BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF Omdat mensen tellen. BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF Visie, theorie, praktijk en de waarde van belonen binnen familiebedrijven Het onderzoek naar belonen in het familiebedrijf is tot stand gekomen vanuit het multidisciplinaire samenwerkingsverband; BDO HR Services. Hierin opereren HR Consultants, arbeidsjuristen, salarisadministrateurs en adviseurs op het gebied van loon en premieheffing structureel samen. Zo halen we meer synergie uit onze dienstverlening en ondersteunen en adviseren we ondernemers bij alle mogelijke personele vraagstukken in elke levensfase van hun organisatie. Van concrete operationele vragen tot tactisch/strategische vraagstukken kunt u bij ons terecht. HRM Arbeidsrecht Talentmanagement Verzuim Leiderschap HR-beleid Recruitment BELONING Arbeidsvoorwaarden Pensioenen Fiscale vraagstukken VOORWOORD “Wat is een goede beloning voor…?” Dat is een vraag die mij de afgelopen 17 jaar vaak is gesteld. Om aan te geven wat vergelijkbare functionarissen verdienen, is niet moeilijk. Op mijn automatische vervolgvraag hóe de ondernemer graag wil belonen, blijft het doorgaans angstvallig stil. Het is onze ervaring dat het beloningsbeleid van familiebedrijven nog te vaak van toevalligheden aan elkaar hangt en dat er geen duidelijke visie aan ten grondslag ligt. Juist omdat objectiviteit bij beloningskwesties in familiebedrijven van groot belang is én de loonkosten doorgaans één van de hoogste kostenposten van een organisatie zijn, vinden wij dit niet terecht. Tegelijkertijd begrijpen wij dat het voor veel ondernemers lastig is om de strategie van een organisatie te vertalen in een beloningsbeleid. Juist om deze reden bieden wij u deze publicatie aan. PERSONEELSRENDEMENT BEHEER Salarisadministratie Personeelsadministratie Arbeidsovereenkomsten Outsourcing Subsidie Geïntegreerde aanpak HR Services Wij hebben de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar de vorm, inhoud en hoogte van beloningen in het familiebedrijf. In deze publicatie vindt u enerzijds de meest opvallende uitkomsten van dit onderzoek en anderzijds achtergrondinformatie die u kan helpen bij het vormgeven van een beloningsbeleid binnen uw eigen organisatie. Daarbij focussen we ons voornamelijk – maar niet uitsluitend - op het belonen van niet-familieleden binnen het familiebedrijf. Ten slotte geven wij voor de dertien meest voorkomende functies binnen het familiebedrijf (directie uitgezonderd) een overzicht van de marktconforme salarissen. Het onderzoek betreft een vervolg op het onderzoek naar Directiebeloning dat wij in 2014 hebben uitgevoerd. Wij wensen u veel leesplezier en hopen dat u inspiratie opdoet om met een frisse blik het onderwerp binnen uw organisatie te kunnen adresseren. Deze publicatie is zorgvuldig voorbereid, maar is in algemene bewoordingen gesteld en bevat alleen informatie van algemene aard. Deze publicatie bevat geen advies voor concrete situaties, zodat uitdrukkelijk wordt aangeraden niet zonder advies van een deskundige op basis van de informatie in deze publicatie te handelen of een besluit te nemen. Voor het verkrijgen van een advies dat is toegesneden op uw concrete situatie kunt u zich wenden tot BDO Consultants B.V. of een van haar adviseurs. BDO Consultants B.V. en haar adviseurs aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van handelen of het nemen van besluiten op basis van de informatie in deze publicatie. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op enige andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. DRS. H.H.F. (HAS) NIJSSEN partner BDO HR Advies Telefoon 070 - 338 08 21 E-mail [email protected] www.bdo.nl/belonenfamiliebedrijf Eerste druk, oktober 2015 © 2015 ISBN 978-94-91228-16-2 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 5 INHOUDOPGAVE VOORWOORD 5 MANAGEMENTSAMENVATTING 7 1 ONZE VISIE OP BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 10 2BELONINGSTRENDS EN HET FAMILIEBEDRIJF 13 3 ONS ONDERZOEK NAAR BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 15 4 BEPALEN VAN DE BELONING, HOE DOE JE DAT? 18 5 BELONING VANUIT JURIDISCH PERSPECTIEF 22 6 FISCALITEIT IN HET FAMILIEBEDRIJF26 BIJLAGE 1 KWANTITATIEVE UITKOMSTEN BDO-BELONINGSONDERZOEK FAMILIEBEDRIJVEN 30 MANAGEMENT SAMENVATTING Bewust belonen In de ideale situatie sluit het beloningsbeleid van het familiebedrijf aan bij de familiewaarden, doelen en strategie van het bedrijf. Daarnaast draagt het beloningsbeleid bij aan het gewenste imago, in- en externe rechtvaardigheid (en objectiviteit) en balans in loonkosten. Het leggen van een goede link met de familiewaarden kan het beloningsbeleid van familiebedrijven écht onderscheidend maken. En dan is marktconform of hoger belonen – waar veel familiebedrijven toe geneigd zijn – niet meer altijd nodig om de juiste medewerkers aan de organisatie te binden. Kortom: voor familiebedrijven is winst te behalen wanneer zij de niet-materiële kant van belonen sterker weten te benadrukken. Het ideale beloningsbeleid binnen het familiebedrijf biedt o.i. ook voldoende ruimte voor rechtvaardigheid en objectiviteit van de beloning van familie- versus niet-familieleden. Het maken van bewuste keuzes is daarbij van groot belang. De familiewaarden dienen hierbij als belangrijk ankerpunt. Trends in de markt In het familiebedrijf zien we dat beloning doorgaans gelijk of hoger is dan het marktconforme gemiddelde. In de crisisperiode die we achter ons hebben, zagen we in het familiebedrijf een minder groot effect van slechte bedrijfsresultaten op de beloning van medewerkers dan daarbuiten. Slechte bedrijfsresultaten worden in het familiebedrijf sneller afgewenteld op de familie 6 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF en niet op medewerkers. Nu de markt weer aantrekt zien we het onderwerp belonen steeds hoger op de agenda komen te staan. Daarnaast zien we de trend dat belonen naar marktwaarde (al dan niet gecombineerd met belonen naar functiezwaarte) steeds populairder wordt. Het van oudsher sec belonen naar functiezwaarte is steeds minder in trek. Ten aanzien van variabel belonen zien we dat dit over het algemeen als component binnen het beloningspakket vaker voorkomt (terwijl de gemiddelde hoogte van de variabele beloning – waarschijnlijk als gevolg van het economisch herstel – wat afneemt). Familiebedrijven zijn hierin echter nog wat terughoudend. Dit hangt samen met de waarde dat ‘er gewoon een goede beloning moet zijn’ en dat iets extra’s in de vorm van een variabele beloning dan niet nodig is. Daarnaast zijn familiebedrijven – meer dan niet-familiebedrijven – wat huiverig voor ongewenste gedragseffecten van variabele beloning. Wanneer variabele beloning echter goed doordacht wordt ingezet kan dit echter wel degelijk een goed instrument zijn. BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 7 Een greep uit de uitkomsten van het kwalitatieve gedeelte van het onderzoek Geheel in lijn met het economisch herstel verwachten ondernemers in het familiebedrijf een lichte loonstijging, voor 2015–2016 is dit 1,95 procent. In het familiebedrijf vinden we veel zogenaamde ‘mens-functies’ (functies die rondom een medewerker zijn geconstrueerd). Het risico hiervan is dat discussies over belonen veranderen in persoonlijke discussies (de ondernemer beloont namelijk de persoon, en niet de functie). Het leggen van de koppeling tussen beoordelen en belonen vindt in het familiebedrijf nog lang niet overal plaats. Zo’n 40% van de familiebedrijven kan hierin nog een slag slaan. Het belangrijkste beloningsdilemma gaat over het belonen van familieleden versus niet familieleden: beloon je de stoel of de persoon die er op zit? Dit dilemma zien we ook terug bij het beoordelen: hoe te handelen als een familielid moet worden beoordeeld door een niet-familielid? Dit kan best tot lastige situaties leiden. Wij adviseren om objectiviteit van buiten te laten aansluiten in dergelijke situaties. Bijvoorbeeld door het extern te laten toetsen van beloningshoogten en het laten aansluiten van een onafhankelijke derde bij een beoordelingsgesprek. Het bepalen van de beloning Bij het vaststellen van een passende beloning is het raadzaam te kijken naar de balans tussen vast en variabel loon op zowel korte als lange termijn (maandsalaris, variabele bonus, langetermijnwinstdeling, oudedagsvoorziening). Het vaststellen van een passende beloning kan op basis van twee grondslagen plaatsvinden: op basis van functiezwaarte of op basis van marktwaarde. Kijken we naar het niveau van de individuele medewerker, dan zijn vakvolwassenheid, het belang voor de continuïteit van de onderneming en de eventuele schaarste op de arbeidsmarkt van invloed op de uiteindelijke beloningshoogte. Kwantitatieve uitkomsten Uiteraard is in ons onderzoek ook gekeken naar de gemiddelde hoogte van beloningen binnen het familiebedrijf. In bijlage 1 – achterin deze publicatie – treft u een overzicht van de marktconforme beloning voor de dertien meest voorkomende functies in het familiebedrijf. 8 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF INLEIDING BDO is sinds jaar en dag actief bij een groot aantal familiebedrijven in Nederland. Door de jaren heen hebben we veel ervaring opgedaan met allerlei (belonings)vraagstukken in deze sector. Dat belonen in het familiebedrijf om een specifieke aanpak vraagt is ons daarom dan ook niet vreemd. Maar hoe zit het nu precies? Hoe belonen familiebedrijven hun medewerkers? Wat zijn dillema’s waarmee ze te maken krijgen? Maken ze onderscheid tussen familieleden en niet-familieleden? De hoogste tijd dus om het beloningsbeleid van familiebedrijven in Nederland nader te onderzoeken. In dit onderzoek dat door BDO Consultants HR Advies is uitgevoerd, stonden de volgende onderzoeksvragen centraal: Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen ten aanzien van de hoogte van beloning in familiebedrijven? Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen ten aanzien van het beloningsbeleid in familiebedrijven? Daarbij zijn de volgende deelvragen geformuleerd: Wat is in 2015 het marktconforme salaris voor de dertien meest voorkomende functies in familiebedrijven in Nederland? Welke loonstijging wordt verwacht voor 2015? Welke focus kiezen familiebedrijven bij de inrichting van hun beloningsbeleid? Hoe tevreden zijn medewerkers binnen het familiebedrijf over hun beloning? Wat zijn de grootste dillema’s die ondernemers in het familiebedrijf ondervinden ten aanzien van beloning? Hoe gaan familiebedrijven om met de toepassing van de cao? Welke ontwikkelingen zijn er gaande ten aanzien van de toepassing van pensioenregelingen in het familiebedrijf? In deze publicatie hebben wij bovenstaande deelvragen voor u beantwoord. Daarnaast delen we onze visie op belonen in het familiebedrijf met u, evenals de belangrijkste trends op dit gebied. Op basis van deze informatie geven we u vervolgens praktische handvatten voor het bepalen van een passende beloning binnen uw familiebedrijf. BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 9 1 1 Balans in loonkosten Rechtvaardigheid Imago Waarden, strategie & doelen Over belonen in het algemeen Zowel in goede als in slechte tijden staat het onderwerp beloning hoog op de agenda. Ten tijde van de crisis gingen de gesprekken over graaiende bankiers en perverse beloningsprikkels. Nu de economie weer aantrekt gaat het over het investeren in én het ‘binden en boeien’ van medewerkers. Beloningsprikkels stimuleren medewerkers in sterke mate tot bepaald gedrag. Het is voor organisaties dan ook van groot belang goed na te denken welk gedrag men wil stimuleren en welk gedrag gewenst is. Iedereen kent de verhalen over bankiers die onverantwoorde risico’s namen met het geld van hun klanten, zodat ze hun individuele bonussen zouden behalen. Ook heeft iedere consument wel eens te maken gehad met opdringerige verkopers die hen bepaalde goederen aan wilden smeren, zodat de verkopers daar provisie over ontvingen. Kortom, het is belangrijk om de juiste beloningsprikkels af te geven, zodat gewenst gedrag wordt gestimuleerd en ongewenst gedrag juist niet. Hoe richt u een bewust beloningsbeleid in? Wat BDO betreft, bestaat een bewust beloningsbeleid uit één fundament: de waarden, doelen en strategie van het familiebedrijf. Bovenop dit fundament rusten drie pijlers: balans in loonkosten, rechtvaardigheid en imago. 10 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF +1,95% 2 De eerste pijler: Balans in loonkosten Het is belangrijk om als organisatie een goed beeld te hebben over wat de arbeid mag kosten. Een te laag niveau aan loonkosten is niet goed (if you pay peanuts, you get monkeys), maar een te hoog niveau is ook niet goed (gouden ketenen). Uit onze ervaring 26%doorgaans minstens marktis gebleken dat familiebedrijven conform betalen. Dit komt veelal voort uitJaeen meer paternaNee het gevolg van listische gedachte. Deze gedachte is doorgaans 74% Daarnaast dienen de loonkosten zijn met het verdienVAST in lijn te VARIABEL model van de organisatie en zullen zij mee moeten kunnen ademen met conjunctuur en bedrijfsresultaten. Op deze manier Basis door teVariabele wordt voorkomen dat organisaties hoge loonkosten in beloning salaris termijn zwaar weer terecht komen. Concreet valtkorte hierbij te denken aan de inzet van flexibele arbeid, (beperkt) variabel belonen of een herijking van het volledige arbeidsvoorwaardenbeleid. Tegelijkertijd moet er gekeken worden naar de visie van de familie over het verdienmodel. Winst maken is in de meeste Variabele familiebedrijven geen Secundaire beloning arbeidsdoel maar een middel. De continuïteitsgedachte staat doorgaans lange termijn voorwaarden centraal. Dat vertaalt zich in het minder snel afscheid nemen van personeel bij ‘zwaar weer’, zodat men kennis en capaciteit binnen het bedrijf houdt, voor als de economische situatie weer verbetert. Het is daarbij belangrijk dat dit wel een bewuste keuze is en dat men op de hoogte is van de consequenties en risico’s. KORT Belonen is een belangrijk instrument om personeel te werven, behouden en stimuleren. Het beloningsbeleid dient de organisatiedoelstellingen te ondersteunen en is een belangrijk instrument om onderscheidend te zijn in de markt. De keerzijde is dat ‘belonen’ een aanzienlijke kostenpost blijft voor organisaties en juist daarmee staat belonen in de belangstelling. Het familiebedrijf heeft zo haar eigen uitdagingen op het gebied van belonen. Ondanks het feit dat zij vaak een laag verloop hebben, moeten zij zich bewust zijn van de familiebedrijf-specifieke eigenschappen die een grote invloed hebben op het werven, behouden en stimuleren van personeel. Voor familiebedrijven is een bewust beloningsbeleid dat eerlijk, eenduidig en transparant is nog belangrijker dan voor nietfamiliebedrijven. De keuze voor en inzet van passende beloningsinstrumenten is een proces waarin zorgvuldige afwegingen en keuzes centraal staan. een gevoel van (grote) betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Zowel naar de lokale gemeenschap (waar de medewerkers vaak uit afkomstig zijn) als naar de medewerkers zelf. Het is ons inziens echter niet altijd noodzakelijk om minimaal marktconform te betalen. Dit wordt onder meer geïllustreerd door de bedrijven die behoren tot de ‘World’s most admired companies’, daar wordt doorgaans juist 5 procent lager dan marktconform beloond. LANG ONZE VISIE OP BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 1 Het fundament: De waarden, doelen en strategie van het familiebedrijf Een bewust beloningsbeleid sluit aan bij de missie, visie en cultuur van het familiebedrijf alsmede aan de familiewaarden en draagt tevens bij aan het behalen van de organisatiedoelstellingen. De manier waarop bedrijven belonen geeft een medewerker een hint over wat belangrijk is in het bedrijf. Op basis waarvan beloont het bedrijf? Wat biedt u daarnaast aan secundaire arbeidsvoorwaarden aan: een jubileum of parttime werken? Het is belangrijk om in het beloningsbeleid aansluiting te vinden bij de organisatiestrategie en de belangrijke familiewaarden zoals eerlijkheid, rechtvaardigheid, verantwoordelijkheid, continuïteit en maatschappelijke betrokkenheid. Dit kan tot uiting komen in een beloningsbeleid dat erop gericht is bepaalde typen werknemers uit de arbeidsmarkt aan te trekken, bijvoorbeeld omdat dit type werknemers de komende jaren voor de continuïteit van de organisatie van groot belang is en omdat zij aansluiten bij de familiewaarden. Maar denk ook aan een beloningsbeleid dat bijdraagt aan harmonie en betrokkenheid in de organisatie. 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 80% 90% 100% Geen omvangrijke variabele beloningen voor70% het management, Beschikbare premie voor alle Middelloonregeling maar een jaarlijkse gratificatie medewerkers van laag Eindloonregeling Geen pensioenregeling tot hoog, bij een goed bedrijfsresultaat: iedereen deelt mee. 3 De tweede pijler: Rechtvaardigheid binnen en buiten de organisatie Een bewust beloningsbeleid is rechtvaardig, zowel binnen de organisatie als daarbuiten. Het ondersteunt rechtvaardige verhoudingen tussen medewerkers en functies. Medewerkers 31% Tevreden past bij de functie dienen het gevoel te hebben dat de beloning Ontevreden die ze uitoefenen en een goede verhouding kent ten opzichte 69% BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 11 1 2 van de beloning van andere medewerkers. Een rechtvaardig beloningsbeleid is eerlijk, eenduidig en transparant. Een formeel beleid is hierbij van belang, en dat is nou juist hetgeen waar de meeste familiebedrijven een allergie voor hebben. Waarom een overleg inplannen, wanneer het ook aan het koffiezetapparaat kan worden besproken? Het komt regelmatig voor dat medewerkers summier en onregelmatig worden ingelicht over het beleid en de ontwikkeling daarvan. De meeste zaken komen via het informele circuit in de wandelgangen terecht. Voor familiebedrijven is het daarom belangrijk om bewust te zijn dat juist deze sterke informele sfeer en daarmee een gebrek aan transparantie, het gevoel van onrechtvaardigheid kan versterken bij medewerkers. Bovendien kunnen medewerkers ook betwijfelen of zij een eerlijke kans maken op hogere posities, omdat zij het gevoel hebben dat familie voorgaat. Doorgroeimogelijkheden en carrièreplanning is een belangrijke beloningsconsequentie die veel familiebedrijven vergeten in hun beloningsbeleid. Daarbij komt het voor dat het gelijkheidsbeginsel uit familiebelang (de kinderen ten opzichte van elkaar gelijk behandelen) vóór het bedrijfsbelang gaat. Vaak is dat een onbewuste keuze en worden de consequenties ervan niet overzien. Denk maar aan de vier broers die allemaal hetzelfde verdienen, terwijl de één op de heftruck zit en de ander als algemeen directeur de hele organisatie aanstuurt. Zorg er daarom voor dat er een bewuste keuze wordt gemaakt over wat de familie belangrijker vindt: het bedrijfsbelang of het familiebelang. Daarnaast kan aandeelhouderschap een grote oorzaak van verwarring en misvattingen zijn over beloning en dividend als compensatie voor inspanningen. Kortom, een prettige familiale sfeer is natuurlijk een goede secundaire voorwaarde die kan worden gekoesterd, maar deze kan alleen worden geborgd wanneer medewerkers en familieleden niet met een scheef oog naar elkaar kijken. Duidelijke uitgangspunten formuleren met betrekking tot het beloningsbeleid, vastleggen en communiceren vormen de basis voor een rechtvaardig beloningsbeleid in familiebedrijven. Hierbij is het raadzaam niet alleen binnen uw eigen organisatie te kijken, maar ook daarbuiten. 12 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 4 De derde pijler: Imago naar de (arbeids)markt Familiebedrijven hebben – niet altijd terecht – van oudsher een wat conservatief imago op de arbeidsmarkt. Echter is in de recente crisisjaren duidelijk geworden dat familiebedrijven met hun langetermijnvisie meer kans op overleven hebben en daardoor meer zekerheid op de arbeidsmarkt bieden. Familiebedrijven kunnen bij de werving van goed personeel meer gebruik maken van dit onderscheidend vermogen op de arbeidsmarkt. Nadenken over wat de uitstraling is van uw bedrijf naar de markt is belangrijk om (jonge) talenvolle medewerkers aan te trekken en aan uw bedrijf te binden. Wilt u te boek staan als vooruitstrevend, gericht op het ‘beste van het beste’? Of toch juist conservatief: ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’? Maatschappelijk verantwoord ondernemen en een goede, aantrekkelijke werkgever zijn, zijn onderwerpen die de laatste jaren steeds hoger op de agenda zijn komen te staan binnen het familiebedrijf. Een bewust beloningsbeleid helpt om als familiebedrijf aantrekkelijk te zijn voor juist die talentvolle medewerkers. In feite is het beloningsbeleid een signaal naar de buitenwereld. Een bewust beloningsbeleid gaat uit van het totale pakket van materiële en immateriële beloning. En die immateriële kant van belonen: cultuur en leiderschap zijn binnen het familiebedrijf zeer expliciet aanwezig. Een bewust beloningsbeleid speelt ook hierop in. Tot slot Bovenstaand is onze visie op belonen beschreven. Er is sprake van een bewust beloningsbeleid wanneer bij het inrichten van het beloningsbeleid weloverwogen keuzes en afwegingen worden gemaakt met deze vier dimensies als vertrekpunt. Zo ontstaat een bewust beloningsbeleid, dat aansluit bij het DNA van het familiebedrijf. In het volgende hoofdstuk gaan we dieper in op een aantal actuele trends in belonen. BELONINGSTRENDS EN HET FAMILIEBEDRIJF Het onderwerp ‘belonen’ of arbeidsvoorwaarden is doorgaans een beladen onderwerp. Dit geldt zowel voor werkgever als voor werknemer. Er dient een balans in het arbeidsvoorwaardenbeleid te worden gevonden tussen wat de organisatie nodig heeft en wat de medewerker nodig heeft. De grootste uitdaging hierbij is dat deze balans voor iedere organisatie en ieder individu anders is. