OPEN GRENZEN, EEN BEDREIGING VOOR DE BOERENLANDBOUW CONFERENTIE VOEDSEL ANDERS, WUR, 210214 Jacques van Nederpelt Nederlandse landbouwexport bijna 80 miljard! Zijn het de boeren die exporteren? Onze 65.000 boeren en tuinders hebben maar een piepklein aandeel Het totale gezamenlijke bruto boereninkomen is ± 8 miljard Het grote geld gaat naar de voedselverwerkende industrie en de distributie (retail) Het aandeel van de land- en tuinbouw in het agrocomplex is maar 14% Waar sta ik in het landbouwdebat? ‘In de landbouw ontbreken de voorwaarden voor vrije internationale handel.’ 1. 2. 3. Zeer ongelijk ‘speelveld’voor boeren in de wereld. Grote verschillen in productiekosten. Evenwicht tussen vraag en aanbod komt moeilijk tot stand. Grote prijsschommelingen. Structurele tendens tot overproductie en lage prijzen. Landbouwmarkten sterk gemonopoliseerd Klein aantal voedselverwerkende industrieën en supermarktketens maakt de dienst uit Boeren individueel uiterst kleine marktpartij tegenover ‘global players’ als Sara Lee, Nestle Zwakke onderhandelingspositie boeren, want zij kunnen hun producten niet lang vasthouden Geen andere keus dan te verkopen, tegen welke prijs ook Laagste prijs in de wereld wordt leidend Welke lessen hieruit te trekken? Boeren niet geholpen met open grenzen Speelveld in de wereld is zeer ongelijk en de productiekosten zijn dat ook. Structurele overschotten, sterk schommelende en gemiddeld lage prijzen. Wereldmarkt kent miljoenen gretige aanbieders tegenover slechts enkele vragers. Gevolg: laagste prijzen in de wereld zijn leidend. Waar liggen de oplossingen? Noodzaak tot regulering landbouwmarkten 1. 2. 3. 4. 5. Overschotproductie vermijden door quota en braaklegging voor essentiële landbouwproducten Boeren ruimte geven hun marktmacht te vergroten d.m.v. Producentencoöperaties of vakverenigingen Buffervooraden aanleggen om landbouwprijzen binnen bandbreedte te houden Instellen van variabele heffingen en quoteringen aan de grens ter bescherming eigen landbouw Export van voedselproducten alleen volgens internationale handelsafspraken Voedselsoevereiniteit als oplossing De kern van voedselsoevereiniteit Ieder land of blok van landen teelt zoveel mogelijk zijn eigen voedsel, zeker het basisvoedsel Zeggenschap over de voedselproductie berust bij boer en consument i.p.v bij ‘hogere machten’ Boer ontvangt kostendekkende prijzen en is niet langer afhankelijk van subsidies Consument krijgt meer voedselzekerheid en meer voedselveiligheid. Open grenzen, een bedreiging voor de boerenlandbouw: stellingen 1. De Nederlandse land- en tuinbouw heeft internationaal een sterke positie en moet focussen op de export. (officieel overheidsbeleid, gesteund door de LTO) 2. Boeren moeten net als andere ondernemers in een vrije markt op kostprijs met elkaar concurreren. (media, politiek en liberale economen) 3. Vrijhandel, liefst op wereldschaal, levert in de landbouw gezonde concurrentie op tussen gelijkwaardige marktpartijen. (media, politiek en liberale economen) 4. Specialisatie, innovatie en schaalvergroting zijn noodzakelijk om de wereld te voeden. (WUR, CDA, VVD) 5. Als de consument vrij wordt gelaten in de keuze van zijn/haar voedsel, wordt de landbouwsector vanzelf aangezet tot duurzaam produceren. (Ministerie EZ, CDA, VVD en liberale economen)