12 deVerdieping wetenschap ZATERDAG 26 SEPTEMBER 2015 Trouw Miljoenen jaren prutsen en dan krijg je dit: de mens De evolutie maakte van de mens een in elkaar geflanste lappendeken. Anatoom Alice Roberts ging op zoek naar de evolutionaire wortels van het menselijk lichaam, beginnend bij haar eigen eicel. TEKST Mariska van Sprundel E Wie is Alice Roberts? De Engelse Alice Roberts (1973) is arts, klinisch anatoom en paleoantropoloog. Ze is hoogleraar Public Engagement in Science aan de universiteit van Birmingham. Voor de BBC presenteerde ze programma’s over menselijke evolutie als ‘The incredible human journey’ en ‘Origins of us’. Verder schrijft ze columns over wetenschap voor de Britse krant The Observer. lk mens is van een bevruchte eicel uitgegroeid tot een volledig wezen, bestaande uit biljoenen cellen. En elk mens is het product van evolutie. Het verhaal van de ontwikkeling van een menselijk lichaam is het meest fascinerende verhaal dat de wetenschap te bieden heeft. Althans, daarvan probeert Alice Roberts de lezers van haar nieuwe boek (‘Het ongelooflijke toeval van ons bestaan’) te overtuigen. Waarom heeft u juist nu een boek geschreven over de evolutie van het menselijk lichaam? “Het zijn spannende tijden zijn voor de evolutionaire biologie door de manier waarop drie verschillende wetenschapsvelden samenkomen. We hebben paleontologie, oftewel de studie van fossielen, anatomie en genetica. Die laatste gaf een nieuwe impuls aan onderzoek naar evolutie. Studies met fruitvliegjes hebben ons veel geleerd over hoe mutaties in het DNA kunnen leiden tot veranderingen in uiterlijke kenmerken. “De genetica zelf is ook alweer tientallen jaren oud, maar het linken van de verschillende wetenschappen is vrij nieuw.” De strekking van uw verhaal is dat het zeer onwaarschijnlijk is dat wij er zijn. “De aanwezigheid van de mens op deze pla- ‘Aristoteles dacht dat een baby ontstond door sperma met menstruatiebloed te mengen’ neet is inderdaad onwaarschijnlijk. Als er 65 miljoen jaar geleden geen meteoriet op aarde was gestort die de dinosaurussen uitroeide, dan zouden wij er niet zijn. Waarschijnlijk zouden de dino’s hier nog steeds rondlopen. “Daarnaast is onze aanwezigheid als individu zeer onwaarschijnlijk. Als die ene zaadcel niet die ene eicel had ontmoet, dan was je nooit geboren. Dan zou je een ander persoon zijn geweest.” den we onze laatste gemeenschappelijke voorouder met chimpansees. We zien dat de evolutie in een bepaalde richting beweegt, dan ineens een andere kant op gaat en dan weer terug buigt. “Dat is ook de boodschap van dit boek: evolutie is een zwaar vertakte boom. Er is geen richting, geen leiding, en de mens is niet het eindpunt. We zijn slechts een twijgje aan de boom.” U vertelt het evolutionaire verhaal aan de hand van de embryonale ontwikkeling. Wat hebben die twee met elkaar te maken? Welk fossiel zou een revolutie teweeg brengen in ons denken over evolutie mochten we het opgraven? “Volg de reis van cel tot baby en je zult onvermijdelijk de overeenkomsten tussen verschillende dieren te zien. Op een bepaald moment lijkt het mensenembryo bijvoorbeeld kieuwen te ontwikkelen in de nek. Het is geen toeval dat die structuren op kieuwen lijken: we delen voorouders met vissen. Onze verre voorouder, die 360 miljoen jaar geleden leefde, was een vis. “Hetzelfde geldt voor de aanwezigheid van een dooierzak. Nutteloos, want mensen hebben een placenta om het embryo van voeding te voorzien. Maar die dooierzak zit er wel, omdat we voorouders hadden die eieren legden. De evolutionaire geschiedenis heeft zijn voetsporen achtergelaten in het embryo.” U schrijft dat u door uw zwangerschap ging nadenken over onze verre voorouders. “Het is overweldigend om zelf mee te maken hoe één bevruchte eicel kan uitgroeien tot een baby. Mensen die nu leven hebben het voorrecht te begrijpen wat er in het lichaam gebeurt tijdens conceptie. Aristoteles dacht dat een baby ontstond door sperma met menstruatiebloed te mengen. De conceptie was een verborgen wereld tot de uitvinding van de microscoop. “En na de conceptie begint het mysterie eigenlijk pas echt. Die enkele eicel moet een heel mens worden. Iedereen, tot aan onze vroegste voorouders, heeft dat proces doorlopen. Ongelooflijk toch?” Heeft