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op een aantal trends op het gebied van belonen. Is belonen binnen het familiebedrijf anders? Doorgaans zien wij in onze praktijk dat het personeelsbeleid, en daarmee ook het arbeidsvoorwaardenbeleid, binnen familiebedrijven conservatiever is dan bij niet-familiebedrijven. Opvallend is de sterke overtuiging dat er een zekere zorgplicht bestaat tegenover de medewerkers. Dit uit zich onder meer in een stabiel arbeidsvoorwaardenpakket. De nadruk wordt gelegd op een vaste beloning die doorgaans marktconform of hoger is, een beperkte variabele beloning en een secundair arbeidsvoorwaardenpakket zonder al te veel franje. Slechte financiële resultaten worden binnen familiebedrijven eerder voor eigen rekening genomen dan dat zij op (de beloning van) medewerkers worden afgewenteld. Waar externe aandeelhouders sneller overgaan tot maatregelen als loonmatiging of ontslag wordt binnen familiebedrijven vaker gekozen om de reserves en voorzieningen aan te spreken. Omdat de continuïteit van het familiebedrijf niet mag worden bedreigd, worden de lasten vaak persoonlijk door de familie gedragen. Echter, ook binnen familiebedrijven komt het onderwerp belonen steeds meer op de agenda te staan. Enerzijds doordat er een nieuwe generatie ondernemers binnen familiebedrijven is aangetreden, anderzijds omdat veranderingen in de (arbeids)markt familiebedrijven dwingen om hun beloningsbeleid te herzien. Beloningstrends Voorheen liet het arbeidsvoorwaardenbeleid binnen veel Nederlandse bedrijven zich met name kenmerken door haar authentieke fundamenten waarin de verworven rechten van medewerkers werden beschermd en behouden. Dit komt feitelijk neer op het belonen van functioneren in het verleden. Functiezwaarte is daarbij het uitgangspunt: iedereen die in eenzelfde functiegroep is ingedeeld, valt binnen dezelfde salarisrange. Leeftijd, ervaring en functioneren zijn differentiërende factoren, maar het speelveld is voor iedereen gelijk. Tegenwoordig zien wij een sterke mate van differentiatie in het beloningsbeleid en een duidelijke externe blik, zowel vanuit de werknemer als vanuit de werkgever. Het Angelsaksisch model: belonen naar marktwaarde In Nederland wordt de trend waargenomen dat steeds meer bedrijven hun medewerkers volgens het Angelsaksische model belonen. Dit houdt in dat er enerzijds meer nadruk wordt gelegd op de individuele waarde van een specifieke set van competenties in de markt (ofwel: wat is de marktwaarde van een medewerker) en anderzijds op prestatiebeloning (wat heeft de medewerker het afgelopen jaar gepresteerd). Deze verandering heeft zich BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 13 2 3 Belonen naar marktwaarde kunt u in uw eigen bedrijf toepassen door het gebruiken van één van de volgende beloningsinstrumenten: Arbeidsmarkttoeslag Bedoeld als flexibel instrument om tijdelijke pieken in marktwaarde te kunnen ondervangen. Job Pricing Per functie en de daarbij behorende kwalificatie geldt een beloning die is gekoppeld aan een marktwaarde. Gedifferentieerde loonlijnen Hierin wordt een koppeling gelegd tussen enerzijds functiezwaarte en beoordeling en anderzijds de marktwaarde per functiegebied Variabele component Een andere trend is de alsmaar groter wordende rol van de variabele component binnen beloning. Variabele beloning is niet meer weg te denken als onderdeel van het moderne arbeidsvoorwaardenpakket. Door een groter deel van de beloning variabel te maken geeft dit organisaties de ruimte om de loonkosten mee te laten ademen met de economische conjunctuur en de (financiële) performance van de organisatie. Hier geldt dan het motto ‘Lasten dragen, lusten delen’. Variabele beloning kan in veel verschillende vormen voorkomen. Denk hierbij aan een bonus, een winstuitkering maar ook aan stukloon of provisie. De ervaring leert dat veel familiebedrijven terughoudend zijn wanneer het gaat over de invoering van een variabele beloningscomponent. Met name omdat dit ongewenst gedrag bij medewerkers kan oproepen en ook vanuit de gedachte dat er 14 Flexibeler salaris Een trend die vrij recent is, maar wel interessant om te volgen, is het daadwerkelijk flexibeler maken van het salaris. Dit kan door het salaris bijvoorbeeld in drie delen op te splitsen: 1 Basissalaris Voor iedereen binnen een functiegroep gelijk. Hiermee verbindt een medewerker zich aan een organisatie. 2Functiebeloning Hiermee wordt de zwaarte van de functie beloond. 3 Prestatiebeloning Echt variabel en moet iedere periode opnieuw worden verdiend. ONS ONDERZOEK NAAR BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF Semco-model Eén van de bedrijfsmodellen die afgelopen jaren veel aandacht heeft gekregen is het Semco-model. Dit is een revolutionaire kijk op het organiseren van mensen en werk en is ontwikkeld en tot uitvoering gebracht door Ricardo Semler in zijn Braziliaans bedrijf Semco. Belangrijke uitgangspunten in zijn ideologie zijn onder meer ‘totale democratie’, ‘vertrouwen op eigen verantwoordelijkheid’ en ‘alle informatie is voor iedereen beschikbaar’. In het kader van dit onderzoek onderzocht BDO het beloningsbeleid van verschillende familiebedrijven. De deelnemende familiebedrijven zijn actiefRechtvaardigheid in verschillende branches: Handel Balans in loonkosten Imago en Horeca (27 procent), Industrie (25 procent), Bouw (12 procent), Zakelijke Dienstverlening (12 procent), Vervoer en Opslag (7 procent), Communicatie en Informatie (1 procent) en overige branches (16 procent). In dit hoofdstuk beschrijven wij de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek. Vanuit beloningsperspectief is het interessant dat alle medewerkers hun eigen beloning mogen bepalen. Daarbij gaat het niet alleen om de hoogte (wat) maar ook om de wijze waarop (hoe). Dit laatste is een interessante gedachte om verder door te vertalen naar uw eigen organisatie. We gaan niet langer klassiek belonen, maar naar aanleiding van tijd (hoeveel tijd heeft een medewerker geïnvesteerd), kerntaken (wat wordt minimaal van de medewerker verwacht), premiums (zaken waarmee extra waarde aan de organisatie is toegevoegd) en bijvoorbeeld de eco-footprint (de reductie die je als individuele medewerker weet te realiseren op je eigen CO2-footprint (bijvoorbeeld verbruik van je leaseauto)). Daarbij dient ook rekening te worden gehouden met de gedachte dat beloning niet per definitie uit geld hoeft te bestaan. Uiteraard geldt ook hier dat volledige transparantie noodzakelijk is voor de zelfcorrigerende werking. Lichte loonstijging De verwachte loonstijging in familiebedrijven voor 2015 bedraagt 1,95 procent. Dit is iets minder dan de landelijke verwachte loonstijging van 2,3 procent. Wel duidt dit cijfer erop dat familiebedrijven meer lucht krijgen, de verwachte loonstijging is immers Waarden, strategie & doelen beduidend hoger dan afgelopen jaren. +1,95% Figuur 1: Verwachte loonstijging in familiebedrijven BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Cao In Nederland kennen we ongeveer 800 verschillende cao’s. Het verbaast dan ook niet dat bij 65 procent van de familiebedrijven een cao van toepassing is. Bij de familiebedrijven waar een (niet-verplichte) cao op van toepassing is, geeft slechts 21 procent aan een cao te volgen voor het bepalen van het arbeidsvoorwaardenbeleid. In hoofdstuk 5 gaan wij dieper in op de (on)mogelijkheden die cao’s het familiebedrijf te bieden hebben. Pensioenregeling Het pensioen is volop in beweging. Waarbij vroeger nagenoeg iedereen een collectief pensioen had, is dat tegenwoordig geen vanzelfsprekendheid meer. Dit geldt met name bij relatief jonge bedrijfstakken zoals de IT-branche. Van de respondenten geeft 27 procent aan op dit moment geen pensioenregeling aan haar medewerkers aan te bieden. Bij de familiebedrijven die wel een pensioenregeling aanbieden kent de helft van de familiebedrijven een beschikbare premieregeling (50 procent) en de andere helft een middelloonregeling (50 procent). We zien dus dat de eindloonregeling in een snel tempo aan het verdwijnen is binnen familiebedrijven. VAST VARIABEL KORT Daarnaast is in Nederland het individu steeds meer centraal komen te staan, in tegenstelling tot de voorheen geldende collectiviteitsgedachte. Op beloningsgebied betekent dit dat steeds meer gedifferentieerd wordt beloond. De eerder genoemde marktwaarde neemt hier een centrale rol in. Dit betekent dat wordt gestreefd naar het belonen van individuen naar hun (veronderstelde) marktwaarde in plaats van het in stand houden van interne consistente beloningsverschillen. Loonkosten worden hierdoor in de toekomst beter beheersbaar. gewoon een goede beloning voor medewerkers dient te zijn. Het is echter onze overtuiging dat wanneer er aandacht wordt geschonken aan een juiste verhouding tussen vast en variabel loon (waarbij mogelijk te grote negatieve prikkels worden voorkomen) het een passend instrument kan zijn. Basis salaris Variabele beloning korte termijn LANG een aantal jaren geleden (vanaf 2008) eerst gemanifesteerd bij met name grotere, internationaal opererende, organisaties. Zij werden daar doorgaans door de externe aandeelhouders, of investeerders, toe aangezet. Met de alsmaar groter wordende focus op kostenbeheersing was het logisch dat op enig moment ook de