Tayl oriaanse beoordel ingssystematiek ten einde! Op weg naar zelfsturing Steeds meer grote organisaties stoppen met beoordelingsgesprekken; de systematiek werkt volgens hen niet meer. Waar komt de noodzaak tot vernieuwing vandaan en hoe moet het dan wel? Motivatie In 2017 werken we duidelijk anders dan voorheen. Duurzaamheid is een urgent thema: de arbeidsmarkt beweegt sneller en iedereen werkt langer door. Daarnaast werken veel organisaties met een grotere flexibele schil en een kleiner vast team. De druk voor organisaties en medewerkers om te presteren en hun toegevoegde waarde aan te tonen neemt toe. Van vaste medewerkers wordt verwacht dat ze op waardenniveau bij de organisatie passen, organisatiewaarden kunnen uitdragen en werken ‘aan’ in plaats van alleen werken ‘voor’ de organisatie. Er ligt meer focus op talentontwikkeling, rollen, zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid in plaats van op vastomlijnde functies en taken. Al deze ontwikkelingen vragen om een ander type leiderschap, een andere cultuur en andere systemen. Eén van die systemen is de beoordelingscyclus. 1. Autonomie; onze behoefte om ons werk zelf te kunnen indelen 2. Meesterschap; onze behoefte om ergens beter in te worden 3. Zingeving; onze behoefte om een hoger doel te hebben dat aansluit bij onze eigen waarden In de media is er genoeg geschreven over de constatering dat de standaard beoordelings- en ontwikkelingscyclus de huidige ontwikkelingen onvoldoende faciliteert. Elke organisatie is gebaat bij gemotiveerde medewerkers. Er drie motivatoren: Speelt geld dan geen rol? Geld is een hygiënefactor: Medewerkers hebben voldoende geld nodig om van te leven. Is dit niet het geval (onderbetaling), dan zijn ze niet gemotiveerd en werkt geld wel degelijk als demotivator. Verdienen ze voldoende, dan werkt meer geld of bonussen niet motiverend. Met onze klanten zijn wij als psychologisch adviesbureau veel bezig Meer weten: lees het boek met het ontwikkelen en expliciteren van het vaak ongrijpbare ‘Drive’ van Daniel Pink. ‘effectief gedrag binnen de organisatiecontext’. Daarin staan thema’s als zelfsturing en persoonlijk leiderschap om mensen in beweging te krijgen centraal. Wij merkten ook bij onze klanten dat het ‘oude systeem’ te veel gericht is op tekortkomingen, controle en beheersing. Het brengt te weinig een continu leerproces in gang waarin ruimte is voor autonomie, individuele verschillen, waarden en het benutten van talent. Bovendien wordt er onvoldoende rekening gehouden met de motivatoren van medewerkers. Het is duidelijk: er is behoefte aan vernieuwing die recht doet aan actualiteit. Wat wij in de literatuur echter missen is het antwoord op de vraag: “Hoe moet het dan wel?”. Factoren in de beoordelingscyclus Voordat we de vernieuwing kunnen vormgeven, is er inzicht nodig in enkele mechanismen die een rol spelen in de cyclus van ontwikkelafspraken, doelstellingen, evalueren en beoordelen. Samengevat zijn drie ‘knoppen’ waaraan gedraaid wordt: Beheersing: we bespreken wat de doelstellingen zijn en zorgen dat die aansluiten bij de strategie van de organisatie en bij de teamdoelen. Ontwikkeling: we bespreken de sterke punten en ook de ontwikkelpunten: wat kan iemand leren, ontwikkelen en trainen om nog beter te functioneren. Erkenning: gezien worden, beloond worden voor de inzet en de resultaten die je haalt zijn essentieel om gemotiveerd te blijven; ‘Als het niet uitmaakt hoe ik functioneer, doet het er blijkbaar niet toe wat ik doe’. Zowel in het oude als nieuwe beoordelingssysteem worden deze knoppen gebruikt. Wat is dan het verschil? Het oude beoordelingssysteem Gericht op taken en functies Sturing op throughput Alleen sturing op individuele taken Aanspreekverantwoordelijkheid van leidinggevende naar medewerker Extrinsieke motivatie (op bonus of salaris) Doelen worden top-down opgelegd Top stelt organisatierichting en waarden op Het nieuwe beoordelen Gericht op rollen Sturing op output en teamresultaten Sturing op team- en persoonlijke verantwoordelijkheden Aanspreekverantwoordelijkheid binnen het team (medewerker-medewerker) Meer gericht op intrinsieke motivatie (wat vind ik leuk en belangrijk) Richting en sturing op output top-down, doelen bottomup geformuleerd Zowel top als bottom dragen bij aan