NEE tegen de EU-grondwet als trendbreuk met het neoliberaal beleid In tegenstelling tot wat het kabinet maar paniekerig blijft herhalen, zijn er voldoende inhoudelijke argumenten tegen de EU-grondwet. Zo wordt er nu voor tientallen jaren vastgelegd dat er vrije en onvervalste concurrentie moet zijn, en zitten we ook aan privatisering van overheidsdiensten vast. Hiermee wordt neoliberaal beleid als een grondrecht beschouwd, in plaats van een slechte politieke keuze. Het is dan ook zeer merkwaardig dat zelfs GroenLinks en de PvdA deze grondwet steunen; zij gaan volledig voorbij aan deze door het multinationale bedrijfsleven bepaalde beleidsagenda. Zij laten zich blij maken met wat fopspenen als een beperkt vergrote democratie, en vermeende vastlegging van sociale rechten. Ook dit is een wassen neus als we naar de precieze formulering kijken; Europese burgers hebben recht te werken, en recht op toegang tot sociale zekerheidsvoorzieningen, onderwijs en gezondheidszorg. Dit stelt in feite niets voor, want dan zou er staan ‘recht op’. Daarbij zijn deze sociale-, natuur en milieu-, en dierenwelzijnsrechten slechts van kracht, zo lang zij deze onvervalste concurrentie niet belemmeren. Zeker omdat de EU, via haar Lissabon-agenda wil blijven concurreren op de wereldmarkt, belooft dit niet veel goeds. Andere onderdelen van dit beleid laten zien wat de werkelijke agenda is van de EU en mede tot uiting komend in het huidige kabinetsbeleid: - Door het liberaliseren van markten worden arbeiders die onder verschillende arbeidsomstandigheden en lonen werken, tot onderlinge concurrentie gedwongen. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de Bolkestein-richtlijn. Dit zorgt ervoor dat meer en meer arbeiders in West-Europa of hun baan kwijtraken omdat bedrijven vertrekken naar OostEuropa of Azië, of dat zij minder (loon)eisen kunnen stellen omdat ze anders te duur worden in vergelijking met andere landen. - Het privatiseren van overheidsdiensten, te beginnen met ‘marktwerking’ in regeringsjargon ook wel ‘modernisering’ genoemd. Dit heeft geleid tot de bekende problemen rond de NS, gebrek aan betaalbare huurhuizen, achteruitgang van kwaliteit van universitair onderwijs, het duurder en minder toegankelijk worden van de zorg enz. - Naast (vooral laaggeschoolde) arbeiders, hebben vooral kleine en middelgrote boeren te maken met de gevolgen van dit EU-beleid, zoals vastgelegd in de grondwet. Het leidt namelijk tot verhoogde concurrentie tussen boeren binnen de EU, en met boeren buiten de EU. Liberalisering van landbouwmarkten, het weigeren de productie te beheersen, en het in stand houden van handelsverstorende export- en inkomenssubsidies, zorgt er voor dat zowel boeren in het Noorden als het Zuiden onder de kostprijs moeten produceren en massaal stoppen. - Daarnaast wordt vooral schaalvergroting, milieuvervuiling en vernietiging van natuur en landschap gepromoot in de EU, omdat de subsidiestromen vooral bij de grootste boeren terechtkomen, en kleine boeren de concurrentiestrijd het eerste verliezen. Vooral in landen als Polen, Roemenië en Turkije leidt dit tot een trek van ex-boeren naar de stad of naar West-Europa omdat in deze landen al een hoge werkloosheid bestaat. - De uitholling van het sociale zekerheidsstelsel, gepaard met retoriek dat we moeten langer werken, vanwege het grote ‘vergrijzingsspook’. De vergrijzing wordt waarschijnlijk nooit een probleem, omdat er altijd mensen van binnen (zoals genoemde ex-boeren) en buiten Europa zullen komen (uit wanhoop) of speciaal worden aangetrokken. Ondertussen neemt de werkloosheid in Europa toe, o.a. door concurrentie vanuit Azië, mogelijk gemaakt door genoemde liberalisering. Als verhogen van werkgelegenheid werkelijk een doel van het EU- en kabinetsbeleid zou zijn, zouden er juist maatregelen moeten worden genomen als bescherming van Europese landbouw en industrie, arbeidstijdverkorting en het weer herinvoeren van Melkertbanen. Het tegenovergestelde gebeurt echter. Dus concluderend wordt vooral een agenda nagejaagd die wordt belobbyd door het multinationale bedrijfsleven, en hun streven op korte termijn de aandeelhouders zoveel mogelijk tevreden te stellen. Niet zo gek ook als je kijkt dat in Brussel zo’n 70% van de 15.000 ! lobbyisten werkzaam is voor het (multinationale) bedrijfsleven. De rechten van arbeiders, boeren, de armsten in ontwikkelingslanden, natuur en milieu, maar ook steeds meer het Midden –en Klein Bedrijf, komen steeds meer onder druk van deze zucht naar concurrentie op vrij gemaakte Europese en wereldmarkten. In plaats de overheersende aandacht voor de gevolgen van deze neoliberale agenda, zoals het omgaan met de stroom van migranten en hun religie, kunnen we beter de oorzaken aanpakken. Te beginnen met een NEE-stem tegen de EU-grondwet. Guus Geurts als GroenLinks-lid betrokken bij Comité Grondwet Nee www.grondwetnee.org [email protected] 26 mei 2005