herstel - Clientenraad Arkin

advertisement
Visie op Herstel in de Psychische
gezondheidszorg
Jaap van der Stel
Lector GGz Hogeschool Leiden
Senior-onderzoeker GGZ inGeest | Adviseur beleid Brijder-Parnassia
Indeling
1. Trends in de psychische zorg
2. Markeert ‘herstel’ een paradigmaverschuiving?
3. Herstel en zelfregulatie
4. Functioneel herstel en executieve functies
I - Trends in de psychische zorg
Trends & Principes
1. HERSTEL GAAT IN VIEREN
2. PREVENTIE KAN
3. VROEGER IS BETER
4. FOCUS OP HET DAGELIJKS LEVEN
5. IEDEREEN IS ANDERS
6. FOCUS OP DIAGNOSTIEK
7. FOCUS OP PROGNOSES
8. LEVENSLOOP IS LEIDEND
9. WEES PROACTIEF
10. PARTICIPATIE IS VEREIST
Vier aspecten van herstel
Wie wat, wanneer, hoe, wel of niet doet, is afhankelijk van
specifieke problemen + wensen en behoeften betrokkenen.
Persoonlijk herstel
Kernbestanddelen persoonlijk herstel
II – Markeert ‘herstel’ een
paradigmaverschuiving?
Wortels herstelbeweging
• Herstelbeweging is 1e burgerrechtenbeweging.
• Specifiek voor mensen met (ernstige) psychische
aandoeningen.
• En is 2e een beweging die consequenties heeft voor:
• Manier waarop praktijkwerkers hun werk verrichten.
• Wijze waarop de zorg anders kan worden
georganiseerd.
• Heeft lange aanloop (jaren ‘70).
• => 6 lessen uit de geschiedenis =>
Les 1: herstellen kan
• Herstel van psychische aandoening is mogelijk – zelfs
zonder hulp.
• Naast moeilijkheden ook potenties.
• Als hersteld: vaak heel geschikt anderen te helpen.
• Iedereen kan óók werken, eventueel met aangepaste
omstandigheden.
• Traditionele benadering: fixatie op tekortkomingen
(verwijt).
• Isoleren in asiels / afgelegen ziekenhuizen werkte
averechts.
Les 2: visie op hulpverlenen
• Isoleren uit de eigen leefwereld t.b.v. herstel meestal
onnodig.
• Wel: extra hulp, mits niet opgedrongen; hulpverlener
moet zich inleven.
• Verbetering gaat niet zonder eigen activiteit /
inspanningen.
• (Sociale) steun moet wel beschikbaar zijn.
• Isoleren kan schade berokkenen.
• Maakt mensen afhankelijk van instanties.
• Geeft meer problemen
• Hulp uit medelijden of uit behoefte te ‘redden’ creëert
ongelijke verhouding.
Les 3: focus op het dagelijks leven
• Psychische aandoeningen ontstaan in specifieke context.
• Aandacht hiervoor maakt processen / klachten /
symptomen begrijpelijk.
• Herstel verloopt lastiger in een ander context,
verhoogt kans op terugval.
• Fixatie op het individu mist noodzakelijke
verandering van die context.
• Effectiever: ga na wat werkt in de eigen context; daar
kracht signaleren en versterken.
• Daarbij: nadruk op negatieve zaken demoraliseert /
maakt mensen hulpeloos.
• Benadruk expertise van de betrokkene =>
gelijkwaardigheid.
Les 4: het ziekenhuis uit
Organisatie zorg is veranderd:
• Een opname wordt nu gezien als uitzondering.
• Als gedwongen: verlies van aantal burgerrechten /
inperking vrijheid.
• Werk is een burgerrecht; werk doet mensen goed.
• Verplaatsing van de zorg nog geen garantie voor andere /
betere omgang met cliënten.
• Risico op stigmatisering door werkers blijft vaak nog
bestaan.
• Idem: typeringen als ‘chronisch’ of ‘uitbehandeld’.
• Hoop doen vervliegen mag nooit.
Les 5: rechten en
verantwoordelijkheden
• Het denken over mensen met psychische aandoeningen
is radicaal verandert.
• Maar: praktijk is weerbarstig.
• Uitgangspunt is nu: volledige integratie in de
gemeenschap.
• Inclusief alle rechten en plichten.
• Heeft consequenties voor iedereen (ook als zelf geen
psychische aandoening).
• Niet ‘aan de norm’ voldoen mag in beginsel geen
inperking burgerrechten betekenen.
• ‘Eerst hersteld zijn’ mag geen toegangsbewijs zijn voor
deelname aan samenleving.
Les 6: zelf doen
• Focus moet meer gericht worden op leerprocessen en
eigen activiteit.
• Vrijheid en autonomie zijn (in onze cultuur) leidende
principes.
• Maar realisatie gaat niet vanzelf. Het impliceert:
• Focus op capaciteiten en benodigde leren.
• In beginsel: haalbaar na een moeilijke periode / start.
• Herstel (en ontwikkeling) staan niet haaks op ontvangen
van hulp / ondersteuning.
• Impliceert: samenleving die daartoe uitnodigt en
kansen biedt.
III – Herstel en zelfregulatie
Zelfregulatie centraal
Zelfregulatie als motor voor zelfbepaling, zelfzorg en zelfredzaamheid.
Wat is zelfregulatie?