de formulering van de richting en waarden Het oude systeem is met name ingericht op controle, beheersing en ontwikkeling van individuen naar de organisatienorm (goed genoeg presteren voor de taak). In het nieuwe systeem worden de knoppen veel meer gebruikt om werknemers de ruimte te geven om in hun kracht te komen, persoonlijk leiderschap te tonen, zichzelf te sturen, meer waarde toe te voegen en te doen wat zij belangrijk vinden om zo in plaats van ‘voor’ ook ‘aan’ de organisatie te werken. De eerste stap naar het nieuwe beoordelen: organisatierichting We willen als organisatie onze ambities waarmaken. We willen dat iedereen ondernemerschap en persoonlijk leiderschap toont en energiek en gezond werkt. Daarnaast hebben we uitgangspunten en waarden. Iedereen zal daar in essentie achter moeten staan. Om zelfsturend vermogen en eigen verantwoordelijkheid vanuit de medewerker te realiseren, moet deze richting dus eerst expliciet zijn voor iedereen. Dit omvat twee elementen: ten eerste de gewenste richting van de organisatie (welke focus brengen we dit jaar aan, welke doelstellingen horen daarbij). Anderzijds de manier van werken (hoe willen we dat we ons gedragen). Deze richting wordt op organisatieniveau geformuleerd: de strategische meetlat. Dit zijn rand voorwaardelijke harde doelen en vooral ook de gewenste ontwikkelrichting van de organisatie (vertaald in een simpele, eenduidige meetlat). Van organisatierichting naar werknemer en team Voorbeeld Strategische richting en focus Rand voorwaardelijk: Omzet 4 miljoen met 20% marge Omzetvergroting 500.000,- Richting: Naamsbekendheid in de markt Innovatieve projecten (new business) Grotere samenwerking tussen binnen- en buitendienst We willen dat de werknemers zo creatief mogelijk nadenken over hun eigen bijdrage aan de richting van de organisatie en de strategische meetlat, vanuit hun ambities en profiel. Dit is niet vrijblijvend; er is een toets nodig in hoeverre deze ideeën samenvallen met de meetlat én we willen zo veel mogelijk verbinding tussen de teamleden en organisatieleden bij de realisatie, zodat ze elkaar scherp houden en van elkaar leren. Idealiter leggen werknemers in het nieuwe systeem als het ware een claim; ‘hier ga ik me de komende periode kwaad om maken’. De eisen mogen hoog zijn, de claim is niet vrijblijvend en deze moet aansluiten op de waarden en strategie van de organisatie. Mogelijke stappen Presenteer in een teamoverleg de organisatierichting en breng samen met het team focus aan in de punten die belangrijk zijn voor jullie. Geef werknemers vervolgens de mogelijkheid om vanuit de team- en organisatiedoelen een persoonlijk doel vast te stellen waar zij zich individueel tegenaan gaan bemoeien (een persoonlijke claim). Hierbij kan een persoonlijk doelstellinggesprek helpen, ook moedigen we hen aan om onderling afstemming te zoeken. Daarna moeten deze persoonlijke doelen uitgelijnd worden en verbindingen gelegd worden in de samenwerking (wie kan wie helpen). Om hun claim vast te stellen denken medewerkers eerst na over hun kracht, ontwikkeldoelen, waarden en focus. Dit kun je stimuleren door hen in het doelstellinggesprek te laten nadenken over de volgende vragen: I ndividuel e bewustwording: 1) Waar ben ik goed in? 2) Waarin wil ik beter in worden? 3) Wat vind ik belangrijk? 4) Wat ga ik bijdragen aan de organisatie? Kortom: wat wordt mijn ‘claim’ en waar mogen jullie mij komend jaar op aanspreken? Daarnaast kan een leidinggevende of beter nog, het team, iemand uitdagen om de lat hoog te leggen en ambitieuze doelen te formuleren. Dit denkproces is te versterken door workshops in de teams te organiseren. Dit leidt, in onze ervaring, tot meer creatieve ideeën en een grotere verbinding en samenwerking op de claims. Afronden teamdoelen Na het vaststellen van de persoonlijke claims maak je er een groepsproces van, door samen met het team alle claims af te stemmen en te bewaken dat elk teamdoel belegd wordt. De claim wordt regelmatig afgestemd en gedeeld met collega’s en, zo nodig, aangepast. Dit is een continu leerproces: sommige doelen zullen te ambitieus blijken, andere initiatieven leveren wellicht niet het gewenste resultaat op. Het werkt het beste om dit kort-cyclisch met elkaar af te stemmen (bijvoorbeeld per kwartaal) waarin