De zorgzame leraar Schijndel 1 oktober 2009 Doel van deze workshop Onderzoek..... Wat maakt een leraar zorgzaam? Zie je zelf of een collega als een zorgzame leraar? Kies een voorbeeld Wat zijn de kenmerken die deze leraar zorgzaam maken? Waarom noem je deze leraar zorgzaam? Wat zijn bedreigingen van de zorgzaamheid van de leraar? Wat kan een leraar doen om ondanks deze bedreigingen zorgzaam te blijven paradoxen Bij het werken met speciale kinderen in inclusief onderwijs Het handelen van de professional in de inclusieve school… wordt bepaald door het hanteren van een aantal krachtige waarden… en door het omgaan met een aantal schijnbare tegenstellingen, paradoxen Vaste waarden • De waardigheid van het kind – Mededogen en respect • De authenticiteit van het contact – Echtheid en betrokkenheid • Het eigenaarschap van eigen leven, leren, en ontwikkeling – Leren is van je zelf paradoxen Paradoxen zijn schijnbare tegenstellingen Om het goed te doen moet je beide polen van de paradox meenemen in je handelen. Het individuele kind serieus nemen én de achtergrond van de stoornis kennen Betrokkenheid bij het kind én professionele distantie Authenticiteit én je aanpassen aan het kind Uitgaan van de zelfsturing van een kind én weten dat er emotionele en neurologische grenzen zijn aan zelfsturing Ieder kind leert, én de beperkingen van leermogelijkheden erkennen Accepteren van beperkingen én hoge verwachtingen hebben Ontspannen zijn én ambitieus Professionele verantwoordelijkheid én openheid naar de omgeving Het individuele kind serieus nemen én de achtergrond van de stoornis kennen • Het gaat om het individuele kind met zijn eigen ontwikkeling. • Het kind is zijn stoornis niet • • • Je moet je kunnen inleven in de belevingswereld van het kind Voor een beter begrip is inzicht nodig in de achtergronden van het kind. Dus… kennis van psychodiagnostiek kennis van psycho- sociale gevolgen van lichamelijke handicaps ………… Betrokkenheid bij het kind én professionele distantie • Echte authentieke betrokkenheid bij een kind • Inleven in een kind • Mededogen met een kind • Niet emotioneel in de war raken • Niet emotioneel op hol slaan • Geen redder willen zijn Authenticiteit én je aanpassen aan het kind • Je zelf zijn • Je eigen taal gebruiken • Niet kleineren • Je eigen emotie laten meeklinken • Verstaan en begrepen willen worden • Het kind niet in de war brengen • Je ten dienste stellen van de ontwikkeling van het kind Uitgaan van de zelfsturing van een kind én weten dat er emotionele en neurologische grenzen zijn aan zelfsturing • Zelfbeschikking als humaan beginsel • Eigenaarschap van eigen leven en ontwikkeling • Zelfsturing als opvoedingsdoel • Zelfsturing is afhankelijk van de ontwikkeling van het brein • Emotionele problemen als angst en depressie kunnen zelfsturing in de weg staan “Ieder kind leert” én de beperkingen van leermogelijkheden erkennen • Uitgaan van de immanente ontwikkelingsmogelijkheden van ieder kind. • Weten dat een kind er is om te leren. • Leren en ontwikkeling herkennen. • De persoonlijke vorm van leren herkennen. • Weten dat kinderen beperkt kunnen zijn in hun leermogelijkheden • Geen onrealistische verwachtingen hebben Accepteren van beperkingen én hoge verwachtingen hebben • Mededogen • Het kind accepteren met zijn beperkingen • Weten waar de grens ligt • Waardigheid versterken • De lat hoog leggen • Je niet leerleggen bij beperkte resultaten • Bemoedigen Ontspannen zijn én ambitieus • Volgen • Accepteren • Niet duwen en trekken • Vieren van het leven zoals het is • • • • Uitnodigen Activeren Stimuleren Niet te snel tevreden zijn Professionele verantwoordelijkheid én openheid naar de omgeving • Je eigen koers varen • Voor je eigen beslissingen staan • Handelen vanuit beroepsethiek • Open staan voor de ideeën en opvattingen van anderen • De kennis van experts meenemen in eigen denken en handelen • De ouders als experts ervaren Het individuele kind serieus nemen én de achtergrond van de stoornis kennen Betrokkenheid bij het kind én professionele distantie Authenticiteit én je aanpassen aan het kind Uitgaan van de zelfsturing van een kind én weten dat er emotionele en neurologische grenzen zijn aan zelfsturing Ieder kind leert, én de beperkingen van leermogelijkheden erkennen Accepteren van beperkingen én hoge verwachtingen hebben Ontspannen zijn én ambitieus Professionele verantwoordelijkheid én openheid naar de omgeving Kennis Weten Motivatie Willen Vaardigheid Persoon Kunnen Zijn Als je een zorgzame collega zoekt Wat zou je in ieder geval vragen of willen weten