loonkosten (toch één van de grootste kostenposten) onder de loep werden genomen. Secundaire arbeidsvoorwaarden Variabele beloning lange termijn BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 15 Waarden, strategie & doelen +1,95% VAST +1,95% 3 VARIABEL 3 Waarden, strategie & doelen 30% 40% Beschikbare premie 10% 20% 30% 40% Eindloonregeling 50% 50% Beschikbare premie Eindloonregeling 60% 70% +1,95% 80% 90% Middelloonregeling 70% 80% 90% 100% Geen pensioenregeling 60% Middelloonregeling Geen pensioenregeling Figuur 2: Verdeling verschillende typen pensioenregelingen Variabele beloning korte termijn Secundaire Variabele Over het algemeen hebben ondernemers van familiebedrijven de indruk dat hun medewerkers tevreden door de Basiszijn over hetVariabele beloning organisatie gevoerde beloningsbeleid (69 procent). salaris KORT 20% Persoonlijk en intern gericht beloningsbeleid Familiebedrijven belonen hun medewerkers veelal op basis van het uitgangspunt ‘gelijk loon 26%voor gelijkwaardig werk’. Door 31% Ja 26% middel van interne vergelijking worden beloningen van 31% Ja medewerkers vastgesteld, bijvoorbeeld op basis van loonschaNee Nee len0% (eventueel onderbouwd met een functiewaardering). De90% 100% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% objectiviteit van de functiewaardering blijft daarbij een punt Beschikbare premie Middelloonregeling van discussie. Functiewaarderingssystemen worden door Geen pensioenregeling weinig Eindloonregeling familiebedrijven gebruikt ter onderbouwing van de 74% 74% beloningsstructuur. Uit ons onderzoek blijft dat zo’n functiewaarderingssysteem (doorgaans afkomstig uit de cao) slechts door 26 procent van de familiebedrijven wordt gebruikt. LANG 0% 10% Basis VARIABEL Variabele beloning salaris korte termijn zijn dan ook functies die je alleenarbeidsterugvindt binnen beloning familielange termijn bedrijven. Door de persoonlijkevoorwaarden focus vanVariabele familiebedrijven, Secundaire beloning genieten zij over het algemeen laag verloop, maar arbeids-van een lange 100% termijn voorwaarden wanneer iemand wordt gewaardeerd op de persoon en niet op de functie, wordt beloning logischerwijs een gevoeligeVARIABEL kwestie. VAST LANG 0% Basis salaris LANG KORT KORT VAST korte termijn Variabele Secundaire beloning arbeids- Tevreden lange termijn Tevreden voorwaarden Ontevreden Ontevreden 69% 69% Figuur 4: Tevredenheid medewerkers over gevoerde beloningsbeleid 26% Ja Nee 74% Figuur 3: Percentage familiebedrijven dat gebruik maakt van een functiewaarderingssysteem In onze praktijk zien wij dan ook veel familiebedrijven die moeite hebben bij de toepassing van functiewaardering. Dit is niet opvallend aangezien het binnen familiebedrijven vaak draait om de personen en minder om functies. Er worden regelmatig functies gecreëerd voor medewerkers die belangrijk zijn voor de familie. Een ‘chef lege dozen’ of ‘manusje van alles’ 16 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF Toch blijft beloning een punt van discussie; bij één op de vijf familiebedrijven is het salaris een breekpunt in de onderhandeling met nieuwe medewerkers. Daarnaast geven steeds meer 31% ondernemers aan dat zij het ‘gevoel’ hebben datTevreden zij voor sommige functies teveel betalen, of waarbij medewerkers Ontevreden aankloppen over hun onvrede over hun beloning. Een ruime of juist schaarse beschikbaarheid van gekwalificeerde werknemers ligt hieraan ten grondslag. Buiten het familiebedrijf zijn 69% er veel werkgevers die hun beloningen daarom vergelijken met de beloningen van concurrenten op de arbeidsmarkt. Dit noemen we benchmarking. Opvallend is dan ook dat slechts 8 procent van de familiebedrijven gebruik maakt van benchmarking bij de vaststelling van de beloning van medewerkers. Voor een ondernemer lijkt het wenselijk te zijn om inzicht te hebben in de marktconformiteit van beloningen. Dit kan juist door deze regelmatig te toetsen aan uw eigen visie op belonen. Tevens dient u te bepalen waar uw prioriteit ligt op het belangrijke spanningsveld tussen (loon)kostenbeheersing en het aantrekken en vasthouden van gekwalificeerde medewerkers. Moeite met koppeling tussen beoordelen en belonen Een heldere koppeling tussen beoordeling en beloning is een belangrijke stimulans om gewenst gedrag te bevorderen. Voor de meeste familiebedrijven is het realiseren van deze koppeling een uitdaging. Slechts de helft van de familiebedrijven hanteert een koppeling tussen beoordelen en belonen voor hun medewerkers. Deze koppeling wordt in de meeste familiebedrijven (56 procent) aangebracht in de vorm van een jaarlijkse salarisstijging, die afhankelijk is van de beoordelingsuitkomst. In 32 procent van de gevallen wordt er een variabele beloning uitgekeerd op basis van de beoordelingsuitkomst. De overige 12 procent van de familiebedrijven hanteert een combinatie tussen een jaarlijkse salarisstijging en een variabele beloning of maakt gebruik van een andere koppeling tussen beoordelen en belonen. Tot slot In de bijlage achterin dit boekje treft u een beeld van de marktconforme salarissen voor de dertien meest voorkomende functies in het familiebedrijf. Beloning van familieleden Ook de beloning van de eigen familieleden blijft binnen het familiebedrijf een lastige kwestie. Beloon je de achternaam of beloon je de stoel (lees: functie) waarop het familielid zit? Uit ons onderzoek komt naar voren dat steeds meer familiebedrijven proberen om familieleden objectiever te belonen. Waar vroeger nog familiale motieven, zoals het gelijkheidsbeginsel onder kinderen een rol speelden, is daar tegenwoordig veel minder sprake van. Het merendeel van de familiebedrijven (82 procent) beloont familieleden in lijn met de normale beloning voor niet-familieleden. Het verschil in beloning kan de familie niet verantwoorden naar medewerkers en ook niet naar aandeelhouders in de familie die niet in de organisatie werkzaam zijn. Een familielid moet net zo goed functioneren als iedere andere medewerker. Vaak wordt er zelfs een grotere inzet verwacht van familieleden. Voor deze inzet en betrokkenheid worden familieleden soms afwijkend beloond van niet-familieleden. Dit betreft echter een kleine groep van familiebedrijven, namelijk 18 procent. Toch blijft het beoordelen van de prestaties en het bepalen van een passende beloning van familieleden een complex vraagstuk. Wanneer familieleden aandeelhouder zijn of wanneer er sprake is van een externe directeur, kunnen er conflicterende belangen spelen. Het is goed om hiervan bewust te zijn en goede afspraken te maken binnen de familie. Ook kan het verstandig zijn om een externe partij een onderzoek uit te laten voeren naar een marktconforme beloning voor de familieleden. BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 17 Waarden, strategie & doelen 4 4 +1,95% 0% 10% 20% 30% 40% Beschikbare premie Eindloonregeling 50% 60% 70% 80% 90% Het BDO-beloningsmodel Met het beleidskader uit hoofdstuk 1 en de trends en ontwikkelingen uit hoofdstuk 2 in het achterhoofd kunt u uw beloningspakket vaststellen. Hierbij maken wij gebruik van onderstaand beloningsmodel dat bestaat uit een viertal componenten. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan deze componenten is afhankelijk van het type functie (uitvoerend, commercieel, management of directie). Het BDO-beloningsmodel maakt onderscheid tussen vaste en variabele beloning met een korte- dan wel langetermijnkarakter. Het BDO-beloningsmodel bestaat uit de volgende typen beloningen: 1 Vaste beloning met een kortetermijnkarakter: Alle vaste looncomponenten met een kortetermijnkarakter. Denk aan het vaste basis salaris, de vaste maandelijkse onkostenvergoeding, et cetera. 2 Vaste beloning met een langetermijnkarakter: De meeste 18 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF KORT Basis salaris Variabele beloning korte termijn Secundaire arbeidsvoorwaarden Variabele beloning lange termijn 100% Middelloonregeling Geen pensioenregeling BEPALEN VAN DE BELONING, HOE DOE JE DAT? Het bepalen van een passende beloning voor een medewerker of groep medewerkers is geen eenvoudige taak. Het hebben van heldere kaders voor het beloningsbeleid – zoals het fundament en de drie pijlers voor bewust belonen uit hoofdstuk 1 – helpt hierbij. Voor elk bedrijf is het daarnaast van belang om te kijken naar actuele trends en ontwikkelingen. VARIABEL LANG VAST overige secundaire voorwaarden, 26% waaronder bijvoorbeeld Ja de pensioenregeling. 3 Variabele beloning met een kortetermijnkarakter: Nee Bonusregelingen zoals een maandelijkse provisie, jaarlijkse prestatiebonus of een jaarlijkse winstdelingsregeling. Genoemde vormen zijn al dan niet beschikbaar voor specifieke doel74% groepen binnen de organisatie, zoals salesfuncties of managementfuncties. 4 Variabele beloning met een langetermijnkarakter: De variabele looncomponenten die een langere looptijd hebben dan twee jaar. Deze zijn expliciet gericht op het belonen van de langetermijnresultaten van de organisatie. Onder deze noemer vind je zaken terug als een (uitgestelde) winstdelingsregeling of een (al dan niet virtueel) aandelen- of optieplan. Variabele beloning met een langetermijnkarakter komt in de praktijk eigenlijk alleen voor bij specifieke sleutelfunctionarissen, management en/of directiefuncties. Deze functies hebben namelijk daadwerkelijk invloed op de resultaten van de organisatie op lange termijn. Bij het invullen van een beloningspakket voor een (groep) medewerker(s) worden de velden uit dit model een voor een ingevuld. Daarbij dient zorg te worden gedragen voor een goede onderlinge balans. Daarbij is een aantal uitgangspunten belangrijk. Deze staan hieronder beschreven. Grondslagen voor het bepalen van de beloningshoogte Grofweg zijn er twee objectieve ‘grondslagen’ waarop de beloning voor een functie kan worden gebaseerd: functiezwaarte en marktwaarde. 1Functiezwaarte De zwaarte van de functie wordt bepaald aan de mate van com31% plexiteit van de problemen die de Tevreden medewerker moet oplossen in zijn of haar functie. Naarmate problemen Ontevreden complexer worden en een grotere impact hebben op het resultaat van de organisatie, neemt de functiezwaarte toe. Hoe ‘zwaarder’ de functie, hoe hoger de beloning. 