onderzoek recent nieuwe inzichten in de menselijke evolutie opgeleverd? “Het is de laatste jaren vooral duidelijk geworden dat het proces niet in een rechte lijn verloopt. Vijf tot zeven miljoen jaar geleden deel- “Het zou geweldig zijn als we een fossiel vinden van de laatste gemeenschappelijke voorouder van ons en onze nauwste verwant, de chimpansee. “We vermoeden dat deze voorouder niet op zijn knokkels liep, zoals chimps doen. Het lopen op knokkels evolueerde onafhankelijk van elkaar in zowel gorilla's als chimpansees. Maar onze gemeenschappelijke voorouder sprong uit de boom en begon rond te lopen op de grond op twee benen. Dit betekent dat mensachtigen nooit op hun knokkels hebben gelopen. “Er zijn al wat fossielen die deze theorie ondersteunen, maar het blijft een fascinerende vraag wat er allemaal gebeurde met de apen in die tijd.” ‘De mens is niet het eindpunt van de evolutie. We zijn slechts een twijgje aan de boom.’ Trouw wetenschap deVerdieping ZATERDAG 26 SEPTEMBER 2015 Dat strottenhoofd hebben alle zoogdieren, maar de tong is anders: afgerond en beweeglijk Hoofd Al minstens 530 miljoen jaar zijn er dieren met koppen. De kop ontwikkelde zich omdat onze verre voorouders van inactieve wezens veranderden in zwemmende beesten. Hersenen De ontwikkeling van een hoofd en brein ging samen op. Ongeveer een miljoen jaar geleden begon het menselijke brein hard te groeien. Onze hersenen zijn uniek omdat de zenuwcellen buitengewoon ingewikkeld met elkaar zijn verbonden. Schouders Gehoor Reuk In vergelijking met andere dieren hebben mensen tijdens de evolutie weinig geïnvesteerd in reukvermogen. Mensen zijn wel betere ruikers dan de meeste primaten. Gezichtsvermogen Mensen delen de basis van het gehoorsysteem met alle andere zoogdieren: drie gehoorbeentjes die het trommelvlies met het slakkenhuis verbinden. Hiermee konden zoogdieren voortaan geluiden met hogere frequenties horen. Alle gewervelden hebben ogen. De ogen zijn zo’n 500 miljoen jaar geleden geëvolueerd als uitgroeisels van de hersenen. Strottenhoofd Het menselijk strottenhoofd, waar het spraakvermogen zetelt, is niet ingewikkelder dan dat van andere zoogdieren. Onze tong daarentegen, belangrijk voor spraak, is wel anders: niet lang en plat maar afgerond en beweeglijk. Ten opzichte van andere mensapen hebben mensen geen opgetrokken maar brede, gezakte schouders die we wellicht te danken hebben aan gooien. Hart Dieren ontwikkelden een dubbele bloedsomloop (de kleine van hart naar longen, de grote van hart naar alle andere organen) toen ze aan land kropen en zuurstof uit de lucht moesten halen in plaats van uit water. Vissen hebben genoeg aan een enkele bloedsomloop. Ribbenkast Bij mensen is de ribbenkast tonvormig: een brede bovenkant en de schouderbladen staan verder uit elkaar dan bij apen. Dit maakt klimmen moeilijk, maar de armen zijn vrij om mee te zwaaien. Longen Landdieren ontwikkelden longen: een andere manier dan kieuwen om zuurstof in het bloed te krijgen. Darmen Armen De menselijke darmen verschillen niet veel van die van andere zoogdieren die zowel vlees als planten eten. We hebben ze geërfd van mensapen die bladeren vervingen door voedzaam fruit. Menselijke armen en handen zijn uitzonderlijk beweeglijk. Dit hebben we te danken aan voorouders die in bomen leefden. Ruggengraat De menselijke ruggengraat heeft een binnenwaartse kromming in het smalle deel van de rug. Apen hebben dat niet. Deze kromming hielp de eerste mensachtigen te lopen op twee benen. Duimen Mensen hebben spieren in de duimen die andere primaten niet hebben. Die zijn cruciaal voor het maken van werktuigen, zeggen veel onderzoekers. Voeten Geslachtsorganen In vergelijking met andere mensapen hebben mensen voetbogen en sterke banden in de voetzolen, zodat deze stevig op de grond rusten. De overgang van water naar land zorgde voor de omschakeling van uitwendige naar inwendige bevruchting. Mannelijke zoogdieren (en sommige vogels en reptielen) ontwikkelden een penis, vrouwelijke exemplaren een baarmoeder. FOTO: COLOURBOX I ©TROUW: BR Vingers en tenen De hand of voet aan het uiteinde van een ledemaat is een nieuwe uitvinding, geen variatie op wat al bestond in de vinnen van vissen. Alle viervoeters die nu leven hebben vijf of minder vingers of tenen. 13