertaalwijze
Ik roep
tijd
o.t.t.
Ik riep
o.v.t.
1. Ik riep
2. Ik heb geroepen
1. o.v.t.
2. v.t.t.
Overzicht gebruik
Imperfectum
Perfectum
 achtergrondinformatie
 hoofdgebeurtenissen
 Kies uit ovt (“riep”) of “was bezig
 Kies uit ovt of vtt (“riep”of “heeft
te…”
geroepen”). Kijk zelf wat het beste
klinkt.
 Langdurige of vaak herhaalde
handeling, nog niet per se afgerond
 Kortdurende of afgeronde gebeurtenis
Onregelmatige perfectumstammen hoofdstuk 6
werkwoord
accidere
adire
dare
dicere
ducere
esse
fugere
parere
posse
respondere
relinquere
tollere
trahere
venire
vetare
1e persoon ev perf.
accidit
adii
dedi
dixi
duxi
fui
fugi
parui
potui
respondi
reliqui
sustuli
traxi
veni
vetui
betekenis
het gebeurde (alleen 3e pers. ev)
gaan naar
geven
zeggen
leiden
zijn
vluchten
gehoorzamen
kunnen
antwoorden
verlaten, achterlaten
optillen, heffen
trekken
komen
verbieden
Onregelmatige imperfectumvormen
werkwoord
1e pers. ev. imperfectum betekenis
esse
eram
zijn
posse
poteram
komen
4
5
Download