69% Functiewaardering is een instrument wat kan worden gebruikt om functiezwaarte te duiden. Veel cao’s maken gebruik van functiewaardering om functies in functiegroepen in te delen. Het instrument is echter ook bruikbaar voor organisaties die niet onder een cao vallen. Functiezwaarte heeft invloed op de hoogte van het vaste salaris en eventueel op de hoogte van de (in het vooruitzicht gestelde) variabele beloning. 2Marktwaarde Marktwaarde is een tweede belangrijke graadmeter bij het vaststellen van een passende beloning. Op basis van de juiste referentiecriteria (type functie, positie in de organisatie, omvang organisatie, omzetniveau, regio, etc.) wordt in kaart gebracht wat de hoogte van de beloning is voor vergelijkbare functies. Een beloningsbenchmark kan worden ingezet om inzicht te krijgen in de marktwaarde en opbouw van beloningspakketten van een bepaalde functie/groepen functies. Marktwaarde heeft invloed op de hoogte van het vaste salaris, de omvang van de secundaire arbeidsvoorwaarden en de hoogte van de variabele beloningen op zowel korte als lange termijn. De invloed van de specifieke kenmerken van de functie of functionaris op de beloning Naast bovenstaande zijn de kenmerken van de specifieke functie of functionaris van belang bij het vaststellen van de beloningshoogte. Factoren als vakvolwassenheid, het belang van de functionaris voor de continuïteit van de onderneming en schaarste van bepaalde functies op de arbeidsmarkt spelen een belangrijke rol. 1Vakvolwassenheid Binnen de functie kunnen functionarissen groeien in salaris naarmate zij vakvolwassener worden. Hoe vakvolwassener een medewerker is, hoe complexer de problemen die hij/zij in staat is op te lossen. Dit komt doorgaans tot uiting in de hoogte van het vaste salaris. 2 Belang voor continuïteit onderneming Een functionaris kan van belangrijke waarde zijn voor de organisatie, omdat de continuïteit van de organisatie sterk samenhangt met diens verbondenheid aan de organisatie. Dit is veelal van toepassing op functionarissen die beschikken over uitzonderlijke organisatiespecifieke kennis en/of vaardigheden of die beschikken over een belangrijk netwerk. Veelal kiezen organisaties ervoor om deze functionarissen boven marktconform te belonen om hen zodoende voor de lange termijn aan de organisatie te binden. Dit komt doorgaans tot uiting in de hoogte van het vaste en/of de variabele beloning 3 Schaarste op de arbeidsmarkt Een functionaris kan als gevolg van specifieke werkervaring in een specifieke branche of met een specifieke opleidingsachtergrond een schaars goed zijn op de arbeidsmarkt. Naarmate de schaarste van het profiel van een functionaris groter wordt, heeft dit een opdrijvend effect op diens vaste en/of variabele beloning. Overige aandachtspunten Bij het bepalen van het ideale beloningspakket voor een (groep) medewerker(s) kunnen bovenstaande handvatten als richtlijn dienen. Daarnaast willen wij echter nog de belangrijkste aandachtspunten aan u meegeven: 1 Let op de verhouding tussen vast - variabel Naast een afweging op basis van bovenstaande zal moeten worden gekeken naar een goede verhouding tussen het vaste BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 19 4 4 en (korte/lange termijn) variabele loon. De ideale verhouding is anders voor verschillende typen functies (uitvoerend, commercie, management, directie). De trend op dit moment is dat het aandeel aan variabele verhouding weer wat aan het afnemen is. Waarschijnlijk als gevolg van het economisch herstel. Er wordt weer meer nadruk gelegd op tevredenheid en ontwikkeling, en minder op het (financieel) sturen op meetbare resultaten. 2 Secundaire voorwaarden als onderscheidende component De invulling van het pakket aan secundaire arbeidsvoorwaarden verdient specifieke aandacht en is echt maatwerk. Hierin kun je je als werkgever goed onderscheiden. Wat vinden de medewerkers die je aan je organisatie wilt binden belangrijk? Een dertiende maand, winstdeling, een auto van de zaak of een opleiding op kosten van de werkgever? We zien dat steeds meer werkgevers gebruik maken van een cafetariamodel, waarbij medewerkers hun secundaire arbeidsvoorwaarden (deels) zelf kunnen samenstellen. 3 Wat zegt de cao? Voor veel sectoren staat het beloningsbeleid omschreven in de cao. Groot voordeel hiervan is dat dit veel duidelijkheid en transparantie biedt. Het is voor veel werkgevers echter lastig om in zo’n situatie een ‘eigen stempel’ op het beloningsbeleid te drukken. Toch zijn hiervoor mogelijkheden. Steeds meer cao’s krijgen de vorm van een ‘raamcao’ waardoor er meer ruimte ontstaat voor organisatiespecifieke invulling. De rol van beoordelen bij belonen Specifiek met betrekking tot dit laatste punt willen wij het belang van een goede beoordelingssystematiek benadrukken. Hierdoor wordt het mogelijk om ontwikkeling, functioneren en presteren van medewerkers objectief vast te stellen. De uitkomst van deze beoordeling kan vervolgens dienen als basis om een gefundeerde differentiatie in beloning aan te brengen. Wanneer het op de beoordeling aankomt van familieleden die binnen het bedrijf werken, dan speelt een aantal dilemma’s. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan een onderling gebrek aan objectiviteit, angst voor conflicten en ook angst bij leidinggevenden (niet-familieleden) die familieleden moeten beoordelen. Om hier op een juiste wijze mee om te kunnen gaan is het van belang om binnen de familie een aantal duidelijke uitgangspunten en criteria vast te stellen over hoe familieleden dienen te worden beoordeeld. Om de objectiviteit te kunnen beoordelen kan ook worden overwogen om externen bij dit proces te betrekken. Tot slot: Een stappenplan Op basis van alle bovenstaande informatie komen tot een passend beloningspakket is best een ingewikkelde klus. Waar te beginnen? Hiernaast geven we de belangrijkste stappen en overwegingen weer die wij onderscheiden in het proces om te komen tot een passend beloningspakket voor een (groep) medewerker(s). Wanneer u met het stappenplan aan de slag gaat voor groepen medewerkers in uw organisatie, adviseren wij u bij de totstandkoming van een passend beloningsbeleid, daar waar mogelijk zowel (een vertegenwoordiging van) medewerkers te betrekken als ook (een afvaardiging van) de familie te betrekken. Ook het vroegtijdig betrekken van de Ondernemingsraad zorgt voor een groter draagvlak. Belonen is één van de HR-instrumenten die werknemers het meest direct raakt. De kracht van het beloningsbeleid wordt dan ook veel groter wanneer hierin nadrukkelijk oog is voor de behoeften van de medewerkers. De vraag ‘wat vind jij belangrijk als het over jouw beloningspakket gaat?’ is makkelijk gesteld. Het antwoord is vaak verrassend en biedt goede aanknopingspunten voor het afstemmen van de behoeften van medewerkers op de behoeften van de organisatie. En dat is uiteindelijk waar het allemaal om gaat. Stap 1 Strategie en doelen Sta allereerst stil bij de strategie en doelen van het familiebedrijf voor de komende jaren. Waar gaat het bedrijf naar toe en wat zijn de belangrijkste speerpunten. Wat betekent dit voor het personeelsbeleid? Gaat het bedrijf groeien of juist krimpen of is er bijvoorbeeld behoefte aan specifieke kennis en vaardigheden? Alle uitgangspunten die u in deze stap vaststelt moeten doorklinken in de onderstaande stappen. 2 Doelstelling bepalen Wat wordt met het beloningsbeleid nagestreefd? Bijvoorbeeld binding, resultaatgerichtheid, motivatie, kostenbeheersing, rechtvaardigheid, et cetera. En bij welke familiewaarden wilt u aansluiting zoeken? 3 Doelgroepen onderscheiden Op wie is de beloningsregeling van toepassing? Voor alle medewerkers? Of voor een specifieke sleutelfunctionaris of groep medewerkers? 4 Bepaal de beloningsgrond Stel vast waarvoor u de specifieke doelgroepen specifiek wilt belonen. Gaat het om het belonen van ervaring of ontwikkeling van medewerkers, om het neerzetten van hele specifieke prestaties of een combinatie van beiden? Of misschien is het laten meedelen van medewerkers in het succes van de onderneming voor u wel een belangrijk doel. Stel vast of u wilt belonen op individueel niveau, of dat u ook de resultaten en ontwikkeling van het team of de organisatie als geheel hierin wilt betrekken. 4 Beloningsvorm Met het BDO-beloningsmodel in het achterhoofd maakt u vervolgens per doelgroep keuzes ten aanzien van de invulling van de vier velden: Kiest u voor een uitgebreid secundair pakket en beperkt vast salaris? En welke vorm van variabele beloning past het beste? Een vaste bonus, provisie of bijvoorbeeld een winstuitkering? 5 Beloningshoogte Vervolgens is het zaak om bedragen te gaan koppelen aan de verschillende beloningsvormen. Welke hoogte krijgen deze? Kijk hierbij bij voorkeur naar een combinatie van functiezwaarte en marktwaarde. Het laten uitvoeren van een beloningsbenchmark voor een aantal sleutelfunctionarissen kan vaak goede uitkomst bieden. Daarnaast spelen natuurlijk het verdienmodel, de beschikbare financiële ruimte, wensen en mogelijkheden van de onderneming een rol. 6 Koppeling beoordeling – beloning Bedenk of en op welke wijze u de groei van het vaste en de toekenning van variabele beloning wilt koppelen aan een beoordelingsresultaat. Wat voor systematiek voor het maken van afspraken, evalueren en beoordelen hiervan wilt u toepassen en hoe komt in die systematiek de koppeling tussen beoordelen en belonen tot stand? 