Hoe wordt hun temperatuur geregeld?

Naam. Merel Cox
Klas. B1B
Vak. Biologie
De wereld van zoogdieren
1
Inhoudsopgave.
Blz. 3
 Welke kenmerken hebben ze?
~Blz. 3
 Waar leven ze?
~Blz. 4
 Hoe is hun lichaam beschermt (buitenkant)?
~Blz. 4
 Hoe is hun voortplanting?
~Blz. 5
 Hoe werkt hun ademhaling?
~Blz. 5/6
 Hoe wordt hun temperatuur geregeld?
Ik heb vooral gewerkt met http://nl.wikipedia.org/wiki/Zoogdieren
2
Welke kenmerken hebben ze ?
Zoogdieren zijn warmbloedige gewervelde dieren. Hun lichaam is bedekt met haar
ze hebben longen waar ze door ademhalen, en verzorgen de jongen door
moedermelk. De huid heeft melkklieren en zweetklieren. Met zweetklieren kunnen
zoogdieren warmte kunnen verliezen. Een van de andere kenmerken is de bouw van
hun onderkaak die uit maar 1 bot bestaat en 3 gehoorbeentjes. Niet alle
hiergenoemde kenmerken zijn uniek en niet bij andere dieren te vinden, zo
ontwikkelen sommige haaien zich ook en vogels zijn bijvoorbeeld ook warmbloedig.
Maar echt uniek bij zoogdieren is toch de vacht, de gehoorbeentjes, de onderkaak
en de melk/zweetklieren.de meeste zoogdieren hebben een goed gehoor en
reukvermogen. Hierdoor zijn ze heel goed in het vinden van voedsel, het ontwijken
van roofdieren, een soortgenoot vinden. En nog veel meer.
Kort samen gevat 6 belangrijke kenmerken
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Ademhalen door longen
Haren
Levendbarend
Zogen
Gewervelde dieren
De zweetklieren
Waar leven ze ?
Het aanpassen van hun en in hun omgeving is groot.
Sommige hebben zich aangepast aan de kou van zuid- en
de noordpool, andere zijn gewend aan hitte van de
woestijn. Maar ook het water en de lucht werden veroverd
door zoogdieren. Het grootse zoogdier , de blauwe vinvis,
brengt zijn leven door in de zee. De vleermuis heeft
vleugels ontwikkeld en is het enige zoogdier dat kan
vliegen. Dat zijn allemaal verschillende leefomgevingen
maar het zijn toch allemaal zoogdieren. Maar dat is maar
goed ook want als al deze zoogdieren bijvoorbeeld in het
water zouden wonen dan was het op het land leger en is
het in de oceaan opeens heel druk, en dan zouden de
dieren niet zo leven als dat ze nu leven.
3
Hoe is hun lichaam beschermt
(buitenkant)?
Er zijn zoveel zoogdieren dat je niet kan
zeggen … is de bescherming van het
lichaam wand elk dier is anders.
Bijvoorbeeld een stekelvarken heeft
stekels. Dat beschermt ze tegen
gevaarlijke dieren die hun zien als hun
eten. Dan heb je ook bijvoorbeeld
paarden die hebben hoeven. Dat
beschermt ze tegen dingen die op straat
liggen en helpt tegen de kauw, het zijn
eigenlijk een soort schoenen. Dan heb je
bijvoorbeeld een vos die heeft een dikke huid vol met haren dat beschermt ze
tegen de kauw. En schildpadden die hebben een pantser dat beschermt hun
rug en is ook handig tegen de kou. Eigenlijk heeft elk zoogdier wel een
bescherming voor zichzelf en de meeste dienen ook voor de kou.
Hoe is hun voortplanting?
Bij alle zoogdieren vind je de bevruchting. De bevruchting vind onder andere
plaats in de eileider. De meeste zoogdieren brengen hun jongen levend op
aarde. Bij buideldieren zijn de jongen nog erg weinig ontwikkeld en blijven ze
‘niet bij alle soorten’ na hun geboorte nog lange tijd in een buidel. Daar kunnen
ze zich verder ontwikkelen. Er is een groot verschil bij ontwikkeling als je naar alle
zoogdieren kijkt. Zo worden veel knaagdieren, konijnen en verschillende
roofdieren zoals beren naakt en soms ook blind geboren in een hol.
De 1e paar weken van hun leven hebben ze verzorging van de moeder nodig.
Bijvoorbeeld katten en andere roofdieren worden vaker met ogen gesloten
geboren, maar ze hebben dan wel al haren op hun huid. Maar ook bij deze
dieren is de verzorging nodig van de moeder, bij bijvoorbeeld het jagen op eten.
Maar bijvoorbeeld kuddedieren moeten al binnen 1 uur kunnen lopen anders
kunnen ze niet mee met de kudde.
4
Hoe werkt hun ademhaling?
Zoogdieren (dus ook mensen), vogels en
reptielen halen adem met hun LONGEN. De
neus en mond word daar voor gebruikt. Door te
ademen zet de borst van de zoogdieren uit net
als bij ons dus. Daardoor zetten ook de longen
uit en wordt er lucht gemaakt. Deze lucht komt
1e in de luchtpijp terecht. De luchtpijp wordt
gesplitst in 2 wegen die ook nog veel vaker
splitsen. Aan het einde zitten kleine blaasjes.
Hier vind het opnemen van zuurstof in het bloed plaats. Het bloed vervoert de
zuurstof vervolgens naar alle cellen in het lichaam.
Er zijn ook zoogdieren die leven in het water, zoals walvissen en dolfijnen. Zij hebben
net als alle andere zoogdieren longen om mee adem te kunnen hallen. Dat
betekend dat ze elke X naar boven moeten om adem te kunnen halen. Wanneer
een walvis boven water komt om adem te halen, komt de lucht door zijn spuitgat.
Mens die onderwater zwemmen moeten veel vaker naar boven komen voor adem
te halen. Walvissen kunnen veel langer onderwater blijven, sommige soorten kunnen
hun adem meer dan 1 uur inhouden. Dat is wel 60X zo lang als een gemiddeld mens!
Hoe wordt hun temperatuur
geregeld?
Zoogdieren zijn bijvoorbeeld warmbloedig. Dit betekend dat hun
lichaamstempratuur geregeld word door hun lichaam, en daardoor op een
constante temperatuur kan worden gehouden. Dat is dus onafhankelijk van de
buitentempratuur de hypothalamus, (een klein gebied in de hersenen) regelt bij
zoogdieren de temperatuur. De temperatuur van het lichaam van zoogdieren kan
geregeld worden door…
5
1.
2.
3.
4.
5.
Als een zoogdier bijvoorbeeld sneller of langzamer gaat rennen
Verdwijning-verdunning van de bloedvaten.
Het opzetten-platzetten van de haren.
Rillen om het warm te krijgen.
Door zweten en hijgen.
Ook kan een zoogdier zijn temperatuur regelen door het niet te regelen met
hypothalamus (een klein gebied in de hersenen). Zo kruipen sommige soorten
zoogdieren bij elkaar, of zonnebaden in de zon om het daardoor warm te krijgen. Als
zoogdieren op een plek leven waar het overdag bloedheet is zoeken ze de
schaduw op, schuilen in een hol of gaan bijvoorbeeld in laag modder verschuilen.
Omdat zoogdieren warmbloedig zijn kunnen ze op plekken leven waar
koudbloedige dieren nooit zouden kunnen komen, zoals koude gebieden. Maar
warmbloedig heid kost extra meer energie, waardoor kleinere zoogdieren veel meer
moeten eten als reptielen van het zelfde formaat.
6