DE BIJZIN 1. Inleiding - 3 soorten bijzinnen : - completiefzin (onderwerp of voorwerp) - bijwoordelijke bijzin (waarde bijw. bepaling) - betrekkelijke bijzin (geeft uitleg over een zinsdeel, het antecedent) wijzen in bijzinnen 1. de optatief in de bijzin : a)n + optatief in de bijzin : potentialis (zoals in de onafhankelijke zin) In de voorwaardelijke bijzin valt a)n weg. optatief zonder a)n in de bijzin : - potentialis in de voorwaardelijke bijzin - vervangt soms een indicatief of a)n + conjunctief (eventualis) na een verleden hoofdwerkwoord (= optativus obliquus) In bijzinnen kunnen, na een hoofdwerkwoord in een tweede tijd, optatieven voorkomen waar we een indicatief, een conjunctief of een eventualisconstructie (a)n + conjunctief) verwachten, en dit zonder verschil in betekenis. (optavivus obliquus) Bij de optativus obliquus die een eventualisconstructie vervangt valt het partikel a)n weg. 2. de conjunctief in de bijzin - conjunctief zonder a)n : in bepaalde bijzinnen (cfr. infra) - conjunctief met )an : eventualis-constructie - algemeenheid (eventualis eventualis) - toekomstig feit (eventualis futuralis) - herhaling (eventualis iterativus) 3. de indicatief in de bijzin - realis - a)n + indicatief 2de tijd : irrealis, zoals in de onafhankelijke zin In de voorwaardelijke bijzin valt a)n weg. 2. De completiefzin - als onderwerp of voorwerp - soorten - infinitief(zin) - indicatiefzin - conjunctief (mh) - participiumconstructie infinitief ontkenning meestal mh (wil van de spreker) infinitiefzin ontkenning mh (wil) of ou) (feit). - onderwerp = accusatief (kan verzwegen worden) - Als er een gezegde is, congrueert het met het onderwerp (acc) - met partikel a)n : schakering van irrealis of potentialis indicatiefzin completiefzin met o(ti of w(j o(ti = objectief ; w(j = mening van een ander, twijfel negatie = ou) na verba sentiendi, verba declarandi, verba affectuum, onpersoonlijke uitdrukkingen opgelet : na legein : - o(ti-constructie : zeggen - infinitiefzin : beweren (persoonlijke mening van de spreker) na fanai : steeds infinitief(zin) gebruik van de wijzen : - indicatief : realis - a)n + indicatief 2de tijd : irrealis - a)n + optatief : potentialis - optatief (zonder a)n) : kan de indicatief vervangen ne een 2de tijd (optativus obliquus) indirecte vraag - ingeleid door - vragend woord (voornaamwoord, bijwoord) - vraagpartikel - eenledige vraag : ei) - tweeledige vraag : poteron…h)… of ei)te…ei)te - gebruik van wijzen : zie completiefzin. completiefzin met o(pwj of w(j - na verba curandi : o(pwj of w(j + indicatief futurum (of conjunctief.) - Beide kunnen vervangen worden door een optatief na een 2de tijd (optativus obliquus) completiefzin in de conjunctief verba timendi verba timendi + mh (ou)) + conjunctief na een 2de tijd kan de conjunctief vervangen worden door een optatief (obliquus) andere conjunctieven in completiefzinnen - de conjunctief van de overleggende vraag - kan vervangen worden door een optativus obliquus - na verba curandi : o(pwj of w(j + conjunctief (of indicatief futurum) - kan vervangen worden door een optatief (obliquus) na een 2de tijd. participiumconstructie participium als voorwerp - het onderwerp is uitgedrukt Het onderwerp is LV van het participium en komt ermee overeen. VB Oi)da se legonta. - het onderwerp is niet uitgedrukt Het onderwerp van de participiumconstructie is gelijk aan het onderwerp van het hoofdwerkwoord. In dat geval wordt het onderwerp van het participium niet meer uitgedrukt, en komt rechtstreeks overeen met het onderwerp van het hoofdwerkwoord. VB Oi)da qnhtoj wn. participium als aanvullende constructie bij het onderwerp - bij werkwoorden die een modaliteit van « zijn » uitdrukken. - tugxanein (toevallig zijn) - lanqanein (verborgen zijn) - fainesqai (blijken) - bij werkwoorden die betekenen : beginnen te, verdergaan met, ophouden met VB pauomai legwn - bij werkwoorden die betekenen : goed of kwaad doen door te…, overtreffen of onderdoen in. participium en infinitief bij hetzelfde werkwoord - Sommige werkwoorden kunnen zowel met een participium als met een infinitief geconstrueerd worden. VB fainesqai + participium = blijken fainesqai + infinitief = schijnen