Een stad vol dieren - Tuinpark Dijkzicht

advertisement
Dieren in de tuin
In een natuurlijk aangelegde en onderhouden tuin vinden al
snel allerlei dieren een plekje. Ze zoeken er voedsel, ruimte om
uit te rusten, nestgelegenheid of een beschutte plek om te
overwinteren. “Ruim niet altijd alles op” is ook met het oog
op een diervriendelijke tuin het motto.
Laat in een hoekje een paar brandnetels groeien. U zult
versteld staan hoeveel vlinders daar op af komen om eitjes te
leggen.
Onder een hoopsnoeihout of een wat verborgen plaats zoeken
egels graag een schuilplaats. Een stapel stenen biedt een
woonplaats aan padden en salamanders.
Onder afgevallen blad en plantenresten leven allerlei
bodemdiertjes. Zij spelen een belangrijke rol bij de afbraak van
dood plantaardig materiaal. Dode stengels bieden een
winterslaapplaats aan tal van insecten. Mezen weten die
insecten te vinden en hakken de stengels open om ze te
bemachtigen. Ruim afgestorven planten daarom pas op als het
echt lente is geworden en gooi de stengels niet allemaal in de
GFT-bak of op de composthoop maar breek ze en strooi ze uit
over de grond. Dat is ook nog goed voor de bodem.
In een bos riet of bamboe zullen bepaalde, soms heel
bijzondere soorten bijen en wespen in de lente en de zomer
hun intrek willen nemen. Laat afgevallen boomblad rustig op
een hoop liggen en gooi afgesnoeide takken niet weg, maar
maak er stapels van. Allerlei dieren, van hommels en
overwinterende vlinders tot egels, muizen, roodborsten,
winterkoninkjes en misschien zelfs een wezel zullen er
dankbaar gebruik van maken. Een oude boomstronk kan een
compleet flatgebouw voor kleine diertjes worden.
In een niet al te nette, kleine tuin kunnen enkele honderden
soorten dieren leven. De meeste zult u niet opmerken omdat ze
heel klein zijn of diep in de bodem leven. Toch als u regelmatig
rondkijkt, zult u steeds weer voor nieuwe verrassingen komen
te staan.
Tips voor de overwintering van allerlei dieren in uw tuin.
• laat uitgebloeide planten zaden vormen en staan, vogels
zullen ze eten.
• Bij nieuwe aanplant, neem struiken of bomen met bessen
en zaden voor de vogels zoals vlier, lijsterbes, meidoorn,
hondsroos, hulst, krentenboom, liguster, mispel,
vuurdoorn, braam en zuurbes.
• Voor allerlei insecten laat stengels van planten/bloemen
staan blad op de grond liggen.
• Voor padden en kikkers, zorg dat er een diep deel in uw
vijver is ca. 80 cm-100cm waar ze kunnen overwinteren.
• Vleermuizen hebben een naad in de spouwmuur nodig of
een stukje zolder
• Een hoop bladeren kan dienen als broeihoop voor slangen.
• Onder stenen zoeken veel kleine insecten een schuilplaats.
• Begint u in de winter met voeren, hou dat dan vol, de
vogels wennen eraan.
Recept voor een vetbol:
Vul een melkkarton met een
mengsel van allerlei zaden,
noten en rozijnen. Roer er
ongeveer dezelfde
hoeveelheid aan gesmolten
ongezouten vet doorheen om
te binden. Leg, voordat het
mengsel stolt, een touwtje
erin dat ruim uitsteekt om de
bol later op te hangen. Laat
enkele uren hard worden.
Scheur daarna het karton los
en hang de vetbol op.
Download