week 5 - ABC - Alles-in

advertisement
Project Dieren. Week 5ABC: Zoogdieren
Info: Zoogdieren
Zoogdieren:
- geven moedermelk;
- zijn gewerveld;
- hebben haar (tegen kou en ook vaak snorharen);
- ademen met hun longen;
- hebben meestal vier poten;
- zijn meestal landdieren
- zijn warmbloedig.
Zoogdieren paren.
Daarna groeien er één of meer jongen in de buik van de moeder.
De draagtijd is de tijd waarin het jong in de buik van de moeder groeit.
Hoe groter het dier hoe langer de draagtijd is.
Hierna wordt het jong (of de jongen) uit de buik geperst.
Zoogdieren zuigen na de geboorte melk uit de tepels van de moeder.
Dit noem je zogen.
Zoogdieren hebben haar. Dat beschermt hen tegen kou.
De meeste zoogdieren hebben ook snorharen.
Hiermee kunnen ze goed voelen.
Een vleermuis is het enige vliegende zoogdier.
Elk zoogdier is aangepast aan zijn leefgebied.
Denk aan haar, speklaag, lichaamsbouw, gebit, schutkleur, leefwijze
(alleen of in groepen),
Extra Info: Zeezoogdieren
Zeezoogdieren kunnen goed zwemmen.
Ze vinden hun voedsel in het (zee)water.
Ze hebben longen en moeten boven water lucht inademen.
Doen ze dat niet dan verdrinken ze.
Er zijn drie groepen zeezoogdieren:
- Walvissen
- Zeeroofdieren
- Zeekoeien
Walvissen.
Orka’s, dolfijnen, potvissen en vinvissen zijn walvissen.
De blauwe vinvis is het grootste dier op aarde.
Hij kan wel dertig meter lang worden.
Walvisjongen worden onder water geboren.
De walvisachtigen hebben een spuitgat om te ademen.
Alle zeezoogdieren kunnen hun spuitgat of neusgaten onder water afsluiten.
Zeezoogdieren hebben een dikke speklaag om niet onderkoeld te raken.
Zeeroofdieren
Zeehonden, zeeleeuwen, zeeluipaarden, walrussen en zeerobben zijn
de roofdieren van de zee.
De ijsbeer en de zeeotter vangen hun prooien in de zee. Daarom zijn dit
ook zeeroofdieren.
Zeeroofdieren worden ook vinpotigen genoemd; in plaats van poten hebben ze
vinnen.
IJsberen zijn goede zwemmers. Ze hebben zwemvliezen tussen hun tenen. IJsberen
jagen op zeehonden.
Zeekoeien
Zeekoeien zijn planteneters.
Ze grazen op de bodem van de rivier of de zee.
Ze hebben geen achterpoten. Hun voorpoten zijn vinnen.
Langzaam zwemmen ze door het water.
Download