de successen gevierd worden en de ‘mislukkingen’ als leerkansen worden besproken. Je kunt bijna stellen dat als alles lukt, de initiatieven en claims onvoldoende prikkelend, creatief en ambitieus waren. Ondernemerschap en innovatief vermogen wordt hiermee gestimuleerd. eigen waarden: waarom doe ik, als individu in deze organisatie, dit werk eigenlijk? Klopt het werk met waar ik voor sta, wat ik belangrijk vind? Dit zijn geen vragen waar de meesten van ons zich dagelijks mee bezig houden, ze komen meestal pas voorbij als we een harde loopbaanswitch moeten maken of als we vastlopen. eigen kracht : waar ben ik echt goed in? Van welke werkzaamheden krijg ik energie? Waar vragen anderen mij voor? We weten dat je beter energie en tijd kunt stoppen in de eigen talenten dan in zaken die niet bij je passen. De gevleugelde uitspraak (uit de onderwijskunde) “je moet een vis niet willen leren om in een boom te klimmen” is hier van toepassing leren is leuk (en vereist om energie te krijgen): Leren, ontwikkelen, ook al heeft het geen direct doel, geeft energie. Zeker als je het op je eigen wijze kunt doen (zoals sporten of een muziekinstrument bespelen). Wat heb ik nodig om goed te functioneren en in mijn kracht te komen of blijven? Autonomie. De claim, of de handschoen die je gaat oppakken: Wat kan ik doen om, naast wat ik al dagelijks doe, nog beter bij te dragen aan de ontwikkeling van mijn organisatie? Wat kan ik extra toevoegen, op een manier die bij me past, die ik leuk vind, waar ik energie van krijg en waar ik iets van leer? Maar ook: waar anderen hier wat aan hebben en waar de organisatie beter van wordt (gezien de richting, strategie en waarden van de organisatie). Faseverschillen In organisaties zien we tussen de medewerkers of teams vaak grote ‘faseverschillen’: sommige mensen zijn nu eenmaal fanatieker en scherper dan anderen. Dat heeft te maken met de persoonlijke situatie, verschillen in persoonlijkheid en het ambitieniveau. Dergelijke verschillen zijn normaal, een individuele afstemming blijft nodig. Het wordt een issue als te veel mensen te veel onbenut potentieel hebben en, om wat voor reden dan ook, te weinig een actieve bijdrage leveren aan de teamdoelen en organisatiedoelen. Dit kan te maken hebben met persoonlijke omstandigheden en hoe de loopbaan is gelopen. Meestal zegt het ook iets over de normen in het team of de historie van de organisatie (bijvoorbeeld een voormalige directieve directeur die nauwelijks ruimte gaf voor eigen initiatief). Dit betekent enerzijds dat je open moet staan voor individuele verschillen (ook in de verwachtingen die je stelt), anderzijds dat de aanpak die je kiest nauw aan moet sluiten bij de mate van zelfsturing, de structuur en de geldende teamnormen. Het gaat hier immers om zelfsturing en persoonlijk leiderschap: dit is er niet met een simpele aankondiging maar vergt een organisch en gestuurd leerproces. En nu? Deze werkwijze vergt enige moed (je moet tenslotte de traditionele denkwijze los laten). De mate waarin je het ‘oude’ systeem kan loslaten is per situatie verschillend. Het vergt een andere manier van denken en het kost met name het eerste jaar aandacht en tijd om deze transitie in gang te zetten. Ook moet je de transitie actief houden en finetunen welke aspecten je in stand houdt (ook procedureel) van de huidige systematiek en welke niet. Bij sommige organisaties is vrij snel gestopt met de oude gesprekscyclus en formulieren, bij andere organisaties blijven die gewoon bestaan. Samengevat: als je medewerkers en teams echte ruimte geeft om zelf te kiezen welke goede dingen ze doen, zonder vrijblijvend te worden, is het echt mogelijk om meer onbenutte energie te ontsluiten. Kort samengevat zien we als voordelen: - Alle betrokkenen (zowel individueel als op teamniveau) doorleven de organisatierichting en doelen sterker Grotere zelfsturing vanuit de teams Slagkracht en flexibiliteit neemt toe Iedereen kan doen waar hij of zij echt goed in is en waar hij of zij zelf aan meebeslist heeft Hiermee begint de echte uitdaging: de weg naar zelfsturing en persoonlijk leiderschap. Akerendam - januari 2017 Auteurs: drs. Coenraad van Haren, Camilla de Jong MSc, Ruben Kooy MSc Vragen, opmerkingen of even sparren? Neem contact met ons op via 035 678 22 50