Zelfregulatie = psychische functies op jezelf richten => executieve
functies => doelen bereiken & samenwerken.
Begrippen
ZELFREGULATIE | Psychische processen waarmee mensen (bewust)
invloed op zichzelf uitoefenen (emoties/stemming, motivaties,
cognities, gedrag). Hierdoor zijn ze beter in staat – met andere mensen
– doelen bereiken en samenwerken.
EXECUTIEVE FUNCTIES | De psychische processen die zelfregulatie
mogelijk maken.
EXECUTIEVE CAPACITEITEN | De resultaten van zelfregulatie (algemene
vaardigheden voor sociaal en cultureel functioneren).
NIVEAUS VAN EXECUTIEF FUNCTIONEREN | Mate waarin en wijze
waarop mensen doelen kunnen bereiken in een sociale en culturele
context.
Ontstaan van zelfregulatie
Zelfregulatie veronderstelt executieve functies. Deze ontstaan
zodra individu gedrag op zichzelf richt. Betreft (Barkley, 2012):
1. Zelfgewaarwording.
2. Zelfbeheersing.
3. Op zichzelf gerichte sensomotorische actie => non-verbaal
werkgeheugen; verbeelding.
4. Op zichzelf gerichte innerlijke spraak => verbaal
werkgeheugen; verbale gedachten.
5. Zelfwaardering (emotie, motivatie).
6. Op zichzelf gericht spel (innovatie, probleem oplossen).
Kernprocessen zelfregulatie
Resultaten van zelfregulatie
Zelfregulatie vergroot capaciteiten om doelen te bereiken (Barkley,
2012):
1. Ruimtelijke => afstanden overzien en overbruggen.
2. Temporele => vermogen overzien en hanteren van tijd.
3. Motivationele => uitstellen beloningen.
4. Inhibitieve => uitstellen externe responsen op interne impulsen.
5. Conceptuele / abstracte => vermogen tot abstraheren.
6. Gedragsmatige, structurele => complex gedrag.
7. Sociale => sociale integratie.
8. Culturele => participeren in / bijdrage leveren aan cultuur.
Psychische stoornis: gevolgen voor (ontplooiing) executieve functies.
Dit wordt manifest in omvang / kwaliteit executieve capaciteiten.
Niveaus van executief functioneren
Executief functioneren ontwikkelt zich in stadia => vier niveaus (Barkley,
2012):
1.
2.
3.
4.
Ontstaan executieve functies => ontstaan van besef van een
‘aanstuurbaar’ zelf of ik.
Ontwikkeling van eenvoudige methoden om doelen op korte termijn te
bereiken.
Gebruik kunnen maken van tactieken => samen met anderen doelen
bereiken op middellange termijn.
Ontwikkelen en toepassen van strategieën => leidend tot handelen
volgens principes / abstracte waarden in belang gemeenschap.
Hoogste niveau pas bereikt in derde decennium van het leven.
Ontwikkeling gaat daarna wel door!
Niemand functioneert in elke context of situatie op zelfde hoge of lage
niveau.
IV – Functioneel herstel en
executieve functies
Functioneel herstel
Functioneel herstel als product van eigen ontwikkeling / activiteit.
Leerprocessen beter buiten behandelsetting organiseren.
Onze missie
•
•
•
•
•
•
FOCUS OP DAGELIJKS LEVEN | Hoe geef je dit principe
betekenis?
HERSTEL GAAT IN VIEREN | Ook functioneel herstel.
FUNCTIES IN KAART BRENGEN | Methodiek met focus
op executieve functioneren: moeilijkheden & potenties
=> plannen => herstel & ontwikkeling.
HERSTEL VERSNELLEN | Haal herstel uit ‘de sfeer van
nazorg’.
FOCUS OP LEREN | Wat is beste leeromgeving /
leerstrategie?
VROEGER IS BETER | Benut kansen op functioneel
herstel eerder in ontwikkeling / hulpverlening.
Plannen
1. Ontwikkelen, testen en in praktijk brengen ZEEF
(zelfregulatie en executieve functies).
Methodiek voor:
• In kaart brengen van aspecten van executief
functioneren (ICF).
• Samen plannen maken hierin verbetering te
bewerkstelligen.
2. Ontwikkeling HOOP (herstelondersteuning &
ontwikkeling potenties).
• Systematisch overzicht van modules voor verbeteren
executief functioneren.
Structuur ICF
gezondheidstoestand
aandoeningen, ziekten
functies en anatomische
eigenschappen
externe factoren
activiteiten
participatie
persoonlijke factoren
HOE?
• Samenwerken:
• Met ervaringsdeskundigen en ervaren professionals.
• ZEEF en HOOP tot stand brengen via co-creatie.
• Met koplopers: o.a. Stichting Anton Constandse, GGZ
inGeest.
• Samen optrekken met Phrenos:
• Oprichting landelijke expertgroep => kennisuitwisseling &
agendasetting.
• Na kritische toets op nut en noodzaak => landelijke
verspreiding resultaten t.b.v.:
 1/3 meer herstel: > uitstroom & < prevalentie
 1/3 meer herstel: < instroom & < incidentie
Visie op kennis
Alle drie kennisbronnen zijn relevant.
Boek 1
2012
Boom | Lemma
Boek 2
December 2013
SWP
Boek 3
Maart 2015
BSL
Download