20 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 21 5 5 Verplichting tot naleving cao De bijzondere rechtsgevolgen die aan een cao worden gegeven, zijn alleen van toepassing als werkgever en werknemer zijn ‘gebonden’ en de cao van toepassing is op de bedrijfsactiviteiten van de werkgever. Of dit laatste het geval is, is terug te lezen in de werkingssfeer van de cao. BELONING VANUIT JURIDISCH PERSPECTIEF Belonen heeft een sterk juridische component. Al is het alleen maar omdat voor 80 procent van de afhankelijke beroepsbevolking een cao geldt. In dit hoofdstuk belichten we beloning vanuit een juridisch perspectief. De mogelijkheden die de cao biedt om flexibel te belonen, demotie van personeel en het laten doorwerken van medewerkers na de AOW-leeftijd zijn actuele thema’s binnen het familiebedrijf. In dit hoofdstuk gaan we hier verder op in. De cao Uit ons onderzoek blijkt dat bij 65 procent van de familiebedrijven een cao van toepassing is. Bij de familiebedrijven waar geen verplichte cao op van toepassing is, geeft slechts 21 procent aan een cao te volgen voor het bepalen van het arbeidsvoorwaardenbeleid. Reden genoeg dus om een hoofdstuk te wijden aan de ins en outs van cao’s. De cao, de collectieve arbeidsovereenkomst, valt niet meer weg te denken als het gaat om belonen. Voor ongeveer 80 procent van de afhankelijke beroepsbevolking geldt een cao en op 65 procent van de familiebedrijven is een cao van toepassing. Een cao is een overeenkomst, aangegaan tussen één of meer werkgevers of werkgeversverenigingen enerzijds en één of meer werknemersverenigingen anderzijds, waarbij afspraken zijn gemaakt over voornamelijk of uitsluitend arbeidsvoorwaarden. Uit deze omschrijving blijkt dat aan werknemerszijde altijd een collectief, 22 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF namelijk een (of meer) werknemersvereniging(en) als contractspartij (onderhandelingspartner) optreedt (optreden). Aan werkgeverszijde kan zowel de individuele werkgever als één of meer werkgeversverenigingen als contractspartij (en onderhandelingspartner) optreden. Een cao is een arbeidsvoorwaardenovereenkomst, waarin het resultaat van de onderhandelingen tussen werkgevers(organisaties) en werknemersorganisaties is vastgelegd. Gewoonlijk bedraagt de looptijd van een cao één of twee jaar; de wet bepaalt dat een cao voor maximaal vijf jaar kan worden aangegaan. Bedrijfstak-cao en ondernemings-cao Cao’s kunnen zowel op ondernemings- als op bedrijfstakniveau worden afgesloten. De bedrijfstak-cao komt het meeste voor. Zo’n cao geldt veelal voor de ondernemingen die behoren tot een bepaalde branche of bedrijfstak; denk bijvoorbeeld aan de cao voor de Metaal en Technische bedrijfstakken of de cao voor het Schoonmaak -en Glazenwassersbedrijf. Daarnaast heeft een aantal grote ondernemingen in Nederland (bijvoorbeeld Rabobank, KPN en Philips) een eigen ondernemings-cao, die alleen geldt voor het in de onderneming werkzame personeel. Veelal treden ook bij een ondernemings-cao de landelijk opererende vakbonden op als contractspartij aan werknemerszijde. In een enkel geval treedt aan werknemerszijde een eigen personeelsvakvereniging op als onderhandelings- en/of contractspartij. Gebonden of niet De werkgever is gebonden indien hij zelf partij is bij de cao of indien hij lid is van een werkgeversvereniging die partij is bij de cao. De werknemer is gebonden indien hij lid is van een vakbond die partij is bij de cao. De gebonden werkgever is op grond van de wet verplicht de cao-bepalingen ook na te leven jegens de niet-gebonden werknemers, tenzij in de cao is bepaald dat dit niet hoeft. Is alleen de werknemer gebonden (door zijn lidmaatschap van een vakbond die partij is bij de cao) en de werkgever niet, dan kan de werknemer – behoudens algemeen verbindend verklaring van cao-bepalingen – geen aanspraak maken op naleving van de cao-bepalingen door de werkgever. Ook kan een cao algemeen verbindend verklaard zijn (avv). Een algemeen verbindend verklaring betekent dat de cao-bepalingen in beginsel gelden voor alle werkgevers en werknemers in de betreffende bedrijfstak. Ongeacht of ze gebonden zijn of niet. Werkingssfeer Is de werkgever gebonden of algemeen verbindend verklaard, dan bepaalt vervolgens de werkingssfeer van de cao of de werkgever de (avv) cao ook dient toe te passen op zijn arbeidsovereenkomsten. De werkingssfeer beschrijft de bedrijfsactiviteiten waarvoor de (avv) cao is geschreven. Zijn er in een onderneming meerdere bedrijfsactiviteiten dan kunnen er mogelijk ook meerdere (avv) cao’s van toepassing zijn. Omdat dit veelal een ongewenste situatie is, is in cao’s veelal ook bepaald welke cao voor gaat. Het is van belang periodiek na te gaan of een (avv) cao van toepassing is in een onderneming. Bedrijfsactiviteiten kunnen door verloop van tijd wijzigen, maar ook de formuleringen van werkingssferen in cao’s kunnen worden aangepast. Het is dus de werkingssfeer zoals opgenomen in een cao welke bepaalt of een cao van toepassing is op een arbeidsovereenkomst. Niet, zoals vaker gedacht wordt, de sectorindeling bij het UWV of de SBI-code bij de Kamer van Koophandel. De sectorindeling en de SBI-codes kunnen wel een aanwijzing zijn, nu in veel sectoren er wel een of meerdere cao’s gelden. Ook de toepassing van een bedrijfstakpensioenfonds kan een aanwijzing vormen. De werkingssfeer van een bedrijfstakpensioenfonds hoeft echter niet gelijk te zijn aan de werkingssfeer van een cao. Ook kan een bedrijfstakpensioenfonds voor alle werkgevers in een sector/branche verplicht gesteld zijn terwijl niet automatisch ook hoeft te gelden dat een cao dan ook algemeen verbindend verklaard is. Steeds dient dus bekeken te worden of op basis van de werkingssfeer van de cao, het lidmaatschap van een brancheorganisatie en of de cao wel of niet avv is, of een cao van toepassing is op de arbeidsovereenkomsten. Dit voorkomt claims met terugwerkende kracht van werknemers op toepassing van een cao. Indien zowel de werkgever als de werknemer aan de cao zijn gebonden, kunnen zij geen afspraken meer maken die strijdig zijn met cao-bepalingen. Dergelijke afspraken zijn van rechtswege nietig (ofwel ongeldig) en in plaats van de nietige bepaling geldt dan de cao-bepaling. Indien de gebonden werkgever en de gebonden werknemer evenwel een afspraak maken die gunstiger is voor de werknemer – bijvoorbeeld 30 vakantiedagen in plaats van 25 – dan geldt vrijwel altijd die individuele afspraak en mag dus wel worden afgeweken van de cao-bepaling. Dit wordt niet als een strijdige bepaling aangemerkt. Alleen indien de caobepaling een zogenaamde standaardbepaling is, hebben partijen geen mogelijkheid om van de cao-bepaling af te wijken, ook niet in voor de werknemer gunstige zin. Verreweg de meeste caobepalingen zijn minimumbepalingen waarvan de werkgever en de werknemer in voor de werknemer gunstige zin mogen afwijken. ‘Kiezen’ voor een cao Zijn de bedrijfsactiviteiten onder te brengen bij meerdere cao’s of kunnen de bedrijfsactiviteiten worden gesplitst, dan kan worden bezien of er ‘gekozen’ kan worden voor de meest gunstige cao of dat de cao alleen voor een deel van de medewerkers van toepassing is. De werkgever kan ook vrijwillig een cao of cao-bepalingen toepassen door opname van een zogeheten incorporatiebeding. Dit is een bepaling in de individuele arbeidsovereenkomst waarin wordt bepaald dat een cao van toepassing is. De cao-bepalingen gaan dan deel uitmaken van de individuele arbeidsovereenkomst. BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 23 5 5 Een juiste formulering van het incorporatiebeding is dan van groot belang om te voorkomen dat op enig moment er een verplichting ontstaat om twee cao’s te volgen indien een andere cao verplicht van toepassing wordt. Wij raden aan u altijd goed te laten adviseren over de juiste formulering van het cao incorporatiebeding. Mogelijkheid om van de wet af te wijken Een voordeel van de toepassing van een cao kan zijn dat er gunstigere bepalingen op de arbeidsovereenkomst van toepassing zijn dan geldend volgens de wet. Van sommige wettelijke bepalingen kan alleen bij cao worden afgeweken. Dit noemen we driekwartdwingend recht. Voorbeelden van wettelijke bepalingen waarvan enkel in een cao kan worden afgeweken zijn: de proeftijd in een contract voor bepaalde tijd (van langer dan 6 maanden) en de zogenaamde ketenregeling in geval van contracten voor bepaalde tijd. Nawerking Een cao eindigt door afloop van de periode van de looptijd waarvoor de cao is aangegaan, of door opzegging. Na het einde van de cao herleeft de individuele contractsvrijheid van werkgever en werknemer. De arbeidsvoorwaardenbepalingen uit de cao blijven echter wel van kracht, omdat zij onderdeel zijn gaan uitmaken van de individuele arbeidsovereenkomst. Alleen indien partijen een nieuwe overeenkomst (dit kan een cao of een individuele arbeidsovereenkomst zijn) sluiten, kunnen bestaande arbeidsvoorwaarden worden gewijzigd. Een cao die op een arbeidsovereenkomst van toepassing is doordat deze algemeen verbindend is verklaard, kent geen nawerking. Demotie Indien in een situatie een wijziging van arbeidsvoorwaarden of functie (naar de mening van de werkgever) onvermijdelijk is, volgt uit eerdere rechtelijke uitspraken dat een demotie alleen juridisch stand kan houden indien: het disfunctioneren door de werkgever kan worden aangetoond, bijvoorbeeld door gespreksverslagen; over het functioneren en de gewenste verbeterpunten expliciet overleg geweest is met de medewerker en de medewerker vervolgens de mogelijkheid heeft gekregen om zijn functioneren te verbeteren (aantoonbaar verbetertraject); het wijzigingsvoorstel van de werkgever redelijk is in het licht van het disfunctioneren en ook met het oog op de belangen van werknemer en werkgever. 24 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF Of demotie in een individuele casus mogelijk is c.q. juridisch stand houdt dient per situatie bekeken te worden. Wanneer een cao van toepassing is, moet tevens in de cao worden nagegaan welke mogelijkheden de cao de werkgever biedt om demotie toe te passen. De feiten en omstandigheden spelen dus een doorslaggevende rol. Uiteraard is dit na goed overleg en met overeenstemming van beide partijen wel goed mogelijk. Demotie vergt dus altijd een individuele aanpak. Belonen werknemers na pensioengerechtigde of AOW-gerechtigde leeftijd Het belonen van oudere medewerkers is in de praktijk een steeds vaker voorkomend vraagstuk. Veel familiebedrijven zijn gericht op continuïteit. Dit is ook terug te zien in de dienstverbanden van medewerkers. Deze zijn gemiddeld vaak langer dan in andere bedrijven. We komen dan ook steeds vaker tegen dat werknemers in het familiebedrijf ook na hun pensioen- of AOW-gerechtigde leeftijd willen blijven doorwerken. Met de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015, is het mogelijk geworden om na beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in verband met het bereiken van de pensioen- of AOW-gerechtigde leeftijd (door opzegging of door een pensioenbeding in de arbeidsovereenkomst), met de werknemer aansluitend een nieuw contract voor bepaalde tijd overeen te komen. Deze arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt dan automatisch en kan indien gewenst, nog tweemaal worden verlengd. Mits het aantal contracten voor bepaalde tijd niet boven de drie uitkomt en de totale duur (en eventuele tussenliggende periodes van zes maanden of korter) niet boven de 24 maanden, eindigt elke overeengekomen arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd automatisch