Bij het onderzoek van Zoogdieren in uw tuin Landschapsbeheer Flevoland wordt door het plaatsen van wildcamera’s gekeken naar welke Tips om uw tuin diervriendelijker te maken. zoogdieren voorkomen in de tuinen van de bewoners van Lelystad. In deze folder is informatie te vinden over hoe u de verschillende diersoorten kunt herkennen, en hoe u uw tuin zo aantrekkelijk mogelijk maakt voor deze bezoekers. Landschapsbeheer Flevoland Botter 14-03 8232 JP Lelystad T: 0320-294937 M: 06-53994608 W: landschapsbeheer.net Folder gemaakt door: Veerle Ammerlaan, Maud Hazelzet, Marinka de Jager, Thirza Wesselink & Susan van Wijk van het CAH Vilentum te Almere Tips voor meer zoogdieren in de tuin Tip 1. Beschutte plekken zorgen voor een veilige schuilplaats. Denk aan holle boomstammen, een stapel takken of een nestkast. Tip 2. Voedselbronnen die het hele jaar beschikbaar zijn zorgen voor een aangename plek voor zoogdieren. Ook is variatie in plantensoorten belangrijk. De bloeiende planten zorgen voor meer insecten en deze lokken insecteneters zoals egels en spitsmuizen. Tip 3. Rust Een rustig hoekje reserveren in de tuin voor dieren zoals b.v. de egel is ook erg belangrijk. Pas op met het opruimen van tuinafval, dit dient vaak als schuilplaats voor zoogdieren. Tip 4. Openingen in de omheining van de tuin zorgt voor betere toegankelijkheid. Een heg in de tuin geeft beschutting voor de bewoners, en een doorgang voor zoogdieren met een opening van 10x10cm kan al voldoende zijn. De vijver Een vijver kan ook zorgen voor meer dieren. Het is niet alleen een drinkwaterbron voor de dieren maar het is ook een woonplaats voor prooidieren zoals kikkers en padden. Let bij de vijver wel op dat de dieren een mogelijkheid hebben om uit het water te klimmen. Zoogdieren die mogelijk in uw tuin voor kunnen komen Egel Uiterlijk: stekels op kop en rug, kan zich oprollen tot een bal Actief: ’s nachts Dieet: voornamelijk kevers, slakken, rupsen en eieren Uitwerpselen: zwart, cilindervormig en glinsteren vaak door onverteerde delen van keverschilden Pootafdrukken: vijf lange tenen, ronde voorvoetjes en langwerpige achtervoetjes De tuin: water beschikbaar en genoeg groen en schuilplaatsen Bunzing Uiterlijk: donkerbruine vacht met een geelwitte tot lichtbruine ondervacht, rond de ogen een band van lichtere haren en een lengte rond de 40 cm. De staart is lang en donker behaard en de poten zijn zwart. Actief: ’s nachts Dieet: kikkers, padden, eieren, kleine zoogdieren en bessen Uitwerpselen: 5-10 cm lang, zwart tot donkerbruin, cilindervormig en gevlochten Vraatsporen: voorlijfjes van padden en kikkers Vos Uiterlijk: oranjebruine vacht met witte tot grijze buik, korte poten en een lang lichaam. Grote puntige aan de achterzijde zwarte oren, dikke staart met wit uiteinde Actief: meestal ’s nachts en in de schemering Dieet: voornamelijk kleine knaagdieren en haasachtigen, vogels, insecten, eieren, bessen en vruchten Uitwerpselen: 6 tot 12 cm lange keutels, vaak resten van de prooi Pootafdrukken: lijken op hondenpootafdrukken maar slanker, het uiteinde van de buitentenen komen niet verder dan het begin van de binnentenen Vraatsporen: bosjes van veren, afgebeten ledematen en rughuid van bijvoorbeeld konijnen Steenmarter Uiterlijk: lijkt op een boommarter maar heeft een wittige ondervacht Actief: ’s nachts Dieet: eieren, kleine zoogdieren, vogels, insecten, amfibieën, vruchten en bessen Uitwerpselen: 8-10 cm lang, gedraaid of gevlochten, in een punt uitlopend, zichtbare pitten en zaden, zwart, oranje-bruin of grijs-wit Vraatsporen: leeggegeten of begraven eieren, huiden of afgebeten koppen van kleine zoogdieren Boommarter Steenmarter Boommarter Uiterlijk: lang, slank, lenig en vlug zoogdier met het formaat van een huiskat met korte poten en een harige pluimstaart. Spitse kop met grote oren en een gele tot wittige bef met vlekken Verschil met de steenmarter: de ondervacht, bij de boommarter donker (grijs-bruin) en bij de steenmarter licht (wit) Actief: ’s nachts, in de zomer soms ook overdag Dieet: vogels, eieren, kleine zoogdieren en vruchten Uitwerpselen: 5 tot 12 cm lange zwart of grijzige keutels, eindigend in een punt Vraatsporen: leeggegeten of begraven eieren, huiden of afgebeten koppen van kleine zoogdieren Soorten die ook eventueel nog voor kunnen komen zijn de: bever, otter, mol, haas en konijn. Voor meer informatie over de soorten zie zoogdiervereniging.nl Voor meer informatie over het project zie: www.landschapsbeheer.net/projecten/ruimtevoor-plant-en-dier/project/klik-wat-loopt-daardoor-de-achtertuin/172