na afloop van de afgesproken periode. Daarmee wordt het doorwerken na het bereiken van de pensioen- of AOW-gerechtigde leeftijd voor de werkgever juridisch aantrekkelijker. Tevens ligt er nog een wetsvoorstel ‘Wet werken na de AOWgerechtigde leeftijd’ om het doorwerken na de AOW verder aantrekkelijk te maken voor werkgevers. Een aantal nu nog aanwezige risico’s bij het doorwerken van oudere werknemers, wordt dan weggenomen of beperkt. In dit wetsvoorstel is opgenomen dat in geval van een AOW-gerechtigde medewerker: de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte wordt beperkt tot maximaal zes weken in plaats van maximaal 104 weken. Voor de meeste verzuimverzekeringen geldt dat pensioen- of AOW-gerechtigde medewerkers niet meeverzekerd kunnen worden; er geen re-integratieverplichtingen gelden bij ziekte voor de werkgever bij deze werknemers; de ketenregeling voor contracten voor bepaalde tijd voor deze werknemers wordt verruimd naar zes contracten en een maximum duur van 48 maanden; de opzegtermijn voor de werkgever altijd één maand bedraagt. In een aanwezige pensioenregeling dient nagegaan te worden of er voor de pensioen- of AOW-gerechtigde werknemer nog premie voor (aanvullend) pensioen moet worden betaald; De loonbelasting, de heffingskorting en arbeidskorting zijn voor AOW-gerechtigden lager. Ook betaalt de werkgever geen premies werknemersverzekeringen meer voor AOWgerechtigden. Let op! Indien er na het maximum aantal contracten voor bepaalde tijd, opnieuw een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan, gelden de wettelijke ontslagregels om de arbeidsovereenkomst te kunnen beëindigen. De AOWgerechtigde werknemer kan echter geen aanspraak meer maken op betaling van de wettelijke transitievergoeding. In een nieuw contract voor bepaalde tijd tussen werkgever en de pensioen- of AOW-gerechtigde werknemer, kunnen nieuwe arbeidsvoorwaarden worden afgesproken tussen de werkgever en de pensioen- of AOW-gerechtigde werknemer. Bij het maken van deze afspraken dient rekening te worden gehouden met onder andere het volgende: Geldt er een cao dan dient te worden nagegaan of deze ook van toepassing is op werknemers die de pensioen- of AOWgerechtigde leeftijd hebben bereikt. Zo ja, dan dient met de beloning rekening te worden gehouden met deze cao. Zijn deze medewerkers uitgesloten van de cao of geldt er geen cao, dan staat het de werkgever en de werknemer vrij om dus zelf (nieuwe) afspraken te maken over de beloning en eventuele arbeidsvoorwaarden; Hoewel het wettelijk minimumloon in Nederland geldt tot de AOW-gerechtigde leeftijd, mag de werkgever aan de pensioen- of AOW-gerechtigde werknemer niet minder dan het wettelijk minimumloon betalen. Dat is het gevolg van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid; Ook de pensioen- of AOW-gerechtigde werknemer heeft recht op 8 procent vakantietoeslag; Als voor alle medewerkers door de werkgever pensioenpremie wordt voldaan behalve de pensioen- of AOW-gerechtigde, kan er een beloningsverschil ontstaan die niet objectief gerechtvaardigd kan worden. Op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid kan het dan nodig zijn dat het beloningsverschil wordt gecompenseerd door de werkgever; BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 25 6 6 echter fors uitgebreid. Loon is nu al hetgeen uit een dienstbetrekking wordt genoten, daaronder mede begrepen hetgeen wordt vergoed of verstrekt in het kader van de dienstbetrekking. Niet relevant is of deze vergoedingen en verstrekking uiteindelijk belast worden dan wel in de vrije ruimte worden ondergebracht. Het is dus van groot belang om alle vergoedingen en verstrekkingen bij de vaststelling van het gebruikelijk loon te betrekken. 2 Het minimum gebruikelijk loon Het bedrag van € 44.000 geldt als minimumbedrag, uitzonderingssituaties daargelaten. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Een uitzonderingssituatie is bijvoorbeeld als de werkzaamheden van de DGA zich beperken tot vermogensbeheer. Maar ook als de dienstbetrekking slechts een deel van het jaar heeft bestaan of als parttime gewerkt wordt, kan het gebruikelijk loon onder het bedrag van € 44.000 worden vastgesteld. FISCALITEIT IN HET FAMILIEBEDRIJF In veel familiebedrijven is de grootaandeelhouder tevens directeur (DGA). De fiscale regelgeving rondom het belonen van de DGA mag daarom niet ontbreken. In dit hoofdstuk besteden we achtereenvolgens aandacht aan de gebruikelijk loonregeling, de mogelijkheden die de werkkostenregeling biedt, alsmede de fiscale mogelijkheden ten behoeve van meewerkende partners en kinderen in het familiebedrijf. Gebruikelijk loon Een belangrijk aspect bij het belonen van de DGA in het familiebedrijf is natuurlijk de gebruikelijk loonregeling. Het kan voor de DGA fiscaal interessant zijn zichzelf een lager loon toe te bedelen. Het bewust laag houden van het loon zal leiden tot een hogere winst binnen de werkmaatschappij. Wanneer aan alle voorwaarden voldaan wordt, kan dan aan het einde van het jaar gekozen worden voor (een hogere) dividenduitkering. De belastingdruk op een dividenduitkering is lager als de belastingdruk op loon. Uiteraard dient hierbij wel rekening te worden gehouden met de fiscale regelgeving rondom het gebruikelijk loon. In de praktijk blijkt het vaststellen van het gebruikelijk loon nog steeds een lastige aangelegenheid. De wijzigingen per 1 januari 2015 hebben hier tot op heden nog weinig verandering in gebracht. In deze paragraaf worden de hoofdlijnen rondom de nieuwe gebruikelijk loonregeling uiteengezet. Hierbij dient 26 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF te worden opgemerkt dat het een complex onderwerp betreft. Het gaat te ver dit in dit boekje tot in detail te behandelen. Het navolgende dient dan ook als een inleiding op het onderwerp te worden beschouwd. Per 1 januari 2015 kan de inspecteur het loon vaststellen op 75 procent van de naar zijn mening meest vergelijkbare dienstbetrekking. Vervolgens is het aan de DGA om aannemelijk te maken dat dit lager zou moeten zijn. De inspecteur kan op dat moment achterover leunen. Feitelijk is dit dus een tegenbewijsregeling. De DGA zal informatie moeten gaan verzamelen over de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’ en het daarbij behorende loon. Ten opzichte van de jaren voor 2015 is dit een aanzienlijke verslechtering in de bewijspositie van de DGA. Het is dan ook verstandig om vooraf, bij het vaststellen van het gebruikelijk loon, te zorgen voor een goede onderbouwing. Hieronder worden de onderdelen van de gebruikelijk loonregeling samengevat. 1Loon Onder loon werd altijd verstaan het loon voor de loonbelasting, inclusief een eventuele bijtelling voor de auto van de zaak, maar exclusief vrijgestelde bedragen (pensioenpremies, vrijgestelde vergoedingen en verstrekkingen). Met de definitieve invoering van de werkkostenregeling per 1 januari 2015 is het loonbegrip 3 Gebruikelijk loon in concernsituaties De problematiek van het vaststellen van het gebruikelijk loon speelt veelal ook in concernsituaties. De hoogte van het gebruikelijk loon bij de holding is dan vaak onderwerp van discussie. In beginsel dient in concernsituaties de gebruikelijk loonregeling per dienstbetrekking te worden toegepast. Echter, als het salaris van de aanmerkelijk belanghouder in een tot een concern behorende vennootschap mede strekt tot beloning van werkzaamheden die hij heeft verricht voor een andere concernvennootschap, dan zal de in dat salaris begrepen beloning voor die werkzaamheden in aanmerking moeten worden genomen bij de toepassing van de gebruikelijk loonregeling ten aanzien van de arbeidsverhouding tot die andere concernvennootschap. Met andere woorden, het gebruikelijk loon dient vastgesteld te worden met inachtneming van alle voor het concern verrichte werkzaamheden. Bedraagt het vast te stellen loon voor alle vennootschappen samen minder dan € 5.000 dan is de gebruikelijk loonregeling niet van toepassing. 4 Gebruikelijk loon in verliessituaties Verliezen, al dan niet als gevolg van een hoog gebruikelijk loon, leiden niet per definitie tot een lager gebruikelijk loon. Er moet echt sprake zijn van een situatie waarin de vennootschap in discontinuïteit wordt gebracht door onder andere het hogere loon. Uit de jurisprudentie blijkt dat er bij een lager loon dan het minimale gebruikelijk loon met argusogen gekeken wordt naar andere onttrekkingen door de directeur-grootaandeelhouder van zijn vennootschap. Met name wordt sterk gekeken naar de ontwikkeling van de rekening-courantpositie van de DGA met zijn vennootschap. In de praktijk accepteert de Belastingdienst in verliessituaties en een lager dan gebruikelijk loon, geen enkele toename van de rekening-courantpositie van de DGA met zijn vennootschap. Vaststelling gebruikelijk loon De gebruikelijk loonregeling is vervat in art. 12a van de Wet op de loonbelasting 1964. Dit artikel bepaalt o.a. het volgende: 1 Ten aanzien van een werknemer die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, wordt het in het kalenderjaar van dat lichaam genoten loon ten minste gesteld op het hoogste van de volgende bedragen: a 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking; b het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van het lichaam, bedoeld in de aanhef, of met het lichaam verbonden lichamen; c € 44.000. 2 Indien de inhoudingsplichtige aannemelijk maakt dat het hoogste bedrag, bedoeld in het eerste lid, hoger is dan 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, wordt het loon in afwijking van het eerste lid gesteld op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking met dien verstande dat het loon ten minste wordt gesteld op het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, of, indien het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan dat bedrag, op het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Voorbeeld 1 Het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking is € 100.000. De meest verdienende werknemer heeft een loon van € 110.000. Het gebruikelijk loon van de DGA dient in beginsel te worden vastgesteld op € 110.000, het loon van de meest verdienende werknemer. Echter omdat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is, mag het gebruikelijk loon vastgesteld worden op 75% van € 100.000, ofwel op € 75.000. BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 27 6 6 Voorbeeld 2 Het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking is € 44.000. De meest verdienende werknemer heeft een loon van € 45.000. Het gebruikelijk loon van de DGA dient in eerste instantie te worden vastgesteld op € 45.000, het loon van de meest verdienende werknemer. Echter omdat 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is, mag het gebruikelijk loon vastgesteld worden op 75% van € 50.000, ofwel € 33.000. Dit is echter lager dan € 44.000, zodat het gebruikelijk loon uiteindelijk dient te worden vastgesteld op € 44.000. Voorbeeld 3 Het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking is € 40.000. De meest verdienende werknemer heeft een loon van € 38.000. Het gebruikelijk loon dient in eerste instantie te worden vastgesteld op € 44.000 (onderdeel c). Echter omdat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is, mag het gebruikelijk loon worden vastgesteld op € 40.000. De werkkostenregeling Naast het uitkeren van een lager ‘loon’ om optimaal gebruik te maken van een lagere belastingdruk, biedt ook de werkkostenregeling kansen voor de DGA in het familiebedrijf. Er moet hierbij goed worden gekeken naar de risico’s en nadelen. Zo zijn er bijvoorbeeld bepalingen opgenomen in de werkkostenregeling met betrekking tot antimisbruik. Desondanks biedt de werkkostenregeling wel degelijk ruimte de DGA fiscaal vriendelijk(er) te belonen. Ook hier geldt dat het niet mogelijk is dit onderwerp in deze publicatie tot in detail te behandelen, hetgeen hier wordt beschreven is slechts een inleiding op het onderwerp. 28 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF De ruimte die de werkkostenregeling biedt zit onder andere in: onbelast vergoeden van intermediaire kosten (zoals representatiekosten), reis- en verblijfskosten en kosten van onderhoud en verbetering van vaardigheden; onbelast ter beschikking stellen dan wel vergoeden van een mobiele telefoon, mits deze voldoet aan het noodzakelijkheidscriterium en, indien van toepassing, het gebruikelijkheidscriterium; onbelast ter beschikking stellen dan wel verstrekken van een laptop, mits deze voldoet aan het noodzakelijkheidscriterium en, indien van toepassing, het gebruikelijkheidscriterium; voorzieningen die geheel of gedeeltelijk op de werkplek worden ge- of verbruikt blijven onbelast. Hieronder kan ook een fitnessruimte vallen; onbelaste vaste vergoeding van intermediaire kosten en gericht vrijgestelde kosten, mits voorzien van een goede onderbouwing gebaseerd op een steekproef. Relatief kleine aanpassingen kunnen hier direct voordeel opleveren. Kantoor aan huis Heeft de DGA een kantoor aan huis? Dan is het zeker raadzaam om hier aandacht aan te besteden. Is sprake van een zelfstandige ruimte, dan kan sprake zijn van een werkplek in fiscale zin en van arboverantwoordelijkheid van de werkgever. Dat kan weer betekenen dat werkplekgerelateerde voorzieningen onbelast kunnen blijven. Denk dan aan bijvoorbeeld consumpties op de werkplek, arbovoorzieningen zoals een bureau of een stoel, maar ook een kopieerapparaat. Is fiscaal geen sprake van een werkplek, dan zijn deze voorzieningen belast. Toerekenen van vergoedingen en verstrekkingen Bij toepassing van de werkkostenregeling dienen vergoedingen en verstrekkingen aan de DGA aan de vennootschap te worden toegerekend waar de DGA op de loonlijst staat. Wanneer de concernregeling kan worden toegepast, kunnen alle vergoedingen, verstrekkingen en forfaitaire ruimten gesaldeerd worden. Echter, wanneer deze niet kan worden toegepast is het goed om te beoordelen of de DGA op de juiste loonlijst staat. Het kan met het oog op de werkkostenregeling interessant zijn om de DGA van loonlijst te laten veranderen. Eindheffing Onder de werkkostenregeling kan ook gekozen worden voor 80 procent eindheffing. Dit lijkt hoog, maar komt feitelijk overeen met een inhouding van ongeveer 44 procent over het bruto loon. Een DGA die in het hoogste belastingtarief valt is 52 procent verschuldigd over zijn of haar bruto loon. Daar is dus een fiscaal voordeel te behalen. Houd hierbij rekening met eventuele aftrekposten in de inkomstenbelasting (zoals hypotheekrente). ook voor de premies werknemersverzekeringen (de hoogte daarvan kan flink verschillen) en de vraag wie het loon moet doorbetalen bij ziekte of arbeidsongeschiktheid. Premieheffing werknemersverzekeringen Als de DGA alle of meer dan de helft van de aandelen bezit in de werkmaatschappij, dan zijn de premies werknemersverzekeringen geen issue. Is dat niet het geval, dan kan er mogelijk sprake zijn van een dienstbetrekking voor de werknemersverzekeringen, wat kan resulteren in een premieafdracht van werknemersverzekeringen. De premie werknemersverzekeringen kan oplopen tot een bedrag van rond de € 10.000 per jaar. De Regeling aanwijzing DGA kan een uitkomst bieden. Deze (onlangs gewijzigde) regeling sluit bijvoorbeeld de bestuurders/aandeelhouders die allemaal evenveel zeggenschap hebben uit van de verplichte verzekering. Zijn de overige aandelen in het bezit van naaste familieleden, dan gelden er weer bijzondere bepalingen die regelen of de DGA al dan niet verzekerd is en of er premies moeten worden betaald. Meewerkende partner en kinderen Als de partner en of kinderen meewerken in de onderneming en zij ook een aanmerkelijk belang hebben, geldt voor hen hetzelfde als hierboven beschreven. Daarnaast geldt er een aantal bijzondere aandachtspunten. Allereerst moet er bekeken worden of de partner/kinderen werknemer zijn voor de werknemersverzekeringen. Wanneer de DGA niet de enige aandeelhouder is, of niet genoeg aandelen bezit dat hij of zij feitelijk de zeggenschap heeft in de werkmaatschappij, kan de hiervoor genoemde Regeling aanwijzing DGA een uitkomst zijn. Door het vormgeven van de wijze waarop en de condities waaronder de familieleden werken, kan een dienstbetrekking vaak worden voorkomen, dan wel worden gecreëerd. Afhankelijk ook van wat men wil. Soms kan het namelijk verstandig zijn om ondanks de premielasten toch verzekerd te zijn voor de werknemersverzekeringen. Bijvoorbeeld omdat er dan recht bestaat op doorbetaald zwangerschapsverlof of een WIA- of WW-uitkering. Als er sprake is van een holding van de DGA en een werkmaatschappij, zou ook gekeken moeten worden voor welk lichaam de familieleden gaan werken. Dat is niet alleen van belang voor de werkkostenregeling maar zeker BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 29 B1 B1 BIJLAGE 1 Kwantitatieve uitkomsten BDObeloningsonderzoek familiebedrijven Resultaten In onderstaande tabel treft u een overzicht aan per afdeling, functie en salaris voor het gemiddelde familiebedrijf. AFDELING FUNCTIE MINIMUM MEDIAAN MAXIMUM Financiën Hoofd Financiën € 3.835 € 5.233 € 6.817 Medewerker Financiën € 2.082 € 2.728 € 3.787 HR ICT Inkoop In deze bijlage treft u een beeld aan van wat de marktconforme salarissen zijn voor de dertien meest voorkomende functies binnen familiebedrijven. BDO beschikt over een salarisdatabase waarin de gegevens zijn opgenomen van ongeveer 100.000 werknemers werkzaam in familiebedrijven. In ons onderzoek zijn wij uitgegaan van een standaard dwarsdoorsnede van een familiebedrijf. De functies opgenomen in deze dwarsdoorsnede zijn de meest voorkomende functies in familiebedrijven (van minder dan 500 medewerkers). Interpretatie van resultaten Voor een vergelijking op marktconformiteit, is het belangrijk om appels met appels te vergelijken. De inhoud van de werkzaamheden van de betreffende functies dienen vergelijkbaar te zijn en datzelfde geldt ook voor de omstandigheden (ervaring, leeftijd, regio, omzet, grootte, opleiding, etc.). Voor het BDO-beloningsonderzoek familiebedrijven is enkel een vergelijking gemaakt op functie-inhoud. Bij het bestuderen van onderstaande resultaten en het toepassen hiervan in uw eigen organisatie dient u dan ook rekening te houden met de voor u geldende specifieke omstandigheden. Maatwerk is altijd noodzakelijk. Wij zijn echter van mening dat de genoemde bedragen een goed startpunt vormen voor een verdere discussie over de hoogte en inrichting van uw beloningsbeleid. Productie Verkoop HR Manager € 3.175 € 4.228 € 5.894 Medewerker HR € 2.277 € 3.289 € 3.818 Systeembeheerder € 2.584 € 3.594 € 4.436 Hoofd Inkoop € 3.311 € 4.512 € 5.817 Medewerker Inkoop € 1.927 € 2.645 € 3.526 Hoofd Productie € 2.343 € 4.180 € 6.020 Medewerker Productie € 1.532 € 2.074 € 2.633 Medewerker Logistiek € 1.775 € 2.374 € 3.146 Hoofd Verkoop € 3.127 € 4.396 € 7.080 Medewerker Verkoop Binnendienst € 2.018 € 2.723 € 3.734 Medewerker Verkoop Buitendienst € 2.206 € 3.591 € 5.255 De gemiddelde beloning van een adviesorgaan in familiebedrijven wordt hieronder weergeven. Voorzitter Lid % functiehouders die een vergoeding ontvangen Hoogte jaarlijkse vaste vergoeding Hoogte jaarlijkse onkostenvergoeding 63% 68% € 16.236 € 23.840 € 4.620 € 4.620 Tabel 2: Jaarlijkse (onkosten)vergoeding voorzitter en leden van het adviesorgaan Begrippen De weergegeven resultaten schetsen een beeld van de actuele beloningspatronen in de markt. De genoemde bruto maandsalarissen zijn salarissen die horen bij een fulltime dienstverband op basis van 40 uur per week. De spreiding van de salarissen in de markt wordt weergegeven op drie niveaus: Waarde Minimum Mediaan Maximum Omschrijving 25% van de medewerkers verdient gelijk of minder, 75% verdient meer dan deze waarde. 50% van de medewerkers verdient meer, 50% verdient minder dan deze waarde. 75% van de medewerkers verdient gelijk of minder, 25% verdient meer dan deze waarde. Tabel 3: Omschrijving spreiding 30 BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF BELONEN IN HET FAMILIEBEDRIJF 31 WWW.BDO.NL/BELONENFAMILIEBEDRIJF BDO CONSULTANTS B.V. Postbus 4053 3526 KV Utrecht Telefoon 030-284 99 60 [email protected] BDO is een op naam van Stichting BDO te Amsterdam geregistreerd merk. In deze publicatie wordt BDO gebruikt ter aanduiding van de organisatie die onder de merknaam ‘BDO’ actief is op het gebied van de professionele dienstverlening (accountancy, belastingadvies en consultancy). BDO Consultants B.V. is lid van BDO International Ltd, een rechtspersoon naar Engels recht met beperkte aansprakelijkheid, en maakt deel uit van het wereldwijde netwerk van juridisch zelfstandige organisaties die onder de naam ‘BDO’ optreden. BDO is de merknaam die wordt gebruikt ter aanduiding van het BDO-netwerk en van elk van de BDO Member Firms. 11/2015 – CO1528